't Klein
Brief van Mach ar is.
TAN AALST.
Historisch varhaal alt d'ander eeuw 16
XVIII. WONDERBAAR EINDE.
Half October, 's morgends rond 7 ure, ten huize van 't Baljuken
in 't Kerkstraatje t'Aalst.
't Gaat er een familiefeestje zijn; de kaffetafel is gedekt voor zes
personen; twee zetels toonen ons dat er twee bijzondere personen
moeten komen; en inderdaad Mientje, 't Baljuken, alhoewel van ge
ringe stand, weet inzijn taken'ne zekeren decorum te brengen, die
die de edelheid zijns herten aantoont. Een dier zetels is voor Pater
Lukas die gaat komen, om 't feest van den Verloren Zoon te vieren;
de andere zetel, moeten wij het zeggen, is 'tvoor verdwaalde schaap
dat, terugkeerende, zooveel blijdschap doet ontstaan.
Opvolgentlijk komen binnen Tommen, de brave werkende man,
Borromeus Kantsteen, de bakker uit de Molenstraat en Doktor Van
Planen uit de Nieuwstraat. De bakker had versche koekenbroodjes
meégebracht, want de brave menschen hebben dubbel smaak in al
de goede zaken welke de Almogende aan zijn schepselenin hun bal
lingschap dezer aarde heeft ter beschikking en tot een matig ge
bruik gesteld. 2
Men wenscht de moeder van den Rosten Machiel geluk, men zet
zich aan tafel; men spreekt van den tijd en d'omstandigheden en 't
Baljuken neemt de gelegenheid waar, om veel zaken te vertellen die
nog onbekend zijn aan den eenen of anderen;
Hoe de roste Machiel hem achtervolgde in zijn katholieke werk
zaamheden
Hoe dat hij op 't punt was hem aan te houden, den nacht der
Eerste Communie;
Hoe dat een onbekende hem alsdan opgesloten had
Hoe dat de Jacobijn in de St-Martenskerk verschuild zittende,
hem had willen doodschieten; zijn vlucht op den toren, en hoe 't
Baljuken gelukkiglijk bijtijds kwam om te beletten dat de roste
Machiel door d'opening der groote vout op den vloer der kerkstee-
nen viel.
Hoe dat hij verder ziek liggende in dees huis, tot een wonderbare
bekeering was geraakt; gebiecht en met de kerk verzoend door Pa
ter Lukas en hoe de bekeerde zondaar een wonderbare boetveerdig-
heid had gevraagd die dezen morgend ten einde liep. Ge gaat hem
zien, sprak 't Baljuken; ik verwacht hem alle oogenblikken
Ge zoudt toch zeggen, sprak Tommen; zulken booswicht ge
weest zijn en nu zoodanig veranderd
Dat wijt ik bijzonderlijk toe, zei 't Baljuken, aan de gebeden
zijner godvruchtige moeder; de Rozenkransen, die dat mensch ge
lezen heeft, zijn ontelbaar
Er wierd geklopt aan de deur; 't wasPater Lukas in muldersgast
verkleed; allen stonden recht om den Geestelijken met eerbied te
ontfangen; want is het in Vlaanderen en in alle treffelijke Landen
een vaste en oude gewoonte van bijzonderen eerbied te toonen aan
de Bedienaars van den Godsdienst, in den Besloten Tijd zouden de
menschen op hun knieën gevallen zijn, als zij een Geestelijk Man
zagen.
De samenspraak ging voort en wie niet kwam, was de roste Ma
chiel; nogtans de uur van de samenkomst had reeds geslagen; Bal
juken, zei de Doktoer, dat gij eens gingt zien! Ja Mr dat zal ik
doen, dadelijk! ik weet niet wat er mag schorten?...'t Baljuken
gien... Hij bleef maar weg deu tijd om langs den onderaardschen
gang in de kerk te gaan en weêr te komen. Terugkeerende bij 't ge
zelschap, bleek was zijn gelaat, getrokken zijn wezen, en weifelend
zijn oogenEerweerde, zegde hij, Mr den Dokleur, Vrienden, als
't blieft, kom meê, kom aanstonds meê!... Moeder, ge zultde voor
deur wel gesloten houden en niemand binnen laten...Wat is er,
vroeg Pater Lukas, als zij in den kelder waren en de katacombe
gingen intreden: Och, eerweerde, hij... onze vriend ligt op de
trappen van 't H. Kruis, zonder teelden van leven, 'k geloof dat hij
dood is
Dood schielijk uit de wereld geroepen! Geen woord wierd er
gewisseld; men ging voort, in de diepste stilzwijgendheid; en daar
op de trappen van 't H. Kruis, men vond inderdaad de roste Ma
chiel liggen, met 'ne gerusteu lach op zijn wezen alsof hij slapende
was. De Docteur onderzocht hem en sprak na korte stonden: Die
man is sedert 2 uren dood
0 God, sprak Pater Lukas, ondoorgrondelijk zijn uwe oordee-
len; deze bekeerde zondaar heeft u rechtzinnig gebeden om te we
ten wat hij moest doen; gij hebt hem in uwen schoonen hemel op
genomen; want, Vrienden, ik mag het u zeggen, het berouw van
dien jongeling heeft mij tranen van ontroering afgeperst, 't Is een
heilige gezuiverde ziel.
En allen vielen op hun kniën, terwijl Tommen met 't averecht
zijner hand zijn tranen afvaagde.
De Roste Machiel had een'begraving, gelijk er niemand in den
Besloten Tijd kon hebben; zijn lijk bleef op de trappen van den
Optaar 24 uren liggen; 't Baljuken kwam daar 's nachts bidden en
licht ontsteken; en in de kerk zelve nabij den Üutaar van 0, L. Vr.
van den Roozpnkrans, wierd de bekeerde Jacobijn begraven.
Hier zouden wij mogen einde schrijven; maar de Chronijk be
helst nog eenige inlichtingen: de Moeder van den rosten Machiel
stierf 't volgende jaar; pater Lukas wierd in 1797 te Moorsel op
Kruisabeel gevangen en weggevoerd; wat is er met hem gedaan? Is
hij naar d'Eilanden vervoerd en daar gestorven? Ie hij bezweken te
Parijs in de gevangenissen! De wereld weet het niet; daarenboven
is zijn Glorie opgeteekend.
't Baljuken bleef ieverig in zijnen dienst en had het geluk van de
kerken geopend te zien en de klokken t'hoöreu luiden;op Sinxendag
1808 had de eerste plechtige Hoogmis plaats; wat er daar afge-
weend is, kan niet beschreven worden; in welken staat van ver
woesting vond men de St Martinuskerkhoeveel Priesters waren
niet, als Belijders en Martelaars gestorven!,.. Men had d'oog op
den Outaar, waar deken Van Keerberghe terug bij zijne beminde
Parochianen verscheen; en als 't Baljuken in zijn zwart gewaad, met
den zilveren staf op de schouders rondging, elk moest hem toch
eens bezien; maar niemand wist waarom hij aan den Outaar van 't
H. Kruis eene wijl bleef staan, met al de teekens eener heilige ont
roering. 't Baljuken bezag de plaats waar de roste Machiel tot een
beter leven was verhuisd, tot de zalige woonplaats, welke wij aan
alle geëerde Lezers en Lezeressen wenschen. EINDE.
Schip gezonken te Dendermonde.
Dit waalsch schip dat uit Frankrijk kwam met eene lading van
3oo duizend kilos Krijt voor een cimentfabriek van Wiilebroek,
lag vast vóór de ijzerenbrug aan den mond van den Dender. Het
buitengewoon geweld van den stroom verbrak de touwen, en'tschip
ging stooten tegen de steenenpilaren der brug; op weinige minuten
was 't gezonken. Geen andere rampen zijn te betreuren. De lossing
en lichting zullen beginnen wanneer het hoog water zal voorbij
zijn, 't is 't eerste onheil dat daar gebeurt sedert 3o jaren dat die
brug bestaat.
BUITENLANDS. De commandant der Pompiers van Am
sterdam is verdwenen; zaturdag deed hij zijn gewone ronde in voi-
tuur en is niet meer te zien geweest.Te Maastricht is 'ne passant
aangehouden die 't pratijk had, van in d'huizen te gaan kanarie
vogels stelen. Te Aken is een der kerkdieven van Limburg aan
gehouden. In Frankrijk, departement Oise, is een hekse van eea
vrouw tot io jaar tuchthuisstraf veroordeeld, wegens 't stelen van
een meisje, in maart, om er meê uit bedelen te gaan. In 't Hon-
gaarsche dorp Nagorosgi moest de Burgemeester gekozen worden;
men ging dapper aan 't vechten en 6 man bleven dood. Te
Montceau, in Frankrijk, is weêr een flesch dynamiet ontploft.
Te Weenen, ook al een stad afgeknaagd door de Vrijdenkerij, te
Weenen gebeuren menigvuldige afschuwelijke
De oude Macharis vraagt 't woord, om v,
aan De Werkman, aan zijne Medehelpers ||KS$M
en Verspreiders, aan al zijn Lezers en Le-
zeressen, een goed en zalig Jaar te wen- (lv quBSBÊ
schen, profijtig en voordeelig naar ziel en 4, ö.Vi
lichaam Een goed en zalig jaar, aan de
Werkmans-Vrienden uit al de Provinciën;
een goed en zalig jaar aan onze brave
Konfraters te Luik, alwaar 't nieuw lo-
kaal ingehuldigd is en dat onze Taalgeno
ten eenen thuis hebben, in de Vlaamsche
kerk, in den Vlaamschen Kring, in de
Vlaamsche Patronagiën voor de Jonkhe-
den. Een goed en zalig jaar aan onze Bel-
gen Vlamingen te Rijssel, die daar ook een tweede Vaderland terugvinden
aan den voet der Outaren, dank aan de zorgen en d'opoffering der Gees
telijkheid; want gaat de wereld rond, in al zijn deelen, en ge zult overal
vinden de Vrijraetserij, die bederf en wanorde zaait, en de Geestelijkheid
die zich opoffert om 't measchdem in eer en in welvaart en in zegen te
houden.... 6
i,Al gelijk't den Heer blieft,mijn Vriendenjmaar God geve dat Macharis u
in 1885 en volgende jaren nog menig missief mag zenden met blijde en
verheugende tijdingen Er zijn menschen van helder vooruitzicht, die in
1885 veel goed verwachten voor ons geestelijk Opperhoofd den Paus van
Roomen; de grootste katholiek van Duitschland, VVindthorst heeft voor
gesteld dat de Cbristene Volkeren uit alle Landen eeu Bondgenootschap
zouden vormen, om de Vrijheid ende Veiligheid van den Paus te bekomen.
En die Aardbeving in SpaDje! hoe wreed en hoe schrikkelijk! 'tis bij
zonderlijk langs Grenada, die oude half moriaausche streek, waar vroe
ger zoo wreed gevochten wierd. Als ge denkt, menschen, dat er uit die
stad 17000 man zijn gaan vluchten; dat met honderde dorpen gansch ver
laten zij»; dat de Volkeren in dien bittere koude, de nachten op de mark
ten en velden moesten overbrengeajzonder kleeren of eten; dat veel dor
pen en steden ingestort lagen, «et kerk ea huizen, en hoe meni» slacht
offer ligt er tusschen de gekraakte huizen niet te kermen; 't merk weer-
digste, doer mij vernomen, is dat er een dorp 20 meters is verplaatst en
dat de leop eener rivier is veranderd. Wij megen ons zeiven vragen:
Zullen er in de 2 Provinciën Malaga en Grenada lOhuizen ongekraakt en
ongeschonden blijven? In 't dorp Almunecar zijn 1S4 huizen gescheurd en
68 dreigen te vallen; in de stad Alhana, op 1757 huizen,staan er maar 150
recht; 350 lijken waren zondag reeds uit de puinhoopen gehaald! Welke
droefheid en ellende,begonnen op nieuwjaar en voortdurende tot na Drfi
Koningen! Niet zonder rede schrijft de Werkman: Als 't plezier in huis fs,
staat de droefheid op den dorpel! Daarom vrolijk zijn ja, tevreden in on
ze» staat, de vreugden des herten smaken, maar niet vergeten waar wij
naartoe gaaa en dat alles hier eindigt, gelijk de groote philosoof Auviis-
tinus schreef: - Al wat eindigt, is kort. Wat mij aangaat, ik aanzie
als den ongelukkigsten mensch, de rijke miljonnair, die maar leeft voor
dezen tijd, die niet mild is voor den Armen of die de goede Werken van
geestelijken bij «tand vergeet, want de Evenmensch moet geholpen wor
den, naar ziel zoowol als naar lichaam.
En welken schrikkelijken val die Pitje Van Humbeek daar gedaan
heeft; zijn naam alleen is noodlottig geweest aan de liberale Associatie
die nu in stukken van een ligt.... Nooit zijn kerk ver volgers wel gevaren;
zietHeroies, Pilatus, Nero, Julianus, Henricus den VIII, de Napoleons
enzoovoorts, allen machtige mannen en allen miserabel geëindigd. En