JjjMlofslade naar Mongolië fmÈ,
REIS VAN f
(China.)
door den Eerie. Missionnaris Ev. Be Boeck.
r A 1
Hoofdstuk 2. Van Parijs naar Lourdes.
Nadat men zoo acht ure standvastigop den ijzerenweg heeft over
gebracht zonder eten of drinken, dan heeft men niet veel bekoring
om nog rond te loopen en de straten van Parijs, al waren zij dui
zendmaal schooner, te gaan bewonderen; daarbij, door het rollen
en het schokken, verkeerde onze maag in den bedrukkelijksten staat
en meer dan ooit verhief zij de stem om een weinig onderstand te
ontvangen; wij bleven dan ookniet ongevoelig aan hare smeekingen,
rnaar deden ons terstond naar het hotel Belzunce brengen dat men
ons te Scheut had aanbevolen; wat was onze verwondering groot,
toen de bazin van het hotel ons in het schoonste Vlaamschhet woord
toestuurde! wij vernamen weldra dat zij uit de provincie West-
Vlaanderen was en reeds een twintigtal jaren in Parijs verbleef.
Het was voor dat mensch een oprecht geluk van hare moedertaal
eens te mogen spreken en nog meer van Vlaamsche Landgenoten
in haar huis te ontvangen; ik moet bekennen dat het mij ook deugd
deed van mijne Hofstaadsche tong in het woelige Parijs ia 't werk
te mogen stellen.
Als wij nu onz« kamers genomen hadden, was de tijd gekomen
om aan onze magen dea tol te betalen dien zij zoo dringend vroe
gen. Kort na ons avondmaal Schonken wij aan onze vermoeide lid
maten eene welverdiende rust en 's anderdaags waren wij reeds
vroeg te been om de H. Mis te gaan lezen in dekerk der Eerw. PP.
Lazaristen. Die goede Paters ontvingen ons met eene buitengewone
genegenheid en in hun aangenaam gezelschap hebben wij kostbare
oogenblikken overgebracht; zij bezitten in Parijs een groot Semi
narie, vroeger door den H. Vincentius zelf gesticht, t is groot en
prachtig en zeer wel geschikt tot de vorming der jongelingen, die
zich aldaar tot het Apostolaat komen voorbereiden; wij zouden
volgaarne bij de paters Lazaristen lang hebben willen vertoeven,
maar ongelukkiglijk de tijd vervloog en kwam ons tot het afschei
den dwingen. In den voormiddag begaven wij ons nog hier en daar
in alle richtingen van de stad om de boodschappen te volbrengen
die ons te Scheut besteld waren.
Gij zult u wellicht verwachten aan eene breedvoerigere beschrij
ving van al de wondere schoonheden die wij in Parijs ontmoetten;
wel, wat zou ik er van zeggen? Voorzeker, wij hebben daar schoone
straten gezien, prachtige gebouwen bewonderd enluisterlijke kerken
bezocht, maar het was er overal zoo druk, dat wij bijna niet wisten
waarheèn ons wenden of keeren, om ons bijtijds uit de voeten te
maken; in zulkdanige omstandigheden is het al lastig om zich over
alles een echt gedacht te vormen, ook ik moet rechtuit bekennen
dat ik van Parijs niet veel vergeten zal, daar wij die stad slechts in
allerhaast doorloopem hebben.
Ik mag nogtans niet nalaten vanu te spreken over een bezoek, dat
wij in den namiddag, i3 februari, brachten aan het Seminarie der
buitenlandsche Missiën,(missions étrangères).Indat huis bevonden
wij ons oprecht als Missionnarissen op onze plaats: wij waren im
mers in dat heiligdom, waar zoovele zendelingen den waren Chris
ten heldenmoed hadden geput, waar zij dien krachtigen moed had
den bekomen, die ze eens voor dwingelanden en vervolgers met
onverschrokkenheid het waar Geloof deed'belijden en hun bloed
voor deszelfs bekrachtiging deed vergieten. Wij zagen ons omringd
van zoovele jonge levieten, die allen bereid waren om de voetstap
pen van hunne moedige en heilige voorgangers te bewandelen
en zich waardig te toonen van hunne deugden en heldhaftigheid.
Zie! om rechtuit te spreken, hier genoten wij een geluk, dat Parijs
met al zijne merkweerdigheden onbekwaam was van ons te schen
ken. In onze onderhandelingen met de Seminaristen spraken wij
over China en over de zendingen, juist of wij reeds in onzeresiden-
tiën zouden verbleven hebben. In datzelfde Seminarie bestaat er
eene zaal waar men met zorg de kleederen bewaart en andere voor
werpen die aan de Martelaren der Congregatie, tijdens hun leven
hebben toebehoord, men ziet daar ook de wreede werktuigen die
tot de marteling werden gebezigd. Als men die zaal intreed, voelt
men onwillekeurig ean trilling over het gansche lichaam, bij het
overdenken der wreede pijnen en tormenten door die heldhaftige
Missionarissen uitgestaan; inderdaad,het zijn niet anders dan pijn
banken, zware ketens, scherpe pinnen en lompe knotsen, met door-
stekene kleederen en bebloede koordens, die zich van alle kanten
aan de oogen van den bezoeker bieden; nogtans, als men eenige
oogenblikken de zaal binnen is, verdwijnt weldra alle schijn van
benauwdheid of vrees, integendeel, verre van nog schrik te gevoe
len, men gaat zoo ver, dat men het gelukkig lot der martelaren be
nijdt en dat men uit ganscher harte den wensch vormt van op zijne
beurt waardigs te mogen gevonden worden, op hunne heilige voet
stappen te wandelen, om zoo ook tot hunue schitterende kroon op
genomen te worden!!! Wij zouden misschien nog langen tijd in het
Seminarie verbleven zijn, indien het reglement ons niet had ver
wittigd dat de scheidingsuur gekomen was. Met tegenzin en met
een oprecht hertzeer, verlieten wij dat uitverkoren oord, waar wij
zooveel genoegen hadden genoten, 's Anderdaags om 7 ure 40 min.
namen wij den trein naar Lourdes.
Om van Parijs tot Lourdes te komen, moesten wij eenen nacht
op den trein overbrengen. Voor iemand die gewoon is aan het
reizen, is de rust öp 't convoi even zoo gemakkelijk als in een zacht
bed, maar als men gelijk wij, de proefneming voor de eerste maal
onderstaat, dan komen zulkdanige beddens aardig voor, en men
wacht bliksems lang van er den slaap op gewaar te worden; einde
lijk nogtans, onder den morgend rond 243 ure, gelukten wij er in
van voor eenige uren in het land der droomen te geraken en terwijl
wij maar altijd ronkten, schokte en rolde onze trein vooruit. Om 6
ure van den morgend bracht hij ons in Toulouse, waar hij voor ee-
nige oogenblikken stilhield en ons den noodigen tijd schonk om
algauw eene verrersching te nemen, met een stuk op a'hand en
daarmeê weèral, en avant! het stoomende rijtuig binnen en recht
naar Lourdes. Onderwege doorkruisten wij aanhoudend de schoon
ste landijen en de prachtigste priëelen; 't waren meestal planterijen
van wijngaarden, die met de opkomende lente het eerste groen ont
vingen. In den namiddag bevonden wij ons te midden van reus
achtige bergen, wiens toppen met sneeuw beladen, zich in de wol
ken schenen te verduiken; eindelijk, om 5 ure van den namiddag
hielden wij stil in de statie van Lourdes, (14 februari.)
Wij begaven ons terstond naar het heiligdom van onze goede
Moeder Maria. Hoe zoet en hoe aangenaam waren die eerste ston
den, die wij, in de grot geknield, voor het beeld van O. L. Vr.
overbrachten!... Van zoodra men op die bevoorrechte plaats komt,
wordt men gewaar dat Maria zich aldaar op eene bijzondere wijze
aan hare kinderen veropenbaart; hoe groot is het betrouwen, 'twelk
de gebeden vergezelt, in Lourdes gestort, hoe troostend zijn de
verzuchtingen, die men aldaar zijne Moeder toestuurt; hoe heilzaam
het zielgenot en de zalige vreugd! O, kon men altijd bidden gelijk
men in Lourdes bidtWij bleven gedurende eenen langen tijd
als vastgekluisterd aan den grond in de grot zitten en ware de duis
ternis ons niet komen verwittigen, dat de tijd gekomen was om naar
ons hotel te gaan, wie weet hoe lang wij daar zouden vertoefd heb
ben!... niet een van ons dacht aan het uur; en inderdaad, rechtuit
gesproken, in Lourdes veor Maria's beeld kent men noch tijd noch
uur, men gevoelt er zich zoo wel, dat men met de drie lievelingen
van onzen L. H. zou willen uitroepen: Het is hier goed, laat ons
hier onze tenten slaan! Maar er stond ons nog een grooter geluk te
wachten: 's anderdaags reeds vroeg in den morgend, mochten wij
de H. Mis in de Basiliek opdragen; ik voor mijn aaadeel, ik las
mis aan het hoogaltaar; gedurende het H. Sacrificie had ik eene
onvrijwillige doch indrukwekkende verstrooidheid; toen ik op eenen
zekeren oogènblik mijne oogen tot het Kruis verhief, vielen mijne
blikken juist op het nationaal Vaandel van België, dat boven het
Christusbeeld wijd en breed is -uitgespannen; dit gezicht bracht
mij nogmaals mijn duurbaar Vaderland in 't geheugen, ik dacht
aan mijne godvruchtige Landgenoten, aan mijne familie, aan mijne
vrienden en kennissen, aan U allen in een woord,beminden, en een
vurig gebed voor allen die mij lief waren, wierd mij door de aan
doening als natuurlijk ontrukt. Na de H. Mis begaven wij ons
nogmaals tot in de rots; wij baden alsdan vurig om eene voorspoe
dige reis door Maria's voorspraak van den Heer te bekomen; in
deze laatste oogenblikken heb ik ook veel aan U gedacht, beminde
Moeder en Broeder, en Maria,die weet wat ik aisdan voor U beiden
geluk vroeg, zal mijne onwaarde bede voor uw welzijn verhoord
hebben. Maar ongelukkiglijk, de tijd vervloog snel en na een klein
bezoeksken aan de goede grot gebracht te hebben, was de uur geko
men om ons naar de statie te begeven en ons op weg naar Marseille
te stellen. ('t Vervolgt.)
BOEKWERKEN. Men bemerkt dat er in Holland, onder 't werk
volk veel maatschappijen zijn van Onderüngen Bijstand, die groote voor
deden bijbrengen. In West-Vlaanderen wordt er ieverig en verstan
dig gewrocht om ons Vaderland te verrijken met Christene uilden, die
de Maatschappijen van Holland verre overtreffen. De inlichtingen kan
men vinden in de Boekskeas der Spaarzaamheid en in een verslag over
den Gildebond, uitgesproken door den E. H. Van den Driesscjje, on
derpastoor te Eeghem. De West Vlaamsche boekjes over de Spaarzaam
heid en de Borg en LeeHgelden zijn zoo wel geschreven en zoo klaar en
praktisch,dat de a'gemeene Bestuurraad der Belgische Spaarkassen voor
300 afdruksels inschreef en zijne gelukwenschingen afstuurde. De behan
deling over da Spaarzaamheid, in oas bureel te koop aan 0,30 c.; 't ver
slag over den Gildebond aan 0,25 c. Te Gent bij M. Van der Schelden
is uitgekomen en te koop gesteld, het Leven van Joanna Jugan, een
wonderbare vrouw van dezen tijd en die merkweerdige Inrichtingen van
liefdadigheid heeft, tot stand gekracht. Dit boekwerk, een meesterstuk
van opstel, zal met vreugd en profijt gelezen worden, prijs 1,50
franco 1,65.
ITotutfpli'ihhpflnn MaandaS 2 Februari, O. L. Vr. Licht-
Mliliuil'Vli* mjSj zaj er te Seveneecken een schoone
Plechtigheid plaats grijpen: M. JosefMEiRKSONNE viert opdien dag zijnen
Jubilé van meer dan 50 jaar kerkzanger. Eere aan zulk man, die met
vromen iever en deftigheid een halve Eeuw de Lofzangen tot Gods Glorie
heeft doen weergalmen.
KERKELIJK NIEUWS. Dient den Heer in vreugd, zoo
staat er geschreven en gedrukt.Te Denderwindeke bestaat er een
Confrérie, door welke de longe Dochters zich onder de bescherming
stellen der vrome en reine Heilige Agnès. De Levens der Heiligen,
dat is en blijft de voedsame en nuttige lezing der Christene Fami-
Üën. In 't Congres te Luik, ter eere van 't Allerheiligste, alwaar
aanwezig waren Bisschoppen uit Frankrijk en België, er is daar een
oproep gedaan aan eiken Geloovigen, om het Allerheiligste te ver
eeren, bijzonderlijk in de Processiën binnen en buiten de kerken
als't Venerabel naar de zieke en stervende wordt gedragen.... Is
deze oproep overal beantwoord, dan mag ons Vaderland zich aan
openbare zegeningen verwachten. Verl. zondag was 't de herin
nering van Paulus bekeering; niemand is te slecht om zich te bete
ren; nooit is het te laat; de slechtste kan de beste worden; wij zien
het in Paulus. die van kerkvervolger, Kerkleeraar en Martelaar en
kolom der Christenheid is geworden. Den 7 februari 1878, na
een Regeering van 32 jaren is Paus Pius IX in den Heer ontslapen.
Den 18 februari traden de Kardinalen in 't konklaaf en den woens
dag 20 februari, ten 12 ure 's middags wierd Kardinaal Joachim
Pecci, Paus gekozen en uitgeroepen, ten 4 ure gaf de Paus in St
Pieterskerk zijn eerste zegening.Te Roomen gaat gevierd wor
den, het gul .en Jubelfeest der Priesterlijke wijding van Z. H. Paus
Leo_ Kardinaal Dechamps preekte dikwijls: Er gaat veel geweld
en lisiigheid gebruikt worden, tegen de Christenen; maar degenen
die bidden, zullen zegepralen en de Dienaars en Dienaressen van
Maria zullen glorie geven aan Jesus-Cbristus en een vrede genieten
welke noch de beproevingen, noch de, Dood kunnen ontrukken.