Hofstede near losgolie i)e Wereld rond. REIS VAN (China.) door den Eerw. Mi*sionnaris Ev. Da Boeck. 7 Hoofdstuk 8. 't Eiland Colombo. D'Indische Zee. Hoe verrukkend schoon was het zicht dat wij 's morgens van op den boot genoten! Overal waar men de oogen wendde, ontwaarde men een weelderig groente, schoone en prachtige boomen beladen met de overvloedigste vruchten. Dat bevoorrecht gewest, 't welk men met reden het aardsch paradijs noemt, moesten wij zeker gaan zien; reeds vroeg in den morgend waren wij tebeen om ons stads- waarts te begeven. Nauwelijks waten wij de stad binnen, of reeds boden zich van alle schoonheden aan ons oogen; de straten zijn als zoovele lust- en bloemhoven, waar de fijnste planten en bloe men, die bij ons met zorg in de serren bewaard worden, als on kruid groeien en de lucht met hunne aangename uitwazemingen vervullen. Aan de have van Colombo zou men zich in eene schoone en prachtige Europeesche stad wanen; men ziet er niets anders dan groote huizen, rijkelijke hotels, die, met weelderige planten ver sierd, het voorkomen hebben van zoovele Kasleelen, waarin de natuur al hare schoonheden heeft verzameld. In de stad zijn de huizen wat kleiner en wat minder in pracht en luister, doch het aangenaam groengewas dat rond de daken lieflijk heenkronkelt en de statige boomen die ze van alle kanten omringen en belommeren, verheffen ze verre boven de schoonste burgerhuizen onzer steden. Als wij de breede straten die als zoovele parken zijn,links en rechts gedurende eene uur hadden rondgeloopen, kwamen wij eindelijk in de residentie van de Missionnarissen aan les oblats de Marie. Monseigneur Bonjean, een eerbiedwaardige grijzaard bevond er zich gelukkiglij k bij onze- komst, hij ontving ons met de goedheid van eenen waren Vader, hij noodigde ons uit om met hem het mid dagmaal te nemen en al onzen beschikbaren tijd gedurende ons verblijf op het eiland bij hem te willen overbrengen: Ge zijt hier 'thuis, zegde hij,gij moet u hier hoegenaamd nietgeneèren! Dit was oprecht te veel goedheid!! O. L. Heer zal er den deugdzamen en heiligen man voor beloonen. Na den middag deed Monseigneur eenen Seminairist roepen om ons de schoonheden van de stad zoowat te toonen. Om twee uren begaven wij ons op weg om slechts om 6 ure terug te keeren. Wij begonnen met een bezoek te brengen aan verschillige Katholieke Kerken, die er zich in groote getal bevinden en waaronder er ver scheidene in onze groote steden niet zouden misstaan; daarna door liepen wij opvolgende verschillige straten die onder het opzicht van natuurlijke schoonheden en luister het meest uitmuntten; met den besten wil van den wereld zou ik u eene getrouwe beschrijving kunnen geven van alles wat zich toen aan onze oogen vertoonde; gij zoudet dat moeten zien om er u een gedacht van te kunnen vor men; overal Cocosnotenboomen, banaanboomen, dadelboomen om ringd van het fijnste groengewas en de welriekenste bloemen; 't is om er zich de oogen op uit te kijken. Om onze wandeling de sluiten, brachten wij een bezoek aan het museum der Stad waar al de opbrengsels van het eiland invertegen- woordigd zijn; men ziet er de eigenaardigste beesten, de wonderste visschen, de raalste insecten en schelpen die men zich voorstellen kan, en in den hof vindt men eene verzameling van de rijksteplan- ten en bloemen die zich in het Eiland bevinden; maar, wat wil ik er meer over zeggen? het is immers onmogelijk van het te beschrij ven gelijk men het er inderdaad aantreft; laat ons maar terug kee ren bij Monseigneur en in zijn aangenaam gezelschap eenen vrolij ken avondstond overbrengen. Monseigneur was nieuwsgierig bij onze aankomst om te vernemen welke indruk de Stad op ons had gemaakt, wij wisten hem niets anders te zeggen dan dat wij alles wonderschoon hadden gevonden. Na het avondmaal gingen de Confraters Van Belle en Verellen terug naar den Natal, omdat er 's anderdaags (Zondag) eene Mis voor de passagiers in de salon gevraagd was. Voor mij, ik bleef in de Bisschoppelijke Residentie en ik had zoo het geluk van eens aan land te mogen slapen. 's Anderendaags las ik de H. Mis in het Collegie dat aan het huis van den Bisschop paalt en door de Broeders van de Christelijke Scholen (gelijk er 't Aalst zijn) bestuurd wordt; waarna ik nog eenen zekeren tijd met Monsey'gneur verbleef, tot dat mijne twee Confraters mij kwamen verwittigen dat de tijd daar was om naar den boot terug te keeren; wij namen dus ons afscheid van Mgr,hem uit ganscher harte bedankende voor zijne overgroote goedheid je gens ons en daarmêe en avant! recht naar den Natal! wij kwamen er rond den middag aan,en weinigen tijd daarna vvierd het vertrek- kingsteeken gegeven; weèral vooruit, voor eenige dagen; de eerste statie die wij nu zullen ontmoeten, zal Singapore zijn op het Schier eiland van Malacca gelegen. Over Colombo sprekende,heb ik vergeten een woordje te zeggen, van de verschillende Religies die men er aantreftonder dat betrek moet ik bekennen dat er alles zoo wat gerepresenteerd is,er zijn zelf Boudhisten; nogtans de Katholieken hebben veruit de meerderheid, zij zijn 3o duizend in getal en 't geen nog troostelijker is, zij zijn ieverig en gansch godvruchtig; de Kerken worden fel bezocht en de Sacramenten dikwijls en door velen genaderd. Dit weze voldoende hierover, laat ons nu terug keeren tot den Natal die reeds met vollen stoom zijnen weg op de Indis- sche Zee voortzet. In die zee bemerkt men rond den avond een natuurverschijnsel dat door iedereen met bewondering wordt nage spoord en 't welk men de zelfverlichting der zee noemt (la phos phorescence de la Mer). Wanneer bestaat dat nu eigentlijk? Het is niets anders dan eene lichtstraal, aan blauwachtig vuur gelijkend, die zich 's avonds bo ven het water vertoont en die bijzonderlijk op de plaatsen waar het schip door passeert, vurig is; men zoli koggen, dat het eenevereeni- ging is van duizende kleine vlammekes die boven de golven aan genaam flikkeren én in hunne onderscheidenheid en getal aan de sterren des hemels gelijken; wat is dat nu eigentlijk, waaraan moet men dit verschijnsel toeschrijven? dit is moeielijk om zeggen:het is zeker eene oplossing van phosphoor, maar van waar komt die phos- phoor in die z?e? eenige zeggen dat hij voortkomt uit de verrotting van eene plant die op de kusten groeit en in zich eene groote hoe veelheid phosphoor behelst, andere schrijven het aan eene zekere soort van visschen toe, 't is in alle geval een schoon verschijnsel dat in de andere Zeeën niet te zien was, en 't welk hier de aandacht van alle passagiers verwekte. Maar ik spreek zoo dikwijls van passagiers zonder dat gij weet wie ik bedoel; laat ons met die personen eens eene nauwere kennis maken en eens zien in welk gezelschap wij ons bevinden; ge moet precies niet denken dat onze reisgenoten zoovele landloopers waten' die niet wetende van wat hout pijlen te maken in hun eigen land, daarom ieverst elders fortuin gingen wagen; als 't belieft, ik zal er u eens eenige van opnoemen; er waren met ons eenen Gouverneur (die naar Singapour ging), een andere Gouverneur die zich langs de kanten van Calcutta ging vestigen; een Consul, ook voor de In- diës, een Vice Consul voor Fou-Chiau (China); een graaf die een plezierreisje naar Ceylan maakte, verders verschillige rijke Holland- sche eigenaars dienaar hunne eigendommen van Java en Batavia trokken en met wie wij dagelijks een Hollands praatje konden voe ren enz. enz., ge ziet dat wij precies geene bedelaars met ons aan boot hadden. Nogtans,met al die bijzonderheden vergeet ik dat wij op reis zijn naar Singapour, 't en is precies niet te verwonderen, want de zee is zoodanig stil en het gezicht zoo eentconig.dat er hoegenaamd niets dient aangemerkt te worden. 't Vrijdaags 14 Maart om 4 Ure van den namiddag kwamen wij te Singapour aan, te midden vaneenen grootenstortregen. De ingang van de have is er wonderschoon; zij is van alle kanten omringd van hooge bergen waar zich de prachtigste engelsche hpven bevinden met het jeugdigste groengewas voorzien en die zoo niet door het vernuft der menschen.maar door de natuur zelve of beter door den Schepper zelf gemaakt zijn. Wij waren pas stil, toen de Procureur van de stad, een bejaarde Missionnaris, ons kwam uitnoodigen, om met hem naar de procure te begeven en er den nacht over te brengen. Wij lieten het ons na tuurlijk geen twee maal vragen; want als men zoolang op 't water is geweest, dan verlangt men vurig,naar't land; eenige oogenbiik- ken daarna trokken wij stadswaarts en weldra kwamen wij op de procure uit. Maar weet gij wel waarin eene procure bestaat? waar schijnlijk neen, daarom zal ik er u trachten een gedacht van te ge ven, want dit woord zal voortaan nog dikwijls voortkomen. 't Vervolg. RECHTBANKEN. De Geuzen advokaat van Brussel, Ryckman, wordt in de vreemde Landen opgezocht; die gemeine krawat was voogd en bestooi de weezen, om zijn slijpen en geuzinnen rijkelijk te onderhou den In éene maand kocht hij voor 135 fr. roozen. Ryckman was ook ee nen aie vroeg: Waartoe dient de Biecht Ryckman viel ook tegen de Biecht uit, omdat hij zijn geweien niet kon onderzoeken, zonder afgrijse lijke schelmstukken tegen te konaen. T'Etterbeek is een bazinne van een kaveet ofte kaberdoes verwezen tot 6 maand gevang, als zedebederf- ster. Gustaaf Alfred Dieren, beenhouwersknecht te Brussel,oud 22 ja ren, die profiteerde van de geiegenheid dat hij vleesch ging dragen in hui zen, om er juweelen te stelen, is veroordeelt tot 8 maand gevang. To nen Van Marceyn, luistert wel, horloglemaker van Dordrecht, maar te Brussel wonende, had de leelijke fijte van d'horlogië .1 te houden die hem te repareeren waren gegeven. Deswege is hij tot 8 maand gevang veroor deeld en 204 fr. boet. De metser Jules Adam van Bouillon, Luxem burg,die in een zatlapperij zijn dochter Ida, van 19jaar, wilde vermoorden, moet nu voor 5jaar gevang gaan uitdoen. Ge neemt te Brussel een reiskaartje, ge betaalt eenige duizende franken en vooruit! ge moet met niets meer bezorgd zijn, ge stapt op 't convoi, ge stapt er af, de hotels verwachten u en ge gaat de wereld rond in eenige maanden, langs 't Kanaal van Suez, door Indië, Cl.ina, den grooten Oceaan tot San Fran cisco, dan per ïjzerenweg door de groote Amerikaansche Republiek tot aan New-York,waar gc nog eens inscheept om met 'nen duizeligenkop en een leege beurs te Londen aan te landen of wel te Antwerpen. Onze geliefde Lezers van De Werkman doen dit reisje gemakkelijker en be terkoop. Op 'ne pink zijn we in den Oosten en wat zien we daar? Twee reuzen die tegen elkander opkomen, den Rus die zijne klauw klampt op China en het Indisch Keizerrijk van Engeland bedreigt. Tusschen beiden ligt er een onzijdig landje gelijk België, Afghanistan genoemd; zijn hoofdstad is Herat, de sleutel van Azië, en daarop loert de Rus. Maar de Eagelschman roept aan den Einir van dat land, Abdurrahman, niet achteruit te deinzen, en als't noodig is, dat hij er za) bijspringen.Doen ae Russen nog eenen stap vooruit, ze botsen op den Engelsctaman en de Oorlog berst uit; blijft hij zijne posten behouden, 't risko blijft bestaan; en achteruit wil de Rus niet gaan. Eerste zwarte punt op den gezichteinder der wereld. Tweede zwarte punt: dé gedurige wrijvingen tus schen Bismarck en den Engelschman. Bismarck, altijd mild vooreen andermans goed, wilde Egypte aan Engeland geven voor jsekere voordeelen in 't Overzee- sche land; de Milords hebben dit treffelijk aanbod geweigerd en uitgebracht. Daarom is BL-mark koleirig op de Milords en zegt dat ze onbescheidene deuge- nieten zijn; nochtans, hij blijft denken dat hij nog beter met hen zal overeen komen dan met den Franschman, en zijn zoon is tegenwoordig te Londen om den aangebranden pap te koelen. In Egypte gaat de derde veldtocht beginnen tegen den profeet Mahdi, 't is geen kinderspel; tot hiertoe heeft het Engelsch leger lu sterrijke victoriën behaald, doch zonder het minste profijt. Gordon is vermoord, de hoofdstad Khartoum is ingenomen, de Araben maken zich meester yan al de steden en het engelsch leger door de brandende hitte en de koortsen en de oogdekten aangerand, versmelt gelijk de sneeuw voor de middagzon. De oppergeneraal Wolseley is 0- k ziek. de andere zijn gesneuveld. De Engelschman gaat du dea Soedan aanranden langs deRoode Zee; ze moeten beginnen met 'nen ïjzerenweg te leggen van Souakim op Berber, 100 uren lang door de woestijn... 't Zal zuren arbeid ea veel geld én bloed kosten. En luitenant O-man-Digna zit daar ver scholen met 2 duizend man in de woestijn en op de bergen; en de Araben verschieten hun poeier naar de musscheu niet meer en leggen hinderlagen voorden Eugelschinan. Waarlijk, 'tis er nog niet gedaan,en wie zal den Mahdi achterhalen in de brandende woestijnen van Afrika? Verder in China dondert hel kanon. De Chinees vecht gelijk helden, maar de Fronschrnan is hem nog té rap én klopt hem overal, als '1 waar is wat de tele grams boodschappen. Den Oceaan over! wij landen aan in de groote Republiek van Amerika, die 'ne nieuwe President heeft, Cleveland. Wat heeft die Republikein schoon en deftig gesproken op den dag .zijner installatie Ik zal altijd, werken, zegt h j,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1885 | | pagina 3