Hofslade naar Mongolia^ REIS VAN (China.) door den Eerto. Missionnaris Tlv. De Boeek. 11 De Geele Zee. Chineesche korte-wagens en Vervoer van Koopwaren en Reizigers op't vaste China-Land. Toen wij 's vrijdaags, 4 April, wakker wierden, was on ze Hai-Ting reeds den Wam pa uit en vaarde hij met vollen stoom te midden der golvende baren van de Geele Zee. Wij lazen algauw Mis in onze groote en rijkelijke kamers (want, daar wij hier licht in de ca bine mochten hebben, baarde het mislezen geene moeielijkheden, wij moesten zelfs de toelating niet vragen) en daarna begaven wij ons samen op de brug, ten einde met ons nieuw schip eene nadere kennis te m ken. Nauwelijks waren wij boven of wij bemerkten dat Hai-Ting een schoone en goed geregelde boot was: voorzeker hij lag in grootte den Natal ver onder (hij kon er wel drie keeren in!) nogtans aangezien het klein getal passagiers (wij waren maar met zes) leverde hij veel meer gemak en ook veel min hindering of gênatie op. De kamers of cabinen waren veel ruimer en rijker dan die van den Natal en de salon was alzoo schoon dan die van de fransche boot, indien hij niet schooner ware. Onze drie reisgezel len waren ten onzen opzichte uiterst voorkomend en omringden ons met eerbied en achting. Onder hen bevondt er zich ook een Missionnaris, maar ongelukkiglijk, zijne zending kwam met de onze niet over een, hij ging de dwaling van het protestantismus naar Tien-Tsin voort planten; 't was een engelsche dominé, deman was heel vriendelijk, doch spijtig van zoo ver te komen om val- sche bijbels te verkoopen, de twee andere waren vooreerst de ma dame van den Dominé en nog een doorgoede Japanees. Ge ziet, wij waren weer goed gelogeerd: de miserie, die wij reeds zoo lang zochten, wilde maar niet komen: nogtans ik moet bekennen dat het al geen roozen waren die wij hier plukten: daar onze boot nog al ta melijk klein was ea de zee een weinig ontstuimig,heerschteer gedu rig eene wiggeling en waggeling op 't schij) die eindigden met onze hoofden in verwarring te brengen, ge kunt wellicht denken met welke gevolgen!!! Doch na eenigen tijd wierden wij ook al aan die beweging gewoon; den tweeden dag reeds waren wij zoo frisch als aan land. Gedurende de drie eerste dagen zagen wij hoegenaamd niets als water; en water bevindt er zich t'Hofstade gelijk overal; daar hoef ik dus niet over te schrijven; terwijl dat wij zoo rustig voortreizen, laat ons nogmaals voor eenige oogenbükken naar Shang-'Hai te rug keeren en nog een woordje reppen over de nieuwe manieren van vervoering die wij daar voor de eerste maal aantroffen; buiten de vigilanten door Chinezen getrokken en de draagstoelen, be merkten wij hier nog eene soort van kortewagen die met den onzen teenemaal verschilt. Het wiel, in plaats, van voren aan te draaien, bevindt zich bijna te midden en isomringd door twee breede borden of planken waarop zich van den eenen kant de reiziger plaats, ter wijl zijne bagagies van den anderen kant en van voren gezet wor den: 't is heel prettig gemaakt en 't ziet er heel gerieflijk uit; daar de as, met zich in 't midden te bevinden, al 't gewicht te dragen heeft, geloof ik dat die korte wagens veel min vermoeien dan de onze; dat onze Landbouwers maar ne keer komen zien, ze zullen het model misschien goed vinden en navolgen. Aan de have ziet men hoegenaamd geen paarden, noch karren, noch wagens voor het lossen van de schepen, dit alles wordt dooi de sterke schouders der Chinezen vervangen: men ziet er daar met duizende staan, allen voorzien van eenen dikken langen stok dien zij in evenwicht op de schouders dragen en waar men van voren en van achter met koorden de zwaarste en verbazenste lasten aan bindt,die zij ai zuchtende en al roepende van de schepen naar hun ne bestemmingplaatsen voor eenige centiemen brengen. Daar er zoo schrikkelijk veel van die dragers zijn en dat zij zich daarbij voor eenen eil en niets verhuren,is die manier van vervoeren voor de Commercanten veel voordeeliger dan wagens of karren. Laat ons nu terug naar den Hai-Ting keeren, hij vliegt er over dat het een plezier is; zijne snelheid was wel zoo groot niet als die van den Natal (4 uien per uur), nogtans hij ging goed vooruit en den 7 April, een maandag, bracht hij ons reeds om 3 ure voor den mond van de rivier die naar T'ien-Tsin loopt, hier moesten wij wachten tot als onze beurt gekomen was, daar die stroom zoo on diep is, kan men er met geen twee schepen te gelijk door;al de boo ten van T ien-Tsin voor Shang-Haï moesten eerst de rivier uit zijn, eer wij vooruit mochten: dat duurde en bleef duren zonder einde, den woensdag daarna stonden wij daar nog altijd te koekeloeren, men zou er waarlijk al zijn geduld bij gelaten hebben; eindelijk om 2 ure van den namiddag (woensdag 9 April) trokken wij de ri vier binnen, maar nauwelijks waren wij eene uur ver gevaren, of onze Hai-Ting loopt aan eenen draai met vollen stoom den kant in; daarna zaten wij, bijna verzonken in het slijk, men werkte uren en uren, om los te geraken en toen men er eindelij kingelukte van den boot weêr in beweging te stellen, was het avond geworden, wij moesten hier vernachten; er was te veel gevaar, om met den donker voort te varen!!! Patien ie> wij zijn in China, het geduld komt er dikwijls te pas. 's Anderendaags (Witten Donderdag) reeds heel vroeg in den morgend, vorderde de Hai-Ting zijnen weg en deze maal zonder eenig ongeval te ontmeeten; om half acht kwamen wij reeds in de have van T'ien-Tsin aan. Alles was rustig op onzen doortocht, maar laat ons niet te vooruitloopen. Voor de H. Mis wierd er nog beschikt dat wij 's anderendaags vroeg in den morgend, elk met een Chineesch Karreken, zouden vertrekken om de paaschfeest in Pekin te kunnen overbrengen, terwijl onze koffers alleen langs de vaart den weg, die 8 dagen rap duurt, zouden doen; zij waren reeds voor onzeaankomst ingescheept door de goede zorgen van Mr Zijlmans. Met de Karrekens konden wij er op twee dagen komen, terwijl wij langs den gewoonen weg 8 dagen noodig haddénjen daar de Paaschfeesten in de Hoofdkerk van Pekin zoo schoon zijn, was er geen middel van te twijfelen, nogtans de voorkeur dien wij aan de Chineesche voituurkens gaven, koste ons duur gelijk gij het later zult hooren. In alle geval, nw waren wij er uit, met eenen geleider in den zin en met de onder vinding van Confrater Zijlmans hoefden wij niets meer te vreezen: wij waanden ons al 't huis (och arme wij kenden de Chineesche wegen nog niet); ons geluk was oprecht te groot, en onder de H. Mis die weldra na onze aankomst in de procure begon, bedankten wij uit ganscher harte den Goeden God over zijnen zonderlingen bijstand, ons tot hiertoe zoo mildadig verleend en wel bijzonderlijk over de nieuwe weldaad die hij ons in de komst van Mr Ziilmans schonk. In den voormiddag hadden wij al niet veel te verrichten daar onze goede confrater Mr Ryckmans, tijdens zijn verblijf in Tien-Tsin voor alles had gezorgd en ons van al de noodi'ge voorwerpen voor de reis had voorzienwij waren ingespannen even als oude missi- onnarissennogtans ge moet precies niet denken dat wij ieder eene volle kar reisbehoeften hadden: reizen in China, menschenlief, dat is heel eenvoudig: buiten een weinig eetwarendie men in zijne zak ken kan verstoppen, neemt men anders niets meè dan een bed, ba- staande uit een geiten- of schapenvel (dat voor matras dient) en een deken met katoen opgevuld, daarmeè is het alles. Maar, zult gij mij wellicht zeggen, bestaan erdan in China geen huizen waar de vreem- delingen kunnen vernachten, dat gij datbeddegoed moetmeenemen? Wel zekerzooveel als ge maar wilt, men komt er bijna alle stap pen tegen, maar voor hetgeen't slapen betreft, vindt men in die prachtige hótels!? waar wij later met gelegenheid zullen over spre ken, anders niets dan eene gemetseld bed of oven, van boven met steenen en kleem dicht gemaakt; van beddegoed is er geen kwestie, daar moeten de reizigers zelf voor zorgen of te wel kunnen zij maar op de bloote steenen den nacht overbrengen. Met een bed en sapeken (Chineesche munt) daarmeè kan men China door reizen: door de goede zorgen van Confrater Zijlmans hadden wij het eene en het andere, wij waren dus, gelijk men zegt, volkomen reisvaardig en vertrekkens gereed. In den voormiddag brachten wij een bezoek aan den franschen consul van Pien-Tsin die ons buiiengewoon veel genegenheid be toonde en ons in den namiddag met een tegenbezoek vereerde. Daarmeè wierd het al stillekens aan avond en daar wij 's anderen daags zoo vroeg moesten vertrekken vonden wij niets beter dan ons nog al tijdelijk naar ons bed te begeven. De nacht was weldra voor ons vervlogen; om 3 ure van den morgend kwam men ons wekken en een weinig na 4 ure (opGoeden Vrijdag 11 April), rolden wij in onze voituurkens gezeten, de pro cure uit, gevolgd door de hartelijkste wenschen van den Procureur MvAtofs.'t Vervolg. Tegen den Pas-de-Calais is een vrouw razend geworden e" gestorven dour de beet van haar schoolhondeken in de lip; de won den aan lip en tong zijn de gevaarlijksle. Een modiste van Parijs, verlaten door haren man, is hem gaan vitriool in 't wezen smijten, alsmede aan de Geuzinae die met. hem dwijlde. Beide zijn geschonden in hun wezen. Op den trein van St Quentin naar Parijs, heqft een voyageur zich doodgeschoten, omdat hij 4t)00 fr. van zijnen meester had gestolen. LOOPENDE NIEUWS. APRIL. Daar spreken de Franschmans veel af, mits april rijmt met gril. Avril le doux, zeggen ze, quand il se fache, le pire de tous; april zacht, maar wordt ze boos, 't is met kracht. La pluie d'avril remplit les greniers; april regen, boeren zegen. In april 74.2 is Karei de Groote geboren te Luik of nabij die stad. In april 181a wierd Napoleon I door 'tFransch Senaat Keizer-af verklaard; in april 1572 wierd Vlissingen door de watergeuzen ingenomen;'in april i55o gaf Keizer Karei zijn edikten uit; gewonelijk van 5 tot 26 april komen de Zwaluwen uit de warme Landen en vinden hier juist hun voedsel in de menigvuldige insekten in de lucht en op de boomen en hagen; er zijn schouw-, venster-, water- en rots-zwalu- wen; de zwaluw slaapt z-er weinig en onderhoudt met zorg haren nest; de zwalvwen hebben een gansch bijzondere spraak; 'als hun jongskes blind zijn, dan gaan de zwaluwen een zeker kruid voor de genezing zoeken. In begin van april met d'eerste warme dagen komt de Nachtegaal toe en begint aanstonds zijn liefelijk gezang, bij het groen-worden der boomen en struiken. 't Sesoen is dees jaar verachterd, de nachten zijn te koud en d'Hoveniers klagen. Veel jonkheden verkorten en bederven hun leven met te laat uit te zitten. De Burgemeester ofte Lord-Ma- jorvan Londen die dood is ende begraven.... St Chrysostomus schrijft: Naarmate wij in 't leven voortgaan, hoe meer wij ons moeten beieveren, om door goede werken, het eeu ig ga lukkig Vaderland te bereiken. D'Anarchisten hebben te Londen een groote Synagoog gehouden. Er is daar geknarsetand te-mn Orde en Eigendom... Komt bij, met lanteernen en fak- kels en zegt ons of gij onder al die Anarchisten, Nihi- listen, Socialisten, Communards en ander woalaarde Ï0FZ& een enkel mensch vindt van Christelijke pointilje! Zoekt mfrrmaar op en ge moet zeggen: Neen! 't zijn altemaal Geu- r in' zen en Vrijdenkers! Alle misdaden komen voort uit ge- j Vagsas^brek van Geloof. Armand Peltzer, de geleerde Inge nieur,is te Leuven gestorven, in zijn gevang, vrijdag van d'areder week! geschandvlekt zijnde als bedrieger en moordenaar; stelt in dat hert, de deugd, de Religie,en Armand wasde troost ende glorie zijner Ouders geweest! Als zijn oude moeder in 't gevang kwam lag hij al in lijken.... Armand heeft geen veropenbaringen gedaan'

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1885 | | pagina 3