Het Kasteel der Verdoemenis,
Overzicht en Kerkelijk Nieuws.
naar 't uitgebreid werk van S. Van der Gucht.
16
XVI. Wreede Moord en valsche beschuldiging.
Er wierd gebeld aan de voordeur vap 't Kasteel....
't Is de Rentenier, de terdood veroordeelde.
Hij wordt feestelijk binnengebracht en getrakteerd met 't fijnste
dat van Heverboom in zijnen kelder heeft. Wacht u altijd van de
vleiers en van de groote belovers; maar de Rentenier is in den der
den hemel van vreugd en glorie, omdat hij op dit Kasteel zoo wel
wordt ontvangen. M. Plachal is daar nog niet; men gaat ondertus-
schen in den hof een wandeiingsken doen; de tijd vliegt, als men
in vermaak is, en 't was reeds avond, 't begon donker te worden,
toen men terug in 't Kasteel trad,om er te soupeeren.
M. Plachal nog niet gekomen? vroeg van Heverboom aan de
dienstmeid. Neen, Mr. Wel, wel, wat mag er zijn? die heer
is nogtans altijd van zijn woord! Hoort,wij gaan niet meer wachten,
Threse, ge moogt opdienenM. Verboelen, waarschijnlijk zal
M. Plachal door onverwachte bezigheden weerhouden zijn. Wij
zullen ons maar aan tafel zetten; komt hij heden niet, het zal mor
gen zijn, en 't eenigste gevolg hiervan zal wezen, dat ik d'eer zal
hebben u tweemaal aan mijne tafel te ontvangen.
Men begint te eten, zonder lezen, want gasten gelijk van Hever
boom bidden niet; zouden ze wel! vloeken en den ongeloovigaard
spelen en hun geweten versmooren onder de misdaden, (dat is hun
werk en hun ambacht. De spijzen waren lekker en overvloedig, en
de fijnste en oudste wijn wierd opgehaald. Ach, peisde de Ren
tenier, waar heb ik dat verdiend? Hoe zal ik aan Mijnheer mijne
dankbaarheid kunnen betoonen Ongelukkige, ziet ge niet dat
van Heverboom van tijd tot tijd naar zijn uurwerk kijkt Hij ziet
hoeveel minuten u nog van uwe dood scheiden. Die man is ver
hard en versteend door zijn misdaden en door zijn goddeloosheden.
Hij gelijkt aan d'heidenen die al lachende en gekkende, de pijni
gingen en den doodstrijd hunner slachtoffers bijwoonden.
Maar buiten wierd het toch zóo donker, dat de Rentenier niet
meer gerust was en absoluut wilde weggaan, beleefd zeggende dat
hij geen liefhebber was van met den donkeren alleen naar huis te
gaan. Wees gerust, zei van Heverboom, daarin is voorzien,
vriend; 't is maneschijn en mijn lijfknecht Karei zal u tot aan uwe
woonst vergezellen.
Dit stelde Lukas gerust; hij bleef dus lachen en klappen en drin
ken, er. de tijd ging zoo lustig voorbij, dat het weldra negen uren
sloeg. Dan stond de Rentenier recht en verklaarde hoffelijk dat hij
geen langer misbruik kon maken van de goedheid die den edelen
heer voor hem betoogde. Nu had van Heverboom er niets meer
tegen, en men nam afscheid op de vriendelijkste wijze, met de be
lofte van 's anderdaags weèr te keeren.
Men was in September, welke maand ons gewoonlijk zulke fris-
sche en verrukkelijke avonden levert; een blauwe hemel, fonkelende
sterrekes, oneindig in getal, d'afwisseling der vallende sterren; de
zilveren wemelingen aan den melkweg; en het weder, zoo zacht en
zoo lief als d'oogskes van een spelende kindeken wie heeft die
prachtige september nachten niet gesmaakt en bewonderd
Onze twee manschappen zijn de poort van 't Kasteel uit en stap
pen op den voetweg die u naar de Gentsche baan brengt. Eenige
poozen gaan zij al zwijgende..
Och, zegt de Rentenier, welken schoonen avond
Inderdaad, M., antwoordt Karei, 'tis schoon weêr.
't Sesoen begint allengskes naar den winterkant te zakken,
veel schoone dagen hebben wij niet meer te verwachten.
Wie weet, M., den Herfst wordt de tweede Meimaand ge
noemd en geefi schoone dagen
Schoone dagen, ja, maar 's morgens en s avonds rauw en
ongezond, derhalve niet aangenaam meer.
Voor iemand die onderhevig is aan verkoudheden, is de zo
mer verkiesbaar.
Zekerlijk, en dat is bij mij 't geval; ik ben zeer week, sprak
de Rentenier,en kom ik te sterven, 't zal zijn door een verkoudheid
op de borst.
M., zegde Kwakbeen, ik kan u verzekeren dat gij van geen
verkoudheid op de borst zult sterven!
Hoe weet ge dat, vriend
Alleenelijk met u te zien, Mijnheer
Ha, Karei, daarin zijt gij mis! al zie ik er kloek uit en taai,
echter ben ik zwak van hert en van borst.
Dit kan zijn, M maar ik herhaal u, daarvan zult gij niet
sterven,ik zeg niet door een schielijken overval aan keel of hals,dat
is wat anders
Nu waren zij aan den kant van eenen bosch genaderd; (Kwakbeen
keek rond en luisterde; hij zag of hoorde niemand; hij neigde zijn
oor langs den kant van den steenweg, of er soms geen rijtuig na
derde nietsnietshij zocht iets in zijnen zak, schudde zijn
hoofd, alsom de laatste knaging weg te werpen.
Vriend, sprak de Rentenier, voortgaande, het hoofd gebogen,
gij spreekt als een Docteur, ik wenschte dat gij de waarheid zegdet.
Als Karei iets zegt, antwoordde de moordenaar, dan is het
dikwijls de waarheid Daar!.... Zijt nu overtuigd dat mijn
voorzegging uitvalt?,.. En hij haalde een dolk uit, en hij trof den
ongelukkige juist in het balzenfas, waar een wonde onmiddelijk de
dood veroorzaakt.... 't Schelmstuk was volbracht.... De Rentenier
zakte neêr, zonder éen woord te uiten, dood als 'ne steen.... Karei
trok hem over de baan in 't geboomte en deed verders wat zijn
meester hem bevolen hadzijn geld, en horlogie afnemen, het in
eenen bebloedden neusdoek doen, en naar 't verlaten wachthuisje
loopen, alwaar hij zich als kloosterling verkleedde
Laat ens nu terugkeeren naar de Molenstraat, op het oogenblik
als Brigitta, de vrouw van Jesef Verboelen, daar in onmacht viel.
Schuins over zijn deur woonde een bakker,die een braaf en mensch-
lievend man was en zijn vrouw niet min. De bakker, ziende dat er
buitengewoon over- en weerloop was bij Verboelen, riep zijn vrouw
die naar 't huis ging en al haar gedienstigheid in 't werk stelde om
die bedrukte menschen te helpen en bij te staan. Zij zorgde voor de
vrouw en voor de kinderen, gaf die arme schaapkes eten en deed
ze slapen, terwijl zij voor den ongelukkigen Verboelen hare beste
woorden van troost uitzocht.
Als 't avond geworden was,kwam de bakker zien waar zijn vrouw
verbleef; met diskreete woorden ondervroeg hij zijnen gebuur naar
de oorzaak der ontsteltenis van zijne vrouw 'Jef Verboelen ont
lastte zijn verkropt gemoed in het hart van dien waren vriend, ver
tellende wat hem overkomen was bij zijnen Oom en hoe van He
verboom hem schandig bedrogen en bestolen had.
Toen de bakker zooveel onrecht hoorde, toonde hij zich veront-
weerdigd, echter kon hij niet gelooven dat M. van Heverboom
Josef zou hebben bedrogen; deze heer, zegde hij, is door en door
eerlijk; en hij raadde zijnen gebuur aan, van 's anderdaags naar
't Kasteel te gaan, alwaar ongetwijfeld een misverstand had plaats
gehad.... Ondertusschen bleef Brigitta ziekelijk en de brave gebu-
ren, laat in den avond, als hun kinders slapen warea, ze keerden
terug, om dat bedrukt huisgezin met woord en daad te troosten en
te helpen. Er zijn immers ten allen tijde goeie herten in de wareld,
menschen die hun Mjdende medebroeders teèrhertig en krachtdadig
helpen.
Ze zaten dus in de keukea te klappen, en 't ging 12 uren slaan,
toen er aan de voordeur wierd geklopt. De bakker, die meinde dat
het zijn knecht was, om orders voor 't aachtwerk, hij ging ©pen
doen; maar heere des Hemels! 't was 'ne pater Capucien die vroeg
naar Jasef Verboelen; hij wierd binnengeleid, vroeg aaar den toe
stand der vrouw, sprak eenige troosten woorden en zette zich nsèr
in eenen donkeren hoek der kamer. Daar, zonder dat er iemand
oogmerk op had, legde hij een paksken in den hoek neêr en sprak
alsvolgt: 11 Mijne goede menschen, zegde hij, ik ben gezonden
van uwen ouden uitzetter, die u zooveel geld debiet is gebleven.
Het is echter een eerlijk man die tot inkeer is gekomen en ik breng
u in zijnen naam 12 Kroonen, en alle maanden zal hij u een derge
lijke som doen behandigen. Zie, hier zijnde 12 Kroonen. En
de valsche Pater reikte de Zilverlingen aan Josef over, die ze dank
baar aanveerdde. Dan stond de Pater op: Menschen, zegde hij,
kwijtbriefke moet ik niet hebben, dan na de volledige betaling.
Zoo, tot binnen een maand.» En diepbuigende verliet hij het huis,
zoo geheimzinnig als hij gekomen was.
Een lange wijl stonden de twee Familiën als stom van verbazing,
doch nadien begonnen zij met volle monden over dit wonderbaar
bezoek te spreken. De bakker schudde zijn hoofd en zegde er niet
veel over. (Wordt voortgezet.)
Aalst, 22 September 1885
Vriend Macharis,
En wat zullen wij zeggen van
den Tijd? In Frankrijk zijn het op Zondag 4 October de groote
generale Kiczingen, voor de Kamers en voor den President; in de
kleine Steden en op den Buiten, men redeneert erover in kalmte
en met ware vaderlandsliefde, maar de groote bedorvene centers
beginnen afgrijselijk te woelen en te krioelen,en hun Vergaderingen
zijn al wat zot en uitzinnig is. Spijtig, Macharis, dat al de goel
menschen van Frankrijd niet éen woord spreken voor de rust en
den vrede.
En wat valt er te bemerken op Spanje? De Ziekte vermindert, en
't Gouvernement toont zich ferm tegen de woelmannen generaal
Salamanca kan zich nu koes houden, of hij zal weten aan wat prijs;
d'onderhandelingen met Pruisen gaan voort, heel pesibel, want
Keizer Willem houdt er niet aan, vaa in zijnen ouden dag, nog
een bloedstorting te zien.'k Ben zeker: wilde Spanje een of twee
eilandekes afstaan, 't zou van Pruisen 'ne plak in d'hand krijgen
maar de Spanjaards willen van geen afstaan hooren. En hebt ge
dat g'hoord, Macharis, dat de ziekte nu in Italië is, langs Palermo
en dat er met honderde menschen sterven? Maar 't Groot Nieuws
van den Dag, waarover de Diplomaten studeeren,
dat men nevens hun oaren een kanon mag afschie
ten, dat groot nieuws komt uit den Oosten, uit
Rumelië, g« weet die Provincie, gelegen aan de
'Balkans, niet ver van Chipka tot nu toe hoort
Rumelië halvelings toe aan den Turk, maar de Volkeren zijn er op
gestaan en hebben Prins Alexander van Bulgarië, als hunnen Vorst
uitgeroepen.Den Turk zit opgeblazen van gramschap en zal op dat
Volk afkomen, als de Mogendheden het niet beletten. Rusland,
Duitschland en Oostenrijk zouden moetendenken hoe wreedaardig
de Turksche soldaten daar meermaals zijn te werk gegaan; 't ware
in 't belang van Europa, van daar een machtigen onafhankelijken
Staat in te richtenmaar Rus, Oostenrijker en Pruis, breiden
geerne hun domeinen uit, zoo dicht mogelijk bij Constantinopelen,
om gereed te zijn, tegen dat den Turk zijnen laatsten snik komt te
geven. Macharis, dunkt het u niet, dat die zwarte wolken, daar, in
Spanje, in Asia, eens een schrikkelijken oorlog kunnen doen los
bersten?.... Vriend Macharis, wij hebben UEd. nog veel te schrij
ven over onze Reize naar Lourdes en naar Tours, alwaar de zetel
is der Godsvrucht tot het H. Aanschijn onzes Heeren. In veel
Kerken en Kapellen in Belgenland, men ziet er het H. Aanschijn
vereeren, en w ij zullen daar in volgende brieven terugkeeren en
UEd. brengen met den geest in de kamer, waar d« vrome Burger
van Tours M. Dupont, 35 jaren lang voor het H. Aanschijn heeft
geheden en er een lamp onderhouden, met welkers Olie veel gena
zingen bekomen zijn. Macharis, wij beleven de eeuw der wonder
baarheden, waarin de kracht en de waarheid van ons Geloof wordt
bevestigd door groote mirakelen en door een hevige ongehoorde
bevechting.... Vriend Macharis, ongetwijfeld hebt gij hw oogmerk
gehad op die Betooging te Fribourg in Zwitserland? 't Congres van
't Allerheiligste, gelijk over twee jaar te Luik verscheide bijeen
komsten van Geestelijken en Wereldlijken, om te onderzeeken wat
er gedaan wordt voor 't Allerheiligste en om op te wekken tot iever
voor de Processiën, Aanbiddingen, enzoovoorts, 't Congras van
LIJST VAN BOEKEN
te koop
in onze Bureelen.
N. B. De boeken met een
worden franco verzonden;
voor al de andere, om franco
te bekomen, io c. per hon
derd opslag.
'OPKOMST der STOOM
TUIGEN, door Kanunnik Mer-
tens 1,00
2. REIZEN naardejn
Noordpool, (of verhaal déir
stoutmoedige en gevaarlijke
tochten doord'ijsklotsen van
't uiterste Noorden;) t,oo
3. 't VLAAMSCH KEU
KENBOEK, om te leeren ko
ken, de tafel dekken, opdie
nen, voorsnijden, opleggon
enz. l,oo
4. - 'DE MARTELAARS
VAN GORCUM, door Mgr La-
forèt, Rektor van Leuven; in
dit hertroerend en geleerd
boekje wordt de ware toe
stand der 16«eeuw uitgelegd,
prijs 060
5. - DE KROON DES HE
MELS, een meesterstuk uit
het Duitsch vertaald in
Duitschland is het op korten
tijd 6 keereD moeten herdrukt
worden, 6 keeren; de Vlaam-
sche vertaling is meesterlijk
en de druk maakt er een
prachtwerk van. De Kroon
des Hemels is allerbest ge
schikt om als eersten prijs of
als geschenk gegeven te
worden. Prijs 2,oo
6. - DE NIEUWE LIKEUR
STOKER,bevattende de kuns'
om zonder distilleerketels of
forneizen de beste en fljoste
likeuren te bereiden, even
als alle soorten van beziën-
wijn, alsook het versnijden,
klaren, bewaren en veroude
ren van alle dranken, dgor
C. Van Z..„ gewezen Likeur
stoker te Antwerpen 2 00
7.-'t MARTELAARSBOEK
of heldhaftig gedrag der
Belgische Geestelijkheid, ten
tijde der Fransche Omwente
ling in de jaren 93, door J.
B. Van Baveghem, oud-Pastor
van Zvvijndrecht, een boek
in 8° van 573 bladz. (per
occasie 2,00
8. De Mirakuleuze GE
NEZINGEN van Lourdes, de
vertaling van't nieuw fransch
werk van Lasserre, behel
zende het uitgebreid verhaal
van 5 wonderbare genezin
gen 4,75
De Spaarzaamheid o,3o
Genoveva van Brabant o,75
Baekela ds-bende l,oo
Rosa van Tanneburg o,75
Volmaakte Likeurstokerl,75
't Gestolen kind 0,60
De Kroon des Hemels 2,00
8 Bloemen,in schoonen
band, roodesneê l,5o
Uitgezochte gebeden, met
een Mis voor eiken dag
der week, in band, ver
guld op sneê l,5o
Gulden Boekje d.Mis o,I6
't Kind van Maria o,2o
Gebeden van Troost in lij
den, per honderd 0,80
Boekje van O. L. V. van
Gedurigen Bijstand 0,75
H. Godelieve o,3o
Manna voor godvruchtige
Zielen, in band, roode
sneê 2,15
Zelfde boek, gebrocheerd
1,80
Wegder Goddelijke liefde,
schoon prettig boekje
in band,roode snoè 1,25
Jan Clercker
of de laatste Binders van
Vlaanderen.
Prijs 2,25 franco 2,50.
Van dit itroot verhaal is
't kort begrijp in de Werkman
verschenen en heeft d'alge
meene bewondering opge
wekt.
PARLOIR. M. te X.
vooraleer iets te oordeelen
moeten wij dat Liedeken
zien, zend het dus. M.
B. te Ov. ontv. 75 c. tot
einde 1885. Uw 2de para-
grof met dank aanveerd.
Uit Till, van M. Sw.
2,50 tot oct. 85,