HetKasleei der Verdoemenis,
II r ivf' van Itlacharis
naar 't uitgebreid werk van S, Van der Gucht.
17
XVII. Waar Dr Meert zijn edelmoedig hert toont.
De koopman in blauwe kielen Jef Verboelen uit de Molenstraat
i'Aalst, was Oprecht ongelukkig; nu had hij de hulp van die brave
bakkers-familie uit de gebuurte; zij gingen voor jhem en voor zijn
huisgezin zorgen; zij verstonden zijnen toestand en hadden oprecht
medelijden met hem.
Maar wat gebeurde er 's anderdaags? De Schout, 't is te zeggen
de Voorzitter der Rechtbank van dien tijd, vernomen hebbende dat
de rentenier Lucas Verboelen op Schaarbeek vermoord was gevon
den, had dadelijk zijn onderzoek begonnen. Ja,de vermoordde was
M. Lucas Verboelen uit de Korte Zoutstraat; dien avond had hij
gesoupeerd op 't kasteel; de edele heer kasteelbewoner wierd onder-
hoord, niet als verdachte, wie zou hem hebbendurvenbeschuldigen?
niet als verdachte, maar als getuige. Hij verklaarde aan Verboelen
niets bemerkt te hebben; laat in den avond, zeer tevreden had hij
zijn kasteel verlaten; van Heverboom beschuldigde niemand, doch
gaf te verstaan dat er vijandschap bestond tusschen Lukas en zijn
Neef; dat Lukas altijd klaagde alsof zijn neef van hem wilde geld
en veel geld hebben.
Op dit speur zijnde, de Schout hoorde dat die neef den dag der
moord, in een herberg der Lange Zoutstraat verwijtingen en bedrei
gingen tegen zijnen rijken Oom had uitgebracht. Dit verergerde de
zaak. Die Neef zat in slechte zaken; hij ging uit zijn huis gezet
worden. Wie had. profijt uit de moord?... wie, niemand anders dan
Josef Verboelen.... De Schout was een wijs en voorzichtig man,
doch in dees geval, de zaken wezen hun eigen uit, er moest een
huiszoeking zijn bij den verdachte om het corpus delicti of
overtuigend bewijs te vinden.
't Was den 3o september, rond 7 ure 's morgens: Jef Verboelen
zat als een bedrukte ziel, bezig met kaffé te maken, terwijl zijn
vrouw Brigitta, reeds beter zijnde, de kinderen aankleedde om de
zelve achter het eten naar de kerk en naar de school te zenden.
Eensklaps hooren zij gerucht aan de voordeur, een gerammel van
wapens, een krijgsbevelen vooraleer zij den tijd hebben iets te zeg
gen of te vragen, de Schout is binnen, gevolgd van zijnen greffiier
Trekkemie, en van vier gerechtsdienaars
Brigitta laat een geschrei, terwijl een der gerechtsdienaars haren
man vastgrijpt en voor den Schout brengt. Middelerwijl legt de
-Greffier zijn papieren open en staat gereed om alles nauwkeurig te
akteeren. De Schout beziet Josef in 't wit zijner oogen. De onge
lukkige staat pal en weet niet wat peizen of denken.
Verboelen, zegt de Schout, verwijt uw geweten u niets, en
weet gij niet wat wij hier komen verrichten?
Neen, M. de Schout, ik weet van niets en wat gij hier komt
doen, is voor mij een raadsel.
Verboelen, spreekt rechtzinntg en als gij de waarheid zegt, er
zal u geen kwaad geschieden. Hoezijn uwe betrekkingenmet uwen
oom Lukas Verboelen?
Mijne betrekkingen! vroeger waren wij wel bevriend; zelfs
heeft hij mij eertijds eenige onbeduidende somirlen gelds geleend.
Maar nu?
Nu, M. de Schout, zijn de zaken veranderd. Gisteren nog
was ik zijn hulp gaan vragen en hij heeft mij met scheldwoorden
bejegend.
Dus is uw vriendschap in haat vergaan!
M. de Schout, wat mij betreft, ik draag geenen haat, alhoewel
mijn oom een gierigaard is, die mij verwijt,omniette moeten geven.
Na zijne dood komt alles u toe?
Ja Mr, als er geen testament is, maar mijn oom is zoo aardig
en zoo achterdochtig, dat ik mij er geenen eens van toeleg.
Waar zijt gij gisteren avond geweest?
Hier thuis, Mr de Schout, want mijne vrouw was onpasselijk.
De Schout schudde zijn hoofd, de verdachte antwoordde zoo
eenvoudig en zoo kalm dat hij erg aan deszelfs schuld begon te
twijfelen. Iemand die zijnen oom vermoord heeft, zou daar zoo
kalm niet zijn! Jef Verboelen was altijd een braaf burger geweest;
hadde hij de moord gepleegd, 't zou uit armoede geweest zijn; een
oude geslepen booswicht was hij niet. De Schout meinde dus weg
te gaan, toen zijn greffier Trekkemie, wie weet, misschien opge
stookt door van Heverboom, want de boosheid arglistig is, Trek
kemie deed bemerken dat er toch een huiszoeking moest zijn. De
Schout gaf hiertoe het bevel aan de Gerechtsdienaars, die weldra
het ongelukkig paksken vonden: een bebloedde handdoek, gouden
borlogie, keting en geld.
De Schout veranderde gansch, als hij die voorwerpen zag: Geen
twijfel meer! de moordenaar was Josef Verboelen. Verboelen,
sprak hij met nadruk, kent gij die voorwerpen?
Verboelen stond als van den bliksem geslagen; hij keek van den
bebloedden neusdoek naar den Schout en van den Schout naar die
schrikkelijke voorwerpen. Hij wilde spreken, maar de woorden
verstierven op zijne lippen. Dit alles maakte zijn zaak nog slechter
en weldra klonk de sture stem van den Schout: Indien gij niet ant
woordt, Verboelen, ik zal antwoorden: Deze voorwerpen behooren
toe aan uwen oom Lukas, gisteren avond door u vermoord en uit-
geplunterd. De bewijzen zijn daar! Verboelen, in naam der Wet,
gij zijt onzen gevangene. En terwijl Trekkemie zijn geschreven
papier met zand bestroeide en toerolde, terwijl een der Gerechts
dienaars de be wijzen van plicht bijeenraapte, terwijl de vrouw Bri
gitta als een stuk lood op den grond viel, twee Gerechtsdienaars
namen Verboelen vast bij de schouders; 't was tijd, want de onge
lukkige, zijn beenen waggelden en hij ging neêrzakken. Op dit
plechtig oogenblik, dit alles rondom zich ziende, kreeg hij eenige
kracht terug, liep naar zijn kinders, zegende en zoende die arme
schaapkes, dan zich tot den Schout wendende: Mr, zegde hij, en
stak zijn hand in d'hoogte, ik zie, er zijn zware bewijzen tegen mij;
hoe dit paksken hier gekomen is, weet ik niet; maar bij God die ons
allen ziet, bij de zuivere ziel mijner kinderkes,ik ben onschuldig!..
Vaarwel, vrouw!... Vaarwel, kinderen!,..
Korts nadien zat hij in Stads Gevangenis.
Moeten wij zeggen, dat g'heel de stad van Aalst door dit geval
dadelijk over en weer liep? Een moord op Schaarbeek! Lucas Ver
boelen uit de Zoutstraat! Zijn neef aangehouden! de bewijzen zijner
plichtigheid gevonden! En vermits de menschen liever kwaad spre
ken dan goed, zoo wierd er op de kap van Jef Verboelen niet wei
nig afgegeven!
De ongelukkige! had hij dan geen voorsprekers! Ja, hij had er
en voornamelijk den braven bakker, die aanstonds nad'aanhouding
in 't huis der bedrukte lieden ging, om de vrouw en de kinderen
behulpzaam te zijn; de vrouw, de zieke Brigitta had bijzonderlijk
hulp noodig; haar toestand was erg, ja gevaarlijk; terwijl de bakker
en zijn vrouw dat mensch behulpzaam waren, wilde 't geval juist
dat Doctor Meert daar voorbij ging; hij onderzocht de zieke en
schreef de dringendste hulpmiddelen voor; dan ging hij met den
bakker naar zijn huis; de bakker, een scherpzinnig man, legde hem
in korte woorden 't geval uit: dat Jef Verboelen onschuldig was,
dat hij den avond der moord geen oogenblik zijn huis had verlaten,
dAt, zegde de bakker, dat zullen mijn vrouw en ik bevestigen en
zweeren; dat rond middernacht een pater Capucien in 't huis
was geweest; dat de manieren van dien Pater den bakker niet
aanstonden; en dat dit bezoek waarschijnlijk een valsche streek
was van den eenen of anderen vijand, die Verboelen wilde ten on
deren brengen, ja in 't gevang en aan de galg. De bakker sprak ook
van M. van Heverboom, die het huis-Verboelen wilde aanslaan; en
zoohaast Dr Meert dien naam hoorde, vermoedde hij een ijselijk
schelmstuk. Immers, hij kende dien schurk en moordenaar.
Dr Meert zegde niets, maar ging diepdenkende voort en zoohaast
zijn ander visieten gedaan waren, trad hij naar 't klooster der Ca-
pucienen.
's Namiddags was hij bij den Schout, die zijnvriend was en pleet
er in 't voordeel van den aangehouden Verboelen, zonder iets te
gebaren van van Heverboom. Vriend, zei de Schout, die begon
te twijfelen, ja er hapert daar iets, maar die bewijzen! die verplette
rende bewijzen! dat bebloed paksken, die horlogie en keting, dat
geld in 't huis van den verdachte gevondenHoe zullen wij dat
klaar brengen! wie zal ons toonen dat de pater Capucien een werk
tuig was van valsche beschuldiging?
Dr Meert bedacht zich eenige oogenblikken en antwoordde dan:
M. de Schout, er zijn twee middelen, dunkt mij, om die zaak klaar
te brengen; omzien naar den uitzetter, die waarschijnlijk te Nyvel
verblijft. De Schout deed teeken van ja. En, ging Dr Meert
voort, hij heeft beloofd elke maand terug tekeeren. Komt hij, men
kan hem ondervragen, komt hij niet, dan is d'onschuld van Ver
boelen klaar bewezen. ('t Vervolgt.)
X***, 3o September i885.
Vriend Werkman, achtbare Confraters.
Na U allen hartelijk gegroet te hebben en
U een gelukkige maand October gewenscht,
't weêr begint te versturen en volgens dat wij
lezen, zouden er in 't Noorden reeds dikke
sneeuwvlagen samengepakt liggen; maar de
Winter heeft hier reeds zijne -aankomst ver
meld door killige nachten, ja bijzooverre dat
er ijspellen te zien zijn geweest; bijgevolg, na den vriendelijken
groet aan allen, richt Macharis zich tot De Werkman en zendt hem
een obóleken van 10 fr. voor 't Noodlijdende Werkvolk; want 't is
nu dat de goei herten zich moeten toonen, in 't publiek en in 't bij
zonder, t'Aalst en overal; geven is zoet, geven is zalig, geven is
zaaien om hier en hiernamaals in te oogsten. Nooit is er iemand
wel gevaren met onrechtveerdig goed, maar nooit is er iemand ver
armd door 't geven van aalmoesen en karitaten. En de werkende
menschen die geholpen worden, dat ze dankbarig zijn; dat ze bid
den, thuis voor hun Weldoeners, en voor Kerk en Vaderland. Werk
man, ik zal u nog zenden van mijn Naastbestaande en Vrienden,
want gelijk er geschreven staat: De Liefdadigheid moet 't Sodalis-
mus dooden!
En hebt gij al uw oogmerk genomen, achtbare Vrienden, op de
maand October welke wij binnentreden? Een bijzondere vraag en
Smeekbede i3 uit Roomen gekomen en gericht tot alle Geloovigen,
opdat zij op een bijzondere wijze,g'heel de maand October aan den
Roozenkrans zouden toewijden groote geestelijde gunsten zijn
verleend aan degene die de Moeder Gods zullen te voet vallen. De
Paus van Roomen ziet al die ellenden, die tweedrachten, die strek
kingen tot Vrijdenkerij en Zedebederf in de Christene Wereld; de
Paus van Roomen ziet bijzonderlijk, hoe d'helsche Machten, door
leugens, vleierijen en bedrog, de Christene Volkeren tot hunnen
ondergang willen sleuren; 't Opperhoofd van alle Christenen ziet
de rampen die over d'hoofden hangen, en Hij steekt zijn handen
ten Hemel en Hij vraagt dat elk hem zou navolgen en d'H. Maagd
als Voorspreekster bidden. Zijn vraag en begeerte is: dat in alle
Landen der wereld, in elke kerk en kapel dagelijks 't Roozenhoedje
zou luidop gelezen warden, en zooveel mogelijk voor 't Allerhei
ligste ter aanbidding uitgesteld. De Paus verhoopt dat deWerkende
klas niet zal ten achteren blijven.
In al de Landen en Natiè* der Wereld, er zijn spotters en on-
verschilligaards, ja; maar een ontelbare Menigte zal dezen oproep
beantwoorden. En zouden wij niet opgewekt worden, als wij hoo
ren en zien wat er op den Aardbol geschiedt? Zijn er ooit zulke
wonderbare taekens geweest? Later zal men verstomd staan over de
gebeurtenissen in deze* tijd; over de Verschijningen der Moeder
Gods, bevestigd door een oabeschrijfelijken toeloop en door groote
en menigvuldige mirakeiea. Van over i5 jaren, er ligt te Parijs een
groote somma gelds voor wie die mirakelen kan loochenstraffen. En
wat hooren wij sedart dien? Genezing op genezing! Te Lourdes in
Frankrijk, de Mirakelen worden ontelbaar; in ons Land, t'Oostak-
ker. t'Hal, te Scherpenheuvel, bijna gedurig men heeft er tastbare
bewijzen van de bovennatuurlijke macht. Hoe dikwijls heeft De
Werkman ons die weaderbaarheden *iet vermeld met naam em met
stuk! Dander week neg,luj); tsch va* Bsveren bij Antwerpen,
LIJST VAN BOEKhN7
te koop
in onze Bureelen.
N. B. De boeken met een
worilen franco verzonden;
voor al de andere, om franco
te bekomen, lo c. per hon
derd opslag.
"OPKOMST der STOOM
TUIGEN. doorKanunnik Mer-
tens ^00
2. REIZEN naar den
Noordpool, (of verhaal der
stoutmoedige en gevaarlijke
tochten doord'ijsklotsen van
't uiterste Noorden;) 1,00
3- 't VLAAMSCH KEU
KENBOEK. om te leeren ko
ken, de tafel dekken, opdie
nen, voorsnijden, oplegggn
enz. 1,00
- - DE MARTELAARS
VAN GORCUM, door Mgr La*
forêt, Rektor van Leuven; in
dit hertroerend en geleerd
boekje wordt de ware toe
stand der 16'eeuw uitgelegd,
P«js 060
5. DE KROON DES HE
MELS, een meeste-stuk uit
het Duitsch vertaald in
Duitschland is het op korten
tijd 6 keeren moeten herdrukt
worden, 6 keeren; de Vlaam-
sche vertaling is meesterlijk
en de druk maakt er een
prachtwerk van. De Kroon
des Hemels is allerbest ge
schikt om als eersten prijs of
als geschenk gegeven te
worden. Prijs 2.»o
6. - DE NIEUWE LIKEUR
STOKER,bevattendede kunst
om zonder distilleerketels of
forneizen de beste en fljnste
likeuren te bereiden, even
als alle soorten van beziën»
wijn, alsook het versnijden,
klaren, bewaren en veroude
ren van alle dranken, door
C. Van Z.... gewezen Likeurj
stoker te Antwerpen 2 00
7.-'t MARTELAARSBOEK
of heldhaftig gedrag der
Belgische Geestelijkheid, ten
tijde derFransche Omwente
ling in de jaren 93. door J.
B. Van Bavegliem,oud-Pastor
van Zwijndrecht, een bodk
in 8» van 573 bladz. (per
occasie 2 00
8. De Mirakuleuze GE
NEZINGEN van Lourdes, de
vertaling van't nieu wfransch
werk van Lasserre, behel
zende het uitgebreid verhaal
van d wonderbare genezin
gen 1,73
De Spiarzaamheid o.3o
Genoveva van Brabant o,7S
Baekelards-bende 1,00
Rosa van Tanneburg o,73
Volmaakte Likeurslokerl,75
't Gestolen kind 0,60
De Kroon des Hemels -2,00
8 Bloemen, in schoonen
band, roode sneé l,5o
Uitgezochte gebeden, met
een Mis voor eiken dag
der week, in band, ver
guld op sneê f,5o
Gulden Boekje d.Mis o,16
't Kind van Maria o,2o
Gebeden van Troost in lij
den, per honderd 0,80
Boekje van O. L. V. van
Gedurigen Bijstand 0,75
H. Godelieve o,3o
Manna voor godvruchtigs
Zielen, in band, roode
sneê 2,15
PARLOIR. UitD. van
M. A. C. 5,25 tot einde
1886. Soldaat in A. jaï1
Uit Ser. 5,00. Uit C.
Loo 2,50 tot 1 Sept. 86.
Uit W. L. van Mr P. B,
2,50 tot 7ber 86. Uit D,
12,42.Verschelde mede*
deelingen en prijskampen,
tot de naaste week.
D'HOP: 't Qaat aar
dig met d'H op; in bijna
alle Landen zeggen za
dat de oogst mislukt is,
de schoonehop is er raar
en nogtans, geen leven
in den Handel, en kleins
prijzen; nu en dan spre
ken de Couriers van op
slag, doch 't en houdt
niet aan. Assche geeft
45 fr.er wordt uitgegaaa
met 45 tot 49 fr.
Tarwb en Blojem In
epslag van 1 fr. A i,5o.