r
1
w
MHHIPP^
KERS-NACHT.
2«
fl
'\'H
Herderkens! 't is middernacht,
Komt, blijft niet langer slapen.
Komt, den goeden Herdertwacht,
En roept u, zijne schapen.
CHOOR.
Gaat tot Maria naar 't kribje gezwind,
i't goddelijk kind.
nacht
Haast u te groeten
Held're glans verklaart de
Bestralend alle paden;
Ziet gij 't licht dat d' aarde wacht
Verlangt gij veel genaden,
Gaat tot Maria enz.
Eng'len zweven door de locht
Omstraald van 's hemels klaarheid;
Maar waar toch dat kind gezocht?
Ach! zeg ons deze waarheid.
Gaat tot Maria enz.
Vreest niet, herders, en schept moed,
Hoort wat zij u verhalen:
Jesus den Verlosser zoet
Komt uwe schuld betalen.
Gaat tot Maria, enz.
Gaat met vreugd naar Bethlehem
Waar Christus is geboren.
God en Mensch daar vindt gij hem,
Uit Davids stam verkoren.
Gaat tot Maria, enz.
vGij vindt daar een krib bereid;
Daar wordt een kind gevonden,
Op een luttel strooi geleid,
Met doekskens is 't omwonden.
Gaat tot Maria, enz.
Hij komt zijnen Vader eer,
De menschen vrede geven;
Die nu wilt, vindt 't leven weer,
JUICh.'WeLkoM,Christene VoLkeren,
Voor JesUs In DenstaL.
GLorla In eXCeLsIs Deo 1 JesUs nasCItUr
saLVator MeUs.
VoL geLUk knleLen WIJ Voor ChrlstUs In Den
BethLeeM staL.
NoUs eXaLtons toUs La nalssanCe.De JésUs Christ, fILs
De DIeU.
Glorie. Glorie in den Hoogen
Aan den God van mededoogen,
Voor 't Mysterie, zoo vol kracht
In den'armen Stal volbracht.
Glorie, Glorie, dankbetuigen,
Glorie, Glorie, d'hoofden" buigen
Voor den Redder, dien God zond,
Neêrgebogen tot den grond.
Glorie, Glorie 1 Kind Almachtig,
Waarlijk God en Opperkrachtig,
Daar voor ons in eenen Stal,
Schepper, Meester van 't Heelal.
Die'wilt, kan eeuwig leven.
Gaat tot Maria, enz.
Godlijk kind vol licflijkheen,
Van koude schier; vervrozen,
Ach, g'hebt uit liefd' alleen
De armoede gekozen.
Gaatjtot^ Maria, enz.
Wie van ons.op dat gezicht
Durf zich nog beklagen,
Die oog op jesus liet gericht
Als nood en koud' u plagen?
Gaat tot Maria, enz.
Christen die de vrolijkheid
Niet ophoudt te begeren,
Jesus hier op strooi geleid,
Zal u nu lijden leeren.
Gaat tot Maria, enz.
Gij al die de zonde mint,
Gods eer hebt geschonden,
Werpt het oog eens op dit kind,
Het weent om uwe zonden.
Gaat tot Maria, enz,
oooo
Maandag2de
Kerstdag, H. Ste-
phanus, Diaken en
ie Martelaar in het
jaar 53. Zondag
27, 3e Kerstdag,
H. Joannes, Apos
tel en Evangelist.
Maandag, HH.
Onnoozele Kinderen, Martelaren. Dijns-
dag 29, H. Thomas,Bisschop in Engeland.
Donderdag 31, Oudejaarsdag, H. Syl
vester, Paus enBclijder in 335, Nu, aan
elk 'ne Zaligen Hoogdag en een gelukkige
laatste week van 188;.
h
VEERTIENDE JAAR. N° 688. -24 December 1885.$5
Verschijnt alle Vrijdagen. ftfw
Prijs in Bureel of Winkels: 5 centiem. Met de post ofte
huis 2,50. Voor 't Buitenland 4,30.
P. DAENS-MAYART, Achterstraat, AALST
loria in exelcis
Deo
Kerstlied.
'Koor: Gloria! gloria!
Glorie zij God in den hoogen,
Eindeloos eere zij Dien 1
Gloria! gloria!
Vrede den menschen, wiens
[oogen
't Zaligend Licht willen zien!..
r. Solo:
^Er komt over 't aardrijk een heilvolle
0 [Nacht,
De wereld hernieuwend zoo troostend
[en zacht,
En 't menschdom herstellend in zegen;
Jehova erbarmt zich en 't duister ver
dwijnt,
Het licht aller volken, de Heiland ver-
<rs [schijnt
Om weldaan en boete te plegen
Gloria, enz.
2.
Solo
Er klinkt door de luchten een weergaloos lied,
Der Godheid ter eere, die 't heelal gebiedy
En hemelenaarde die luisteren....
Het uur is verschenen, voor eeuwen bepaald;
De Liefde der liefden, ter neder gedaald;
Zal 't nakroost van Adam ontkluisteren
Gloria, enz.
Er ligt in het kribjen een koninklijk. Wicht,
Zijne oogjes al smeekend naar boven gericht,
Wat schamele doekjes hem dekken
Wat schouwspel! de Almogende'ps machtdoos
Het offer des eeuwigen Pricstersjbegint,
Dat Hij eens op 't kruis zakvoltrekken
Gloria, enz. F. Walgraef.
Een oud Kerstliedeken.
Ic wil in den geest naar Bethleem gaen,
Ende spreken dat soete kindeken aen,
Met deser groeten tot alder tyt
Ghy zyt ghecomer. ut s'Vaders troone
In Maria
lek groet u zoete kindeken schoone,
ghecomer. ui
ghebenedyt.
Ick groet u lieffelyc kindeken cleyne,
Geschapen bij uitneming puur en reyne,
Door die cracht des H. Gheests.
Ick groet u kindeken in der crebben,
Mocht ick u in myn herteken hebben,
Dat is de plaets die ghy begeert.
Ick groet u suiver kint gepresen,
Die ons altsamen hebt ghenesen
Doort storten van u henich bloet...
Ick groet u kindeken groot van machten,
Ghy hebt verwonnen des vyants crachten,
Die doot, die helle, de wereld me.
Ick groet u kindeken jonc van dagen
Want Jezus mint hen teeder
En wat men aan die schaapjes doet
Het is gedaan aan Jezus zoet
En dubbel komt het weder.
Kom, reiken we ook met milde hand
Den kindren van 't Chineesche land rfA
Een deel van wat wij kregen 3?
En zoo hun moeder ze verstoot m
Ons gifte redt hen van den dood :rdy
En brengt hun heil en zegen. i
StNikolaas, 19 December if:
H,
•XV
Wilt toch ut mynder herten jaghen,
Al dat aan u o H
mishaecht.
eere
w
Kinder-Kribbeliedje.
Ons moeder zegt: Toe kindjes, gaat,
Nu dat het Stalken openstaat,
Gaat voor de kribbe knielen
En leert daarhoe het Godlijk Kind
't Ondankbaar menschdom heeft bemind
Tot heil van hunne zielen.
Voor ons, schoon Koning van 't heelal,
Ligt Jezus in een armen stal
Op luttel strooi te leven.
En Hij, bezitter aller macht,
Hij komt op aarde zonder pracht,
In bitt'rc armoê leven.
Ons moederken, bi| Uw' geboort'
Maakt dat er eenen Kerstboom gloort
Met speelgoed en met rozen.
Dit toont, zegt zij, hoe Gij op aard
Den Vriend van al de kleinen waart
Die deugd en vlijt verkozen.
En de arme kindjes dcelen wij
Van ons geschenk en lekkernij
Kerstmis-Spreuken. Het Goddelijk kind is ge
heel bermhertigheidHij stelt zich bloot om alles te lij
den, als Hij maar de zielen redt, voor welke Hij ii|dt^J
(H. Augustinus.) Wat is er zoeter dan Jesus-Chris-
tusr Hij is onze Zaligmaker, omdat hij Jesus is, Hij is
onze zoetheid en balsem voor onze wonde, omdat Hij
Christus is. (H. Augustinus.) Arm is de Zaligmaker
geboren; de eerste Christenen zijner Kerk waren armen;
komt dan, o rijken, in de Kerk; de poort is voor u ge
opend; maar zij is voor u geopend door de gunst der Ar
men en op voorwaarde datgij de Armen helpt en dient:
(Bossuet.) Mijne Broeders, d'armoede heeft de Verlos
ser verkozen; aan d'Armen zijn al zijn beloften. Wilt gij
bermhertigheid Gi) zult ze hebben, zegt d.
Gods, als gij mijne Armen helpt en bijstaat. Wilt j.
't rijk der Hemelen binnen treden? De Poort, zegt c,
Zaligmaker, moet voor u door de Armen geopern
worden. (Bossuet, in zijn sermoen op d'Uitstekendj
Waardigheid der Armen in de Kerk.)
AALST. De toestand verbetert niet. Nu zijn i
die maai 2 dagen per weck mogen werken. Wij raden
nogmaals aan, dat elk die't kan, eenige noodlijdende
Familiën zou aannemen, voor dezen Winter; oo ge
schiedt de hulp met een heilzame werkzaamheid...Ge «-
ziet hoogcr wat de geleerde Bisschop Bossuet zegt van; 1
de rijke menschen Dat Ons Heer uitdrukkelijk in,
't Evangelie, d'Armen uitverkoren heeft, als zijn bt ste
Vrienden, om aan de Rijken tetoonen, dat zij moetent
liefdadig zijn en krachtdadig hunnen eVenmensch helf
't Gebed van 'ne rijken mensch die in
pen.
lees tijk
den. op zijnen zak zit, dat is zonder kracht of macht, ujtl
Maandag, neen dijnsdag 29 Dec. ten 5 ure, is er t'
in 't Collegie een groot Avondfeest tenproffjte d>
men. Degreotemeester Wambach van A nffif'T 11
er spelen en de Bouwmeester der Stad z.nj ce<ïffc
ken zingen ui 't groot Vlaamsch oratorg0 Viln
den heer Wambach.