Y
Het Kasteel der Verdoemenis,
naar 't uitgebreid werk van S. Van der Gucht.
36
XXXVI. VEROPENBARINGEN.
Doctor Meert zat in zijn huis der Kattestraat in diepe gedachten
verslonden. Hoe zou de man niet mediteeren en overwegen
Geen nieuws uit Condé I Was de poging misluktwaren de drij
moedige herten verongelukt of misschien in den kerker geworpen,
tot straf hunner waaghalzerij? Want nu begon Doctor Meert te den
ken dat het een oprechte waaghalzerij was iemand uit dit sterk en
welbewaakt gevang te willen verlossen.
Geen nieuws uit Condé! En wat ging hij aanvangen, met Maria,
het weezekindHij kende de schelmstukken van haren pleegvader
den eerloozen van Heverboom; hij kon den schurk aan de galg
helpen, maar is de Familie dan niet onteerd ten eeuwigen dage
Mocht hij dit geheim ontsluieren en aan g'heel de wereld bekend
maken Doctor Meert schudde zijn hoofd.
Hij geraakte er niet wijs uit. Van d'een bekommernis viel hij
in d'andere. Frans, zijn neef, nu teruggekeerd in Aalst, had hem
toevertrouwd de innige vriendschap, ja liefde, welke hij voor de
juffer uit 't Kasteel der Verdoemenis in zijn hart had opgevat.
Maria van Heverboom had zijn hert verrukt en veroverd. Hij had
raad gevraagd aan zijn Oom en tevens het ontwerp voorgesteld van
den ingang des huizes te vragen, om in nadere kennis met die
dochter en haren vader te komen.
Ach, zegde doctor Meert in zijn eigen, van den eenen kant,
dit besluit maakt mij gelukkig; Maria is een deugdzame dochter
Frans heeft fortuin, naam en gelegenheid om te trouwen maar....
maar... er zijn zoovele moeieüjkheden... Mag ik Frans in d'onwe-
tendheid laten van hetgene er op 't Kasteel is omgegaan Kan
Maria, 't weezekind, verhuwelijkt worden, zonder de toestemming
van haren Vader
Doctor Meert beet op zijn lippen; die knoop kon hij niet loskrij-
gen. De vaderlijke toestemming? en de Vader zat te Condé in het
gevang; en niemand kon tot hem geraken 't was 20 jaren dat hij
zijn dochterken niet had gezien Mocht Doctor Meert zich in de
plaats van dien Vader stellen,nu bijzonderlijk dat Polfriet zijn ge
volmachtigde ook afwezig was en afwezig bleef
De Geneesheer kan geen besluit nemen; hij staat op, neemt hoed
en stok en meint den huize uit te gaan, toen er iemand komt bin
nengestormd: 't Is Jan Jokie, de lijfknecht van Robrecht Hij
komt uit Condé! Robrecht van Cramshoeven is gered Uit zija
gevang en frisch en gezond! binnen 2 dagen zullen zij t'Aalst zijn!
Hij, Jokkie, is voorop gereden om 't blijde nieuws aan te kondigen!
Dr Meert was een man van karakter; veel had hij in zijn leven
gezien en bijgewoond; een goed hert had hij, maar sterk ontroerd
worden kon hij niet meer; toch in dees geval was hij diep ontroerd
en hij sloot de oogen, terwijl twee dikke tranen tusschen zijne pin
kers blonken. Robrecht verlost, Robrecht thuis
Alles ging nu opgeklaard worden
Na eenige oogenblikken met Jokkie gesproken te hebben, ging
Doctor Meert zijne zieken in de stad bezoeken.
Zelden had iemand hem zoo diepdenkend gezien.
Maar ook. hij moest plans trekken in zijn hoofd, nu ging hij
slag leveren.
Denzelfden avond wist Frans alles; wie van Heverboom was te
zijnen opzichte; hoe zijne moeder, Flora van Leliënveld was ge
storven, na al de pogingen welke van Heverboom had gedaan om
hem, kind zijnde, in 't graf te krijgen koe 't kasteel van Schaar
beek een spelonk geworden was van misdaden; en hoe juffer Maria
niemand anders was dan de dochter van Robrecht van Cramshoeven.
Frans scheen bedroefd en liet zijn hoofd hangen.
Jongeling, zei de Geneesheer, het was mijn plicht u alles te
veropenbaren; uw recht was het, alles te weten ons leven hier,
heeft bittere en blijde dagen; maar die zijn plicht doet, mag steeds
te vrede wezen. Breng uw hart op de hoogte van den toestand
wees man van wil en van karakter; veracht nooit iemand, en indien
gij later als gelukkige echtgenoot en vader 't kasteel van Schaar
beek bewoont, op uw vader, o Frans, was niets te zeggen; uw moe
der was een godvruchtig milddadig mensch, maar er moet daar
toch uitgeboet worden en de beste uitboeting, o Frans, is een
christelijke levenswandel en goed doen aan den Armen.
Frans drukte d'hand zijns ooms en ging naar zijne kamér; dien
avond kwam hij niet eten; Doctor Meert zegde dat niemand den
jongeling mocht stooren de droefheid zoekt d'eenzaamheid en
Frans was op een keerzijde zijner levensbaan
's Anderdaags zag de jongeling er sterk beraamd en manmoedig
uit; men zag dat hij lang geweend had, doch het verheugde den
Doctor, dat zijn neef een kalm vastberaden besluit had genomen.
£4 Den volgenden dag was een dag van groote gebeurtenis.
Rond 11 ure voornoen zat Dr Meert thuis in zijnen zetelstoel,
toen hij 't bezoek ontfing van een geestelijk Man, een der Onder
pastoors van St-Martinuskerk, die hem in 't grootst geheim, een
Drief kwam brengen van Karei Kwakbeen, in leven lijfknecht van
Hendrik van Heverboom.
fo\Het was een der brieven welke Karei in zijn rouwmoedigheid had
geschreven.
Ü&De heer Onderpastoor vertoefde niet lang en na dat hij vertrok
ken was, begon Dr Meert den briefte lezen. Namatehij erin voort
ging, gruwelde hij over deszelfs inhoudhij wist dat Hendrik een
booswicht was, ja, tot alles in staat, maar zulke graad van schelm-
stukkerij, zulke lange reeks van misdaden had hij niet kunnen ver
moeden. Hij was dan toch de moordenaar zijner vrouw; 't was hij
die op den toezichter had geschoten; 't was hij die al die gruwelda
den tegen de Verbodens had uitgerecht; Dr Meert had zware ver
moedens van vele misdaden in 't Kasteel der Verdoemenis gepleegd,
hij had zekerheid van eenige. maar in dezen brief vond hij het vol
ledige beschrijf en de veropenbaring van veel geheimen.
De goedhartige man weende als een kind, als hij op al die slacht
offers dacht 1
Dan stak hij zijn hand naar Schaarbeek toe en zegde plechtig
1 van Heverboom! van Heverboom 1 de maat uwer misdaden is
vervuld; 't Is God die al deze bewijzen in mijne handen stelt; lan-
hermag ik niet aarzelen; eer tien dagen verloopen zijn, zal er Recht
gedaan worden 1
's Namiddags kwam Robrecht van Cramshoeve uit zijn gevan
genschap terug; die tijding liep rond als de bliksem en weldra had
de gebuurte een Feest ingericht, naar hetwelke de gansche stad
kwam toegeloopen. De heer van Cramshoeve, elk roemde nog zijn
beleefdheid, zijn goedheid, zijn milddadigheid; zoolang had hij in
den kerker gezucht; iemand.die geleden heeft, verhoogt in de gene
genheid des Volks;en hoe zou men niet gevlagd en gevierd hebben
voor den dapperen Vlaamschen Edelman, vervolgd en verdrukt
door een vreemd tiranniek geboefte 1
Onder 't gejuich der toegestroomde menigte stapte van Crams
hoeven zijn huis binnen; Dr Meert moest niet geroepen worden;
weldra was hij ter plaats, om d'hand te drukken aan den edelen heer
Robrecht, aan Polfriet, aan Tydtgat; 't waren zoete en aangename
oogznblikken, oogenblikken van zalige genuchten, welke allesover-
treffen wat het stoffelijke ons kan geven:
Mijn vriend! mijn vriend! Dr Meert, zegde Robrecht! de jaren
zijn vervlogen.
En wij zijn met de jaren opgevolgd, antwoordde de genees
heer; dank zij God, die u op een wonderbare wijze heeft gered!
En mijne dochter! Polfriet heeft er mij veel over verhaald;
mijne dochter
Wees er gerust over, Robrecht; alles wat gij zult hooren, zal
uw vaderlijk hart verblijden! Wtes gerust in alles!
Daarmeê ging Robrecht bij de menigvuldige andere Vrienden,
die zijn huis vervulden en die hem onophoudelijk kwamen geluk-
wenschen.
De goede edelman kon zijne aandoening niet verbergen; neen,
nooit had hij kunnen gelooven van nog zoo veel vrienden op den
wereld te bezitten! en hij liet zich weenende in de armen vallen
van den heer Meert. Het zoude al te langdradig wezen al de vreug-
debetoogingen te beschrijven, die er werden gepleegd; het zij ge
noeg met te zeggen: dat na een halven dag van feest des avonds de
straten sierlijk werden verlicht, en het reeds diep in den nacht was
geworden, vooraleer men op scheiden begon te denken. Frans had
inmiddels door zijne ingeboren beleefdheid de aandacht op zich
getrokken van Robrecht van Cramshoeven, en toen deze had ver
staan dat de jongeling een nabestaanden was van de Geneesheer,
had hij dezen geluk gewenscht over zoo een bevalligen neef. Dit
had Frans hartelijk verblijd; en toen hij met zijn Oom huiswaarts
keerde, klopte dezen hem glimlachend op de schouders. Frans,
zegde hij, mij dunkt dat gij gratie h-b gevonden in de oogen van
den edelen Robrecht, wellicht zal hij u tot zijnen schoonzoon ver
kiezen. De jongeling werd door d 'ze woorden ontroerd, het zeeg
baar rood kleurde zijne wangen, en hij antwoordde met eenen
zucht: Gave het God, beste Oom, eeuwig zou ik er u dankbaar
voor zijn! Thuis gekomen, drukten Oom en Neef, malkander de
hand, en wenschten zich onderling den goeden nacht. Frans ging
slapen,het hart vol van de vleiendste hoop op de toekomst. M;iar de
Geneesheer was gedurende korte dagen zoo ontroerd geweest met
talrijke hartgrievende gewaarwordingen van allerhande aard, dat
hij met reden vreesde er de gezondheid bij te verliezen.Inderdaad,
hij miste des nachts de noodige rust, zijn eetlust was schier verdwe
nen, en hij gevoelde zich schier langzaam verkwijnen. De terug
komst van den heer Robrecht had hem een weinig opgebeurd,doch
toen hij zich alleen in zijne kamer bevond, verviel hij terug in
zwaarmoedige gedachten. Dat zijn toestand hem noodlottig kon
worden, was hem bekend, maar daar hij tot het volvoeren van zijn
voornemen, zijne volle krachten behoefde te bewaren, en steeds
begaafd was meteen ijzeren wil, zwoer hij bij zich zeiven, alle ge
weldige aandoeningen uit zijn hart te verbannen, en zich gansch
over te geven aan den wil van God. Hij deed dan zijn gebed, dat
hij reeds verscheide avondstonden had verzuimd, met nieuwen
iever, begaf zich te bed, en sleumerde weldra in. ('t Vervolgt)
RKELIJK NIEUWS: Ge zult zien, in de samenspraak,
Vrienden, dat er veel Geestelijken in Oost-Vlaanderen
zijn gestorven. Een jonge Priester uit Aalst, de E.
H. Barrez,is als Mission naris naar Engeland vertrokken.
De Vlaamsche Missionnarissen in China werken er
met iever om 't Christene Geloof te doen kennen en
voort te planten. En de Jubilé, vroeg men ons deze
week;De Werkman schreektzoo weinigvan den Jubilé!
t Is waar, den Jubilé mogen wij niet vergeten; den Jubilé, die groote
Kerkelijke Gunst; 't is een jaar van Genade; de Paters en de Biechtvaders
zullen het lastig hebben, d^-s jaar; wij moeten bidden, opdat er veel en
schoone bekeermgen d'herten zouden verkwikken en d'H. Kerk vertroos
ten en verheugen Iemand die zich beteit, moet met eerbied en genegen
heid omringd worden Hetgene wij in 't Baljuken gelezen hebben, was
een waarachtige geschiedenis. Wij zullen in volgende Nrs de Bulle van
den Jubilé afkondigen; de Jubilé is te winnen, in g'heel de wereld,geheel
het jaar 1886, mits te biechten, te Communiceeren, te vasten of ontsla
ging te vragen, 6 Kerkbezoeken en eene Aalmoes voor een werk van
Behouding of Voortplanting des Geloofs. In 't kort zullen wij Litaniên
drukken van 't H. Aanschijn; al onze geëerde Medehelpers zullen er kos
teloos kunnen bekomen, mits aanvraag. Gisteren, 13 Februari, was het
de verjaardag der Verschijning te Lourdes, waarop al die Mirakelen zijn
gevolgd. Nu zijn ze Lourdes bezig met een Kerk te bouwen ter eere van
aen Roozenkrans met 15 Autaars; die Kerk zal staan in de diepte,beneden
d' andere en gelijk te Roomen zal voor de Kerk een breede plaats zijn,
met kolommen omringd. Den 16 Februari, Feest van den H. Onesimus
Bisschop en Martelaar m 't jaar 108; hij volgde te Ephesen den Discipel
Timotheus op, wierd gevangen, naar Roomen gebracht en aldaar met
stecnen doodgeworpen. Den 17 Feb. H. Silvinus, bisschop; den 19 H.
Koenraed. Op Septuagesima of 21 februari zal de Paus van Roomen
uitroepen de zaligverklaring van 4 eerbiedweerdige Christenen o. w. de
Pater Redemptorist Hofbauër, van welken wij reeds dikwijls gehandeld
hebben. Pater Clemens Hofbauër was een groote Predikant en vermaarde
Biechtvader. Den 7 Februari was het de verjaardag der dood van Z. H.
Pius IX zaliger; die groote Paus stierfin 1878 met kalmte en betrouwen,
terwijl kardinaal Biiio luidop den Roozenkrans bad,waarop al de aanwe
zigen is diepe droefheid antwoordden.
PARLOIR. Ontv.uit
Geer. 5,00 van W. V. D.
D. Uit Ser. van M. H.
H. 4,70 voor ab. 86 en 1
b. d. Kr. des Hemels.
Uit Beers. 2,50 van A. V.
86. Uit Erbs. q. van M.
H. 5,00. Uit Belc. van
M. V. H. 2,5086 —Uit
Londers. 2,50 86 van M.
V. R. - Vr. te N. de
Nachtraven is een schoon
en leerzaam vei haal Te
naaste week komt een
Prijskamp uit Zele en
korts daarna een Prijskamp
uit Dendermonde, onder
goede waarborg Uit
Laar-S. 5,00 voor 2 ab.
Ontvang uit Elv. van
Mad. W... 2,50
Uit Elv van M. D. R.2,50
voor 86. Ontv. van
Pastor V. W. 20 fr. tot
Januari 1889. Ontf. uit
Galm. van M. Tolb. 2,50
voor 86. Uit Oost. van
M. Gh. 2,50 -- Ja,in Maart.
Uit C de 42,89.
Ontf. uit Idegh. van M. A.
R. 5,00 Uit C. van Mf
P. V. D. V. 2,50.
Men schrijft ons uit de
omstreken van Aalst:
Er is hier in omloop,
dat de onderwijzeres der
vrije aangenomen school,
gaat vervangen worden,
door de opwachtgeld ge
zette Onderwijzeres. Mis,
brave lieden, er is geen
gedacht van! Dat wij de
geuzen meestersse geera
zouden kwijt zijn, dat is
heel zeker, en, nu bijzon
derlijk, wanneer men haar
1400 fr. moet betaleu,voor
niets te doen.
Maar dat wij de kinde
ren der Katholieke School,
aan Pietjes meestersse zul
len toevertrouwen, neen,
nooit! want v. n de m#es-
tersen zonder geloof, ver
los ons Heer.
Boekwerken.
'T MANNA
Zijn er schooner Kerk
en Meditatieboeken, wij
weten het niet; 't Manna
is geschreven door een
Priester, die de schoonste
godvruchtige werken van
onzen tijd heeft opgesteld.
Dit boek, in percalin 2,15
In Basaan, róo sneè 2,50
In Basaan, vergulde sneê
2,60
Algemecnen regel om
franko te bekomen, 10 °/0
bijleg.
Opkomst der Stoomtui
gen, door zelfde schrijver
1,00
Tan Clerker2,25 fr.2,50
t Kasteel der Verdoe
menis 2,00 franco 2,20
De nieuwe Likeursto
ker, een boek van aller
grootste nut voor deskun®
aigen 2,00
Nieuw Rekenboek in
franks en centiemen 1,00'
Het groot Martelaars
boek, of heldhaftig gedrag
der Belgische Geestelijk
heid ten tijde der Fransche
Omwenteling, prijs 1,80
franco 2,10
Jan Van Noorde, of
sterkte in de beproeving 3
dikke boekdeelen (per oc
casie aan 2,00 franco 2,30.
Appelterre.
Maandag toekomende 15
dezer, is het te Appelterre
Eichem de plechtige instal*
la tie van den E. H. Peirsman
Iedereen weet dat Appelterre
een d# katholiekste en
braafste gemeenten is van 't
L nd van Aalst. De boeren
gaaneens hun hert ophalen.
Geheel de Gemeenteraad, de
Kerkraad en al de deftige
boerenzoons, gaan hunnen
nieuwen Uerder te peerd of
per vottuur te tremoet aan
de dekenij van Nrnove.