Belüasleel der Verdoemenis, naar 't uitgebreid werk van S. Van der Gucht. 40 XL. Een plechtige Onderhandeling. Inmiddels had de heer Meert niet zoo haast bemerkt dat Maria de zaal had verlaten of hij wendde zich tot van Heverboom en be gon hem zoo bedaard mogelijk te zeggen Hendrik, zegde bij, het begint reeds laat te worden, ik behoef veeltijds des morgens vroegtijdig mijn bed te verlaten; derhalve zou ik begeeren, voor aleer mij naar huis te begeven, met mijne beide vrienden, u in het bijzonder te spreken; het geldt den heer van Cramshoeven en mor gen ware het wellicht te laat? - De heer van Cramshoeven, dacht Hendrik verwonderd, nooit heb ik met deze heerschap in betrek king geweest! wat mag dit beduiden?... En nieuwsgierig genoeg haaste hij zich te antwoorden: Gij kent het huis, waarde Doktor, volg mij met uwen vriend in de achterzaal, ik heb die uit voordacht doen \erlichten. De Geneesheer wenkte zijne twee gezellen en het drietal volgden hunnen gastheer, die reeds de banke.zaal had verlaten. In de achterzaal gekomen, verzocht de schelm hun zeer vriendelijk van te gaan zitten, en plaatste zich met zelfsvoldoening in zijnen zetelstoel nsèr; hij was echter eenigzins verwonderd een tweeden persoon te ontwaren, die een zwart pakje droeg, maar daar deze zich met den heer Meert aangeboden had, stelde hij zich volkomen gerust Toen zij gezeten waren, nam de Geneesheer het woord: Hendrik, zegde hij, hetgene iku ga vragen, is een vrij kiesbare zaak, die een openhartige antwoord vereischt. De heer Robrecht van Cramshoeven die zich hier in uwe tegenwoordigheid bevindt, heeft, toen de fransche huurlingen op zijn leven aanleg den, zijn eenig kindje aan een voedster toevertrouwd, na voor gaande een briefje op het onderkleed van het wichtje te hebben gespeet, waar hij met zijn eigen bloed had op geschreven: Heb deernis met de arme Maria geboren en gedoopt den 25 September 17.. en er een beurs met honderd goudstukken te hebben bijge voegd. Die voedster heeft den zelfden nacht het kindje en het geld in dees Kasteel, aan uwe dienstboden afgegeven, en het wichtje is door u met veel zorg opgevoed geweest. Zeg nu eens ronduit: Is Jonkvrouw Maria, die dezen avond op het banket heeft geschit terd, wel degelijk dit kind, en mag de edele vader hopen het als dusdanig aan zijn hart te mogen drukken? Deze vraag schokte geweldig het gemoed van van Heverboom, echter bracht die hem in het geheel niet van zijn stuk, reeds lang had hij verwacht dat men zijne pleegdochter zou wedereisschen en hij was inwendig gevleid, dat de edele Robrecht de vader van Maria was, die even als hij, de stad bewoonde en hem in het vervolg in het getal zijner vrienden opnemen zou. Hij antwoordde dan, zich met veel hoffe lijkheid naar den Edelman wendende: Edele heer, het kindje dat mijn achtbare Oom bedoelt, is waarlijk Maria, en ik ben ge lukkig het zoo lange jaren te hebben opgekweekt en een behoor lijke opvoeding te hebben gegeven, om het heden als een deftige en volmaakte edele jonkvrouw aan haren echten vader over te geven. Denk ni t, o edele heer, dat ik tot het opvoeden van het wicht, de jaarlijksche toelaag heb gebruikt die mij door een onbekende hand werd besteld; 'erre van daar, want ik ben 'bereid gansch het be drag aan het Arm-bestuar over te maken, daar ik wel kan denken dat de heer van Cr. mshoeven zal weigeren van deze som weder te nemen, Dit is een edelmoedig voorstel, zegde Robrecht.weik ik gretig aanneem, en waa. voorzeker den Armen niet zal aan verliezen Dit is nog niet alles, hernam de schijnheilige fielt,daar ik niet wil dat men later aan de echtheid mijner verklaring zou twijfelen, ga ik u nog nader bewijsstukken leveren. Dit zeggende stond hij recht en verliet de zaal, om kort daarna terug te komen met een kunstig gevlochten korfje van zilverdraad, op welker boveneinde een rijkelijke, met goud gesierde brieventesch lag. Heer van Cramshoeven, zegde hij, aanvaard uit mijn hand deze beide voorwerpen welkers inhoud gij tevens als getuigstukken der echtheid uwer dochter, en als herinnering van vroegere dagen kunt bewaren. Dit korfje, vervolgde hij, bevat al de kleederen daar M^ria was ingehuld, toen zij, nu reeds ruimzeventien jaren geleden, in mijn kasteel is opgenomen geweest; ja, het briefje met bloed ge schreven, zult gij nog op het onderkleedje gespeit vinden! Wat nu de brieventesch betreft, in deze is een bewijstuk gesloten door mij zelf geschreven cn onderteekend, van al hetgene ik u kom te ver klaren. Zoo sprekende behandigde hij de beide voorwerp.n aan Maria's Vader. 'af W De Edelman opende met bevende hand het korfje en bezag met etraande oogen al deze kostbare overblijfsels, die hij nog dadelijk erkende, en las in diepe ontroering het getuigschrift, welke den brieventesch inhield en zoo gewetensvol opgesteld scheen te zijn, dat hij zich niet weinig verwonderde zoo veel rondborstige eerlijk heid aan ie treffen, in een persoon die hem door Doktor Meert zoo verachtelijk afgeschilderd was geweest. De lcoze Hendrik meende door deze, in den schijn zoo onbaat zuchtige handelwijze den Geneesheer te bedriegen, en zich voor zijne oogen te doen doorgaan als een toonbeeld vanj-eerlijkheid; hij bezag hem dan ter sluik, met een soort van zelfvoldoening, die echter verre was van Doktor Meert te overtuigen, of den moorde naar een stip in zijne achting te doen stijgen Toen de schurk zijnen oogslag op hem richtte, doorliep een ril ling van diepen afkeer zijn hart, en hij gevoelde een walg voor de zen onmensch, die hem reeds zoo veel kwaad bad berokkend en zich durfde vleien van in zijn gunst weder te keeren. Hij stond dan recht van zijnen stoel,en zijnen vijand met verach ting, van kop tot teen sterlings beziende, sprak hij, bleek van ver ontwaardiging Hendrik va j Heverboom, zegde hij, hetgene gijkomtte doen, en misschien vele menschen voor een oprechtheid zouden nemen, bedekt wederom eenen list: De heer Robrecht van Cramshoeven is een deftig edelman, welkers verkleefdheid aan de goede zaak. wijd en zijd bekend is, en gij denkt met u wegens hem deftig te gedra gen, in zijne gunst te geraken, om op uwe beurt, inde adelijke kringen, voor iets eerlijks te worden aanzien. Een ander zou u mis schien laten geworden, maar ik,die u reeds jaren lang ken, en ge woon ben in uw binnenste te lezen, acht het mij als eene plicht u aan dezen edelen heer wat beter te doen kennen/F£g Heer Robrecht, vervolg e hij, zich tot van Cramshoeven kee- rende, weet gij wel wat eigenlijk dengene is, die uwe dochter tot op deze dagen heeft opgevoed? en als door een neiging tot mede lijden, gelijk men nog meermaals bij de wilde dieren aantreft, heur een adelijk voorkomen heef. bezorgd? Deze persoon is een doorslechten mensch, diesvolgens uwe vriendschap of achting niet waardig! en om u hier in zijne tegen woordigheid te overtuigen, wil ikueenige schurkenstreken van zijn misdadig leven ontdekken, want veel zijner euveldaden zijn mij bekend Dezepersoon heeft eertijds gehuwd geweest met Flora van Lelien veld, mijne nicht, die weduwe was vau zijnen oudsten broeder Lodewijk, welken volgens de wet al het goed had geërfd van hun nen overleden vader. Deze weduwe had een kind van haren eer sten man; dit was een hinderpaal voor Hendrik, daar deze kleine naderhand kon optreden om het erfdeel ztins vaders te genieten; en de lafhartig aard heeft gepoogd het wicbje door vergif uit den weg te ruimen! poging die zonder mijne tusschenkomst volkomen zou hebben gelukt! Dit is onwaar, riep Hendrik in gramschap uit, nooit zult gij dit gerechtelijk kunnen bewijzen!... Matig uwen scbelmachtigen scherts, sprak de Doktor, hem met vurige oogen aanstarende, het is nog niet alles!... Daar demis daad door Flora was gekend, zwoer hij hare dood, en heeft de on gelukkige op een gruwelijke wijze om het leven gebracht. Logens, riep Hendrik met schijnbare verontwaarding uit, logensl... Nog heden betreur ik de dood mijner teêrhartige ge malin Zw:;g, verachtelijken onmensch, gij zijt naderhand immers bij dit schelmstuk niet gebleven! Gedenkt gij de dood van den Rentenier Lucas Verboelen niet meer? dien gij, na hem zijnen on gelukkigen Neef te doen onterven en zijn goed of lijfrent te heb ben gekocht, lafhartig hebt doen vermoorden! Of telt gij voor niet den manslag op den duitscher Frederik Schoulier, die uwen mede plichtigen was, in het vervaardigen van valsche munten? en dien gij insgelijks hebt gedood en door Karei Kwakbeen in uwen kelder hebt doen begraven?... Spreek, ontaarde booswicht; spreek of geef tèn ouderen? ('t Vervolgt.) EEN HUTSEPOTJE VAN NIEUWS: 50 Russen zijn in hun Land door 'ue razigen wolf' gebeten en komen naar Parijs bij Doctor Pasteur, die eindelijk 'ne middel heelt uitgevonden legen de razernij; hij handelt geiijk met de pokken, door ontsmetting; Doktor Pasteur is een Christelijk man. Vier li berale Drukkers gaan voor d'Assisen van Brabant komen, voor bet drukken en uitgeven van vuil boeken en prenten, 't Vat geeft uit wat het in heeft, en zoo min ah een molensteen kan zwemmen, zoo min kan men gced verwachten van 't Liberalismus. Te Dendermonde zijn op Carnaval schoone Feesten geweest in de Pationagiën of Beschermings-Kringen. D'Eersle Seklie is voor de jongens van 11 tot 14 jaar; in de 2de komen de jonkhedeu van 14 tol 17 jaar. 't Is door de Patronagiën, dat Pastoor Hanon te Parijs veel joukheden heeft gered en op den goeden weg gehouden. Te Mechelen is Burggraaf de Kerckhove, Eere-Prefekt van 't Ge nootschap St Franciscus-Xaverius. De goede voorbeelden der Overheden zijn kostbare perels in de wereld. De leere klinkt; maar 't leven dwingt, De raad die gij gebiedt als geed Ziet dat gij die eerst zelve doet. Mechelen zal ten eeuwige dagen zijnen Burgemeester de Kerck- hove dankbaar wezen. Te Pisa. waar die gebogen toren staat, is er eeu Banket g ;weest van Manuehr, zegge van gazet-leurders; alles liep er al, in orde en in vreugd.De verspreiders en verkoopers van goede schriften volbrengen een ambt van hooge verdienste.Nu wordt er vleesch-exlrakt ge maakt van Visch, van Kabel jaren eu Zalm De beste Vis- schen. zegt men in bolland, zijn de oudste en degene waai de steert het verste van den kop is- Keizer Wilhem en Kanselier Bismarck zijn wederom ziekskes. Wat zullen wij zeggen? 5)ie geen kuoop maakt, verliest de steek, zei de kleermaker en legen de dood is geen kruid gewassen. Wat adem heeft, den adem geeft. Wat is wat was, 't keert al tot asch. En ga naderhand eens zien op de Kerkhoven of gij verschil vindt tusscheu kouiDg of bedelaar. Daarom; Elk volgens maat en volgens staat, Maar dwaas die hier met trotschheid gaat. P De Zuslers-Ursulinen, slachtoffers van den braad te Laken, zijn opgenomen door d'Hertogia van Arenberg in haar Paleis.... Eere aanjdie edellnrtige Mevrouw! Op Carnaval hebben ze te Gent weëral laten Paters' euï Non nen vertoonen... De Religieuse Orde bespotten, in een Christene Land; dat loont ons de verderfelijkhid van liberale Gemeentebe sturen... Kiezers van 't Gentsche, dezelfde gasten zullen U met Juni komen vaUchelijk aanspreeken.... Ach, doet toch uw beste, om eeu groote Katholieke Zegepraal ie hebben. Slecht kiezen, is een merkteeken dat U op 't sterfbed zou kwellen en folteren. Slecht kie- heuvel, in 1793 veroo1''' deeld tot ballingschap in de Guyane; den nacht vafl 3 Januari 1798 wierd hij door gendarms uit zijn huis gehaald en tot Aar- schot opgesloten; korts daarna, met veel ander Priesters, op een slecht zeeschip naar die verre ei landen vervoerd, schrik kelijk afgezien, en einde lijk bezweken verre van zijn Vaderland. Ach,g'heel Afrika door, op al de ver stikkende en verzengende Eilanden liggen Belgen begraven, Martelaars van 't Geloof. Wij moeten hun gedach tenis in eere houden; Het Martelaarsboek moeten wij in huis heb ben, het is geschreven door den E. H. Van Bave- ghem, diePastoor geweest is te Zwijndrecht en kost maar 2,20 franco thuis. Tegenwoordig bijzonder lijk moeten wij die Belij ders kennen en vereexen, want de Goddeloosheid dezer Eeuw wil in 1793 door een algemeen e Kerk vervolging den Jubilé vie ren dier akelige jaren. Ditjes en Datjes. In 130fi had men te Luik voor 2 deniers 4 brooden en 4 potten bier. Een kar houillekolen had men in looi voor 4 gulden, de gul den deed alsdan stuivers, la '40- had de Burgemees ter van Luik 50 gulden per jaar. In 1*10 was de dag huur van eenen timmerman een liard. ('i vierde van 'ne stuiver.) In 1614 was 't zeer heet en zeer droog en dan goldt de boter 4 stuivers 't pond.'t Was ongehoord l V Om glans te geven aan gestreken goed. is't. genoeg in 'f stijfsel een weinig ara- Hschegomme te dóen smel' ten. v Een oude zottin stond voor den spiegel, en haar gerimpeld, vergrofd en uit gemergeld wezen ziende, riep zij uit: Ach. die spie gels! er is ook al bedrog in; ze geven de gelijkenis niet meer weêr, ..dijk vroeger. V De GEWOONTE; Eeu pot- tograf moet een vrouw af trekken. die verdronken was; zijn gerief in order staande en hij achter 'tKyk- uitje, onze poltograf roept: Niet bougéeren! stil blijven I In Amerika was on langs een convoiramp 'ne man had zijn been verloren en kreeg 15 e ,00 dollars schadeloosstelling; een an dere, zijn vrouw was ver ongelukt, en hem stond de Rechtbank maar vijfduizend dollars toe. V Eeooudejommauhad een meid. die 't stof niet za«: Zekeren dag, 't giug toch te ver: op de schouw lag 't stof bijna 'ne vinger dikde Jongm in zijnen vin ger er in zettende, zegde: Trien, ziet ge dat? -Och, ja Mr. antwoordde zij. maar we zulle allen toch eens in stof wederkeeren. Aaudige wensch Op een Bruilof feest wierdeen der genoodigden verzocht op de gezondheid der bruid te drinken: Hij stond recht, sprak eenige woorden en eindigde alsvolgt: Mocht zij DIKWIJLS DAGEN BELEVEN, GE LIJK DEZEN DAG SCHEltP GEZEGD EeQ Professor van Universiteit was geroepen bij een rijke gierigaard dis 'ne kanker had aan zijn maag. De zieke wiek was altijd bezig met zeggen: Wat zal hij mij re kenen! Wat zal mij dat kos ten? M. de'Docteur, wat zult g.j mij rekenen Geen centiem, zei de Docteur bits af. Ha dank u, geen cen tiem! Neen, uw erfgena men zullen betalen l

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1886 | | pagina 3