Hoe diep 'iFeroija reeds zit.
uineerd eu bekeerd.
en*men ontving te Brussel met stomme verbazing de wreede tijding:
"V ijf Kasteelen
en Teel Gestichten in brand.
Te Jumet, de groote glasblazerij Baudoux, die 2000 werklieden
had; teSadin, Dorlodot, Devillez, Jonet, Moudron, de Fabrieken
en Kasteelen; het kasteel van senateur Balisaux, de groote pacht
hoeven Lumont en Classart, en menigvuldige andere.
Werkiian, hoe is het toch mogelijk, zoo tcreed te zijnWat moeten
At brave menschen daar geleden hebben
Ge kunt dat peizen
Z'hebben toch zeker aanstonds hulp gezonden
Zekerlijk, de Koning heeft seffens zijn Ministers bijeenge
roepen en er is beslist dat mea zoohaast mogelijk den oproer
moest dempen. Van alle kanten zijn er soldaten naar Charleroi
gezonden; de nachtwakers t'Aalst hebben
de ruiters zien voorbijtrekken, ze vroe
gen nog den weg naar Brussel Manuel
uit de Statie zegde ons dat er gedurig
convois passeerden, grijs van Soldaten
al de Burgemeesters van Ilenegauwen
smeekten oai hulpjen dan is de Repressie1
begonnen; achter de benden Branders en Moorders zitten en als
't noodig is, erin schieten gelijk in de musschen
Er zijn dooden
Menigvuldigen; 't was leven om ltven! d'Anarchisten scho
ten of wierpen met steenen, en ze moesten toch uiteengedreven
worden; er moest schrik komen onder dat wandrochtelijk volk of
ze zouden g'heel Henegauw uitgemoord hebben en hun makkers
uit datder Provinciën opgestookt om 't zelfde te doen. Generaal
Van der Smissen was aan 't hoofd der legermachthij heeft Hene
gauw cuilitairlijk bezet en in twee kantons verdeeldZondag
zijn de brieven rondgedragen en maandag zijn de klafzen binnen
gekomen... Ach, de Soldaten zullen er weten van te vertellen, hoe
dat 't Walevolk, door zijn Geuzerij, afschuwelijk wild is geworden.
Hoe is 't op ander plaatsen gegaan
ÜeBorinage, de koolputten rond Bergen zijn gelukkiglijk
stil gebleven; Antwerpen en Gent ook, te Luik waren de gemoe
deren aan 't bedaren te Brussel zijn verscheide hevige Meetingen
geweest; men had er uilgeplakt, dat't Volk elk zija hol moest in
orand steken en naar 't Kwartier Leopold gaan wonen. Ach, 't zal
er te Brussel ook eens vreeselijk spoken! Verscheide avonden is het
er zeer woelig gegaan; zelfs waren er sameurotlingen; en den Ko
ning zijn Paleis moest bewaakt worden door 90 Gendarms
Wot uilden ze daar
Och, Brussel heeft zooveel slecht Volk; men heeft het reeds
dikwijls gezien; en 't eo is daar nu niet meer van bij de Jesuieten
of in de Kloosters of bij M. den Deken de ruiten uit te slaan, maar
't is oorlog aan de Rijken! Oorlog aan de Geldbezitters! noch God,
noch Meester
Wat zeggen de vreemde Mogendheden
De vreemde Mogendheden? Rusland spalkt zijn oogen open;
Oosteniijk is bedroefd en zegt in zijn eigen Ach, onze zwager,
Leopold 11, waarom heeft hij toch zijn Volk laten van de Christe
lijkheid aftrekken? Spanje is met zijn kiezingen bezig; Engeland
overweegt wat er kan gebeuren; en Keizer Willem doel zich des
nachts wakker bellen om de depêchen uit de Walen te ontvangen.
Wat zou dal bedieden
Oude kerken hebben donkere glazen en de diepte der diplo
matische gedachten kan niemand peilen. Léo dingen zeggen wij
Er is groot gevaar voor ons Lundeken; op deze woelingen kunnen
de schrikkelqkste zaken volgen; blijft dat duren, verergert het,
wie zegt ons dat Pruisen d'hand op ons niet zal leggen of da: de
Fransche Weelgeesten ons bij hun Republiek niet gaan vragen? En
ua zulke gevallen, zou het niet moeten verwonderen dat ons Lan-
deken een slagveld wierd voor de Legers van Europa. Dan zoudm
degenen die nu dwaas meêhuilen, dan zouden zij hun onbezonnen
heid bitter bekoopen... Dat Belgenland oppasse! Met 't vuur mag
er niet gespeeld worden!
G
I ■TUIT Gent, h°e is het te Gent? zal men vragen... Men
til* 1js ongerust wegens Gent; Gent is een brandpunt
van Sucialismus en Anarchismus; 't slecht Volk van Gent wil zelfs de om
liggende Dorpen en Steden komen ophitsen en in troebel brengen; de
'vooruit van Gent, 't en is geen schrijven, 't is petrol gieten op de vlam
men. Volgens de Vooruit, zou men de Brandcrsen Moorders in de Walen
moeten laten voortdoenZe vernietigen de Fabrieken, ze makende
menschen daar arm voor langen tijd; de vreemde Landen zullep er weêr
uit profiteeren, ja, de Nationale Nijverheid omvangt wreede knakken; en
de Wet zou niet moeten geëerbiedigd worden Zekerlijk, menschen
van denzelfden stand zijn elkander genegen, maar wie eerlijk werkman is
in g'heel de wereld, moet zeggen: Die ijselijkheden in de Walen moeten
beteugeld worden! En wat gaat er op volgen? Als alles gestild is, veel
Veroordeelingcn, veel die naar 't gevang zullen gaan voor lang; en veel
Volks-Armoede... Te Gent zijn er reeds verscheide Meetingen geweest
men volgt't helsche Stelsel: Noch God; noch Meester Men spreekt van
den 13 Juni al te samen naar Brussel te trekken; men zoa nu, seffens, het
Werkvolk willen doen opstaan; maar een wreede beteugeling zou vol
gen Ach,'t zijn droeve tijden; ongelukkige werklieden die zich la
ten meêslijpen; de beste moeten dikwijls de baten betalen de Patriote
opent een inschrijving voor de Familiën der Grcvisten in de Walen die
menschen kunnen toch van honger niet sterven, maar de Patriote zegt
zeer wel: Er is te veel Geldzucht en tc veel drift naar Wellustigheid. Het
materialismus heeft in de zielen der geringe menschen nijd en woede
«estort en de Rijken hardvochtig gemaakt, ikzuchtig en wellustig.
Kampei*, DIisdiden et
Otgelukket.
De groote Moorderijen in de Walen, doen de
dieften en de Misdaden bijna vergeten. Buys, die
vastzit voor de moorderij van Maxenzele, is ander
maal uit zijn gevang naar den Tribunaal van Onder
zoek gebracht; hij zag er bleek uit en neêrgeslagen.
Tot OOSTENDE is een manskerel van 23 jaren
gevlucht met 500 ff. en te Brugge aangehouden, al
waar hij zijn gestolen geld verslempte en verbrastte;
Donderdag rond 8 ure 's morgens gingen Petrus
Dumon, 21 jaar, Gust De Brouwer, 20 jaar en Jef
Muyshondt, 25 jaar, allen van Wenduyne, ze gin
gen in zee met een garnaatbootje,om naar Oostende
te varen; aan de kusten van Blanken berghe sloeg
hun bootje weg en de drij jonkheden zijn in 't water
verdwenen. Kapitein Constans, die met 't 6^e
linie uit Antwerpen naar den Burgeroorlog trok, is
in de statie van Charleroi door een geraaktheid ge
troffen en schielijk bezweken. Tot Heldergem
is d'ander week afgebrand 't huis van den champet
ter.
DIEFSTAL. Bij de weduwe Druyts, Sleutel
straat, 16, Antwerpen,hebbendijnsdag nacht,dieven
de vensterblinde afgenomen en eene ruit verbrijzeld.
Zij hebben langs die opening,waarschijnlijk bij mid
del van lange naken, de volgende voorwerpen ge
stolen: 16 flanellen halsdoeken; 12 roode, baaien
doeken; 2® diemitlen doeken; 14 witte spreien; 6 of
8 dozijnen servetten; een blauw, baaien rok; 15 kin-
derbroekskens. eenige dozijnen zakdoeken; een aan
tal witte kinderrokken; 6 witte geborduurde kin
derkleedjes; eene partij kiudergoed; eenige rokken
in molton; dit alles voor eene weerde van ongeveer
500 franken.
VERDRONKEN. De genaamde Francis Mees,
boodschapdoener te Stabroeck, is zondag nacht in
eenebeek nabij zijne woning, op het gehucht 's Her-
togendijk, verdronken. Door de duisternis misleid
zal hij in het water gesukkeld zijn, en daarbij eene
lamme hand had, zich niet hebben kunnen redden.
De ongelukkige was 66 jaar oud en ongehuwd. Mees
was heel den Polder door bekend. Hij was de bestel
ler der lastenbrieven van de ontvangers van Putte
en Eeckeren en ontving ook het bedrag der kwitan-
cien van twee of drie verzekeringsmaatschappijen.
BUITENLANDSNog geen vrede in 't Oosten;
Prins Alexander wil een zeker gezag over Bulgaria,
cn Rusland blijft balstarrig In Griekenland wordt
de oorlog als onvermijdelijk aanzien. Ze spreken
in Italië van de Kamers te ontbinden. Men zegt
dat d'Ierlandcrs zich wapenen. - De politieke gees
telijke wet stond zaterdag aan het dagorde in de
Heerenkamer. Prins von Bismarck woonde de zit
ting bij. De kanselier heeft zich lang onderhouden
met Mgr Kopp cn graaf Brülh, invloedrijk lid der
katholieke partij. Het wetsontwerp werd naar eene
kommissie gezonden, die dc amendementen door
Mgi Kopp voorgesteld, zal onderzoeken.
OVERLIJDENS. Te Göritz, Oostenrijk, op
haar Kasteel, is overleden dc Gravinne de Charn-
bcrd,een braaf en christelijk mensch, die veel goci
werken deed. Te Gent is in den Heer ontslapen
de E. H. Kanunnik Saudan, Geeraardsbcrgenaar,oud
80 jaren, Priester sedert 1853, Onderpastor geweest
te Berchemen in 1836 Professor in 't Seminarie; in
1842, sckretaris archivist van 't Bisdomen sedert
1856 Economus van 't Groot Seminarie. Te
Gentbrugge is overleden M. J. B. De Moerlooze,
Ondernemer, oud Schepene, Lid van den Kerkraad,
Lid cn milde Begiftiger van 't Genootschap St Vin-
centiusa Paulo. Door zijn werk opgekomen zijnde,
had hij altijd grooten eerbied en genegenheid voor
de werkende klasjen de gazetten van Gent schrijven
dat hij een ware Vader was voor zijn Volk.
VnKi'iiil schreef deze weck de volgende
OU! Uit ophitsendeenredelooze woorden:
Gentenaars, niet verlegen, naar Wcttcren Pas
toors van Calckcti en Laarne, opgepast!... Wij heb
ben naarCalcken of Laarne nog niet geweest; opge-
[>ast, Papen tegen dat wij afkomen;. Het doel hei
ig t de middelen
Welke stomme taal! hn als de dwaze Gentsche
listen van Socialisten te Wcttcren cn in 't omlig
gende afgedroogd worden, wie zal er de schuld van
wezen
Men '.veel dat M«r De Batlice, uil ziekelijkheid zijn
ontslag heeft «egeven. Ais een arm man ziek ligt. beui
beleedigenen bespotten, wie zou 't doen? Doch 't schijnt
nat hu 00 liberalen alles toegelaten is u-gen de Gcesle
iokheid en tegen oe Katholieken; inen heeft vezien hue
de bi andramp te Laken een gelegenheid is geweest voor
dc slechte gazetten, um dc Zusiers te bespotten en tc
bclocdigen; en nu zijn er te St Nikolaas cn t'Aalsl libo
Ie gazetten die Mgr De Battice wi-g -ns zijn ziekte willen
bespotten e hclcedigeti... Lr is hier geeu schijn van
red"; al wal ze doen, is lage lafheid, maar ge ziet hier
weer, hoever de Godsdiensthaat iemand kan brengen.
!'t Is de vermaarde Romanschrijver Paul Feval die
spreekt en zijn wondere bekeering verhaalt
In mijn hert was een stem die sprak: Naar het
1 Collegic En ik ging, ik liep langs den tegenover-
gcstelden kant.
Mijn hoofd was in woeling, in oorlog de
woorden van den Baron, de woorden van mijn
Vrouw, de brieven van mijne Moeder, van mijn
broeder Karei, een godvruchtige Jonkheid, dat
alles woelde ondereen. Zonder het bijna te we
ten was ik in d'Elyscesche Velden en dwaalde er
rond; van daar ging ik over de Plaats der Con
corde naar den Hof der Tuileriën. 't Was juist in
de maand December, cn in de puinhoopen van
die Paleizen speelde een zachte Decemberzon.
(Men weet dat in 1871 die Gedenkstukken van
Parijs op een schrikkelijke wijze waren verwoest.)
Daar, in die Hoven en Wandelingen, had ik
dikwijls mijne dagen gesleten en veel van mijn
boeken geschreven.
Er was geen volk en die eenzaamheid beviel
mij
Ik zag daar een Panorama van g'heel mijn
leven. Mijn armoede, mijn opkomst, mijn roem,
mijn rijkdom; en nu, mijn schrikkelijk verlies.
Het voorhoofd geleund tegen eenen boom,
bleef ik daar denken en wcenen.
Denken en weenen totdat het 4 uren sloeg
en de avond begon tc vallen.
Dan kreeg ik honger; ik ging langs de Senne
met het inzicht van naar huis te komen eens
klaps keer ik mij om, ik zeg in mijn eigen: Ik heb
al den tijd om Pater He ve tc gaan den goeden
dag zeggen; ik zal hem d'hand drukken en mijn
vrouw zal te vrede zijn!
De weg was zeer ver; maar ik ging niet, ik
liep en weldra belde ik aan, rue Vaugirard n- 391
bij de Paters Jesuieten.
Ik had zoo rap geloopen, eilaas, in de hoop
dat pater Hervé alsdan niet sprekelijkzou geweest
zijn; maar hij wist dat ik zou komen en had order
gegeven mij te ontvangen op welke uur ook.
Ik wierd binnengeleid op zijn kamer, waar
van den eenen kant zijn schrijftafel stond, met
boeken,en langs den anderen kant,zijn rustplaats.
Een kniebankje met kruisbeeld, een Beeld van
O. L. Vr.; eenige landkaarten, dit was alles.
Wij spraken in 't begin van de kinderen, van
de politieke gebeurtenissen en eindelijk vroeg de
Pater mij: Gaat gij iets nieuws uitgeven
Óch, zegde ik, zal ik nog ooit iets uitge
ven? Ik ben vermoeid en men heeft mij reeds
laten hooren, d:t ik al te dikwijls hetzelfde heb
geschreven?
De Pater-Jesuiet grimlachte en zegde
Mr ik ben van den Buiten, cn ik kan u zeggen
dat de scnoonste koeien der wereld, als zij op de
jaarmarkt staan, ziek worden of gebrekkig voor
de fijnaards van kooplieden. Die u zoo sprak, zou
gaarne van uw werken hebben...
Pater, vroeg ik, mijn vrouw is hier geweest?
Ja, Mr, gisteren, ze bracht de kinderen en zag
er bekommerd uit,doch ik heb haar niet gespro
ken... Maar ik begrijp alles. Mr gij moet een zwaar
verdriet hebben.
Ik neb er verscheide, antwoordde ik
droogweg.
L>e rater veranderde van toon en zegde: Mr,
zeer oude kennissen zijn wij niet; gij zijt hier in
kennis gekomen, door Pater Olivaint, een der
Slachtoffers van de Commune; ik bemin uw kin
deren; g'hebt brave kinderen en een godvruch
tige vrouw, laat mij toe u dus te vragen wat er
op uw hert ligt?
Och, antwoordde ik half verlegen, 't is
mijn vrouw die mij hier met een biechtbriefken
gezonden heeft; en hoortik zal met de Biecht
niet spotten, maar ik wil mij nu niet biechten.
'Mocht ik u vragen of het sedert lang is
Ja, zekerlijk, zeer lang; mijn eerste Commu
nie heb ik wel gedaan, zeer wel, maar sedertdien;
ik zal u dat later zeggen, nu niet; en Ued. zal wel
begrijpen dnt er een rede moet zijn, om welke
menmij naar de Biecht wil zenden.
Ik weet, antwoordde de Pater, dat Gods
goedheid oneindig is, ia oneindig
Die stem ontroerde mij cn zijn oogslag ging
tot in 't diepste mijner ziel.
Pater, Pater, zegde ik, zoudt ge dan toch
raden
Vrees niet, zegde hij, vrees niet dat ik uw
herte-wonde zal openen; neen, maar ik zie dat ge
lijdt cn dat ge u voor mij wilt onverschillig too-
nen, omdat gij nog al de weldaad van uwe wonde
niet hebt begrepen.
Onverschillig, Pater, zegde ik, och; zulks
zou mij misstaan tegenóver hetgene mijne kinde
ren en hunne Moeder bedreigtsedert gisteren
ben ik gansch neêrgeslagen.
't Is dus een groot verlies, zegde hij, op ee
nen toon van hertelijke viitndschap.
Ik verhaalde hem alles in korte woorden cn
vrcezende dat hij ging medelijden met mij heb
ben, want medelijden verwekken, dat kwetste
mijnen hoogmoed, zulks vreezende, wilde ik
heengaan, maar zijn oogen smeekten mij van te
blijven Na eenige momenten sprak hij met aan
doening Gij hebt alles verloren, alles! (en hij
nam mij d'hand vast); veel van d'Ouders onzer
kinderen doen groote verliezen,d'cenc meer,d'an-
dere min, maar gij, alles...
Ja, alles
Hoort, zegde hij, Mrmijn Vriend,cn ik zag
dat er tranen in zijn oogen blikkerden.
('t Vervolgt.