De ïrcuw van dee Dronkaard. Zwarten Advokaat. 3 III. EI, HOE SPIJTIG Als de vijand van 't menschelijk geslacht een ziel doet vallen, dan gaat er in d'afgronden een gegrijns op,van verzadigde afgunst, maar terzelvertijd weêrklinkt door 't ruime firmament de klacht Ei hoe jammer! hoe spijtig Verzadigde afgunst, schreven wij, maar wij moeten ons woord herroepen; de afgunst der helle zal nimmer verzadigd zijn en nooit ophouden, dan op het oogenblik als de Almacht tot de groote scheiding zal overgaan en tot de eeuwige sluiting der afgronden. Achtbare Lezers en Lezeressen, hebt gij niet gezegd in uw hert: Welke scheone dag heeft dat huishouden daar te Gent beleefd Als dat geeu geluk is, dan bestaat er geen geluk in de wereld Neen, men moet niet rijk of hooggeplaatst zijn, o.n tevreden en vrolijk en gelukkig te zijn in de were.d En dit zeggende, dan hebt gij een groote waarheid gezegd. Eenigen tijd na die Eerste Communie, men schreef nog altijd 't jaar 1874, 't jaar dat de Carlisten vochten in Spanje, dat de Aartsbisschop van Posen in de gevangenis van Frankfort wicrd op gesloten en dat in de Walen de groote werkstakingen begonnen, in Juli 1874 op de Vischmarkt, die oude vermaarde plaats der stad Gent, eenige arleiders zijn bezig met maandag te vieren; ver vloekte gewoontezij is zoo verleidelijk! elk werkt't is de verbo- dene vruch.! men wordt gefiadijd en aangehaald, door bazen en bazinnen, die 't zweet en 't bloed der Familiën drinken! men drinkt en kiskast in de kantienen! men leeft eenige uren zonder zorg, en eilaas men geraakt dieper in de gewoonte!..Een werkman, hij mag de fijnste en de slimste wezen, eens in die gewoonte, 't is gedaan met hem! overal krijgt hij de buitenwacht en eindelijk wordt hij den dwïjl der straat en loopt daar als een rampzaligen plodde, zon der eer of geld, zonder werk of zonder beklach! 't Is immers 'ne maandag-gast Verscheide arbeiders zaten daar in een kelderken, te klingen en te zingen en een leven van lust en plezier te maken. Juist was er eenen die zijnen kop uitstak naar de straat, toen per ongeluk Tonen de steenkapper, onze vriend, daar passeerde hij moest uitgaan voor zijn Meester. Wel, lieven adieu, riep degene die zijn hoofd uitstak, 't is Tonen onzen ouden vriend. Kom binnen, wij trakteeren vandaag! Susse, 'k en mag niet Ha, g'en meugt niet, en wie zegt d&dee vrèvve misschien Hola, kameraden, kom eens zieiJ.. En g'heel de bende komt, ver wijt Tonen, die zich laat overtwijfelen en die méégaat, het kelder ken in Dit gebeurde rond 10 ure. Een druppelken had Tonen in zijn eigen gezegd éen druppel ken, en ik ga voort; 't zijn toch oude kameraden en de vriendschap moet in de wereld blijven Van éen kwam het tot twee, van twee tot drij en tot vier; 't wierd noen; men zong en men dronk; er wierd visch gebakken;men sprak van geen betalen,want de Vlaamsche arbeider is edelmoedig; en de uren vlogen gelijk een zwaluw boven 't water. Eensklaps hoort onze steenkapper de klok van 't Belfort dat 1 ure klept: éen ure; wat zal men thuis zeggen welk zal de angst van vrouw en kinders niet zijn Ongclukkigen, rampzalige die ik ben, roept hij uit; wat heb ik gedaan! En al zijn geld dat hij had, op der; toog werpende, is hij weg, als 'ne pijl uit den boog. Eilaas, in bittere smart stond hij daar de voorbijgangers te aan staren; 't was de eerstö maal sedert 12 jaar, dat zijn drift van dron kenschap zoo geweldig opbruischte. Hij wilde terugkeeren bij de drinkebroèrs; van den anderen kant werd hij getrokken naar huis a Naar huis, zegde hij in zijn eigen; naar huis, mijne schande be kennen voor vrouw en kinderen! misschien bespot worden en uit gelachen! Neen, naar huis ga ik niet Hij deed eenige stappen om naar den werkwinkel te gaan, dcch nu blies de duivel van slechten Raad hem weèr in Wat gaat ge daar zeggen? Ge zijt weg van 10 ure; ge naoest van 11 ure terug zijn! 't Is nu 1 ure, t kwaart na 1 ure! Wat zal men van u zeggen Gansch radeloos bleef hij daar staan; in zijn vertwijfeling wierd het half twee, twee ure: Nu is het zeker te laat, dacht hij; indien ik nog ten 1 ure weggegaan ware; maar nu, ten 2 ure, wat zal ik zeggen? wat zal ik uitvinden? Liegen!... neen;... men zal mij niet geloovenDaarbij, liegen doe ik niet! En de ongelukkige sloeg op zijn hoofd en liep de straat gin, die op de Koornmarkt uitgeeft!... Zijne schaamte wierd een halve wanhoop, hij ver- wenschtte zijn eigen, zijne drinkebroèrs, den ongelukkig.en maan dag, die Vischmarkt, die kantien, waar hij terug in zijnen ouden drift was gevallen. Hij ging voort, zonder te weten waar, toen hij aan 't Vleechhuis bij de schouders werd gepakt, 't was een der maandag vierders a Tonen, zegde hij, kom toch weêr bij ons! wij willen u geen kwaad; is uw geld op, wij hebben er nog; 't cn is maar voor éenen keer. Eat woord: maar voor eenen keer weerklonk zoetelijk in zijn ooren; hij liet zich gezeggen, ging terug naar de kantien, werd er ingehaald als 'ne prins; om den bloodaard niet uit te hangen, zong en sprong hij meê met d'andere; alsofde duivel het ingeblazen had, de gezellen spraken van huizen waar de vrouw de broek draagt, van mans, die achter den bessem staan; van 't Volk der Artevelden dat moet meester zijn in huis; van 't lustig leven en plezier maken; dat het altijd dezelve niet zijn die moeten kermis houden. En alzoo geraakte onze brave steenkapper meer en meer in 'tnet; verscheide malen sprak zijn goed hert hem van weg te gaan van dit gezelschap te verlaten; is dat klap voor eenen huisvader zegde zijn geweten hem; voor 'ne man die zulke brave kinderen heeft Maar't menschelijk opzicht hield hem daar vastgekluisterd zijn hoofd wierd bedwelmd; de dronkenschap begon te komen; bij klap te meê met d'ander; ja wierd 't katje van de baan; en toen hij naar huis keerde, reeds was het donker avond, en alles draaide voor zijn oogen: Artevelde, d'huizen, de winkels, de torens der St Jacobs- kerk; hij was smoordronken; en in dezen toestand stampte hij de deur van zijn buizeken open en riep: .Hier ben ik Welk verschil met dien dag der Eerste Communie? Had bij nog begrijp genoeg om den toestand te zien? zijn vrouw, haar oogen waren roodgeweer.d; angst en aandoening stonden op haar wezen te lezen; de kinderkes zagen verbaasd en verschrikt naar hunnen Vader!... O Dronkenschap! dat zijn uw slagen Den eerbied der kinders ontnemen voor hun Ouders! O Huisvaders, wacht u wel van ooit in dronken staat voor uw kinders te komen; gij ontesrt uw beeld in hun her.! en om in zulke schandige gelegenheid niette ko men, vlucht, haat, verfoeit de Dronkenschap 1 De steenkapper sprak geen woord, maar strompelde naar boven, en wierp zich half gekleed op zijn bed. De vrouw bleef in de keu ken zuchten, weenen en bidden, 's Anderdaags ten 8 ure wierd de steenkapper wakker en wreef zijn oogen: Reeds dag! mompelde hij; wat heb ik gedaan! ik moest reeds 2 uren op mijn werk zijn! vervloekte Dronkenschap, door de duivels op de wereld gebracht; wee mij ik wilde dood zijn 't Was de slechte geest die hem nu zijn misdaad voor oogen bracht, om hem in de wanhoop en in de razernij te dompelen.Ter wijl hij in zijne droeve twijfeling en mijmering verkeerde, hoort hij iemand bov n komen Ik zal, denkt hij, ik zal mij toch niet laten verwijten. Dien ongelukkigen hoogmoed. Die boven komt, 't is zijn oudste dochrerken, d'Eerste Communiekante: Vader, zegt zij met zoete stem. KindVader, moeder vraagt of ge komt; de kaffé staat gereedBij deze vriendelijke woorden, zijn gemoed is verweekt en als hij beneden komt en de kafTétafel opgediend ziet, en als hij zijn vrouw daar ziet, drsef, ja, maar toch goedhertig en lieftallig, hij is overwonnen; de slechte gedachten zijn hem uit het hoofd; de goede voornemens staan aan de "deur. Hij leest voor het eten; 't gebed geeft hem sterkte; na in stilte Jzijn boterhammen geë- ten te hebben, drukt hij d'hand zijner vrouw en gaat schielijk den huize uit; maar Barbara is gerust; zij heeft in d'oogen van haran man gelezen dat hij spijt heeft en een krachtdadig goed voornemen komt te maken, De jonge steenkapper begeeft zich naar zijnen werkwinkelhij gaat zijnen baas spreken. Die baas was een treffelijk man en 'nen Borger met een christelijk hert; begonnen als leergast, zonder fortuin, was hij door vlijt en ie- ver opgekomen en stond nu aan 't hoofd van oen groot werkhuis. Van als hij zijnen steenkappersgast zag aankomen, wist hij wat er gebeurd was; hij kende de fouten van zijn jonkheid en had hem in groote achting genomen, omdat hij manhaftiglijk zijnen drift tot dronkenschap had bstengeld. ('t Vervolgt LoOPENDE NIEUWS. Op 't doodbeeldeken van den achtbaren heer AchillesVandermersch, uit Rollegem W.-Vl. n wij de volgende treffende bemerkingen Jongelingen, wilt niet rekenen, Op de wereld die u wenkt; Licht zal God u palen tcekenen. Welke gij zoo dicht niet denkt. Spoedig eindigt 't aardsch genot. En... uw ziele staat voor God. Te Bergen, in 't Gasthuis, is nu 't besluit genomen, dat, om er berecht te worden, de zieken uitdrukkelijk hunnen wil moeten verklaren en daarna moet er een onderzoek zijn om te zien of er geenen kerkelijken invloed tussc len zit... Och Heere, en die arme zieken moeten daar liggen te zieltogen, binst dat al die geuzen pro- tecollen plaats hebben. Te Marchiennes heeft een rijke Christe lijke mevrouw 5oo,coo fr. gegeven voor een Hospitaal. Al de men- sch< n die met een karavaan naar Lourdes gaan, kunnen getuigen met welke teederheid d'arme zieken onderwege en ter plaatse, be zorgd worden. T'Aalst waren dees jaar 5o kath. kandidaten voor 't Kiezings-recht door bekwaamheid36 zijn er gepasseerd; er waren 11 liberalen en behalve 3 vielen allen van 't brugsken in 't water ken. .Tot Aarschot, van de i5 Katholieken, 14 gelukt; van de 3 li beralen 2 gebuisd. En nogtans biijven de liberale gazetten roepen Aide geleerdheid isbij ons! - Wel, wataa'dige sesoenen: Vrijdag heeft het gesneeuwd langs de kanten van Spa. Te Berlyn, omdat er zooveel paltöts en overfrakken in d'hotels gestolen worden, ma ken ze nu die kleedingstukken met haak en slot en sleutel, zoodat zij van de kapstokken niet kannen genomen worden. 't Gaat in Russisch Polennog altijd droef; Nu mag een lid der Katholieke Geestelijkheid zijne Parochie niet verlaten, zonder toestemming der plaatselijke Overheid, aan wie hij verplicht is de reden en het doel zijner reis meê te deelen. Te Stryp, bij Eindhoven, vierden onlangs d'echtelingen Ch. Van Goor en Maria Van Doorn,hun ju belfeest, een arm maar braaf huisgezin; een ko.r.iteit had voor alles gezorgd en wilde de vrouw een paar nieuwe schoenen geven; maar 't mensch had nog niets gedragen dan witte holleblokken en d'hee- ren van't Komiteit ontvingen de nauve antwoord: 'k Dank u wel, m'neeren, ik heb nog nooit iet aan m'n vuut gehad als blokken, en wilde me die 'n paar present geven, daar he'k vree mee. Tot Hcogstraeten zijn tegenwoordig 285o manschappen, sedert de werkstakingen zijn er 25 a bijgekomen, wegens bedelarij en land- looperij Zij zien er ntèrslachtig uit en ontmoedigd. Antwerpen heeft een gelukkige tijding ontvangen: dat zijne Zeehave door Duitschland boven die van Vlissingen is verkozen. fipprnnrrirnOil Yerin'!s menbezigis met de Parochiekerk 1 \wtUUi Cfsvi li. ^£er slaa te herstelleD, zoo wordt de Meimaand gevierd in de vermaarde kapel van den Oudenberg. Alle zaturdagen 1 der maand Mei zal er ten 6 ure 's morgens V'ergaderiog zijn io de groote kerk, i om processiewijze n?ar den Oudenberg te gaan, alwaar ten halfzeven. Solen nele Mis... Geeraardsbergen. daar zoo schilderachtig gelegen aan den voet van den wonderbaren Oudenberg, isals stad bekend sedert de jaren ICO;. In deja- aen 1C00 was zij een der grootste steden van ons Land, had een uur omtrek: d'ambachten en neeringen bloeiden er en de tapijtwerken en kanten der S ad van Geeraard waren de wereld door vermaard. Nu zijn er 1788 huizen en 9745 inwoners. D'Uoofdkerk van St Bartholomeus is zeer oud en heeft veel schil derstukken van groote Meesters. In 15t6 wierd die kerk door de geuzen ver woest, en zoo deerlijk geschonden dat er een lièken opgemaakt wierd en dat 't Volk zong Luthers calanten, snoode trawanten, kerckschenders, Sach men tot Geerdsberge breken hunlieden lenders. BOEKWERKEN te koop in onze Bureelen. De Maand Mei toege wijd aan O. L. Vrouw van Gedurigen Bijstand, over wegingen en gebeden voor eiken dag der Maand 0.20 De Maand Mei, Maria, voorbeeld van de Christen Godvruchtige Lezing voor eiken dag der Maand 0,75 Reisje naar Lourdes, door 3 Vlaamsche buitenjonge lingen, 0,75 Naar den Hemel! voor zieken en lijdenden 0,16 Het gulden boekje der Mis 0,15 Jan Clerker, of de laatste Binders van Vlaanderen 2,25 't Kasteel der Verdoe menis 2,00 8 bloemen in band 1,50 Uitgezochte gebeden van den H. Alphonsius de Li- guori in band, goude sneê 1,50 Gebeden van troost voor zieken en lijdenden, aller schoonste overwegingen en gebeden, per honderd Opkomst der Stoomtui gen, door E. H. Maitens 1,00 De nieuw eLikeurstoker een boek van allergrootste nut voor deskundigen 2,00 TE KOOP TEN ONZEN BUREELE MARIA ERKEND, gediend, bemind, ge volgd en aanroepen bin nen de Miaud Mei, uiet toegevoegde voorbeel den en zedelessen, door P. J. Heymans, oud-Pas toor te S. P( eters-Jette. Een boekdeel tien minuten lezingen van ongeveer 300 bladzijden in 88, met groote letter, op sterk [papier. Prijs fr. l,5o; franco 1,05. PARLOIR. Uit Houth. 2,50; Boeken en gazetten zün te Koop tot Hauthem Veurne, bij M. Loonis schippersstraat. Uit Pam. van M. K. 2,50 tot Juni 86. Die hun adres doen veranderen,gelieven te zeggen, waar zij vroe ger woonden. Aan de Personen van rond Aalst recommandeé- ren wij onze Drukkerij-: een bijzondere groote en schoone keus van Dood- beeldckens, goedgekeurd en met Vlaamsche, op schiften ,gematige prijzen, klaren druk en spoedige bediening; zelfs franko gezonden, als men niet wachten kan. Men gelieve het voort te zeggen. Jua' begin- nen wij het groot verhaal: DEN Zulk verhaal zal in Vlaanderen nog niet verschenen zijn: boeiend, treffend, leerzaam en de menschen leerende ken nen, om op zijn hoede te wezen. Een dappere. Bij den slag van Sedan, heb ik eenen Franschman de twee beenen afgekapt stoefte een pruisisch officier. Waarom niet eer hem den kop afge kapt? vroeg men. De kop was hij al kwijt—was het antwoord 1 Proficiat!

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1886 | | pagina 3