De Zwarte
Bockhandel.
Dramatiek Verbaal uit do verledene eeuw,
naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT.
V. Afgrijselijke Gierigheid.
In de gebuurte van den Burgemeester woonde destijds zekere
Stupites Brunnec-1, een rijke jongman, zeer vriendelijk en beleetd,
maar bij wie de gierigheid to; haar uiterste palen was gedreven. Van
jongsaf had de gelddorst zijn hert overmeesterd; en deze ondeugd
was met de jaren aangegroeid, alhoewel zijn brave Ouders hem
hierover dikwijls hadden berispt.
Geld hebbe», altijd meer en meer geld, goud en zilverstukken
zien, zijn vermogen vermeerderen, dit was zijn eenige maar onver-
zadelijke drift.
Zijn vader en moeder stierven vroegtijdig en hij had geen ander
naaste maagdschap, dan zijne eenige zuster Angelia, getrouwd met
Amandus Ponsel, broeder van deh Zwarten Advokaat en die zich
te Gent hadden gevestigd.
't Is onverstaanbaar hoe de gierigheid iemand kan verblinden
en onmeêdoogend maken.
De rijke jonkheer Stupites Brunneel had er vreugd en lust in,
dat de echtgenoten kinderloos bleven, en toen bij op zekeren dag
de tijding ontving dat zijn schoonbroeder Ponsel schielijk was
overleden, dan veranderde zijne droefheid in blijdschap, bij het
hooren dat de overledene al zijne goederen aan zijne weduwe had
overgemaakt. Nu ging niet alleen de fortuin der Brunneels gaaf en
ongeschonden blijven, ja jaarlijks veror.erderen, maar al 't vermo
gen van Advokaat Ponsel was erbij.
Hij raadde zijne zuster aan, van Gent te verlaten en bij hem in
Aalst te komen inwonen; het ouderlijk huis was groot en uitge
strekt, en de weduwe kon er wonen op de manier dat zij het wilde
en begeerde.
De gierigaard smeet een bliekske uit,oqi een snoekskc te vangen.
Anders te gierig om te eten, deed hij nu een betere keuken, teneinde
zijne zuster te believen en haar in het Vaderlijk huis te bewaren.
Maar een schrikkelijke slag viel, vijfmaanden nadien, op 'thert
van den gierigaard.
Angelia ging een erfgenaam van haren naam en van hare fortuin
hebben. Voor haar was het esn overgroot geluk, toch dezen troost
in haar leven en deze gedenkenis van haren overleden echtgenoot
te zullen genieten. De gierigaard liep het hart verscheurd, de ziel
gefolterd, he! hoofd met allerhande gedachten gekwollen.
Een kind! een erfgenaam! hun geld laten verdeeld zien, wie
weet in hoaveel deelen; al zijn droomen verijdeld
De rampzalige was iijk genoeg om te leven, 200, 5oo jaran; zorg
of kommer moest hij niet hebben; en in plaats van te genieten het-
gene de Goedheid Gods hem schonk en vaa zijn lijdende Medebroe
ders te helpen, hij zuchtte nu van den morgend tot den avoad en
zocht n ar middelen om uit dezen droeven toestand te geraken
De middelenSatan, de booze geest lag op zijnen toer en blies
hem in, dat er geen ander middel was, dan het kind zijner zustor
zoohaast het ter wereld kwam, te doen verdwijnen. Die eens zijn
hert aan een ondeugd vastkluistert, deinst voor piets achteruit.
Stupites verwierp in 't begin die misdaad; de stem van zijn gewe
ten liet zich hooren; zijn hert zegde hem dat die mo der zijne zus
ter was, dat die zaak kon uitkomen; dat de galg daarop stond; hij1
aarzelde; maar de Duivel der Geldzucht, die in hem zat, sprak met
zulke kracht en verleidelijkheid, dat de wrek eindelijk een afschu
welijk besluit had genomen.
Vogelen van eender veeren vliegen geerne samen Stupites had
voor knecht zekeren Thomas Carno, die even geldzuchtig was als
zijn meester.
't Was nacht; een nieuwe wereldbewoner had in dit rijk huis het
levenslicht gezien; de gelukkige moeder dankte God in al de uit
storting van kaar liefderijk hart en in de kamer daarneven zat
Stupites met zijnen knecht Thomas. Hier, de hemel; daar de hel;
hier,de reine braafneid en een schuldeloos schepselken; déar, twee
verworpene zielen, die niets kennen dan geld en goed.
De meid,zekere Rosalia Van Dalen, eenarm weesken, moest juist
naar benenen om iets voor hare mees er. sse te halen; voet bij de
kamer van M. Brunneel gaande,hooit zij klappen enuit ingebsrene
nieuwsgierigheid, blijft zij een oogenblik aan de deur.
Wat hoort zij
Dit kind, zegt een stem, en 't is de stem van M. Stupites.die
haar van 't begin een hevige schrik bad ingeboezemd;dit kind moet
verdwijnen, dezen nacht!
Gelijk Mijnheer wilt.
Wij zijn hier niet ver van 't kerkhof, ge gaat erheèn, ik
zal u de deur openen en blijven wachten, op 't kerkhof is heden
een kindje begraven; gij zult, luistert wel,Thomas, ge zult dat
doodkistje opdelven en mij brengen
Maar de kinderbewaakster, M., die op de kamer waaki?
Daar gelast ik mij meê; ze zal slapen, als gij weêrkomt; wij
leggen dit dood kind in de plaats van l levende en morgen zal men
denken dat 't kind mijner zuster overleden is.
Maar Wat is er nu?Gij gelast mij met zulke zonder,
linge boodschapOch, op een half uur is alles gedaan en uw be
looning zal groot zijn... Kom niet gevreesd, 't moet zijn!...
De meid Rosalia liep weg,ter dood verschrikt, en 't was tijd, want
aanstonds nadien hoorde zij eeB voetgetrappel inden gang... Wat
gedaan? Haar meesteresse verwittigd! Dit was haar plicht; maar
zij vreesde zelve vermoord te worden, indien zij een enkel woord
sprak. En toch wilde zij iets doen om 't kindje te redden of nadien
te doen herkennen!.. Zij nam dus een harer gouden ®orsling6rs,
maakte hem va.t aan een zijden lintje en ging op de kamer; de kin
derbewaakster sliep; zij kustte teèrhartig het wichtje, maakte een
kruis op zijn voorhoofdeken en deed het lint rond den hals,opzulke
wijze dat het hemdeken alles bedekte. Arm martelaarken, dacht zij, t
mocht Ons Heer en zijne heilige Moeder u bewaren!
Terzeivertijde sloop rr een schaduwe de deur uit, met benauwde
schreden naar 't kerkhof, dat in dien tijd nog rond de Sr Martens-
kerk was gelegen. Thomas Carno, de knecht van den Woekeraar
was een onbeschroomde kerel, m^ar een lijk gaan stelen, 's nachts
een lijk gaan ontgraven, zulk werk kon hij niet verrichten, zonder
van schrik en wroeging bekropen te zijn. Na, als een inbreker,ge
luisterd te hebben.klom hij den muur over,ging voorbij den Calva
rie, zonder naar de beelden of naar de doodshoofden te durven op
zien; aan den put zijnde,begon hij te graven en had weldra het kin
derlijkje gevonden; hij vulde den put weèrom, bracht alles in orde,
gelijk hij het gevonden had, reeds stak zijn hoofd beven de kerk
muur, het doodkistje onder denlinker arm, toen hij gerucht hoorde
en twee schaduwen zag. Was het een wrekende nachtspook, dat
hem over zijnen schandelijken roof kwam straffen Thomas liet
zich terug op 't kerkhof glijden en hoorde nu 't gebas van e;nen
hond. De twee gedaanten bleven stil. Jaak, zegde de eene, er is
daar onraad, uw hond blijft staanOch neen, sprak de andere,
't zal Pikar zijn, die a-hter katten zit... Dit zeggende schuifelde
hij op zijn hond,die terugkeerde en ze vervoorderdan hunnen weg.
De lijkendief bleef stil, tot alle gerucht was verdwenen; dan
klom hij wéér de kerkhofmuur op, keek met schuwen nek rechts en
links; niemand ziende of hoorende, daalde hij neèr en eenige 00
genblikken nadien was hij bij den Woekeraar.
Deze was niet werkeloos gebleven; hij had de kinderwaakster en
't kind in slaap gekregen en nu ging hij op zijn taenen naar bovea
om de kinderkes te verwisselen, het lijk in de plaats van dit gezond
bleeiken te leggen. O geldl o geld hoe moet gij toch den mensch
kunnen ontaarden en versteenen, om hem zulk schelmstuk in te
geven. Een moeder, zijne zuster van baar teêrgeliefde kind beroo-
ven!... De bewerking ging ras voort, en op zulkdanige wijze dat
de verwisseling niet kon bemerkt worden Tien minuten nadien
slopen de wrek en zijn dienstknecht als twee he.lsche schimmen
laags het hofpoortje veldwaarts heên.
Zij begaven zich omzichtiglijk naar der. Gentschen Steen weg, al
waar zij nevens den steeaput van 't Oud Roklijf bet kindje indelf
den, gelijk wij in een vorig N' hebben gezien. Gelukkiglijk dat baas
Goris juist dien nacht in zijn eenzaam en nog onbewoond kuis ver
bleef en in slaap niet gerakende, in zijn venster stond te rocken.
Hij zag de lndelving, meinde een schat van goud en juweelen te
vinden en kwam bijtijds om dat kindje te redden; hij nam het aan;
de lijnwaadkoopman Karei Steenspecht wierd deszelfs Peter en dit
kind bracht vreugd cn blijdschap in het huis der jonge Echtgeno
ten. De moeder-weduwe, reeds ziekelijk, stierf bijna van schrik, als
zij de dood van haar kindje vernam. Doch ze verbeterde langza
merhand en de Gierigaard had een schelmstuk te min op zijn ge
weten. Hij leed nogtans schrikkelijke folteringen, denkende dat hij
het eenig kind zijner zuster levendig had begraven. ('t Vervolgt
LATER NIEUWS. Maandag ten 10 ure, Groote Kerkelijke
Plechtigheid te Berlare; de E. H.Heirman, Missionnaris van China,
die in zij» geborteplaats zijn Eerste Solemneele Mis kant celebree-
ren. Tot Aken is een grossartige feist gevierd; d'intrede van den
Aartsbisschop van Keulen; de Germaansche harten gingen open, en
lieten een oorverdoovend Hoch! hooren ter eere van des Kerkvoogd.
Eindelijk is de werkstaking te Decazeville geëindigd; zij heeft
108 dagen geduurd; meesters en werklieden hebben schrikkelijk
geleden; er zou sedert lang een goed akkoord getroffen zijn, zonder
de opstokingen der Anarchisterij, dat niets betracht dan onrust en
troublementen... Wij moeten overal oppassen, menschlievend zijn,
de raadgevingen van den Paus en van deGeestelijkheid volgen, oiin
vele landen kan 't nog schrikkelijk stuiven. Hofstade, aan deu
Dender heeft nu o >k een halte gelijk Astene aan de Leie, en die
Statie wordt veel bezocht, en men hoopt een koopworen-lossing te
hebben, want Hofstade Jcst jaarlijks circa de 400 wagons. Men
ooet't Volk leeren op een deftige wijze zijn vermaak nemen; daarin
zijn de Duitschers en d'Amerikaners ous verre tevoren. Alle Reizi
gers herkennen dat. Men schrijft ons uit Gent, dat men niet ge-
looveu kan,welke listen en bedriegerijen en schandalige middels de
Geuzen gebruikt hebben, om de Kiezers te misleiden... Is dat te
verwonderei Z'hebben in den tijd valsche Mandementen gemaakt;
z'hebben 6 slechte Kieswetten in hun voordeel gemaakt; hun eenig-
ste oogwit is: .Meester te zijn,om slechte wetten te maken en de
Volkeren te pluimen en te ch igrineeren. De vreemde Munten.
Opgepast! De gangbare muntstukken zijn de Belgische, Frausche
Zwitsersche, Itaiiaansche en GriekSche. Oas Ministerie komt
de rechten op de Vaarten van den Staat te verhinderen lot 100,000
fr.; de afslag op de vervoerprijzen van den ijzereuweg zal 2 mil-
lioen fr. beloopen; de lakten op den Tabak zijn 200,000 fr. ver
minderd; de accijns-rechten op de sterke dranken zijn 2,3oo,ooo
fr. verminderd; wij komen dus reeds tot een lasten vermindering
van 3,25o,ooo fr.
D'Herkiezing van dijnsdag:
Weêr 'ne zetel gewonnen, te
Charleroi; ze beginnen daar
klaar te zien bij 't lich' der
brandende kasteeleen en fa
brieken! De Vrijdenkerij is
zand in de soep. Nu zetelen
er nog in de kamer, laat ons
zien ge moogt bijna 'ne ver
rekijker bezigen, om 't kud
deken liberalen nog te zien:
En ze zijn van schrik tegen -
eengeplakt. Er zetelen daar
thans 83 katholieken,15 inde-
pendenten en 40 liberalen...
Viva onsNu met eendracht
met iever en kracht gewerkt
en 'tkatholiek Belgie is gered.
Men kan reizen met liet
lichaam of met den geest;
die naarLourdes in Fraak-
rijk wil gaan, zonder zijn
huis te verlaten en m«t
lustige plezierige gezellen,
koope 't Reisje naar
Lourdes door 3 VJaamsche
Jonkheden.
Dat zijn nog boeken die
deugd doen en verzettelijk
zijn.
Dit Reisje kost maar
0,75 c.
'T BOEKJE
van den
ROOZENKRANS,
voor éen 0,15
voor 50 6,00
voor 100 11,00
De prijs is zoolaag mo
gelijk gesteld voor de ver
spreiding; geen nuttiger
boeksken kan men in ae
zen tijd verspreiden dan
't boeksken van den Roo
zenkrans.
De Devotie tot het H.
Hert van Jesus 0,1.5
Voorbereiding tot de
Dood of Overwegirgenop
de Eeuwige Waarheden.
Gebonden in leêr, met
schoone roode sneê, als
kerkboek 1,80
Dit is voorzeker een der
belangrijkste werken van
St Alphonsius de Liguori
en allerbest geschikt om
in het herte goede gevoe
lens te prenten.
Beoefening der liefde
tot Jesus Christus voor de
zielen die verlangen hunne
zaligheid te verzekeren en
naar de volmaaktheid te
streven.
Ingebonden rood op
sneè 1,40
Van dit werk schreef
Mgr Dupanloup
Het is een meester
stuk van zalving en gods
vrucht, waardig overal
naast de Navolging van
Jesus Christus geplaatst te
worden
Gelijkvormigheid mot
den wil van God, 64 bladz.
Prijs 0,15 c.
Gulden boekie, welk de
H. Alphonsuszfch in zijne
laatste jaren, toen hij niet
goed meer kon zien, zich
gedurig deed voorlezen.
Goddeloosheid.
Ach,wat is er slecht
jong volk, hedendaags
Te Bru-sel, onlangs, op
den Madeleinen steen
weg, in de Kerk der Pa
ters Redemptoristen, ee
nige straatbengels had
den al spelende affichen
in brand gestoken, er
was veel rook in de kerk,
en wat <r tbeurt er? Stu
denten ran daar bui
ten, ze blijven voor de
kerkt' t', ze roepen met
vreu enjubilatie: Een
Kerk die bra dtl Een
Kerk die brandt!!!..
Welke jonge schrikke
lijke boosheid!
Te Spi is Dijnsdag
een der bijsonderste li
beralen, M. Victor
Dehesselle, doodgeval
len, als hij uit de Kies-
ztal slapte. De Ko-
niog van Beyeren die
verdronken is, was se
derl lang krankzinnig.
Gauchet, die te
Brussel in een slecht
huis, een mensch bijna
vermoord heeft, is in
St Pieteis-Hospitaal 0-
verleden. Tot An-
derlues, aan de mijn
Viennois, is een ont
ploffing van dynamiet-
Er is veel huis-schade.