De Zwarte Ateaat.
CONGRES- VA RIA
Boekwerken
Gaston
Dlaukaei't
Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw,
naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT.
i3
XIII. Twee mensched gered.
Men beleefde op 't Pachthof van Pachter Speykers en in 't Oud-
Roklijf angstige dagen.
Indien Mr Steenspecht genas, alles was wel; de onschuld van
baas Goris zou opentlijk verklaard en veropenbaard worden; maar
moest hij sterven, welke duisternis, welks moeielijkhedenZou de
Schout van Aalst niet gedwongen zijn, den baas uit 't Oud-Roklijf
te doen aanhouden En zou Deurwaarder Snakkers niet afkomen
met zijn verpletterende getuigenis?
Om dien gast kwijt te geraken, had M. Steenspecht te Wetteren
in d'Afspanning woorden gezegd, verpletterend voor baas Goris en
zijn huisgezin: a Ik heb dit geld niet! Ik ben niet genegen baas
Goris te helpen! En daags nadien, daags nadien, Goris heeft het
geld! Goris toont den geldbeugel, en de Eigenaar ervan is uitge-
plunterd en bijna vermoord 1
Baas Goris steude altijd op zijn eerlijkheid, op zijn volkomene
onschuld, maar beken met ons, achtbare Lezers, dat zijn toestand
zeer netelig was en akelig wreed zal worden, indien de lijnwaad
koopman niet geneest
Twee, drij, vier, vijf, negen dagen gaan voorbij... Geen verande
ring in den toestand.
Eiken morgend ko;fat de Docteur zien, eiken morgend; is er hoop
hij zegt het niet... Maar hij behandelt met bijzondere zorg den lij
dende en dat staat Pachter Speykers aan,en dat vertroost de diepbe
droefde Karei; in dat braaf huisgezin, men wedieverdeals om strijd,
om den zieke op te passen.
De tiende dag was aangebroken; M. Steenspecht lag daar nog al
tijd in denzelfden toestand; dien morgend, de Pachter, zijn vrouw,
hun dochter Lucia en Karei zagen er bedroefd uit: de wangen, gis
teren nog eenigzins roosachtig, waren nu bleek geworden; en ze
vreesden;en de jongeling had zich naismoedigd op eenen stoel laten
vallen.
De Dokter kwam, allen sprongen recht. Nauwelijks had hij de
gordijnen van t bed weggeschoven, toen hij uitriepHij is gered
- Karei wees naar da bleekte van 's lijders aangezicht. Ge vindt
hem zeer zwak, niet waar vroeg de Doktor. Ja, knikte Karei
mistroostig Welnu, die zwakheid redt hem; dezen nacht heeft
de koorts hem verlaten... Nu heb ik groote hoop, bijna zekerheid
hem te zullen redden.
Uit het diepste van aller herten ging een God zij gedankt op en
een vreugdegevoel vloeide door d aderen. Karei was zoo opgetogen
dat bij den Locteur aan den hals zou gevlogen hebben, en nauwe
lijks had de man der Geneeskunst de kamer verlaten, als het viertal
in de kamer zelve op de knieën viel, om den Heere God door een
hartelijk gebed te zegenen en te danken. Het Onze Vader
weêrklonk in de kamer,en wonder geval! toen de laatste woorden:
Verlos ons van den Kwaden, uitgesproken waren, kwam er een
stem uil 't ledikant en men hoorde bescheidelijk dat M. Steenspecht
antwoordde AMEN.
Mijn Peter! mijn Peter I riep Karei, hem aan den hals vliegende!
o welk geluk! ge zijt genezen! gij spreektoch God, g'heel mijn
leven zal ik u daarvoor dankbaar zijnl
En op hetzelfde oogenblik hoorde men 't gekwetter der Exster,
en ze vloog tegen de venster; men opende en Jantje d'Exster kwam
in de kamer gevlogen en vrolijk haar vleugels slaande, nam zij
plaats op den schouder van Karei Steenspecht.
Zeg, Vrienden, waren dit geene genoegelijke oogenblikken? M.
Steenspecht zag rond, men verhaalde hem waar hij was; hij dankte
God, liet zijn oogen met welbehagen op dit braaf huisgezin vallen,
en sliep weldra gerust in, met d'Ekster op zijn hert. Hoe was die
Ekster daar geraakt? Zear eenvoudiglijk. Haar meester Karei weg
zijnde, had de vogel in 't Oud-Roklijf geen rust en was heèn en
weêr gevlogen in alle richtingen, nu hoog dan laag, scherp opziende
of hij nergens den Meester ontwaarde. Den negenden dag 's avonds
had Jantje de jonge Karei bemerkt in den hof en vloog aanstonds
bij; doch geen Karei te zien; niet geruimd, daar gebleven; 's mor-
gends naar de venster gevlogen; 't jong Meesterken gezien, en door
t gekwetter en beweging der vleugelsd'aandachtopgewekt,ziedaar 1
Na eenige uren geslapen te hebben, antwoordde de lijnwaad
koopman; hij was beter, veel beter, zonder koorts en zelfs met eet
lust; met vreugd kwam de Doktor het welgelukken zijner pogingen,
onder Gods bijstand, bestatigen. Nu, dat de koorts weg was, en de
won len genezen, nu kon men met vrucht en goed gevolg werken
om den uitgeputten man de krachten terug te geven.
De blijde tijdirg wierd naar Aalst gezonden dat de zieke tot de
spraak was gekomen en op goeden voet van herstelling.
Welke vreugd in 't Oud Roklijf 1
Reeds 's anderdaags achteraoen bleef er een cheese staan aan de
Pachthoeve, nabij Wetteren; er stapten uit: de Onderschout van
Aalsi met Wets Doktor en Greffier.
Ze kwamen den zieken ondervragen en wierdsn dadelijk bij zijn
bed gebracht.
M. Steenspecht wist dat die wetsvorm moest en ging plaats grij
pen. De mannen der Wet steldeofhem gerust en voegden erbij dat
hij zich niet mocht ontstellen, en zoo het hem te lastig viel, dat ze
zouden terugkeeren.
De Gentenaar begeerde aanstonds ondervraagd te worden, zelts
op zijnen eed, en hij antwoordde met groote kalmte.
Wie hem aangerand had en gewond
Een marskramer, welken hij nog meermaals op de baan had
ontmoet.
Hoe oud i
Kan niet wel zeggen, denkt een man van middelbarigen leef
tijd.
Diefstal was de drijfveer
Ja diefstal, doch zonder eenige opbrengst, vermits hij, voora
leer Wetteren te verlaten, zijnen geldbeugel aan Goris Verschepen
uit Aalst-Schaarbeke bad toevertrouwd.
De Onderschout bekeek hier den Wetsdoktor.als om hem te vra
gen: Zouden wij meêdeelen dat Goris verdacht is geweest vandiefte
en moordpoging Maar de Doctor deed met d'oogen teeken van
neen. En nu vroeg de Onderschout, of er nieis gebeurd dat tot de
opspeuring der moordenaars kon dienen?
Jawel, antwoordde M. Steenspecht, vooraleer mijn bewust
zijn te verliezen, heb ik op den moordenaar geschoten en hem ge
troffen, want hij kermde.
Geschoten met een pistool
Ja met een pistool, dat hij uit zijnen zak had laten vallen.
Heel zeker? denk er wel opEr is geep pistool ter plaats ge
vonden
Heel zeker, ge moogt er gerust op zijn, Mren; en de Greffier
teekende alles aan, waarna de Heeren den zieken veel geluk
wenschtten en een spoedige volkomene herstelling.
Goris was dus ganschonplichtig; maar de Marskramer, wie mocht
hij zijn? waar mecht hij zitten De zending der Heeren van 't Ge
recht was afgeloopen; nogtans, vooraleer den weg naar Aalst in te
slaan, deed de Onderschout naar d'Afspanning Het Gulden Hoofd
te Wetteren rijden. Daar ondervroeg hij den Baas over al de per
sonen welke dien dag en avond in zijn herberg geweest waren en
de Greffier teekende alles zorgvuldig op.
Juist toen zij d'herberg verlieten, stapte er binnen de Deurwaar
der Snakkers Goeden dag, heer Onderschout, zegde hij, eene
diepe buiging makende, wat geluk u hier te ontmoeten
Maar hij kreeg de scherpe antwoord, dat de Onderschout ook
gelukkig was hem aldaar te ontmoeten, dat M. Steenspecht, tot
spraak gekomen zijnde, de volledige onschuld van baas Goris had
doen blijken,
Ei, M\riep Snakkers,ik die zou gezworen hebben dat hijplich-
tig was
Ja, sprak de Onderschout, uw dwaas gebabbel heeft dien eer
lijken man doen vermoeden.
Och M. de Magistraat, ge moet toch bekennen dat er redens
toe waren, zware redens; en zie, 't zou mij spijten de vriendschap
van Goris te moeten verliezen... Als Ued. mij toelaat!
Toelaat wat
Hoort, ik moet juist naar Aalst, dadelijk, en zal de goede tij
ding naar 't Oud Roklijf dragen, Wees zoo goed mij een regelken
geschrift meê te geven. Op zulke wijze is alles vereffend.
De Magistraat van Aalst grimlachte over dit schrander voorstel,
doch liet zich gezeggen, gaf 't brieken en voegde erbijGa, dat
deze zaak u tot les diene en tracht een deel te herstellen van het
kwaad dat gij die menschen hebt aangedaan
Onwetend! M. de Onderschout, zegde Snakkers. ('tVervolgt.)
Werkman, toal nieuws in de wereld 1
Keizer Willem viert dijnsdag zijn verjaardag;
dan zal hij naar Buda-Pest den eersten steen van
een kasern gaan leggen en aldaar een politieke rede
voering uitspreken; Rusland en Engeland liggen te
sagen en te sarren; Rusland loert op vergrooting en
men verwacht een machtig woord van den grooten
Willem om den Vrede te handhaven. Oostenrijk en
Duitschland zijn als twee handen in één schotel; in
Engeland is veel gewoel over Ierland en d'Ierlan-
ders roepen altega&r: Vrij of doodOns Recht moe
ten wij hebben, en zullen niet rusten vooraleer wij
ons Recht bekomen hebben
Hoe is 't nu te Hoornen T
Te Room en? Paus, ons Opperhoo-d, de
v,„ Stadhouder Christi, de Opvolger van Sinte Petrus,
V Leo XIII, werkt ieverig aan de belangen der Kerk;
nu gaat hij eenen Nuntius stellen in China in
Duitschland heeft hij velt Bisschoppen benoemd
met een Vaderlijk oog volgt Hij de gebeurtenissen
x FrankrijkjHij bidt en Hij vraagt dat men overal zou
f Vk-v bidden, overal zou vaderlijk bestieren, overal zon
milddadig en edelmoedig zijn,overal het Jaar van Jubilé zou waar
nemen.
Waarom schrijft gij hij mei een H hoofdletter
Uit eerbied voor de weerdigheid, voor 't hoogste gezag dat er
in de wereld bestaat. 't Is immers de Paus, die de Waarheid in
de wereld behoudt en die het Recht en de Vrijheid der Volkeren
vraagt en verdedigt.Uit eerbied voor de weerdigheid...Napoleon I
herkende het te Sint Helena: Mijn groote fout, zegde hij, is geweest
van den Paus aan te randen. Eerbiedigt den Stadhouder Christi,
zegde hij tot generaal Bertrand en graaf de Ret nel, eerbiedigt den
Stadhouder Christi; bedroeft, vervolgt den Paus niet, of de wraak
nemende hand van den Goddelijken Voorstaander van den Stoel
van Petrus zal u verpletteren!... En Napoleon III, in 1871, nabij
Sedan op 't Kasteel Bellevue zijnde, om zich aldaar krijgsgevangen
te geven aan Keizer Wilhem, Napoleon III zegde tot Graaf de Re-
thy die hem gewaarschuwd had, dat hij den Paus niet mocht verra
den: Graaf, zegde hij, had ik uwen raad gevolgd, ik zou mij hier
tegenwoordig niet bevinden.
En hoe is 't nu in Bclgenland
Hoe zou 't zijn? Men vreest.
Wat vreest men 1
De Socialisten en d'Anarchisten, die Zo* lag op Half-Oogst
te Brussel gaan bijeenkomen Z'hebben reeds op verscheide plaat
sen/ *w«eerd met de Roodejj Vlag e go. a.jjte Gentjjzondag laatst.
Nota bene, algemeene
regel, berich- en kennis
geving, al wie boeken
koopt voor eke 25 c., is
er een Litanie bij
't H. Aanschijn.
DE H. ROCHUS EN
ZIJN EEREDIENST
door E. H, Van do Put'
Pastoor teDenderhouteo,
e*-n schoon voihandig
boekdeel met versierden
omslag, prijs 1,00
E -''-r heeft men 't leven
van len H. Rochus, dan
hoe en waar hij in de
Vlaandetenvereerd wordt
en de Gebeden eu Lita-
niën te zijner eere.
Elk zal dit boek willen
in huis hebben, want er
ku nea tijden komen dat
wij Sinte Rochas zullen
te voet moeten vallen.
Te koop in ons Bareel
en franko verzonden; dos,
wie 1 fr. zindt, ontfangt
's anderdaags dit rnerk-
weerdig en belangrijk
Leven.
Vlaamsche Keukenboek
l,oo
't Beste Kuopmans-Re
ken boek 1,00
De Kroon des Hemels
2,oo
Kabinet-Sekrctaris l,oo
Baekelana l.oo
Uilenspiegel 0,50
Nieaw Tooverboek o,5o
Reizen naar den Noord
pool 1,00
Opkomstder Stoomtuigen
l,oo
ATTENTIE. Decs iaar
zal verschijnen 't Boekaee
of de Eerste Binders van
Vlaanderen.
Blijft te koop:
JAN CLERKER of de
Laatste Binders, dit hoogst
merkweerdig Boekdeel,
prijs 2,25 franko 2,50.
't Kasteel der Verdob-
11 en is, 2,00 franco 2,2 j
Bij M. S. Leliaert Siffer
en Cni* te Gent :s sch
nen een allernuttigste
boekje, getiteld
Handboekjevan 'tVer-
bondter bevrijding der
Vrijmetselarij.
Paus Leo XIII, na ken
nisgen men te hebben van
dit boekje, zegde: «Men
moot d*ze waarheden
overal en op alle manieren
deen kennen, ze aan
't Volk doen begrijpen en
voor iedereen verstaan
baar maken, en dit boekje
bij duizendtallen versprei
den.
De prijs is voor 1 10 c.
Yoor 5o 4,00
Voor 100 7,00
Voor 1' J 50,00
En 't o daarbij.
De D :ugd voor alle
staten.
Dit boek, 1 meester
stuk van Pater Hille-
geer, zaliger, kost maar
0 7 centiem-n. 't Is zoo
goed koop gesteld, opdat
elk het nemen zon.
De Nieuwe Likeurstoker
2,oo
ELST.Booze Kerels
hebben Zondag nacht,
gausch den wijmenler der
kindfai-oa De Clercq ten
gronde verwoest. Die
laffe daad greep voor de
derde maal plaats, Karei
de oudste zoon, gerucht
hoorende, liet een schot
in de lucht, en Btelde zoo
de daders ter vlucht. Men
boopi. in 'tkort die eigen-
domstoorders voor de
Vierschaar te kunnen