De Zwarte AMaat.
Boekhandel
De mannekesuit de Maan,
Bulgarië.
Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw,
naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT.
10
XVI. NAAR T KROONTJE.
P. S., riep de Zwarte Advokaat uit, wel, 't zijn de twee eer
ste letters van mijnen naam
Van uwen naam, Mr 1 sprak Passchierken, bleek wordende,
hoe is dat mogelijk I
Laat mij denken, zei de Advokaat... Ja,... k ben er,... vroe
ger had ik twee pistolen gelijk het deze;... ja.aan M.Stupites Brun-
aeel, die altijd veal geld in huis had en ongerust was, heb ik die
twee wapens gegeven..,. Nu zijn wij er I
ja maar, mijnheer, hoe is dit wapen in d'handen van eenen
schelm overgegaan
Passchierken, ik ging mij dezelfde vraag doen... En hoe
kunnen we dat weten? Wel, zeer eenvoudig, met bij M. Brunneel
te gaan en hem dit wa en te toonen... De nacht brengt raad bij
wij zullen zien, morgenjmaar beste jongen, gij zult honger hebben!
Zekerlijk, meester, en grooten honger I Ge kunt nu wat
speistersn, ik ga slapen, tot morgen!
's Anderdaags was de Zwarte Advokaat vroeg te been en na zijn
ontbijt genomen te hebben en met Passchierken een poosje geklapt,
trok hij recht naar 't huis^ijner nicht Angela, en vroeg daar om
aanstonds Stupites te spreken.
De Woekeraar, hoorende dat de Zwarte Advokaat hem zoo vroeg
begeerde te zien, versch ot geweldig... Er is geen vrede voor de
goddeloozen... Stupites zag gedurig 't kind zijner zuster dat hij in
een doodkistje had gesteken en aan 't Roklijf begraven 's nachts
had hij dikwijls vervaarlijke droomen en bij zijn ontwaken was hij
vermoeid en afgemat, leed aan zinsverbijstering en ging dan in de
velden dwalen als een krankzinnige. Geen Docteurs konden hem
helpen, omdat hij de oorzaak van zijn lijden zorgvuldig verzweeg.
Telkens dat men op zijn kamer kloote.meinde hij dathetgendarms
waren die hem kwamen halen, of duivels die hem gingen in den
afgrond rukken Een schuldeloos kindje, 't leven en de vreugd zij
ner zuster vermoorden, uit geldzucht, hij die zoo rijk was Elk
kind, dat hij zag, was hem een var wij ting en een wroeging...
Hij verscheen dus bleek en treurig in zijn kantoor en verbleekte
nog meer als de Zwarte Advokaat hem dit Pistool toonde. Hij ver
klaarde het te herkennen en voegde er bij, dat het uit z^n lessenaar
gestolen was door zijn oude knecht Thomas Carno, die na zijnen
dienst verlaten te hebben, marskramer was geworden.
Marskramer, riep de Zwarte Advokaat uitwij hebben onzen
man! Ja, 't is hij, de moordenaar! De moordenaar, kreet Stupi
tes, en zijn beenen waggelden onder zijn lijfDe Advokaat legde
hem dan de misdaad uit, op den Gentschen Lijnwaadkoopman ge
pleegd en hoe zijn discipel Passchierken aan dit oud Pistool was
geraakt. Geen twijfel meer, zegde hij, wij hebben den dader. En
ge gaat er achter? vroeg Stupites. Zekerlijk, heden nog, zonder
uitstel; de booswicht moet gestraft worden!.... De zweetdruppelen
lagen op 't voorhoofd van den Woekeraar en hij kon zijn aandoe
ning niet verbergen.. 't Kwaad moet gestraft worden, vriend,
maar... maar zorg dat ik voor 't Gerecht niet moet komen om tegen
den schelm te getuigen; want ik vrees hem te zeer
Hiermede nam de Zwarte Advokaat afscheid van den rampzali
gen en ging nog hier en daar in de stad eenige bezoeken doen
thuis komende vond hij Passchierken reeds van de jacht terug en
voorzien van eenen vetten haas: Meester, vroeg Passchierken,
wat gaan wij doen? Naar M Jle gaan wij, heden nog Den
moordenaar doen vangen! Dat zullen wij nog zienheeft hij
rechtzinnig berouw, het kan nog anders geschikt worden... Pas
schierken. ik wil hem zien en spreken Meester, gaan wij te
voet? 't is zoo wijd voor u! - Hoort, terwijl gij het eten gereed
maakt, zal ik bij M. Tack gaan zien, of we zijn rijtuig kunnen
hebben...,
Korts na den noen, zag men den Advokaat en Passchierken de
Nieuwstraatpoort uittrekken te voet, het rijtuig van M. Tack had
men niet kunnen krijgen, te voet, want in dien tijd waren de men-
schen niet verveerd van 4, 5 uren te voet af te leggen. Ze stapten
goed aan, al koutende, en hadden waarlijk vreugd en lust in de
vrije genoegelijke buitenlucht...
Ondeitusschen-had er in 't Kroontje een akelig tooneel plaats; de
mensch, eens op den weg der misdaad, deinst voor niets achteruit,
en we zien hier weêr hoe Thomas Carno dieper en dieper den af
grond inzakte.
Hij zat daar nu, gekwetst en afgemat, op 't kamerken, waar men
hem een schuilplaats had gegeven; de Poeljenier, Pieter Slachbant
had hem gezegd aan wie hij de Pistool had verkocht; en aanstonds
had hij geraden dat de bouwkundige niemand anders was dan het
vernuftig Passchierken,en alles aaneenknoopende,hoe hij 't Pis ooi
bij zijn oude meester Brunneel had gestolen, hoe Je Zwarte Advo
kaat wist dal die Pistenen daar waren, zoo begon hij het allerergste
te vreezen en zag reeds door 't vensterken of er geen Hairenmutsen
op hem afkwamen.
Schrik en angst bekropen hem; hij wiurd bevangen en gejaagd
hij zag reeds 't gevang, de beulen, de galgNeen, neen, riep
hij uit, neen, neen! ik wil niet sterven! ik wil en zal vlucht.n en
mij bekeeren, later.... Nu moet ik geld hebben..Naar een groote
stad zal ik gaan, mij kleeren koopen, naar Antwerpen trekken, op
een zeeschip gaan tn naar de Niéuwe Wereld gaan wonen... Daar
zal ik gerust en veilig zijn... En de ongelukkige meende reeds dat
hij t Antwerpen op een schip stapte, dat dit zeeschip de zee instak
en hem meer en meer verwijderde van dit Europa, waar de grond
wraak riep tegen hem.... Amerika! Amerika! dacht hij; vrij en vei
lig zijn! Hoe gelukkig zal ik daar zijn!... Hoe gelukkig! ach,
ellendigaardl indien gij dier. worm uit uw hert kondet rukken, ja!
maar die v.orm zal u altijd en immer volgen en uj meer en meer
pijnigen!.*.
Geld moet ik hebben, riep hij uit, en hoe zal ik daaraan gera
ken! Hoe?... Veelgeld moet ik hebben Indien ik bij Stupites
Brunneel, mijn oude meester ging, indien ik hem dreigde van alles
uit te brengen Maar de schurk is de gierigheid zelve; hij weet
dat ik hem niet kan vérraden, zond r mijn eigen aan de galg te
helpen.... En ik wil niet sterven in mijnen staat!... Geld, ge d!...
Ha, Pieter Slachbant is weg; in zijn slaapkamer staat een kiste;
in die kiste ligt geld, veel geld, Slachbant zit er wel in bij doet
veel aankoopen en ik zal dit geld stelen en het later tiendobbel uit
Amerika terug zenden, want daar zal ik werken en eerlijk leven. Dit
is mijn laatste diefstal
Eens dit voornemen gemaakt, stond hij recht en begon zich moe
dig aan te kleeden, bij zichzelven overleggende hoe hij best den
man zou gaan bestelen die hem zoo gulhartig bad behandeld.
Inderdaad, Pieter Slachbant twijfelde niet of Carno wilde zich
rechtzinnig bekeeren, en daar hij hem te veel goed had gedaan om
te kor.nen vermoeden dat deze schurk hem zou hebben geplun
derd. betrouwde hij hem ten vollen.
Wanneer de Pwuljeniers zich met drie of vieren ter markt bega
ven was bet eest na zonnenondergang dat zij vertrokken. Die
vlijtige menschen die toentertijde geenen ijzerenweg ten hunnen
dienste hadden, reisden dikwijls met hun hot op den rug den gaa-
schen nacht, om's morgens bijtijd op de markt te kunnen zijn.
Carno wist dat Pieter Slachbant 's avonds hetzelfde zoude doen en
hij wachtte ongeduldig naar het einde van den dag s middags
TE KOOP IN ONZE
BUREELEN:
De Kroon des Hemels, ot
de weg eu 't beschrijf der
Hemelkhe Glorie 2,00
't Groot Martelaarsboek,
of heldhaftig gedrag der
Belgische Geestelijkheid,
tijden de omwenteling van
179?, door den E. H. Van
Bavegem 1,90
't Kasteel der Verdoe
menis, 2,00 franco 2,25.
Blijft te koop:
JAN CLERKER of de
Laatste Binders, dit hoogst
merkweerdig Boekdeel,
prijs 2,25 franko. 2,50.
Dö Nieuwe Likeurstoker
2,oo
Opkomst der Stoomtuigen
l,oo
Reizen naar den Noord
pool l.oo
Jan van Noorde of On
kon hij bijna van onrust niet eten,hetgens door de goede menschen i derwerpingen betrouwen
3 dikke boekdeeleu, te
samen 2,00
2 Christene Helden, de
HH. Stratonica en Selecus
0,30
De Deugd voor alleStaten
door Pater Hillegeer S. J.
°>75
Nieuwe Kabinetsekretaris,
brieven, petitiën,enz.enz.
1,00
Baekelant 1,00
aan de onzekerheid van zijn lot werd toegeschreven en hun tot
medelijden verwekte. Eindelijk werd het avond: Pieter Slachbant
vulde zijn hot met jonge kiekens en konijnen, en na zicb in ge
reedheid te hebben gebracht en zijn pijpje te hebben ontsteken,nam
hij de vracht op de schauders, vatte den mispelaren stok in de
vuist, groette zijne vrouw, zegde vaarwel aan Thomas Carno, dien
hij dacht niet meer weder te zien, en was vertrokken om zich een
uur gaans van daar bij twee zijner makkers te vervoegen. Nauwe
lijks was de Pouljenier uit het huis, wijl de vrouw in de herberg
kamer zonder eenig kwaad vermoeden, bij het licht eener lamp zat
te spinnen, of Carno begaf zich geheimzinnig naar boven en was
weldra in de slaapkamer der echtelingen Slachbant gedrongen. Het *t Beste Koopmans Reken-
ponkje was volgens zijn vermoeden aldaar verborgen, misschien boek, voor alle soort vaa
wel in hun bedstede,omstandigheid waar de dief niet aan twijfelde,
mits dit de gewoonte der boeren is; hij begon dan, als ten halven
overtuigd, met koortsige haast, de matras aan kant te smijten en
onder den strooizak te wroeten en weldra bracht hij een linnen
beursje te voorschijn, gevuld met klinkende munt. De schelm was
als in den derden hemel van blijdschap; hij rukte in vervoering
het lcèren snoertje los en liet met wellust de zilveren geldstukken
door zijn handen glijden; meer dan honderd gulden kon de beurs
inhouden; dit was rijkelijk! echter wilde hij zich overtuigen of er
niets ander* in bet bed was verstoken en hij meende het ponkje,
welkers inhoud hem toch niet meer kon ontga n in den binnenzak
zijner jas te verbergen en zijne opzoeking voort te zetten,toen eens
klaps de deur der slaapkamer openvloog en Pieter Slachbant zich
voor zijne oogen vertoonde. ('t Vervolgt).
koopwaren 1,00
8 Bloemen in band, S
boekjes van Liguori, te
samen gevoegd i,5o
Uitgezochte Gebeden,ai
de Werken van St Al-
Ehonsius de Liguori, in
and l,5o
't Manna voor Christene
Zielen, in band van
25o en 2,60
Bereiding tot de Dood, in
band 1,80
De Weg der Goddelijke
Liefde, m band i,5o
j 't Gulden Boekje der Mis,
i boekje van troost en op-
I wekking 0,16
1 Gelijkvormigheid aan den
wil van God o,16
Pries Alexander gis ver-
trokken. Er z:ja *2 Kandida
ten 1 doorRusland en 1 door
Engeland.
I Z. H. Mgr Lambreeht,
wordt overa :n de Dekenij
van Dendei monde onttan
gen hartelijk, met groot
I Geloof en diepen eorbied.
i Zondag was hij te Uytber»
j gen; 't is oubeachr felijk
hoe schoon alles daar was
I versierdbauen, poorten,
Dotsken. Jantje, Kameraad, laat ons stil-
lekes zitten in de koelte, want 't is heet op het
aarderijk!
Janjte. Doksken, 't zal in de boeken en i
de kronijken staan; en in Frankrijk is 't iets
teweest; langs Ryssel en die contrées; de sol-
aatjes die op marche waren, en die vooruit
moesten; wel 100 die er gevallen zijn en verscheide dood... Doksken, zij
hebben daar iéts afgezien, die soldaatjes!... Bijna verstikken en vallen van
de warmte en toch voortmoetenWelke tormentatie
Dok*km. Jantje, 'k peize dikwijls in mijn eigenDat er toch zooveel
verschillige soorten van pijnen zijn in de wereld 1
Jantje. Met houderde duizende, ontelbaar 1
Doksken. En waaruit komen ze voort uit den val van 't Mensch
dom, om te doen peizen ^p hetgeen de pijnen in d'Hel, die eeuwige pij
nen zullen zijn.
Jantje. - Doksken, de liberalen en de Geuzen lachen met de Hel 1 vermeraIltmen, po0rten
Dotesken. k. Weet het Jantje, ca k schri]ve daaraan toe dat de we- Lonen
reld zoo slecht en zoo miserabel wordt; ja, k weet ik het Al de liberale wa. ,ie| wjiaDe:s
gazetten spotten met hel en met hemel; tot zelfs die nieuwe geveinsde 1 bloom,. versierd-vè*-
gazei uit de Korte Zouistraat t'Aalst, riep overti.d met vreugd uit, dat het gcheid rriomfbo' n wa.
geloof aan Hemel en Hel alom aan t verdwijnen is En wat moet daarop ecbt Ir kerk
volgen, JantjeIndien de wcreldsche Justicie haar straffen afschafte, zou j)OV "üot Ta'e üakel
't volgende dobbel
ft SUMMO Sa-
CERDOTI LaMBRECHT SUB-
veniat Petrus, 't Was
20 jaren dat men te Uyt-
bergen geen Prins der
kerk. had gezien. Mgr
ongelukkig; omdat men 't Geloof in God en zijn Eeuwigheid uit d herten Lambrochl beef- een aan
C., «e 'r,r- moturh nit vim pli-mpnt nil lf»Ht in de dlllStCrnlS I
tk ge-
b overal
- ,n gegaan; om recht te ge-
Jantje. - Och wat zullen wi] zeggen!De verblindheid is Stoot ten 1 Mad,n wjj a| 4(J »a_
huidig 11 dage; men ziet in de Werk Kommissie alles wat de Katholieken rochlën m06(eJ no0n)en
doen om 'l jong Volk in eerlijkheid en in eerbaarheid te houaen. waar Z. H. gevormd beult.
Doksken. -Jantje, ziet eens bt-Nikolaasl... Welke gezegende innch- Hn|J<1 sn dank aan 4ie
tingen Ze nemen daar 't kind van jongsaf en geleiden zi|n stappen, met i yrom6 Bn Cllri3tene G#.
een vaderlijke en moederlijke zorg I I
Jantje. En als ge ziet welk geld dit kostwelke edelmoedigheid 1
800,000 fr. in 't Land van Waas, ora de kinderen aan de Scholen van den
Duivel te ontrukken 80©,000 fr. zonder de gebouwenEn wat doen de
Geuzen, de Vrijdenkers
Doksken. Geenen eens geven, ter contrarie, hun zakken vullen met
't geld van den Staat en dwingen met 't goed van den Armen gelijk tot
Antwerpen en te Lokeren.ntf'f
Jantje. Doksken, Doksken, er isinBelgenland veel slechtDie Scho
uten nog vreezen van te stelen of van te moorden ?En als men aan 't Volk I r;
zegtEr isgcen Goddelijke Justicie 1.. Is 't wonder dat dit Volk slecht en r
vullen afschuwelijk wordt
KJ
Jantje. Doksken, 't zijn groote Waarheden die ge zegt
Doksken. - Groote Waarheden Grondwaarheden alles hangt er 1
van af! Europa, met al zijn uitvindingen en rijkdommen en geleerden, is j
ongelukkig; omdat men 't Geloof in God en zijn Eeuwigheid uit d'herten ijauiMiWUV ccu a
wegneemt. En dan is 'nc mensch uit zijn element,hij leeit in de duisternis do(,nlijke Aanspraak
en spartelt als 'ne visch op 'tzand daan. Eu zoo is 't. ove
gegaan; ora recht te
ven, zoodon wij al de i
rochiën moeien noemen
meenten en aan Iran acht-
bareOverhedeD, Geestelijk
en Wereldlijk.
PARLOIR: De naaste
week uitslag prijak. Lem-
beke. Uit Tema 6,5o
voor 2 ab. en 3 prenten
v wr«yv. -- - 0 die gezonden zijn. Uit
len van Godslo«cheningdie vuile liberale gazetten, foei, foei 1 die ver- Ccrad^. van :,l. J. A. 2 20
i blindheid, waarmede er nog zijn die liberaal blijven, eu zien dat al de libe- jot 7ber 37.
1 rale Machten tegen God en tegen 't Geloof werken; doch er is ook Teej