De Zwarte Kerkelijk Nieuws. St iïikolaas. - £ld=;'r >veeft ma.andag zlin E rs,« Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw, naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT. XVIII. Meer en meer licht in de zaak. De Zwarte Advokaat zit in zijn Studiekamer... Hij peist lang en diepzinnig langen diepzinnig; Wreede gedachten kwellen den braven man... Stupite Brunneelzou het kind zijner zuster, (die de Nichte was van den Advokaat) het kind zijner Zuster uit geld zucht begraven hebben en gedood!... En zijne Nichte hadmaar di: eenig kind En zijne Nichte treurde nu al zooveel jaren óver de dood van dit eenig zoontje!... En zijn Nicht at en sliep onder het zelfde dak als de moordenaar II!,.. De Zwarte Advokaat schudt zijn hoofdZou Carno waarheid gesproken hebben?... Carno was dief en bedrieger, doch zal'ne mensch op zijn uiterste gaan liegen; en waarom?... Waarom dan liegen, als de Dood nevens u staat, als ge niets meer kunt hopen of moet vreezenStupites, Stupites, roept hij uit, zoudt gij waarlijk door uw gierigheid tot zulke monsterachtige wreedheid zijn ge raakt!... Is 't daarom dat gij ziek zijt, en menschenschuw gewor den? Is 't daarom dat gij dikwijls in uw kamer opgesloten blijft dai gij dikwijls in de velden langs Schaarbeke dwaalt? Is 't uw mis daad die u achtervolgt u grouwelijke misdaad 1... O, een gierig aard is tot alles in staat! die vervloekte gierigheid'ne Mensch leeft maar eenige jaren;en hij doel zooveel voor dit geld en goed 1.. Maar nu, wat gaan wij doen? Ha, mij dunkt er is maar een middel... Wij kunnen weten of Carno de waarheid zegde, of hij inderdaad dit lijkje in den grond heeft gedolven... Indien wij bij nachte daarheen gingen, zonder iemand te spreken en zochten nevens den bornput; zijn daar over- blijIsels van een kistje, Carno sprak waarheid. Vinden wij niets, dan heeft hij ons belogen... Maar dit plan moet bestudeerd worden en ik zal er Pas3chierkea over spreken. Terwijl de Zwarte Advokaat in onderhandeling komt mst zijnen arglistigen vriend en bediende, is er een ander mensch die zich op weg heeft begeven om naar zijn huis te komen De kluizenares van Schaarbeke, die niemand anders was, dan de dochter, die ten huize van M. Stupites diende, als 't schelmstuk er plaats had. Telkens had zij met diepe ontroering den jongen Karei uit 't Rok- lijfaaDzien; zoo oud juist moest 't ingedolven kindje nu zijn! juist zoo oudEn die wezenstrekken waren juist die der weduwe Angela Ponsel... Ach, 't knaagde die vrouw, dat zij zoobng had gezwegen; zij moest, zonder vaar of vrees, aanstonds den nacht zelve ges roken hebben; en nu, van dag tot dag vermeerderde haar onrust. Daags te veren had er een geval plaats waaruit de Kluizenares de volle zekerheid verkreeg dat de jonge Karei niemand anders was dan 't kind van de weduwe Angela. Terwijl zij daar zat voor 't l«e- men hutteken haren Roozenkrans te bidden, kwam Jantje d'Exster daar aangevlogen en legde op haren schoot een gouden oorslinger, hetzelfde en eigenste juweel dat zij aan 't kleedje van dat kindeken had vastgesteken, op dien akeligen nachtJa, haxr oogen weifel den niet; zij herkende haren gouden oorslinger I... Hoe was dit gebeurd Dien dag, Karei Steenspecht,gansch genezen, hadzijn dankbaar heid willen betooaen en aan een tafel in 'tOud Roklijf de Personen uitgenoodigd die hem zoo liefderijk hadden opgenomen en bezorgd. Daar waren vergaderd geweest, met't Volk uit't Roklijf, Pachter Speykers, van Kwatrecht, zijn vrouw Katrien en hunne dochter Lucia. Na een lekkere en smakelijke maaltijd, was Karei Steen specht opgestaan, had in een warme toespraak al zijne vrienden hartelijk bedankt en aan elk een kostelijk geschenk behandigd Och, 't was een lustige en plezierige dag geweest in 't Oud Roklijf; men had er tranen van aandoening geweend en zalige genoegens gesmaakt, 's Avonds was de vrouw van baas Goris baar geschenk gaan wegleggen en had in haar ontroering de kas opengelaten; Jan tje d'Exster was binnengevlogen, langs de venster, Jantje d'Exster had dien oorslinger geroofd en was ermeó bij de Kluizenares gevlo gen. Ach, sprak Rosalia, ik herken hem!... O lieve God. dat kind is niet levend begraven 1 Men heeft het ontdekt!... Dat kind o ja, het moet Karei uit 't Oud Roklijf zijn, diebrave en milddadige jon geling.. Welk pak van mijn hertDe moeder zou dit moeten weten I De moeder! die nog altijd weent over haar kind!... Wat gedaan! Wat gedaan! Och, alle Heiligen, sta mij toch bij en geel j mij goeden raad; wat gedaan Rosaiia dubde langen tijd, doch eindelijk kwam een grimlach van voldoening haar aangezicht verhelderen. Ik zal, zegde zij, ik zal mij morgen begeven bij M. den advo kaai Ponsel; hij is de broeder van den overleden echtgenoot mijner oude Meesteres; hij is gekend voor zijn genegenheid tot dn arme en geringe menschen die hulp noodig hebben; ik zal er bij gaan; ik zal hem mijn gelegenheid blootleggen en daar zal ik goeden raad en behulpzaamheid ontfangen. En zoo was 't gekomen dat die Rosalie zich op weg behaf naar 't huis van den Zwarten Advokaat,* juist als deze met Passchierken zat raad te scheeren. Na alles gewikt en gewogen te hebben, hadden zij besloten van dien nacht zelve naar't Oud Roklijf te gaan en en daar te delven nevens den Bornput; Passchierken zou den hond hinderloos ma ken, niet met hem te dooden, maar met hem in gekapt vleesch een zekere hoeveelheid opium in te geven; aldus zou de hond den gan- schen nacht gerust slapen;terwijl zij aldu3 aan 't redekavelen waren, wierd er aan de /oordeur gebeld. Pastchierken liep opendoen, en kwam aanstonds zijnen heer verwittigen, dat er een arme vrouw die hij in 't kantoor had geleid, hem begeerde te spreken De goede heer, die, gelijk men weet, de arme menschenzeer toegenegen was, begaf zich de delf k tot degene die z$ne hulp en zijnen onderstand kwam inroepen: Wacht hier een weinig, zegde hij tot zijn Pas" schierken, wij ons zullen onderhandeling voortzetten,want 't is een NEDERBRAKEL. gewichtige zaak I Zondag laatst heeft alhier En hij, naar 't kantoor: ee" drama plaats Goeden dag, vrouwken, zegde hij, «aarmeê kan ik u dienen? f Sehu™t,De I Rosalia,'t was langen tijd dat zij den Zwarten Advokaat niet ge. i In den avond heeft ze- zien had, doch zij herkende hem aanstonds; het was nog altijd het- 1 keren E. D. G... waarvoor I valfria 1 i r.ft e. 1 li rf rznna-iorei:» .'.u- JJ1 I -j HWM uuuviuuu UI.I Wao UUg ALUJU UCL' zelfdelieftallig goedaardig wezen, waarop niettegenstaande de slor- j wi] de oorzaak nog niet digheid, de goedheid te lezen stondJ kunnen aanhalen,drij mes- I Mijnheer, antwoordde zij, ik kom u een groot geheim ontdek- j steken toegebracht aan den I ken; och, ge zult mij toch goeden raad geven en alles geheim hou- genaamden V. C..., het s den? j bloed stroomde, doch uit Zekerlijk, goede vrouw, dat is voor mij een heilige zaakjik zal I geea doodelij :c wonden; j-xJi 5 maar echter on gevaarlijke maar echter op gevaarlijke plaatsen van het lichaam, heeft de dader gestoken, namentlijk eenen steek in den, schouder en twee ach ter de ooren. Er is een nauwkeurig onderzoek be- j u raad geven en zonder uw vraag niets openbaren j We zijn hier toch alleen? M* niemand kan ons hooren? j Wees gerust, vrouw, niemand kan ons hooren, en om niet ge- i stoord te worden, ik ga de deur in 't slot draaien. Dan,op zijnen zetelstoel plaats nemende, en de vrouw eenen stoel aanwijzende; Weesgezeten, zegde hij.ik ben bereid u te aanhooren. a Mijnheer, sprak Rosalia, gedenkt het u niet mij vroegtijdiger te hebben gekend Inderdaad, ja uwe wezenstrekken zijn mij niet vreemd, doch waar ik u gezien heb, weet ik niet. Ik ben, zegde zij, Rosalia Van Dalen, Mr; ik heb gewoond bij MStupites Brunneel; ik woonde daar als de echtgenote uws Broeder....^ I een open graf, fruit ge- Als zij haar eenig kind verloor 1 Ja... nu weet ikhet;en gij hebt stolen. Zware vermoedens daags nadien uwen dienst ontloopen j wegen op mannen van Och, Mr, wie zou in zulke gevallen niet wegloopeD; Mr ik i Dendermonde die in de vluchtte weg, omdat ik alsdan een vreesachtig mei je was en liever ^ez'en, zijn geweest. Stoutmoedige diefte. Op eene rustige Paro chie aan de Leie, is er maandag 20, onder eenen Lijkdienst en dicht bij de wijde wereld inliep als mijnen valschen "Meestér bij 't Gerecht Werkman,schrijf nog maar aan te klagen; ach, sedert heb ik veel afgezien Mr; ik moest vroe- j ger gesproken hebben, M*; maar nu is er iets ontdekt dat mij doet j ai die gevaarlijke landloo- ne keer, dat de Policie een oog moet houden op T- t> l v - al die gevaarlijke landloo- spreken... En Rosalia begon in t lang en tbreedalles uitte leggen pers. Deynze gaat een wat dien nacht ten huize van Stupites was voorgevallen en wat zij i nieuw posthotel krijgen, nu had ontdekt door dien gouden oorslinger. j een waar monument, zoo De Zwarte Advokaat kon zijn ontroering niet verbergen: zijn lip- 1 men zegt. pen beefden en zijn hert klopte: Het was dan toch waar, wat de I Lezer. stervende Carno had gezegd: Stupites, die hebzuchtige gierigaard, F ^LnEiiSELE' had t Eind zijner zuster willen vermoorden I... Zijn verontweerdi j voor huisbraak veroordeeld, ging wierd groot I Ja, dacht hij, 't is God die mij ai die zaken is door 't Parket onder* doet aanbrengen; weifelen in mijn plicht zal ik niet; er moet recht vraagd.. Een schrikkelijke geschieden! Maar, Angela, mijne Nichte, haar bind, dat nog 1 leeft, g'heel de Familie geschandvlekt!!!. Wat gaan wij beginnen ioutere baldadige wree'd- Rosalia zweeg reeds, als de Zwaite Advokaat daar nog sprakeloos heid? en diepdenkende zat...j f SPANJE. Vrouw, zegde hij eindelijk, God zal u voorzeker loonen, om de nnl™* gulhartige openbaring welke gij komt te doen Misschien had; gij j zaj gedempt zijn. Op den beter gedaan dit geheim vroeger te ontdekken, echter kan ik u dit j Buiten zijn 3 0 Personen niet ten kwade duiden... Luistert nu aandachtig: Ik zal de zaak I aangehouden. De Koningin ernstig overwegen;laat dien gouden oorslinger hier en kom morgen I is ,n Madri ^teruggekeerd weêrten 10 ure. Wij zullen dan uw getuigenis noodig hebben. j De heer Hendrik DeRycke, Twee minuten nadien was hij terug bij PasschierkenPasschier i hovenier in deze Gemeente.' ken, zegde hij, het is niet noodig dat wij dezen nacht naar 't Roklijf gaan; ik wil zelve d'echtgenoten Verschepen gaan spreken. En hij verhaalde in 't kort wat hem k am medegedeeld te worden. En nu, zegde hij, geef mijn stok en hoed; ik kan Diet aanstonds genoeg in d'herberg 't Roklijf zijn. ('t Vervolgt.) De Heilige Pastoor van Ars was een eenvoudig mau; in zijn stu diën zeer zwak geweest; zelfs bad men geaarzeld om hem te aan- veerden als Priester; doch, Pastoor zijnde t'Ars, preêkte hij zoo schoon en zoo treffend, dat zelfs Aartsbisschoppen, Doktoors in Godgeleerdheid, Dekens, Professors, Prelaten en Abten, naar zijn Pr-moenen kwamen luisteren: De Biecht, zoo preêkte hij eens, xdets is gemakkelijker en niets waarvan de Duivel ons meerafschrik geeft. De mensch die lang gewacht heeft van Biechten, is gelijk iemand die met onverteerbare spijzen opzijn maag licht. Hij is zwaar, ongerust, ziek, droef; en zoohaast hij ontbst i3 van 't pak der zonden, de gerustheid en de gezondheid en de blijmoedigheid keeren terug. 9 De Pastoor van Ars zat biecht, dag en nacht; en een groote zondaar, door hem bekeerd, bleef tot Ars wonen, om er de goede orde te houden aan d,en Biechtstoel van zijnen geestelij ken Vader. Te Brussel, in de Kerk van den Zavel, die nu zoo schoon her steld wordt, berust een wonderdoende beeld van O. L. Vr. van Zegepraal. Dit beeld komt uit de Kerk van Calloo, de schild .rij is in die Kerk van Calloo nog te zien, Calloo, alwaa in de 16 eeuw een groote veldslag plaats had tusschen Aartshertog Ferdinandus en de Beeldstormers. Kardinaal Jacobini, de Sekretaris van den Paus, zis krank en ziek. De Vorming begint met 4 october in de Dekenij van Brussel. Te Lyons is overleden de beeldhouwer die 't vermaarde Beeld heeft gebeiteld, dat te Lourdes in de mura- kuleuze Grot staat. Van Lourdes sprekende, er zijn daar on- lanss iaou Belgische Pelgrims gekomen. H. Misoffer opgedragen de E. Heer Janssens, zoon van den heer Volksvertegenwoordiger. Men ziet, dat de H. Kerk hare Bedienaars aanwerft in alle deftige Standen der Samenleving, zoowel in 't huis van den nederigen Landbouwer, in de groote Pachthoeven, in de goede Burgershuizen, als in de rijke Woningen. Ook zien wij zeer dikwijls zoons uit de brave Werkmansklas hooge plaatsen in d H. Kerk bekleeden. /tii/Ienum tusschen Aalst en Dendermonde. Zondag komt J tigen als de gazet niet te Siuueyem, Mgt Lambrecht aldaar het Vormsel bedienen, j komt- Te dezer gelegenheid wordt een luisterlijke Stoet ingericht, en als Audegem zich iets ter herte trekt, 't is van overouds geweten, dan j mogen er Graven en Barons en Consulteurs komen zien, ze zullen moeten zeggen: 't Is wel! 't is buitengewoon wel 1 Z. H. de j Bisschop komt van Wichelen en zal rond ia ure het grondgebied j van Audegem betreden. heeft de verledene week voor den Hofoouwraad te Gent, het onderzoek in de boomteelt ondergaan en een getuigschrift van twee* den graad bekomen Eer# aan den onvermoeibaren hofbouwkundige! ZELE. De Prenten Huiszegen zijn e bekomen bij P. Gossey. PRIESTERLIJKE BENOE MINGEN. Aartsbisdom Mechelen. Zijn onderpas toor benoemd: teBrusstdin Sinte Goe iele, de E. H. De Wael.S. T- B.; in de Minie men. de E. H. Rommens; te Haute-Croix, de E. H. Buvé: te Oltignies, de E. H Her mans; te N ter Heylissem, de E. U. Van Hel mout; te Cortenaken. de E. H. Van de Weyer Bisdom Brugge. Te Reohetn i onderpastoor be noemd E. H. Vervaeke, in ver ;ing van den E. H. Coul.r aislaggever Bis-; i Luik. Zijn be noemt.Past 0 r te Geystin- gen, de E. II. Nulens, pro fessor in de Normaalschool te St Truiden; kapelaan te Landen, de E. 11 Gooijen, kapelaan te Rothem. PARLOIR."— Ontf. uit Gent de naam van 't Post- mandaat. id. uit Gent van M. M. V d. B. 2,50 86. Wekelijks worden er gazetten ingepalmd, 't Is ongelukkig; de menschen klagen en 't is ons schuld nict:toch wij zenden altijd een ander Nr en verzoe ken dringend dat men ons aaustönds zou verwit-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1886 | | pagina 3