De Zwarte AdvoMt, Oeoaemi gen. Dramatiek Verhaal uit de Yerledene eeuw, naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT. 21 XXI. Zalige oogenblikken. De Zwarte AdAokaat vloog aanstonds naar beneden, om M> den Deken te ontvaugen, en na eenige woorden van plichtpleging, bracht hij den v.aardigen Geestelijken bij M. Stupites, die al be vende in zijn bed lag M. den Deken, bij wie hij altijd als^en eerlijk man was aanzien, als een der bijzonderste Ingezetenen van Aalst, nu wist hij reeds zijnen misdadigen handel, zijne vloekbare gierigheid en geldzucht Schande bekroop den ellendeling; doch achteruitwijken kon hij niet, en wie weet of de genade des Heeren zijn hert niet geraakt had! De Zwarte Advokaat wist wat er hier ging plaats grijpen: een gefolterde ziel ging de geheimste schuilhoeken van haar hert ope nen, om aldus tot de genezing te geraken. Eerbied voor zulke geheimen Onze Vriend de Zwarte Advokaat verliet dus aanstonds de kamer van den zieken wrek en ging beneden bij zijne schoonzuster De goede Angela, die niets wist, niets van de groote gebeurtenis sen en openbaringen welke in deze dagen hadden plaats gehad, zij toonde zich verwonderd over dit bezoek van M. den Deken Ik heb wel gezien, zegde zij, dat mijn broeder onpasselijk was, doch ik peisde toch niet, dat hij ziek genoeg is, om zijn Heilige Rechten te ontfangen. Och, het is niet om hem te doen berechten, zei M. Ponsel, dat M. den Deken bij hem is, maar om een gansch andere zaak. De eerlijke menschenvriend, Amandus Ponsel, nam Angela vriendelijk bij de hand, en haar grimlachend aanziende, begon hij te zeggen Toen gij mij gisteren geldelijk hebt geholpen, heb ik u beloofd, in ruiling een juweel ter hand te stellen, welke gij voor geenwereldsch goed zoudt willen verliezen; ik geloof, lieve schoon zuster, dat de onderhandeling die steeds plaats heeft,niet vreemd is aan dit juweel; maar dit alles is nog een geheim waarover mij ver boden is te spreken. Angela kon over dit gezegde niet wijs worden; echter was zij veel te kiesch, om bij haren zwager aan te dringen om den aard, van dit volgens hem, zoo kostelijk juweel te mogen kennen. Middelerwijl bleef de heer Deken nog geruimen tijd alleen bij Stupites Brunneel; eindelijk ging de kamerdeur o;en en de Gees- lijke kwam naar beneden. De heer Ponsel en Angela traden hem te gemoet: Edele juffer, zegde hij, ik wensch u een woordje te mogen spreken wegens uwen broeder?Kom binnen, eerweerde Heer, in de eetzaal; de Advokaat kan gedurend ons onderhoud in de spreek kamer verblijven. Dit ware overbodig, mevrouw, de keer Ponsel mag onze on derhandeling hooren, daar hij toch op voorhand kan raden wat ik u heb mede te de'elen. Volgens uwe beliefte, Mijnheer, zegde de Jufvrouw; en zij trad met hen beiden in de eetzaal, de deur achter zich in het nacht slot draaiende. Toen h*t drietal gezeten was, bleef de eerweerde heer Deken eene wijl Angela deelnemend bezien, dan, eensklaps een ernstige doch vriendelijke houding aannemende, begon hij te spreken Edele juffrouw, zegde hij, ik twijfelniet of gij hebt gedurende uw leven den bitteren kelk van lijden dikwijls gesmaakt. Zoo hebt gij in uwe jeugdige jaren uwe Ouders ten grave zien dalen, en la ter uwen teêrbeminden echtgenoot hetzelfde pad zien volgen. Gij zijt een gevoelige ziel en ik kan de droefheid beseffen die gij alsdan hebt verduurd. Eene zaak kleefde u nog aan het leven vasr en scheen u over dit onherstelbaar verlies nog te troosten; uw kind I nweenig zoontje! Angela schoot los in eenen tranenvloed en riep al zuchtende och, ja, mijn kind, mijn kind Het werd u ontnomen, zoo ging M. den Deken voort. Alsdan was de maat van uw lijden broebels vol en vele anderen zouden het niet hebben overleefd; maar gij waart Christen, gij wapendet u met geduld en offerdet al uwe smarten op aan den God-Mensch, die tot heil van ons allen op den Calvariftnberg zijn bloed heeft gestort en aan welkers bittere Passie *n smartelijke foltering onze pijnen en verdriet niet kunnen ver;., leken worden. Waarde Jufvrouw, troost hebt gij gevonden aan den voet van het Kruis; geen beter kan er getuigenis van geven, dan ik, die u zoo menigerwerf ben komen bezoeken. Weent niet en vergeef mij dat ik u die treurige stonden herinner, maar gedenk slechts de groote waarheid die ik u alsdan zoo menigwerf voorgehouden heb God, zegde ik, slaat nooit of hij zalft, schep moed en geduld; God zalzichovcr uw lijden ontfermen. De tijd, antwoordde Angela, wijl de tranen uit hare oogen bibberden, heeft mijne bittere smarten nog niet gesleien, doch voortdurend offer ik al mijn lijden aan Christus op, denkende, in dien ik, arme weduwe, op de aarde kinderloos ben gebleven, God een gansche eeuwigheid heeft om mij in den Hemel, met echtge noot en kind te vereenigen; echter moet ik u bekennen, door men- scbelijke krankheid, al menigwerf in verzoeking te vallen, toen ik denk hoe troostbaar het voor mij had geweest, indien ik mijn kind had mogen behouden; dit ware mij als een pand der echtelijke ver- eeniging gebleven, en ik had mij zoo alleen op de aarde niet bevon- den. God is wonder in zijne werken, hernam de Priester; indian, hij eens in zijnegoedheid uw zoontje wedergaf, die gij reeds zoovele jaren hebt bewe nd, wat zoudet gij zeggen Gansch mijn leven ware niet voldoende, om hem m^ne dank baarheid te betuigen.. Doch waarom deze onderstelling? Dit is eea onmogelijke zaak; mijn kind vollledigt reeds lang een koor van Hemelsche geesten. Edele Jufvrouw, sprak de heer Doken, zich met statigheid op richtende, uw kind leeft, en is reeds als een struischen jongeling op gegroeid; uw broeder Stupites, had, om uwe nalatenschap te kun- nan erven, het wichtje uit de wieg weggenomen en door een dood kind doen vervangen; raids lange jaren betreurde hij deze daad en kwijnde hij, door wanhoop gedreven, totdat hij eindelijk alles aan aan uwen zwager, den heer Advokaat Amandus Ponsel, heeft ver klaard cn mij, Pastor-Deken als zijnen Biechtvader heeft aangesteld om u deswegens vergiffenis af te smeeken. Deze woorden klonken zoo wonderbaar in de ooren van Angela, dat zij schielijk verbleekte en door aandoening in haren leuningstoel scheea te wankelen. Maar dit was echter slechts een voorbijgaande geval; van lieverlede ploeide haren mond tot een zoeten grimlach, en zij sloeg hare oogen vragend op den geestelijken Herder. - Zeo, mijn kind is nog in het leven, zegde zij. en het zou mij mij nog toegelaten zijn, het hier op deze wereld aan mijn hert te mogen drukken en mij door hem, Moeder te hooren noemen Zie Mijnheer. Zie, ik kan zulk een onverwacht geluk kwalijk beseffen I Nog dezen huidigen dag, meend** de Priester, zal de heer Pon sel den knaap in uwe armen brengen. Maar schenk eerst vergiffenis aan uwen broeder Stupites, welkers uren misschien reeds zijn ge teld, en die ik u, in zijnen naam, kom af te smeeken; vergeef hem al het kwaad dat hij u ooit heeft gedaan, in den naam van Jesus- Christus, die aan het Kruis stervende, zijne moordenaars heeft ver geven. Deze woorden schenen de Jufvrouw schielijk te ontstellen; in de overmaat van blijdschap, had zij schier vergeten dat Stupites, door zijn wanbedrijf, haar zooveel tranen had doen storten, en nu opeens benevelde een geweldige uitdrukking van afkeer en verontweerdi- ging haar gelaat. Dit was echter van zeer kortstondigen duur; op nieuw vloeiden hare tranen en.wijl zij haar aangezicht in de twee handen verborg, sprak zij met eene bevende stemHet zij dan zoo, eerweerde heer, ik vergeef uit den grond mijns harten al het kwaad dat Stupites mij ooit heeft gedaan, echter heb ik het voorbeeld van mijnen Goddel ijken Zaligmaker hoognoodig omditte kunnen doen. Dank, meende de Deken, dank in den naam van uwen Broe der, God zal er u voor loonen... Ik ga hem dadelijk deze blijde tij ding deelachtig maken. En de eerweerde Priester stond recht, verliet de eetzaal en begaf zich naar de zieke-kamer terug. Daar, uit plicht van het weerdig Priesterambt dat hij bekleedde, zijn tegenwoordigheid misschien nog elders noodig was, bleef hij aldaar niet langer vertoeven dan de tijd die hij genoodzaakt was te gebruiken, om Stupites gerust te stellen en van de veigiflenis zij ner zuster te verzekeren. Hij vond den bekeerden zondaar zoo ziek, dat hij vooraleer het huis te verlaten, tot den Advokaat,die hem uit geleide deed, had gezegd: indien de zieke den volgenden dag niet ▼erbeterde, hij hem dadelijk zou bereehten. Middelerwijl was Angela, diepgrondig ontroerd, in haren leu ningstoel blijven zitten. Ponsel eerbiedigde hare mijmerige gedach ten en vertoefde haar aan te spreken tol dat zij een weinig zou be daren: maar wat was zijns verwondering, toen hij, na den Deken tot aan de straatdeur te hebben vsrgezeld, terug in de eetzaal kwam, zijne goede schoonzus'.er met de handen samen gevouwen, tot hem te zien naderen Lieve Vriend, sprak zij biddende, leid mij toch uit dit huis. Ik heb Stupites wel hartgrondig vergeven, maar desteenen branden mij alhier onder mijne voeten... Neenl geen oogenblik wil ik er nog verblijven De Advokaat, welkers gemoed een grondigen afkeer voor Stupi tes ondeugden was blijven gevoelen, maar zich voortdurend zeer wel wist te bedwingen, bezag de bedroefde weduwe met innig me delijden, e» ver van haar aan te raden de woonst haars broeders niet zoo spoedig te verlaten, bood hij haar aan, bij hem tijdelijk ha ren intrek te nemen; offsr dat door Angela gretig wierd aanveerd. De toebereidsels waren welhaast gemaakt; doch vooraleer te ver trekken en om den zieken Stupites niet gansch alleen aan de waak zaamheid over te laten, zond de Advokaat naar het Zwart-Zusters- huis, om eene iiekedienster, gaf deze al de noodige onderrichtin gen, bevool haar den lijder behoorlijk te verzorgen, cn bijaldien hij nog verslechte, hem dadelijk te ontbieden. ('t Vervolgt.) Te MELSELE, in het Land van Waas, was het zondag laatst groote Feest, 't Was aandoenlijk, 't was troostendVanalle kanten van Vlaamsch België waren de oude Zouaven samengekomen, om de gedachtenis te vie ren hunner twee-Wapenbroeders De Roeck, gesneuveld in den slag van Monte Libretto, en Fidelis Staes, gestorven als geloofszendeling in Mid- dcn-Afrka. MgrSacré, oud aalmoesenier der Pauzelijke Zouaven, zong de plechtige Hoogmis. In den Koor waren geknield de oude Strijders voor net Recht der Kerk. Kapitein de Resimont was aan hun hoofd Het was treffend die soldaten van Pius te zien bidden roor het praalgraf hunntr twee Wapenbroeders; het was aandoenlijk hen nog eens het Pius lied te hooren aanheffen. De heldenmoed van weleer herleefde in hun hert en het liefdevuur voor Pius, Paus en Koning, straalde op hun aangezicht. Na de Mis venjaderdemen in de raime zalen van het Klooster der Zusters van Liefde. De achtbare heer Alfons Janssens, Voorzitter van het Pius-pencotschap van het Land van Waas, deed er eene treffende aan spraak Hij erdachtden moed en de zelfeopoffering der twee helden van acn dag en wakkerde zijne wapenbroeders aar,om altijd getrouw te Wijven aan hunnen eertitel: Oud Zouaaf van Pius IX. Het Feest eindigde bij eene Bedevaart tot O L. V. van Gaverland. Een schoon gedachtOm hunnen moed op te beuren, om zich te bereiden tot den strijd van alle dagen voor het goede en het recht, wilden de Zouaven den zegen ontvangen van Maria, hunne Moeder de hulp der Christenen 1 Zulke Feesten doen goed aan het hartze vernieuwen het Geloof en vermeerderen de hoop op zegepraal. Tjp I int worm Keil gevaarlijke gast. bijzonderlijk'nvoor kin- uiiiivïuuu. deren.omdot de eenigsle krachtige remedie door dezelve bijna nipt kan ingenomen worden. De fransche gazel ten staan vol van kostelijke remedien tegen den Lintworm der kinderen... Een onzer Vrienden had bijna al die remedien gekocht, ingegeven, na verloop van 3 3 maanden; doch vruchteloos; eindelijk hoort liij dat M. D' Lacompte van Aalst een remedie heeft vervaardigd, die door 't kleinste kind kan ingeno men worden; hij vraagt die remedie; van den eersten keer is 't kind ver lost en genezen, zonder de minste moeite. Die Vriend verzoekt ons deze zaak bekend te maken, uit dankbaarheid, tot troost en hulp van 't Meuach- hom. 9m del don* wij volgeemn. Tot Ocstakker is Burge meester genoemd Mr Notaris Van Impe. Priesterlijke benoe mingen. Bisdom van Gent. De E. H. De Piez, profes sor te Oudenaarde, is koad- jutor benoemd van den E.H. pastor li Zult en wordt als professor vervangen door den E. H. Bal professor in St-Josef te St-Nikolaa3. De E. li. Byi is koadjutor benoemd van d m E. H. De- Coninck, Paster te 'tavegem. en de E. Van Cleemput, koadjutor van den E. H. De Coninck, pastor te Machelen Deze beide Pastoors hebben oorlof ontvangen om de groote Pelgritnagie te doen naar het H. Land. Aartsbisdom Mechelen. De E. H. Michiels, eereka nunnik en opziener der bis schoppelijke kollegies van het Aartsbisdom Mechelen, is benoemd tot kanunnik ti tularis. in vervanging van den E.H.Fransen, overleden Bisdom van Bregge. Zijn tot leeraars benoemd In 't Kollegie van Oostende de E. H. Planckaert. uit het Seminarie; in 't kollege van Kortrijk, de E. H. Masureel, ook uit 't seminarie; in 't kollegie van Poperinge, de eerw. h^erDhulst. gewezen hulppriester van den eerw. heer pastoor van Plttem. Bisdom Luik. Zijn Pastoor benoemd: te Meidert, de E. H. Hom- brouck; te Wimmertingea, de E. H. Damoiseaux. Zijn Kapelaaa benoemd: te Hechtel. de E. H- Srnets; te Waremme, de E. H. Van de Weyer; te Gemmenich, de E. H. Oebel; teMechelen- aan-Maas de E n. Franken; te Rotthem, de E. H. Buy- rogge; te Wonck, de E. H. Loix, te Charnsux, de E. H. Simonis. Handel en Landbouw. Lijnwaden zwak, katoe nen beter; Vlas flauw; de Vlasspinnerijeu liggen vol en zijn in quasi Crisis; de Hop blijft aan 2Q, tot 32, deexrra-pluk 406. Sobere Commercie De Land- bouw-komiteiten zijn in hun onderzoek en overal hoort men 't zelfde 1 INKOMENDE RECHTEN De lasten verminderen Uit de Statie van Aalst wordt 'ne schrik van Bloemkoolen verzonden, PARLOIR. - Uit C..., alles wel ontvangen. Uit Gent van M. J. D. G. 4,75 Uit Loot. 2,50 Uit AIv. 2,50. Ze lc bijl Tarwe 106 J. lftfo Rogga lo, a 10,§0 Boter per k. i-.'di Oö Bieren p. 26 2.36 A LAATSTE BERICHTEN. Ze denken dat M. V.d.Sai. zal vrijkomen Graaf d'O*. sel van Mechelen, is overle den. ZELE. De drievou- digeldiefcc van Zele is ont dekt; de dief woont op St Anne Hamme; Jd personen hebben in zijn huis hun ont stolen goed gevonden; eris grooten te loop rond 't huis van den monster dief: eris in zijn huis voel geld gevon denMen denkt dat er een bende gaat ontdekt worden, 't Gulden Boekje der Mis, boekje van troost en op wekking o,16 't Manna voor Chrisfene Zielen, in baud van 25o en 2,60 Reizen naar den Noord pool 1,00 Dt Plaag onzer Tijden of de Godslastering o,Id De Dronkenschap, de gee- 8el onzer tijden o^JB

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1886 | | pagina 3