RBsi Hoe het gaat in den Oosten? ^AMrigaaw—1 "ggggsao—ra—ebbs: -j De Werkman IEXGELÏNGSKXS. Broeder Antouius. De Minderbroeder Recollet Pater Antonius was een geleerd man en voornaam Predikant. Eens op reis zijnde naar een Missie zat hij op 't convoi en benevens andere reizigers zaten daar twee fieskes die zoo onbeleefd waren van naar den Geestelijke allerhande spotreden te richten. Pater Antonius sprak geen enkel woord, alhoewel hij steeds slag - veerdig was en met de tong voor niemand moest wijken. Pater Antonius genaarde dus van niets; zulks stond de jonge 'iberaalkes niet aan,en een hunner,zich tot Pater Antonius wendende, vreeg hem Maar Pater Antonius, ik moet u toch iets vragen. Zijt ge nu Antonius met den Ezel cf An tonius met zijn verken De andere liberaal lachte dat hij schokte, doch 't was van korten duur. De Pater Recollet keek op en met een kalm en goed aardig wezen, zegde hijHoort, jongens, noort als ik tot u spreek,ben ik Antonius met den ezel, en als ik bij uw gezel ben, ben ik Antonius met zijn verken 1 - Een schetterend gelach van d'an- der reizigers begroette deze woorden; en onze - twee fieskes zwegen als pladijzen en in d'eerste statie de beste, ze stapten af. V gojaar en nog moeten soldaat zijn I Als de Pruismans in 1870 Frankrijk innamen, keizer Willem wu t A:\ fiizn en or wierd hem een oud vrouwken voorgesteld; Hoe eud zijt gij vroeg de Keizer. I02 jaren, antwoordde de vrouw; en gij? Ik ben 90 jaren oud jaren, 90 jaren en gij moet nog sol- j daat zijn 1 riep het oud meêken uit, met schrik i en verbazing. Mijn meester is zoo gierig, zei een dienst- meid dat hij mi] zelfs 't water niet jont dat ik drink. En de mijne, sprak een andere; de j mijne is nog veel erger, hij jont mij zelfs 't wa - ter niet, dai ik niet drink. 5^: .v -.1 s#^ i 15 «JAAR. N* 732.— 29 October 1886. Verschijnt alle Vrijdagen. Prijs in Bareel of Winkels, 5 centiem. Voor glieel Belgenland 2,50's jaars. Voor al de Laadea van Europa, en voor d'ander Werelddeelea, 4,50 's jaars, franco thuis. P. DAENS-MAYART, Achterstraat, AALST. ZE ZIJN DAAR: Wie? D'almanakken, die wij jaarlijks aanbevelen: 't Land van Waas, aan 12 centiemen, 't Land van Waas, die van jaar tot j .ar aanwint, een aan genaam en zeer nuttig boeksken; en 'T AALSTENA\RKEN, T Aalstenaarken, dees jaar op een bijzondere w ijze ge maakt; elke bladzijde is een kapiltilken i paartjveel nieuwe kluchten en nultige Mededeeliogen, prijs 0,10 c. d'Alma- nakken mogen niet te vroeg verschijnen: rond November is 't de geschikte tijd en laat ons d'onde goede gewoonte bewaren. Er zijn d'ander week Nrs gemankeerd te Brussel en te Namen. Rechter. Ge zijt beschuldigd verschillende bedreigingen gepleegd te hebben, onder de na* men van Muller en Meier. Waarom hebt/ge dat gedaan .:j> BeschuldigdeDenkt u dan, dat t ik mijn eerlijke naam voor zulke zwendelarijen zal ge bruiken? v In de kasern Onderofficier, tot eenen soldaat, welken hij duchtig gesergeant heeft Kerelkerel, zegt hij, ik weet wel wal ge van mij denkt, ge denkt dat ik een schaapskop ben en als ge dat nog eens van mij durft denken, dan krijgt ge 24 uren arrest. Onlangs zijn er gestolen te St Lievens Essche- Wynhuize, 8 konijnen, bij 'nevent die zich be roemde van niet te slapen 's nachts, en dat er geen kat onder zijn venster mocht loopen of hij zou 't gehoord hebben Elk kan toch eens ver* strooid zijn en slapen is gezond. OP T EXAAM Professor Kunt gij mij de namen der schedelbeenderen geven StudentDe schedelbeenderen, ik heb ze al len in den kop, maar de namen vallen mij nu juist niet in. Goede voorzorg. De baas van een Restaurant t« Brussel aan zijn gabonsWel op passen, zegt hij, wel oppassen dat ge goed de de messen wedt.. Hoe beter de messen snijden, hoe min dat de bifstukken hard schijnen. De Oorlog. - Een russisch generaal schree inden Turkschen Oorlog aan zijnen Czar Groote viktorie 1 de Turken zijn vernield 1 Gij zult uwe troepen geluk wenschen 1 Ta... maar er blijft niemand van mijn regi ment over. ERKELIJK NIEUWS. - October verdwenen, Die schoone Maand whenen, waarin het Christen Volk met zulken heldenmoed, door het KRoozenkransgebed den Hemel viel te voet en door de Moeder Gods genade zal verwerven; een Leven vroom en braaf en een volzalig sterven... Pius IX zaliger, op ze keren dag de geloovigen ontfan- ^gend van l^val, na hun Roozen- f kransen gewijd te hekben, hij sprak alsvolgt a Zegt aan al de Geloo vigen, dat de Kus zich niet verge- J genoegt den Roozenkrans te wijden; maar dat hij i em ook eiken dag bidt en dat hij al zijne kinderen uitaoodigt het zelfde te doen. En tot de Corsikanen sprak de Paus Ge zult uwe Landge noten zeggen dat de Pans hun een raad geeft, te weten: 's avonds met g'heel hun Huisgezin den Roozenkrans te bidden, want de Roozenkrans is 't kort begrijp der Christelijke gebeden. Vaarwel dus, Maand,ons dubbel waard, Vaarwel en als de Heer ons spaart in 't Leven, wij zullen u blijmoediglijk weèr onzen icver geven.... En nu staan wij voor Allerheiligen. LLERHEILIGEN! Feestdag van den He mel en Feestdag van de Aarde. Verbroe dering der Triomfeerendc Kerk met de Strijdende Kerk. Achtbare Lezers en Le- zeressen, Vrienden en Medewerkers, we f wenschen U al te samen 'ne Zaligen en gelukkigen Hoogdag. Dat die groote ./'^Kerkelijke Feest ons verheffe en ver- sterke 1 welke treffende gebeurtenis als al de Geloovigen, armen rijk, geleerd en ongeleerd, oud en jong, in de Parochie- kerken zijn vercenigd;.... De Heilige Pastoor van Ars kon toch 100 aandoen- lijk preêken op de? groote Feestdagen; J de geleerdheid had hij geput, niet in de boeken, maar in zijn zuiver en godvruch- j tig hert Vrienden, zegde hij, er zijn veel schoonheden in de wereld; men heeft schoone velden, schoone zalen, f- VSgtf schoone hovenschoon gezang der voge- len, schoon muziek; t Firmament is prachtig, maar wat is dat alles, in verge lijking met den Hemel! dat is hier om •os Ballingschap te verzachte», maar wat zal het zijn in 't eeuwig Vaderland l Vriendea. zoo giag hij voort, «een Koning op de wereld of hij heeft zijn Peestmlen, tot leloooing, en ziin Kerkers tot straf. En de Opperste Ko- iriog, bij wie d andere maar aardwormen ajn, hij zou geen Feestzaal bereid 'nebben!.. Ach, wat zijn d'Ongeloo vigen dwaas en ellendig I En op Allerheiligen volgt Allerzielen; de gedachtenis van d afgestorvene Onders, Kinderen, Bloedverwanten en Vrienden... Wij herdenken, op Christelijke wijze, door gebeden en aalmoesen, onze overledene Vrienden, en na onze Dood zullen wij ook niet vergeten zijn. Zoo wordt de band der Vriendschap en desHuisgezins door de dood niet verscheurd... ALLERZIELEN, met al zijn schoone overleveringen, in de Kerken en in d'Huisgezinnen... In elke Kerk de Vigilea en een Plechtigen Dienst voor al de Overledene Parochianen; geen wonder dat de kerken dan te klein zijn; wie zou willen afwezig blijven bij den Lijkdienst die voor de Leden zijner Familie wordt ge daan En in d'Huize». de keersen voor dc Zielkes ont steken, die gebeden, die voorvaderlijke gebruiken en herinneringen, dat geeft den Allerzielen-dag een merk- teeken van zoete treurigheid en van zalige gemoedsbe wegingen... De tranen vloeien, maar't zijn tranen van Christelijke hoop, die d'herten niet breken, maar d'her ten verteederen en die ons in den geest vereenigen met degenen welke wij verloren hebben. De groote Christelijke Wijsgeer De Maistre schreefiHet Vagevuur is het leerstuk van 't gezond verstand.. Luther wilde 't Vagevuur loochenen, doch als men hem vroeg wat er gedaan wordt met de zielen die te onvolmaakt zijn om aanstonds in de vreugde der Hemelen te treden, dan bleef Luther d'antwoord schuldig. Plato, de grootste der oudste Wijsgeeren, schreef alsvolgt: Zij die geleefd hebben op eene wijze welke niet geheel misdadig, maar ook niet geheel onverschillig genoemd moet wórden, ondergaan straffen geëevenreaigd met hunne misdrijven, totdat zij, gezuiverd van hunne vlekken, in vrijheid ge steld worden en tot loon voor hunne goede handelingen ontfangen; en de H. Augustinus haalt twee plaatsen aan uit den heidenschen leeraar Virgilius, die ons bewijzen dat de natuurlijke rede aan dezen man eenig begrip gege ven had van hetgeen ons H. Geloof ons leert over het Vagevuur; en de groote Neerlands^he Dichter Vondel schreef alsvolgt Ach, zegt Vondel Daar wordt in foltergloed Het laatste kwaad geboet Dier ziel, wie 't eeuwig recht Gods bijzijn nog ontzegt. Zij schreitZij schreit Om wat 2ij nergeDS vindt; En dorst en smacht In kerkernacht Naar God, dien zij bemint I Aanhoort Aanhoort Hoe ze dm ontferming krijt Voor 1 minste gij, Hebt medelij, Die mijne vrienden zijt De lucht betrekt; sombere wolken rij'zen op de kimme, en een plotselinge donderslag ken eene al- gemeene losbranding veroorzaken. De Rus Kaulbars en de Bulgaarsche regenten kijven luidkeels; de Kozak heeft zich eene laatste maal verzet tegen hunne reis naar Tirnova om den nieuwen vorst te kiezen; maar de regenten, zonder pinken,begeven zich naar Tirnova met de Sobranië en laten weten dat ze van daar uitleggingen zullen geven aan de regeeringen van St Petersburg, Ber- lyn en Weenen. Op 3i October zal waarschijnlijk de Sobraniè vergaderen; de regentie port de Kamer aan om rap werk te doen. De Turk ook zit op zijn gemak niet, hij voorziet slechte kuren en hij doet zijn beste om de regentie tot toegevendheid te stemmen, want hij verstaat maar al te wel dat in 't einde der rekening alles tegen hem zal keeren en dat de Rus het op Konstantinopel heeft gemunt. Konsiantinopel is de eeuwenoude daoom van dén Rus die in zijne onmeetbare landerijën en woestij nen in 't nauw zit en nergens eene Zeehaven vindt die hem den grooten weg der wereld opent. Te St Petersburg heeft men deze week het ge denkstuk ingehuldigd van de zegepralen der Russen op den Turk in den Bulgaarschen oorlog; de gene raals en kornels hebben gedronken op de grootheid van Rusland. Terzelfder tijd slaan de Russische gazetten eenen stouten oorlogstoon aan, ze spreken van de weerga- looze dapperheid der Russen d'e in den bulgaarschen oorlog eene geschiedenisbladzijde hebben geschre ven welke niets zal uitwrijven. Wee, roepen ze uit, aan die twijfelt aan Ruslands macht! Op een teekeo van den Czar zuil n zijne vijanden, wie het ook zijn, verdelgd worden! Wat ijpg slechter is, de oorlogsvloot der Zwarte Zee heeft bevel ontvangen voorraad op te doen en zich gereed te houden om naar éene zekere have* te zeilen die haven is wellicht de stad Varna in Bulgarië. Dè Turk riekt ook lont, en nietteaen staande den droeven staat zijner kas, koopt hij in Duitschland 6 torpedo's schepen voor 12 milöbeii franken. Bismark weet niet wat doen; hij zal aan den Ru3 to® geven zooveel hij kan, want Frankrijk zit daar gereed om met den Rus Duitschland te bestormen. Enggland aoekt zijne schapen in 't droog te zetten in Egypte jfi te palmen. Ineen woord, er broeien slechte nestenurEo- ropa, en de vrede der wereld hangt aan een draaiff

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1886 | | pagina 1