Mengelingskes.
Berichten en Loopende Nieuws.
-
2,10 2,7«
3 3,50
0,70 3
26 - »28—
Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw,
naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT.
3o
XXX. Ontploffing van den poeierwagen.
Ik was, zoo vertelde Tnistje aan zijne makkers, die met hem
ten pachthove Speykers op den hooizolder zaten, terwijl zij met
een vlijtig oor luisterden of de inbrekers niet afkwamen, ik was
reeds zoo ver genaderd, dat ik het baldadig gezang der Franscne
soldaten hoorde; doch ik begon schrikkelijk vermoeid te worden en
jt zweet liep mijn aangezicht af... Daarbij,ik begon te denken: Wat
ga lk doen
Den kapitein herkennen, zegde Passchierken.
Welgezegd, man, dit had ik als mijn eerste inzicht in het
Roklijf gezegd, om die menscben gerust te stellen;maar ik wilde
meer; mijn verontweerdiging was ik niet meester; doch wat kon ik,
arme ongewapende boerenjongen doen? Die vertwijfeling naakte
mij lasbg en ik riep in mijn eigenLafaard ben ik niet 1 ik zal
den poeierwagen inhalenik zal den schurk van kapitein aanval
len en de stroet toenijpen, al kostte het mij dadelijk het leven.
Doch, laat ons eens zien en luisteren... En alle drij keken door de
venster van den hooizolder en alle drij luisterden en alle drij zeg
den eenparig: Niets, niets te zien of te hooren!
Ik liep dus voort, zegde Thistje, bij het flauw maanlicht zag ik
reeds den poeier wagen, nog eenige oogenblikkea en 't ging op een
nijpen komen, toen ik schielijk voor mijne voeten iets zag liggen,
dat zich als een zwart lint, met bochten en kronkels, op den steen
weg uitspreidde.
Ik bleef bots staan.
u Dit lint, 't en was geen lint, en nooit zoudt ge kunnen raden
wat het was, jonkheer Karei en Passchierken, 't was een laag bus
kruid... Eene ton was niet dicht gesloten; er rolde poeier uit en
dit poeier maakte eene lange streep tot voor mijne voeten. Ha,
aeide ik, een gedacht! Moordenaar ben ik niet 1 Maar, zijn die
mannen schuldig? Ja. Wat zullen zijdoen, blijven zij in 't leven?
Ons verdrukken en vervolgen, moorden en branden... Heere, ver
geef mij wat ik ga doen, als ik daarmeê slecht doe... en
De twee vrienden luiterden als vinken.
en ging Thistje voort, ik had mijn pijpken in mijnen mond,
ik deed drij felle trokken dat er wel vuur in was; ik nam 't pijpken
wit mijnen mond, bukte mij, en stak den mond van mijn pijpken
aan de streep buskruid.
Het ontvlamde aanstonds en terwijl het als een brandende
slang voortliep, sprong ik in den gracht en wierp my neêr, plat op
mijnen buik....
Weldra hoorde ik een donderendsslag, d'aarde beefde in gansch
't omliggende, stukken hout, stukken van menschen en paarden
vlogen tot dicht bij mij; de poeierwagen was inde lucht gespron
gen. Gansch verschrikt sprong ik op: Ach, zegde ik, die fransche
luizen hebben hun lot verdiend, maar zou ikgeen onschuldige men
schen in de nabijbeid gedood hebben?.. En ik ging zien langs den
overkant der baan en weldra was ik bij 'tVolk dat toegeloopen was,
en daar boorde ik dat van gansch de rotting soldaten er niemand
was ontsnapt, niemand I.
Jonkheer Karei en Passchierken zaten als verstomd door dit
wonderbaar verhaal en Thistje voegde erbijGe ziet dus wel, het
is volle waarheid dat ik met mijn pijpken een ganscha rotting sol
daten heb verslagen. En dan meinde ik terug naar 't oud Roklijf
te loopen, toen ik dat bedreigelijk nieuws over pachter Speykers
hoorde en u korts nadien ontmoet heb.
En nu zwegeu de drij manslieden; voortdurende heerschtte er
een doodsche stilte; men was op het oogenblik van den nacht ge
komen dat de duisternis en d'eenzaamheid een lichaam schijnen
aan te nemen, om t menschdom te komen verschrikken.
Niet het minste gerucht had men tot op dit oogenblik kunnen
ontwaren, toen juist op den stond dat de bultenaar aan Thistje
Sterck een bemerking meende te maken, de wachthond begon te
huilen: Hoort! sprak Jonkheer Karei ontroerd,wat mag dit be-
beduiden? den hond huilt met een klagende stem, zulks is hij niet
gewoon
Dit is waarheid, meende Passchierken, hoort, nu begint hij
driftig te bassen.
Ik ga de zoldervenster openen, zegde Thistje, van daar zal ik
zien of er geen onraad is.
Dit zeggende, opende hij het venster en luisterdehij wierp
zelfs eenen haastigen blik in de diepte van het hof.
Ik zie niets, sprak hij, dan de nachtelijke duisternis, verlicht
van de nederdalende maan, en ik hoor niets dan het zwak gedruis
van den wind, in de kruinen der boomen.
En hij meende het venster te sluiten, toen Karei schielijk het
hoofd naar buiten stak en gebiedende zegde: Gaat gij zwijgen, Pi-
kaar? of anders.... Den hond kroop grollende terug in zijn hok. De
jongman sloot de zoldervenster en hervatte: Alles is op den achter-
lijst en het omliggende stil.
Misschien eene kat die de gramschap van Pikaar opgewekt
heeft
Pikaar bemint geene katten, maar daar het wel iets anders
zon kunnen zijn en wij ons altijd aan het ergste moeten verwach
ten, zouden wij, in geval van onz°: bergplaats te moeten ontvluch
ten, door de kleine venster die zich langs den anderen kant van den
hooizolder bevindt en op het veld uitgeeft de wijk kunnen nemen.
Dit ware gemakkelijk om doen, daar wij hier juist het noodig
gerief om ons af te laten, onder handen hebben; en Passchierken
wees naar een sterke koorde, die gewoonlijk diendeom zware vrach
ten op te halen en dicht aan zijne voeten op den berden vloer toop
geworpen lag.
Wie spreek: hier van vluchten? vraagde Thistje knorachtig;
laat de dieven zich maar vertoonen; van op dezen verheven post
vrees ik ben niet.
Op het oogenblik dat de joaeeling deze woorden uitte, klonk de
losbranding esner vinnige pistoolschcu: door ds lucht en een lang,
pijnlijk, klagende gejammer liet zich hooren.
Daar laten de schelmen zich eindelijk hooren, sprak Karei;
arme Pikaar 1
Thistje antwoordde niet, maar opende voorzichtig de zolder
venster en sloeg een doordringenden blik naar beneden. Tien of
twaalf manschappen stonden op den achterlijst, zij waren met het
behulp eener ladder over den muur geklommen en maakten zica
vaardig om in het pachthof te breken
Dadelijk trok hij zich achterwaarts; Vrienden, zegde hij, op
past; eon tiental roovers staan op den achterhof bezig met te bera.
men, op welke wijze zij het vaardigste in het huis zullen geraken;
maar bij mijner trouw, indien gij mijnen raad wilt volgen, zullen
wij hun dit wel beletten... Gij. Passchierken Vertange», laat u met
de koord door het venstergat dat langs het veld uitziet, beneden,en
.apoed u naar de gemeente van Wetteren om hulp en bijstand voor
pachter Speykers te ontzetten; inmiddels zal ik hier deze schurken
trachten op te houden tot aan uwe wederkomst. Nu spoed gemaakt
en aan het werk!
Passchierken toonde zich aanstondsgereedjmen liet hem behoed
zaam met de koorde naar beneden en weldra zag men hem met
zijne lange beenen struiken en heesters overschrijden en zonder
door de roovers te worden gezien, in de richting van Wetteren ver
dwijnen,
Ik ben wel nieuwsgierig, sprak Karei, Thistje ondervragend
beziende, op welke wijze gij deze fielen zult beletten van binnen te
breken, vooraleer er hulp opdagen zal?
Niets is gemakkelijker, Mijnheer, laat mij begaan en houdt u
slechts gereed om, als ik het u zal verzoeken, een handje aan te
steken. En den zilverachtigen klank eener zijssel die men slijpte,
liet zich geruimen tijd kooren. Zij behoefde wel te snijden deze
zeis.
Inmiddels waren de dieven nog eenigen tijd in onderhandeling
blijven staan; zij schenen het niet eens op welke wijze zij hunnen
aanslag zouden beginnen. Thistje dacht dat dit de oorzaak was van
hun ve toeven, toen hij dezen, die den aanleider scheen te zijn, be-
scheidelijk hoorde zeggen
Zoo, maanen, met de gereedschap tot inbraak vooruit, den
knecht en koejongen, die in den stal sliepen, zijn reeds onschade
lijk gemaakt.
Thistjverschoot: aan't werk, zegde hij, kwest hejftmendsn
knecht en koejongen reeds niet vermoord!
En voorzichtig het venster openende, begon hij van achter
het hooi, waar zij beide in veiligheid gedoken zaten, met luider
stem te roepen: Verachtelijke schelmen zult gij dan toch nooit af
zien van moorden en stelen, en altijd in opstand zijn met eerlijke
christene menschen?... Wacht... maar wat kan ik beginnenik
ben ongewapend... had ik mijne karabijn, ik zou uwe vermetelheid
duur doen betalen 1
Op dit onverwacht geroep bleven de Binders verbaasd en schier
verschrikt slaan Maar zich welhaast gerust stellende, wilden zij
dezen zolderla wijt maker tot zwijgen brengen: Vijf karabijnen
wierden naar de zoldervenster gericht. Zij brandden gelijktijdig los
en tien kogels smachtten zich in het hooi, wijl Thistje nog meer
begon te tieren dan voorheên.
De roover die scheen het bevel te roeren over den drom, riep in
gramschap uitLaat ons dezen uiiziunigen kwant ran den zolder
halen en hem zijne vermetelheid duur doen bekoQpe» I
Een goedkeurende gejubbel liet sich hoorsn en weldra ston
den de moordenaars in de schuurrap als de weerlicht klooi er
eenen langs de ladder omhoog; met het hoofd en hand zich behel
pende, ligte hij de zware valdeur op en poogde »p den hooizolder
te springen. Maar daartoe ontbrak hem den tijd; een bliksemende
klaarte dooraneeed schielijk de duisternis en de roover viel grom
mende van de ladder. Daar was bloed in die soort van geroggel
die hij slaakte I
Esn beweging van verbaasdheid,Jdie hij onder zijne voejen ont
waarde, overtuigde den jongeling, dat zijn slag wel had getroffen;
een ijselijk gevloek volgde de eerste verkenning en weldra wag
gelde de lauder nogmaals onder de drukking van een krachtigen
voet. Nog eens opende zich de valdeur maar dit maal met meer
snelheid 1
De rechte hand van den booswicht was gewapend met een lang
pistool en zijn grijnsachtig aangezicht, verlicht door de dievenlan
taarns die zijne gezelle* kwamen te aansteken, scheen dit van een
duivel te zijnde lippen waren hem opgetrost en tusschen zijne
witte tanden hield hij een breedeh moordpriem gekkmd. ('t verv.
Hoort en zegt het voortT'AALST
gaan met de Kerstdagen greote Fees
ten van Liefdadigheid gegeven wor
den. De Stad heeft met veel Liefde
de groote Feestzaal van 't Stadhuis
ter beschikking gesteld voor een Fan-
cy-Fair ofFoor,tenprofijte der Nood
lijdende MedeburgersZondag 26
Dec. ten 11 ure wordt die Foore ge
opend; dan blijft zij open tot 1 ure;
ten 5 ure herneming tot 10 ure des
avonds; de twee volgende dagen van
10 ure tot's middags en van 3 ure
's namiddags tot 10 ure 's avonds. De
Liefdadigheid zal't Sociaiismusover
winnen en deVerbroedering tusschen
de klassen brengen,in plaats van haat
en oorlog. Nog t'AALST: de School der klein Soldaatjes zal iu
den loop van den Winter 2 groote Concerts geven, Concerts van
Liefdadigheid, 't is te zeggen dat alle3, tot den laatsten eens zal ia
brooden uitgedeeld worden. Eere aan d'Overheid en d'Oöiciers van
die School! A*LST, 't Stalleken van Bethlehem, in
't Gesticht der Damenvan Maria, met Panoramas van
't H. Land: kosteloos le zie» op Kerstdag 26 De
cember op 1, 2, 6 en 9 Januari van 9 uretot 'smid
dags en van 2 tot 4, en den 8 Januari van 8 ure tot
s middags. 't W'EÈr is beginnen te keereu maan
dag, daags voor dat de Winter begon,en als demen-
schen den 21 Dec. opstonden, lag d'aarde vastge-
vrozeu... Op St-Toramekesdag, als't dan begint te
bakken, zijn de Eoerkes benauwd; nogtsns meester
Lieven deed het in zijq almanak meest altijd winte
ren rond 21 en 22 December, omdat de goede man geerne alles op
tijd had en dat d'herten voor Kerstmis beter geschikt zijn om te
geven. In I860 begon het maar te vriezen rond half Januari, en al
de Notelaars vervrozen. In de jaren 70 was 't ook bitter koud; in
de jaren 79 en 80 vroos het ook kalseisteenen; en de jaren 50 zult
ge vragen? 0 krieuze mostaard pot; maar aila, als ge daarmeé kon
tent zijt, we zullen de Kronijken uithalenIn de jaren 18X0 en 51
was 't een watervloot en overstrooming zonder we4rga; dan zijn te
Aalst d'huizekes weggespoeld in de Bergemeerschen; dat was au-
deren thé. D'Overstroomingen zijn nu weg aan den Dander, maar
Rij Euphrasius i).im nan koperslager en Kerk
baljuw te Vynckt staat eenen azelea voor de
derdemaal van ditjiarin ollen bloei; wis er
van den vreemden ooggetuige wil zijn, mag ko
men zien, vrijelijk.
Wenscht mij proficiat, zei Sis Schaar tot
den ouden metserdiender Prondel, wenscht mij
proficiat, mijn grootmoeder wordt vandaag loo
jaar! Honderd jaar. antwoordde Prondel, waar
dat ge beslag van maakt! mijn grootmoeder was
van 't jaar 1765 en leefde ze nog, ze zou nu 121
jaren oud zijn.
Vaarwel is in 't lat'jn Valets, in 't Engelsch
Farewell in 't Fransch Adieu en in 't Duitsch
Leren sie woll.
Te Leeuwaarden leest men opeen uithangbord:
Hier maakt men schoen°n voor ron t en achter
plat. P?s;en ze Divid niet, zoo passen ze Goliath.
Te Brussel woonde in de jaren f0 eenen kruide
nier die simpelijk 0 heette.
Wat vermogen hebt ge? vroeg een rijke Va
der aan een jonkheer die zijn dochter kwam
vragen. —Vermogen heb ik niet M..maar schoon
groote vooruitzichtenHet huwelijk volgde, en
toen later de schoonvader van de vooruitzichten
sprak, kreeg hij voor antwoord: Mijn schoons
groote vooruitzichten waren van met uw dochter
te trouwen. Dan was ik toch rijk!
Les aan eene boerin. Eene gierigboerin
deed nooit boter of vet in haie caus. 't was altijd
precies klaar water. De koewachter, op^de boe
rin vergramd, zocht haar die gierige manier te
doen achtei laten. Op zekeren keer als de koeier
in huis kwam, stond wedor de sauspan in den
haard. Gauw doet hij aan den steel der pan eene
koord en trekt ze zoo achter den vloer wen. De
bazin in huis komende, roept vergramd Ver
vloekte jongen.wat doet ge diar?» De jongen zegt
bedaard Die blind is. bazinne, moei geleid
worden! (Er stonden geen oogen op de saus,
want er was wederom geen vet in.) De bazinne
zweeg en deed in 't vervolg boter in hare saus
zoowel als den boer vleesch in zijae wortels.
KERKELIJK NIEUWS.' - D'ander week zijn te
Gent Pries'er gewijd de volgende Heeren
E. Bonte van St Kruis (Zeeland); E, Claeys va»
Basseveide; R. De Bruyn, van Voorde; J. De
Bruyne, van St NikolaasnE. Hellebaut. van Zulte;
J. loipe, van Kruishoutem; P.. Nuttinck, van St
Antelinks; A. Scholl lert. van St Laurens; C. Ta.
ragola. van Wetteren; A. Thierens, vanStPa»-
we!s; A. Van Goethem. van Wetteren; E Va»
Hyfte, va» St Laurens; E. Van Poucke, van Zulte;
F. Van Ronalé, van Lovendegem, J. Vau Uulse,
van St Jan-in Eremo. Deze laatste heett sedert
eenige maanden het Seminarie verlaten om; ia
het Amerikaansch Ollegie te Leuven zich tot de
missiën der Vereonigde Staten te bereiden.
Priesterlijke bbnokhingen: De E. H. Van Ha
ver, priester in 'i Seminarie, vervangt als onder
pastor te Zulzike den E- M. Blanckaert. die om
ziekelijkheid, zich eeniuen tijd gaat uitrusten.
Bisdom Brugge: E. H. Desiré, Pastoor te Wee-
tende, gaat iu 't Amerikaansch Gotlegie om Mis-
sionnaris te worden in 't Rotsgebergte, vaar de
Dendermondsche Pater De Smet zulk groot Apr.
tolaat heeft verricht.
Priesterwijdingen van 18 December in de kerk
van het Seminarie te Brugge De heeren Ma-t
Joseph. Ieperen, Borat Pietcr Poperirghe, B! fi
ddle lal., Brugge, Debaudt R>-mi. Vlamertinge,
De Grave Alfons, Ostende, De Myttenaere Viotor,
Beule, Eeuwaert Rendrik. Krombeke, flove Jul..
Ghistel Masureel George, Koekelare, Planckaert
Erno-t M■■op-ei. V** Damme Joseph Kon-uk.
Zele Dijnsdag.
16,25 a
10,00 a
9,25 a
2,10 a
00 a
'S WOBHSDAG.
16,25 a 17,25
09,50 a 10,—
11,25 12,00
Tarwe 1061.
Rogge -
Haver 15 h
Boter per kil.
Eieren per 26
Lokeren
Tarwe 106 1.
Rogge 106
Garst 106
Boekw 106
Haver 150 10,25 -1.1,50
Klaverzaad
WAREGEM.
Op onze vlasmarkt waren omtrent 200
balen te koop gesteld die verkocht worde»
aan de volgende prijzen.
11 dec. 18 dee.
Vlas.lek p.k.fr. 0 a 0 0 a0
ld. 2e» 1.15 «1,25 i 1,10» 1,15
ld. 3*» 0.85 »1— 0.83 »1
Werk 0,78 0 0,75 0
Aard. p. 100 kil. 5,756,50 ,4,75 6
id. witte 0, 0 -
Boter, per kilo. 2,20 2,75
Eieren, de 26 3 3,50
Konijnen p. stuk 0,7 3
Kleine varkens, 23 »30
MECHELEN.
Per 100 kilos.
Tarwe fr.
Boekweit,
Haver,
Aardappelen
Boter, per kilo.
Strooi, p. 100 kilo.
Hooi,
Garst,
Koolzaad,
Lijnzaad,
Koolzaadolie, 100 k.
Dito, gezuiverde,
Lijnzaadolie,
Koolzaadkoek.cn,
Lijnzaadkoeken,
Ylas, per 3 kilos,
18 doe.
18,75 a
14.50 a
16 a
15 a
4,50 a
2,36 a
4,70 a
7 a
16 a
25 —a
25 a
56 a
60 a
60 a
14 a
19,50 a
4,50» 0