Doktoor G ris
Boekwerken
Mopchrovyk
(GORIS HALS),
EEN VERHAAL UIT KEIZER KARELS' TIJD,
doorS. Van der Oueht, Kunstschilder te Aalst
7
Op deze woorden veranderde Willem Van Branteghem
van gelaat, en daar hij steeds bloosde, verbleekte hij schie
lijk. Het is juist deze maagd, antwoordde hij, die mij van
leven heeft doen veranderende Gratie Gods heeft mij ge
troffen, mijn vriend ik ben denzelfden Willem niet meer
dien gij hebt gekend, wulpsch en zonder zorgen. Gedenkt u
den avond dien wij overbrachten in de Zingende Zwaan
Hewel, van al degeen die aldaar vergaderd waren onder het
gastvrij dak van moeder Zana, met haar en hare dochter
Paula mede te rekenen, weet gij wie op dezen dag van allen
nog leeft?... Drie menschen! gij en ik, en Jan Colder dien een
rampzalig, einde verwacht. Wat is er dan voorgevallen,
mijn vriend? vroeg ik, met reden verwonderd. Het eerste
bedrijf van dit treurspel, antwoordde hij, hebt gij gezien; met
u het overig te verhalen, heb ik u van niemand anders te
spreken, dan van menschen die gij zeer wel hebt gekend.
Voert u met de gedachten op den stond dat wij van mal
kanderen schudden, en ons naar huis begaven. Bosschaert
Coen stond 's morgens uit het bed, na zeer wel te hebben
geslapen; nauwelijks had hij ontbeten, of daar werd aan de
voordeur geklopt. De dienstbode opende en kwam zijnen
v ngen meester verwittigen dat een vreemde kerel hem ver-
lac ie te spreken. Breng hem bij mij, was het antwoord.
Strafs iaarop trad Jan Colder binnen; zijne oogen waren
gezwolle. en zijn aangezicht ontsteld, even als iemand die
de noodige nachtrust had ontbroken. Wat duivel, Jan,
sprak de Jonker, wat schort er? uwe oogen en aangezicht
zien er mij drollig uit; mij dunkt dat gij te veel hebt ge
dronken? Ik had twee nachten en drie volle dagen op reis
geweest, antwoordde deze, en den verleden nacht tot deze
uur, heb ik overgebracht met het teerlingspel. En gij hebt
gewonnen? Integendeel, ik heb alles verloren: mijne
mars met garen en lint, mijn pak met wollen dekens, in een
woord, alles dat ik bezatWilt gij mij vijftig gulden leenen
Om ze ook te verspelen Misschien.... Zie, ik was
een geregeld mensch, ik speelde nooit, en gij zijt de schuld
dat ik misschien een baanstrooper ga wordenReeds jaren
ken ik Paula, ik heb haar zien opwassen, hare moeder ont
ving mij met vriendschapzij raadde dat ik hare dochter
beminde en wakkerde mij zelfs aan, om krachtdadig te wer
ken, ten einde iets te bekomen, om mijnen kleinen koophan
del te konnen vergrooten. Iedere reis die ik deed, liet ik niet
na aan de Zingende Zwaan stil te houden... Ik was geluk
kig, maar van den stond dat gij langs daar zijt beginnen te
komen, is alles straf veranderdmet uwe zijden tooisels en
gouden ketingen, hebt gij hun hoofd doen draaien; de moeder
behandelt mij als een man van niet, en hèt is u dien men
festeert!... Leen mij vijftig gulden dat ik zooveel win om
voor moeder en dochter geschenken te kunnen koopen die
toereikende zijn,om mij wederom in hunne gunst te doen her
stellen. Gij zijt zeer rijk, Jonker Coen, gij zult wel, naar
uwen staat, een huisvrouw vinden, te Brussel of Gent, of
waar gij wilt; voor mij, ik ben arm, maar ik bemin Paula,
het eenig meisje dat mij niet zal verstooten, hoe vernield dat
ik ben!....
Zoo sprekende, schoten Jan de tranen in de oogenBos
schaert Coen, verwonderd over deze openhartige bekente
nis, had medelijden met de armoede des leurders, maar was
niet bewogen over zijn verdriet. Indien gij vijftig gulden
wilt, antwoordde hij, ik zal u die geven; ik heb, Godlof,
den middel om u deze som bij te zetten; maar geloof mij,
speel nimmer, laat uwe koopman'sschap varen, om eenig be
drijf van meer aangelegenheid uit te oefenen, want daar zijn
u twee zaken noodig, hoofdsom en borg, en gij hebt noch
het een noch het andergij zoudel: beter doen van Paula af te
zien, die op u niet meer peist, cn u met uwe moeder naar een
buitendorp te begeven... Neem, daar zijn uw vijftig guldens
Jonker Coen, hernam de leurder, zich met fierheid
oprichtende, gij werpt mij woorden in het aangezicht, die
mij zinneloos maken van gramschap. Ik deed mijn best om
te vergeten op welke wijs gij mij hebt behandeld en op wat
scheldenden toon gij mij hebt aangesproken in de Zingende
Zwaan, in het bijzijn van het jong meisje en hare moeder,
en nog twee heeren die zich aldaar bevonden; en gij herbe
gint Ewel ik vrageu niets; behoud u geld, maar ik bid u,
laat mij Paula en ik zweer u eene eeuwige herkentenis
Onmogelijk, Jongen... Gij zijt zot, Jan, neem deze vijftig
gulden, ik geef ze u, en ik vrage zelfs naar de dankbaarheid
niet die gij mij belooft. Ach, jonker, dit zult gij u bekla
gen!... zei de jonge leurder in stilte; en hij vertrok met le
dige handen gelijk hij was gekomen, maar met den haat in
het hart.
De nacht kwam aan, de duisternis verspreidde zich van
lieverlede over den aardbodem heèn; men ontwaarde langs den
boschkant en de heirbanen, nog wel de hoog getakte Eiken,
of de alleen staande kreupele boomen, door de nakende duis
ternis aan spoken gelijk, maar dit was alles. De wandelaars
begonnen op het spoedigste huiswaarts te keeren, want het
was dan, even als nu, niet geraadzaam des avonds langs
die eenzame velden en wegen te dwalen, en menig kruis door
Godvruchtige handen geplant, noodt de reizigers uit, voor de
zielen der aldaar vermoord zijnde menschen te bidden.
Als het volkomen donker was, alswanneer de waters des
Denders langs hun stille bed tusschen een aangenaam ge
druis voorliepen, deed Jan Colder zijne met ijzer beslagen
schoenen uit, om in stilte te kunnen gaan, en sloop langs de
duisternissen heen.
Ach Jonker, murmelde hij, gij hebt mij speelder ge
maakt, gij zijt de oorzaak van mijnen ondergang; voor God
zult gij verantwoorden voor het bloed dat ik ga storten!... en
zich achter een hollen wilg duikende,, die aan een draaiende
voetpad stond, toog hij zijn mes!
Hij was aldaar nauw een halve uur verdoken, toen een
boer dien hij wist in de stad geld te hebben ontvangen,aange
stapt kwam. Deze was voorzeker in zijn schik, daar hij een
lieflijk deuntje tusschen zijne tanden schuifelde.
Goed, peisde Jan, die vent is zeker beschonken, an
ders zou hij op deze uur beter op zijne hoede zijn; zoo veel
te slechter voor hem
En hij wierp zich op den ongelukkige, en stak met een
krachtigen arm, het mes tot aan het gevest in zijn hart. De
landman zeeg neer. uitte een kleinen gil en stierf zonder een
woord meer te spreken.
Twee of drie honderd guldens die de vermoordde in
den gordel droeg, gingen over in dezen van Jan, die zich niet
kon bedwingen het zilver te doen klinken, tusschen het uiten
van een triomfeerenden lach, waarna hij recht voor hem,
dwars door het gegraven land henen toog.
Het lot was er over geworpen de eerlijke leurder
had den afstand bereikt die hem van het struikrooven
scheidde. Zijt gij wel verzekerd, vroeg ik aan Willem,
dat deze mensch van te voren een eerlijke leurder heeft
geweest, gelijk gij het zegt u gedenkt den schrik, dien
hij ons veroorzaakte in de herberg, alswanneer hij zijn mes
toog en de lamp van voor 't. O.-L.-Vr.-beeld uitdoofde
Het kan zeer wel zijn, zegde Willem,dat hij sedert lang met
slechte gedachten liep en de gramschap in zijn hert liet aan
vuren; een boom valt met den eersten slag niet doch de
woorden van Bosschaert Coen hadden hem verstoord en nu
was hij Moordenaar geworden. Met 't geld, door eenen
moord gewonnen, snelde hij als een razende langs onge
baande wegen heênhij zocht niets beter dan zich bij eene
bende kwaaddoeners te voegende booze geesten stookten
hem aan; en de gelegenheid des tijds begunstigde zeer de
nieuwe levenswijze welke hij bedoelde.
Vooraleer echter iets stelligs te ondernemen, nam Jan
Colder den weg naar de Zingende Zwaan. De kleine Philip
kwam hem volgens gewoonte tegen, en de oude Bertus, hem
zonder zijne mars en veel netter als gewoonte gekleed
ziende.
Vriend, riep hij uit, waar komt gij zoo deftig uitge-
dorscht van daan het ziet hem aan, al of gij uw wolle goed
ten besten begint te verkoopen
Zonder op iets te antwoorden opende Jan schielijk de
deur, en sprak tot de twee vrouwlui, verschrikt van zijne
spoedige verschijning:
Hoort, zegde hij, de lang geduchte struikroovers be
ginnen voor goed deze landstreek onveilig te maken, en ik
vrees veel dat gij een hunner eerste bezoeken zult ontvan
gen; ik heb eenige vrienden van dien kant; moeder Zana,
geef mij uwe dochter en ik zal u beide in veiligheid plaatsen.
Van wanneer neemt gij partij voor de struikroovers,
Jan vroeg de moeder met verachting.
Paula, hernam Jan, op deze vraag, niet gaarn ant
woordende, wilt gij mij nog?... Gij beeft,gij keert uw aange-
zieht van mij weg antwoordt, Paula zijt gij van mij ver
schrikt, aanziet gij mij voor een baanstrooper
De jonge dochter trachtte vruchteloos om te spreken;de
klank van J an Colders stem had iets schrikkelijks.
Jan, riep Zana uit, de laatste maal dat gij hier hebt
geweest, verliet gij dees huis als een dullen; de hand aan het
gevest van uw mes, en van daag komt gij in het zelve, met
de bedreiging, in den mond, als een strooper terug. Vertrekt
en kom niet weerIk heb uwen onderstand niet noodig.
Ha! gij wil zeggen dat Bosschaart Coenu zal beschermen, telt
er opDaar zijn tijden dat de schoone tooisels en de gou
den ketingen bij geen rapier of vuurroer halen konnen. Nog
eens, Paula, wilt gij mij volgen?., ik ben geen leurder meer,
ik heb ook geldzie liever.mijn koophandel was te klein-
achtig,niet waar? wilt gij dat ik unaar Frankrijk of Engeland
voer?
Namate dat de hittigheid aangroeide, kwamen de woor
den des moorders op een uitdrukking van woede, hij ver
bleekte, de kwade driften die in zijn hart reeds gaven aan
zijn aangezicht een verwilderdvoorkomen. Paula bezag hem
eerst met droefheid, daarna met afschrik! De tranen die uit
hare oogen begonnen te vloeien, stroomden op hare wangen.
Zij uitte eenen schreeuw, tot hare moeder loopende en viel in
onmacht in hare armen.
u Jan Colder vertrok schielijk: zijne reine liefde, het laat
ste gevoel dat hem nog bezielde, kwam plaats te maken aan
eenen doodelijken haat.
('t Vervolgt.)
Parijs. De pluk is overal geëindigd, de opbrengst be
antwoordt de verwachting niet. Men rekent dat er in Europa
600 duizend kwintalen te kort zal zijn. In Amerika telt men
op 200 duizend kwintalen meer zijn dan verleden jaar.
Daardoor wordt de markt zeer levendig, en de prijzen
klimmen. In Duitschland zijn reeds de drie vierden der op
brengst verkocht aan klimmende prijzen van 100 tot 140 fr.
De vermaarde Hop van Spalt geldt 3oo fr. Zelfde prijzen in
Oostenrijk. In Elzas de lichte Hop van 70 tot 80 fr. de
goede van 90 tot 110 fr. Bourgonje, 5o tot 70. Fransch
Lorreinen, 5o.
Rottenburg verkocht 900 kwintalen, van 90 tot 110
marken volgens soort. Er blijft nog een voorraad van 5ooo
kwintalen.
Nuremberg. De prijs daalt een weinig voor de ge-
VLASSENBROEK.
Op die achtbare Gemeente zijn in 14 dagen 2
Soli-Slims gespeeld, ter hei-berg St-Gortfudis
en alle twee door De Saeyer Judocus... Is dat
ooit gebeurd 1
VERLOREN.
Maandag is tot Aalst een aklie van Antwer
pen verloren. Die ze gevonden heeft, gelieve
ze in ons Bureel te brengen; hij zal hartelij
ker) danken goede belooning ontvangen. Zij is
verloren in het terugkeeron uit't Wisselkan
toor van Aalst, Albert Liénarlslraat.
Te bekomen bii de
Gebroeders DE CONINCK,
gediplomeerde Hoveniers en Boomkweekers
te Aspelaere 2, 3. 4 jarige appelboomen aan
geringe prijzen alsmede 125 der schoonste
roozen hoog- en laagstaminige voor parken,
men gelast zich ook voor 't planten,afslag voor
marchands.
RARETEIT MET DE KAART.
Zondag laatst was men aan het kaarten met
het jasspel, bij Moeder Trien, te Schoonsse.
Leo Van de Mergel en Leo Koos speelden tegen
Smaelens Ivo enCiis-Louis Baekelant. Leo Van
de Mergel won den laatslen slag met troef zot,
waarop moest vallen de negen troef, en twee
j aasen; hetgeen to samen uitmaakte 56|in lel en
i daarbij 5 van den laalsten slag 61. Nooit hadden
t voor noemde kaartspelers, die nochtans van
i d'eersle broek meer zijn, zoo ne slag in tel zien
5 winnen Spelers hebben opdien fameusen slag
ne gooien druppel gepakt.
PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN. Te Sint
Gooriks-Oudenhove is coadjutor benoemd de
Eerw. Heer C Burrick priester in het Seminarie.
De E. H. Potjau. oud-onderpastoor van Mater,
is benoemd tot het verrichten der goddelijke
diensten in het klooster der Broeders van S. Jo
annes de Deo te Sleidinge.
De E. H. Huysman directeur van het gesticht
der Marioolen te Lede, is algemeene bestuurder
der Congregatie en van het huis van D nder-
monde benoemd, als opvolger van den E. H.
Carlier. Hij wordt te Lede vervangen d-rnr den
E. H. Ccmpeyn, on lerpastoor van Steenhuize, in
wiens plaats benoemd is de E. H- De [Corte, sur
veillant in het College van Sint Nikolaas.
De E. II de la Croix, onderpastoor van Sint
Martens Lierde, is hulpdirecteur benoemd van
den Z. E. H.kanunn. Braeq algemeenen directeur
van al de kloosters der Visitatie- Hij wordt ver
vangen door den E. H. Van E-sche professor te
Lokeren.
Zi]n benoemd voor de Colleges: te S. Nikolaas
de E. H. Spanoghe nu te Deinze; te Deinze de E.
H. De Sutter nu te Geeraardsbergen te Gee-
raardsbergende E. H. Vercauteren.en te Lokeren
de E. H. Bouokaert, beide laatsten zijn leerlingen
uit het Seminarie.
te koop in onze Bureelen.
Opkomst der Stoomtuigen
't Groot Martelaarsboek uit
de jaren 90
Keukenboek
De Hovenier, een allernut
tigste koek voor alles wat de
Mevenlerderij ea 't Hofbe-
planten en bewerken aan
gaat
Baekelant
De Volmaakte Likeurstoker
om zonder forneis allerhande
likeuren gereed te maken, te
distilleeren, te versnijden,
enz.
Leven van den H. Rechus
l,oo
2,oo
l,oo
o,85
1,00
1,75
l,oo
De Kroon des Hemels, 6en
Prachtwerk 2,00
BRUGGE, z
Per hectoliter.
Tarwe
Boekweit
Haver
Garst
Boonen
Aardappelen loo kilo
Boter, per kilo
Eieren, per 26
Vlas, per 3 kilos
I
Leuven,
Tarwe p.100 k.
14 a 16 25
10 25 a o0
10 Oo a i3
6 5oa 7 5o
Oo a 00 -
Haver
Garst
Hooi
Strooi
Beter per kilo
Eieren de 26
Koolzaadolie
Meel
Meut
Aardappelen
Dendermonde
Lijnzaad (Inl.)
Raapzaad
Lijnkeeken
Kempk jeken
Raapkoeken
Tarwe
Regge
Haver
Boter per kilo
Sieren de 26
5 00 a
2 45 a
1 90 a
5 - a
30 «ep
16.5o a i7 5e
i2,E0 a 0o,0o
12,6o a 00,
16,50 a —,00
0,— a 0,00
4,00 a 0,—
2,80 a 0,00
2,a 0,—
54,— a =,00
—,00 a
MO» 0[00
maandag
,00 a
,60
17,eO a 18.—
13',50 h 14,-
17,5g a
12,50 13.—
15.a
2,75 a 3.i0„
2,i0 A 2 25
7
3 36
2 o9
5 81