Doktoor Goris, Marcus en Dries. Boekhandel. Luik. (GORIS HALS), EEN VERHAAL UIT KEIZER KARELS' TIJD, 26 door S Van der Gucht, Kunstschilder te Aalst XVI. Doktor Goris schrijft naar zijn Vrouw. Doktor Goris dus, nabij d'abdij van Afflighem een boer ziende, die twee ezels stauwde, geladen met koorn, ging hem te gemoet en vroeg hem hoe de landstreek genaamd was, daar hij zich bevond Gij zijt op 't grondgebied van Affli ghem, antwoordde de boer; ziet gij niet de Abdij? Kijkt den dreef op, gij kunt van hier de kerk zien. Goris was eenigzins beschaamd; hij dankte echter den landman en herkende weldra de streek alwaar hij voortijds menigwerf had geweest. Hij hief de handen ten hemel en dankte God uit het binnenste zijns herten, en gekleed in zijn rood gewaad, hetgene hem voor een schipper kon doen aan zien, sloeg hij ter rechter hand naar de Abdij. Aldaar aangekomen, klopte hij aan de poort en vroeg met zooveel beleefdheid als hij wel ooit had geleerd, of het hem toegelaten was zich aldaar een weinig te ververschen? Jazeker, mijnen vriend, antwoordde de portier, geen rei zende lieden worden hier verstooten. Kom binnen, gij zult van onze gastvrijheid genieten. Deze goede antwoord verblijdde hem zeer, hij volgde den Portier in 't Klooster, alwaar hij zeer wel werd ontfangen,. gelijk het aldaar de gewoonte was met arme en rijke reizende lieden te doen. Het geval wilde juist dat een Luiksch Edelman, die te Brussel woonde, lust had gekregen om met zijne vrienden, paarden en knechten, een uitstapje te doen naar deze ver maarde Abdij, bewoond door zooveel hooggeleerde en god- vreezende mannen. In den namiddag aldaar aangekomen, had hij door onvoorzichtigheid zijnen voet omgeslagen, en 's morgens smartte hem dezen zoo zeer, en was gedurende den nacht, voet en been, zoo buitengewoon gezwollen, dat hij gedwongen was, zich bedlegerig te houden, en men reeds het voornemen had gemaakt, zijnen kamerknecht naar Aalst om een Geneesheer te sturen. Gevalliglijk kwam dit ongeluk aan d'ooren van Doktoor Goris, die aanstonds vroeg om dezen heer te mogen zien? het werd hem niet geweigerd en dadelijk bood hij zich bij den Luikenaar aan, en na breedvoerig door hem zelf de oor zaak zijner smarten te hebben vernomen en het zeere lidmaat kunstmatig onderzocht, sprak hij op stelligen toonMijn heer, gij hebt geen Geneesheer noodig, ik beloof u op acht minuten tijds van alle pijn te ontmaken en voor morgen te genezen. Niettegenstaande zijne zonderlinge kleeding, had Gons echter een statig voorkomen, en daar hij wel kon vermoedeu dat deze Waalsche heer geen Vlaamsch verstond, drukte hij in de fransche taal zijne woorden met zekerheid uit, zoodat de Luikenaar hem geloofde en toeliet zijne kunst aan hem werkstellig te maken. De Doktoor vroeg fijne olie, en poeder van mirtha, alsook eenige linnen banden. Dit wierd hem dadelijk bezorgd: toen zette hij het smartende lid op zijne plaats, zalfde en bepoederde zeer zunnig den voet, en na hem terdeeg met de linnen banden te hebben om wonnen, deed hij als bij tooverslag alle pijn verdwijnen, zoodat de zieke weldra in eenen verkwikkenden slaap ge raakte, daar hij echter den vorigen nacht, door de pijn, geen oog had kunnen luiken. Den volgenden morgend stond den Edelman op, en be vond zich zoo geholpen dat hij gemakkelijk zijnen voet op den grom! kon plaatsen, ja zelf voortgaan, zonder nog letsel te gevoelen. Hij deed dan de paarden zadelen, en na met zijne vrienden een deftig ontbijt genomen en den Prior om zijne gastvrijheid te hebben gedankt, stopte hij, uit dank baarheid zijner genezing, twee goudstukken in de hand van Doktoor Goris, sprong gelijktijdig met zijne gezellen te paard en was weldra terug naar Brussel. PJDoktoor Goris gevoelde een zekere soort van schaamte, toen de Luiksche Edelman hem de twee goudstukken kwam toe te duwen, en had hij zijn eerste ingeven gevolgd, hij had het geld, dat hem even als een aalmoes werd gegeven, met verachting geweigerd, maar zoo op eens begon hij te den ken dat hij geen duit op zich droeg, en misschien nog ten einde van zijn lijden niet was gekomen, en dit gedacht bracht hem dan ook tot andere gevoelens... Na het vertrek van den Luikenaar dien hij zoo gelukkig kwam te genezen, en na op zijne beurt een keurig morgendmaal te hebben ge nomen, bedankte hij hartgrondig den eerwaarden Prior der Abdij, alsook de dienstwillige monikken die hem zoo gulhar tig hadden onthaald; en na van hun allen een dankbaar af scheid te hebben genomen, verliet hij de gastvrije Abdij, en begaf zich al wandelende, de Gentsche heirbaan volgende, door het oude Graven Aalst, naar zijn landgoed van Melle. Doktor Goris smaakte, na zoo een lange opsluiting, met opene longen, den invloed van den vefkwikkenden morgen stond, echter bleef zijn toestand voor hem een raadsel; zoo dat hij met vreugde het einde van zijne reis begroette. Hij kwam echter zonder eenige kwade ontmoeting, maar tevens ook zonder veel te hebben geëeten, omtrent den avondstond aan zijn landgoed aan. Hij naderde den ingang en juist toen hij meende aan te kloppen, opende toevallig een zestienjarige knaap de deur. Deze bleef schielijk staan, Goris ondervra gende beziende. Is Pachter Claes hier aanwezig? vroeg ae Doktor, ik verlang hem te spreken. Pachter Claes, antwoordde de knaap, is reeds meer dan een jaar uit deze hoeve verhuisd. En wie bewoont nu dees huis? Lie- uen Pyck, den schoolmeester van het Dorp. Deze antwoord klonk zonderling in de ooren des Dok- toors, die niet kon begrijpen om welke reden zijne vrouw de zen mensch had doen verhuizen, om hem zonder de toe- f stemming van haren echtgenoot, door eenen anderen te doen vervangen. Inmiddels was Lieven Pyck, de vader van den knaap, door het gerucht hunner stem, ook aan de voordeur gekomen en f deze was niet weinig verwonderd over de zonderlinge klee- ding van den vreemdsoortigen bezoekerHij kreeg arg- j waan!... Maar Goris die geen lust had om onder den blau- wen hemel te slapen, bracht het door zijn behendig spreken zoo ver, zeggende dat hij een Brabantsch schipper was, die ongelukkiglijk geen onderkomen had, dat eindelijk de boer, die wel zag dat de arme duivel niet was gewapend, met hem medelijden begon te krijgen en toeliet van hem te ontfangen en in zijne schuur te laten vernachten. De Geneesheer trok dan als een vreemdeling zijn eigen hofsteê binnen en nam met den liefdadigen schoolmeester en de overige huisgeno ten plaats aan de tafel die reeds opgediend stond. Om zich bij zijnen Pachter niet te vernederen, had hij het voornemen gemaakt zich aan hem niet bekend te maken, dus volgens vroeg hij niets, rakende zijne echtgenote of landerijen, maar na het mager avondmaal, op eene kleine tafel een inktpot, pennen en papier ziende liggen, vroeg hij verlof om een brief e te mogen schrijven? hetwelk hem bereidwillig toege staan werd. Dit was dan weldra een voldreven feit, en hij beloofde den knaap aan Carolus, indien hij den volgenden morgend, ter stede van Gent, den brief aan zijns vaders huismeesteres wilde behandigen. De jongeling willigde daar in met blijdschap toe, ontfing den brief en beloofde alles naar den eisch te willen volbrengen, waarna hij den Genees heer, als een arme schooier, op het strooi, slapen wees, en de schuurdeur achter hem zorgvuldig sloot. Goris Hals nam echter geduld; morgen, zegde hij, tot zich zeiven sprekende, morgen zult gij u voor mij het hoofd ontblooten en u zeer gelukkig achten, van mij te mogen groetenVervolgens zich zoo goed als het maar mogelijk was, op het strooi schik kende, en na een kort gebed te hebben gesproken, trachtte hij in slaap te geraken. Met het krieken van den volgenden dag, begaf de jonge boer zich naar Gent. Hij kwam juist in het huis van Doktor Goris aan, op het oogenblik dat men er zich aan tafel plaatste om het morgendmaal te nemen en hij behandigde den brief aan Brigitta, welke hem opendoende, het geschrift van ha- jj ren overleden man, meende te herkennen, en met verwon- dering las Zeer beminde Echtgenote Na de wonderlijkste gebeurtenis des wereldsheeft men mij gedu rende meer als een jaar opgesloten gehouden 1 Ik heb dezen tijd over gébracht in een gedurige vrees van mijn leve-i le verliezen, en ik weet zelfs niet, door wat soort van mirakel ik mij in vrijheid bevind Ik zal v voorts alles mondelings te kennen geven; al wat ik n nu zal zeggen, is dat ik mij tn volle teven cn God dankin goede gezondheid, op ons Pachthof te Melle bevind Verbreid aanstonds mijne wederkomst, door gansch de Stad. Zend mij een paard, een kleedsel, mijne rijlaarzen, mantel en hoed, en laat den Pachter weten dat ik de meester ben van het huis; ten einde dat hij mij de kamers openeen ik mij naar genoe gen en op mijn gemak kan uitrusten; morgen begeef ik m{j naar Gent om u te troosten. Uwen geliefden Man, DOK 1 OOR GORIS HALS. Nauw had zij dezen brief geëindigd, of een zoo geweldige vrees doorliep haar lichaam dat al hare leden trildenBijna begaf haar het gemoed en zij was verplicht zich aan tafel te steunen, om op den grond in onmacht niet te vallenWat tot bedaren komende, vroeg zij den knaap naar het maaksel en wezen van den man, die hem deze boodschap had doen verrichten, en hoorende dat alles overeen kwam met de ge daante van haren overleden man, verdubbelde hare verwon dering en vrees. Zij zond aanstonds de meid om Regies Biervliet, haren Vader, die zich in zijn huis met het zadelma ken onledig hield. Hij kwam; en den briei gelezen hebbende, bekende hij dat het geschrift van Doktoor Goris was, maar hij voegde erbij, dat Goris dood zijnde, de brief moest valsch en nagemaakt wezen. En zich schielijk te binnen brengende, dat dit geval nadeelig kon zijn aan het huwelijk zijner doch ter, schoot hij in een hevige gramschap, schreeuwde dat slechts een fiel en bedrieger, aan diergelijke feiten zich kon plichtig maken. Toen ter tijde waren veel ambachters, ongeleerde men- schen, zoo onkundig was echter meester Biervliet niet; deze maakte eene uitzondering, zoodat hij gramstoorig genoeg zich verhaastte, in de plaats van Brigitta, aan Goris een schriftelijke antwoord te geven, waarin hij den Doktoor be dreigde, indien hij niet aanstonds vertrok, hem bij het Ge recht aan te klagen, of hem met eigen hand onder den stok te doen bezwijken. Bovendien belastte hij den knaap aan zijn Vader te zeggen van dezen persoon aanstonds het huis uit te jagen. De jonge boer, het dreigende gelaat van den Zadel maker ziende, liet hem dit bevel geen tweemaal herhalen, maar keerde aanstonds met zijne boodschap naar Melle te rug, wijl Biervliet al morrende naar huis trok, Brigitta vol droefheid en verwondering latende. ('t Vervolgt.) D'ESUWICE WAARHEDEN, in vorm »an Kerk boek, schoon dik boekdeel, op fijn papier in band roode sneè. Pr,;s 1,80 franco i 9o; in dit boek door St Alphonsius de Liguori. worden d'eeuwige Waarheden voorgelegd met treffende overwegin gen, zielr erende gebeden en menigvuldige korte voorbeelden. Levens der Heiligen, door Alban Dutler, 8 schoon boekdeelen, per oc casie aan 4,00, 4,00! franco 4.3o. Die Levens der Heiligen zijn zeer hoog gescha'. 't Groot Martelaarsboek, der jaren 03, of nauwkeurig verhaal van 't lijden en t strijden der Belgisohe Geestelijken in die droeve tijden door E. H. Van Bavegem. oud Pas toor van Zwijndrecht. Een boekdeel in 8°. Prijs l,9o franco 2,15 'T Manna, voor godvruchtige zielen; door E. H. Jamar, vol ledig devotie en Communioboek, derde verbeterde uitgave; sehooner Kerkboek is er in deze eeuw niet geschreven^'t is waarlijk een manna, melk en honing voor de christene ziel, in band, roode sneè 3,25 gebrocheerd, l,5o De Glorie van Maria, 't Meesterstuk van 3t Alphonsius de Liguori; de Glorie van Maria, nieuwe prachtuitgave, met schoone klare letters en roode versiersels; de ohristene huisgezinnen die de Glorie van Maria hebben, bezitten waarlijk eenen schat, eenen kostbaren schat. Prijs gekartoneerd 1,73, in band roode sneè, 1,95 JAN CLERKER of de Laatste Binders van Vlaanderen, een groot en merkweerdig boek, door S. Van der Gucht fr. 2,25 Het Kasteel dkr Verdoemenis, door S. Van der Gucht fr. 2,00 De Kroon dus Hemels, of de weg en 't beschrijf der Hemelsche Glorie 2,00 De Opkomst dkr Stoomtuigen, door den E. H. Kanunnik Martens 1,00 2 Christene Helden, de HH. Stratonica en Selecus o,3o De Deugd voor alle Staten, door Pater Hillegeer S J. o,75 Nikuwk Kabinktsekrktaris, brieven, petitiën, enz. enz. 1,00 Baekklant, 1,00 Nieuwen Likeurstoker, om zonder for- neis alle likeuren te maken 2.00 't Bbstb Koopmans Rekenboek, voor alle soort van koopwaren 1,00 Allerheiligste Roozenkrans, o,I6 De Dronkenschap, de geesel onzer tijden 0,05 Reisje tak 3 Vlaamschb Jongelingen naar Lourdks, Tours, enz. o,75 De Sleutels des Hemels, of de goede Biecht o,4o Naar den Hemel, voor zieken en lijdenden 0,18 't Gulden Boekje der Mis, boekje van troost en opwekking o,16 Gelijkvormigheid aan den wil van God o,16 Leven van 't godvruchtig begyntje Joan na Dedemaecker o,3o Rareteit. Op zondag 5 Februari speelde men met de jaskaart in de herberg het Viaamsch Hoofd, bij Jan Van Kerkho ven, te Appels. Men speelde in eens de kaart te deelen, 600; A.D'hondt 2 vierdens van koeken tien en pijken tien; I. Bert 4 d&mon en 'ne vierden van herten tien; F. Van Dam, 4 zotten en 4 heeren en S. Blin deman 4 azen en 'ne vierden van klavers 10. BRUGGE, zaturdag. Per hectoliter Tarwe 14 00 a i5 - a - oO Oo a 7 ou a Oo a 00 k 5 00 a 7 2 2? a 3 2 18 A 1 36 Boekweit Haver Garst Boonen Aardappelen loo kilo Boter, per kilo Eieren, per 28 Dries. Wat nieuws, Marcus Marcus. Die dieften, die moor den, die schelmstukken! Als ge de ga zet ziet, 't is een adondance van mis daden De Rampen worden vergeten Dries. Ja, Marcus, en zooveel jonge deugenieten 18. 20 jaren zijn en reeds gepatenteerde schelm en dief, ia moordenaar!... Ik zeg dat ze de 3 galgetien moeten heroprechten of dat de w ereld zal vergaan onder de krim- nalite.ten Marcus. Ik zeg ik, Dries, dat civiel Onderwijs is de schuld van alles Dat is de grootste beestigheid die er ooit gepleegd is Dat civiel Onderwysl de menschen opbrengen als honden en papegaaien Dries, als de Wet van God diep in d'her- Dendermonde maandag Lijnzaad (Inl.) ~,0ü a Raapzaad -.00 a Lijnkoeken 18,o0 a 18,— Kern pk leken a Raapkoek6D 14,50 a Tarwe 18.5G a Rogge 13.— i Haver 13, 0 a Boter per kilo 2 33 A 0,00 Leuven. Roggee i2,£0ao0, Haver 12,Eo a 12,0- IN !T VLAAMSCH GEZELSCHAP Zondag 19 Februari, Groote Voor dracht anti-alcoolique, ten 6 ure. Voordracht in 't Vlaamsch. Deze tij ding is ons gezonden per telegram.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1888 | | pagina 3