Brief aan Macharis JAN EN CISCA. Brief aan Macharis. Jan dia wilde Cisca vrijen. ('k Spreek hier «iet van Ja» Moeial Niemand kan dien vent gelijen.) Ik bedoel Jan Biependal. Cisca Jong bloed was zeer brave, Jan kon vloeken lijk 'ne schot; Veeltijds was hij Bacchus' slave, Hy beminde kan en pot, Toch had Jan ook wel oen gave. Jan telde een en dertig jaren. En by zei; 't wfrd naynen tyd Van to trouwen en te sparen. Of 'k word al *yn oordjes kwyt. Kon ikGisca Jongbloed krygon, 't Is een brave dochter, dat. Als ze my vermaant, 'k zou awygcn, Cisca waar voor my'ne schat. God toch! kon ik Cisca krygenl Jan. eer hy de meid ging groeten. Kocht al gauw 'ne nieuwen kiel. Hy trok op. 'k zal haar ontmoeten, Daehlhy, maar ze zat op 't wiel; Jan en liet gaen' tyd verloepen, Hy begon, en sprak al zaeht: Cisca, jong. ik durf verhopen Dat ik, is 't in uwe macht. Toch geen blauwe soheen zal loepen; Cisca vroeg; wat wiltgy zeggen? Jan, wat is er uw verzoek? Fraeil beginteens uit te leggen, Jan wierd biceker als 'nen doek; 't Soheen den moed zonk hem in d'hielen; Maar'ten duurde toch niet lang, 't Gaat alzoo met ruwe zielen: Nu te stout en dan te bang. Dan sprak Jan met veel betrouwen- Cisca. wilt go «et my trouwen? Daar is 't al in eens gezeid, 't Zal u waarlyk niet berouwen, 'k Heb wat land en'k houd eon geit. Later koopen wy ten zwyntjen. En misschien nog wel een koe. Tante Barbara, 't beggyntjon. Gaat al naar de'f zestig toe. 16* JAAR. N° 809.— 20 April iMS. Prijs in Bareel of Winkels, 5 centiws. Tcor g'heel Belgenland x,$o 's jauus. Vnor al de Lauden t an Europa, en voor d'ander Worelddeelen, 4,50 iaars, franco thuis. F. DAENS-MAYART, AoHtwrnuAT, AALST. Hotelbaas: Biner mot eon halve floach, dat ia 2 galden. Goed achrijf het maar op. Bij mij wordt niets opgocchreveB. Nog al beter, adiea, vaartwel! Hela! vroeg de meid van eeaen Eornel aan den schild wacht, die voor 't huis ep post stond, zeg, is de melkboer al voorbij? Dat west ik niet! Ha ge weet dat niet! En waarom staat ge daar dan!!! D'affairens moeten voortgaan. Mr ia er iets te geven! Heel gij nog zoo jong, zijt ge niet beschaamd van te bsde- lea! Maar M. ge moet, weten: mijn vader ligt ziek en ik bedel In zijn plaats, d'affairens moeten toch voortgaan. En ik moet er alles erven. jan. ik zou nog liever stervon. Als le trouwen met 'ne gast Dien ikdaaglyksrond zie zwerven, Die schier al zyn geld verkwast. Met '11e vent die zoo kan vloeken. Neen! ik worde nooit uw bruid. Want wy lezen in de boeken, Trouwltoch nooit met eenen guit, Met 'ne vloeker of'ne kwister. Aei, aei Cisoa! Ik 'ne kwister! Ik 'ne vloeker en 'ne zot! Wel, ge lacht er mcè! Nog gister Zei me t'onzeal Liefke Frót, Bat den Pastoer zoo kontenfc was Van geheel ons huisgezin. En dat ik 'nen braven vent was, Eii zoo rap voor 't broodgewin! En die 't anders zeggen, liegen! Jan. ge zult my niet bedriegen. Neen gy, 'k zie wel wat ik zié. Om een meid in slaap te wiegen. Moet ge gaan by zotte Mie, Gy en zoudl me nietgelyken. Ik betreuwe geenen vent Die zoo lastert, en doet blyken Dat hy goed bet ambacht ként' Van te diep in 't glas te kyken. Jan ging met beschaamd# kaken, Weg; al zcere weg naar buis. Cisca mogt zyn herte raken; Drymaal daags zat Jan vcor 't kruis. Dal daar hing by zyn,getouwe. God te bidden om gena, Christus blijft zijn woord getrouwe, Jan bekeerde zich aldra, En Francisca wierd zijn vrouwe. Vraagt er iemand boe zij leven, 'k Zeg bet hém hier kort en klaar, Cisca spint. Jan zit te weven, 't Is een recht gelukkig paar. En ze vetten al een zwijntjen. En de koe loopt op de wei. En als moeio stérft, 't beggyntjen, Koopen ze nog land daarbij, En ze bidden voor 't beggyntjen, C) Vraagt nu -ro zulL h'-komen- BOLONIA, 14 April 1888. Macharis en allo "Vrienden en Kennissen, die wij in het "Vaderland hebben gelaten, deze brief wordt Uliedon geschre ven ten 3 ure 's nachts in de statie van Belonia, een groote statie tussoben Venetiön sn Roomen; ge zult uitroepen 's nachts ten 3 ure Ja, Macharis, naar Roomen reizen ep 3 weken is op zjjn renten niet leven; tot hiertce is het een ^jdea en rotsen geweest, dat men byna den tijd niet he«ft een ktterken op papier te zetten. Welke verandering sedert 4 dagen! 't Is nu zaturdag en dijnsdag zaten wij nog thuis, bij Vrouw ea Kinderen! Dyns- dag ten i;> uren haddea wij de vreugd ia St Baufskerk de Pontifikale Mis by te wonen, als weerdige inleiding onzer Bedevaart. Dan wierden de Psalmen voor de Reizend# Lie den gezongen, Mgr Lambrecbt sprak tot de Pelgrims en tet de Menigte eenige hartroerende woorden; ten 1 ure zaten wij op 't convoi, de tatie stond vol Volk; tea half twee reed de trein weg, voorbij Aalst, langs Brussel, Naaien, Luxem burg, den Elzas, Strasburg, over en door d'Alpen en au zit ten wij aan d'Adriatische Zee, 250 urea van ons Vaderlaad. Macharis, Macharis, de wonderheden die wij gezien hebben, zyr. onbeschrijfelijk; men kaa zich niet inbeelden wat die Alpen zijn; bergen en rotsen ia allerhtnden vorm, bedekt met sparreubaomen, met wijnstokken, met kasteelen, huttekes, puiuen, nu gansoh met sneeuw bedekt de trein wachter vertelde ons dat al die sneeuw 's nachts gevallen was, verder d'Alpen op, altijd' hooger wonderbaarder ber gen en moer en meer sneeuw, totdat men eindelijk naar de hoogte van St Gothard rijdende, in een oprecht soeemwland kemt;'twas zoo koud ;.ls bij «ns rond Kersmis. Op een zeker i.oogte zijnde, rijdt men 21 minuten deer do rotsen van den Gothardberg; 21 minuten in den donkeren I Dan kemt men in een zachtere luchtstreek, en eenige uren verder is het vollen zomer! Daar zengc.v de leeuwerikken en de nach tegalen; do slooreB stonden in bloem; 't graan had reeds 2 vuisten lengte; d'heveus begonnen groen te staan en het wierd zoo warm dat men de vensterken» moest «pen zetten. Macharis, wat is Zwitserland verrukkelijk schoon I Die waters, Meereu genoemd, van de Lugano en van de IV Kan tons, kan er iets schooner lijn in de wereld! Die dorpkes aan den voet der bergen, of in de vlakten der bergketens van onder die ryke sparren en in d'hoegte dien sneeuw hoe treffend, h e wonderbaar 1 Macharis, wy hebben Milanen gezien een groote stad d'hoofdkerk gausch in marmer, den vloer, de kolommen, het dak. de trappen, alles, alles in fijnen witten marmer 4(0: standbeelden in marmer! met henderde duizende bloe men. In d'Onderke-k is't graf v«n St Carolns-Borromeus, daan- voor dit *raf hebben wij Mis geboord, die kapel heeft 4 millioen gekost; gedurig komt er volk bidden en knielen; de menscben zyn hier zeer godvruchtig in de kerk; wij heb ben't lichaam van den H. Carolus-Borromeus gezien; de beenderen, den schedel waarin die groote ziol woonde Bis schop Borromeus heeft in zijn leven alles weggegeven, en nu wordt hij erheerlijkt boven alle Keizers en Prinsen De Schatkamer van vijn kerk, de weerde ervan kan niet ge prezen worden. Wij hebben ook te Milanen de kerk gezient waar de H Augustinus zich bekeerd heeft, als bij er de Pre dikatiën van den groeten H. Ambrosias kwam aanbooren; 't is een oude kerk, uit do vierde eouw; wy bebben ook de Piazza d'Ani gezien, 5# bektaren groot; het Campo Sancta of kerk kof, verveld van marmeren gedenkstukken Op dit kerkhof is nu door de vrijmetsers een gesticht gebouwd om de lijken te verbranden; 't is grouwelyk en afschuwelijk om zien! er komt u daar 'nen kelschen reuk tegen alkoewel men prest en dwingt om lijkon te hebben, alhoewel men er voor d'Armen alles kosteloos doet.nogtans zijn er op |ie jaar maar i60# lijken geweest... 't I» met diepen afkeer dat men zulke zaken hoort. Macharis, de Legie is bier ook moester in de groote ste den; te Milanen beeft zij aan Savour een standbeeld opge recht en te Venotië aan den openbaren hof prijkt in brons de boef Gnisoppe Garibaldi; wij zijn langs Brescia en Vereua door wonderbare scboone .velden en groote Meereu naar Venetië geweest; om in die stad to geraken, moet men over een brug van 11,000 meters leigte; 't is al zee dat men ziet; en van de statie in een hotel te geraken, meet men per boot de zee in varen; er is hier geen enkol levend peord; de straten en straatjes zijn gevloerd met marmer of schoenen blauwen arduin.... 't Is oprecht aardig om zien. In het Paleis der Degen is de grootste schilderij der wereld, 25 meters breed en verbeeldt d'Hemelsche Glorie. Maobaris, ik moet eindigen, tet later een wijdleopig be schrijf; morgen, zondag, zullen te Lorettan zijn en tot Assi sen; Mgr Lambreckt zal er de plechtige Mis zingen maan dag zijn wij to Reomen; van uit de statie hier, zie ik een treiy met vreemdelingen vertrekken; overal sprvokt men van 't Volk dat to Reomen is; nit allo Landen dér wërold; 't is waai-lijk een groetsche verheerlijking van 't Pausdom 1 Macharis, te Venetië hebben wij een groote katoenfabriek gezien; op do firoenselmarkt was er overvloed van groensel, salade audijf, asporgiën. nieuwe patotters aan (5 eens den kilo; visebmijnen zyn hier nist; men verkoopt den viseh op kramen; de visch is bier ©vervloodif; paling, rog, tongskes, bazen, zalm, steHr, en veel ander soorten; de gendan»s zijn hier gekleed in blauw laken, met 'ne subare, gelijk onzen /Jwisj, de bravo man is gansch hersteld, hopen wijde ta bak kost hier 2e fr. de kilo; 't Volk wint hier van 1,50 tot 2,eo a 2,5e fr. daags. Voel ander bijzonderheden hebben wij aangeteekend... En nu naar Loretten en Roomen daar zullen wij al on3 Vrienden gedachtig zijn en over onzen ge liefden Werkman de zegeningen vragen Voor U, Macha ris en voor al ons Medehelpers brengen wij uit Roomen een gedenkenis meê, die zal gezegend worden door deu Stad- houder Christi en geraakt aan St Pieters Graf, .an de Plaats der Martelaars, de Seala Sancta, enz. enz. Macharis, in do geestenwereld i» geen afstand; kom, geef mij de hand van genegenheid en rriendsehap en tot weder omziens, ik zal u dijnsdag sohrijven uit Roemen. Uw Vriend en Dienaar, Dn Werkman. Loretten, zondag ifc april 88. Maeharis en Mie ander Vrienden, go ziet, ik schrijf u uit Lort-tten; van op mijne plaats zie ik het slagveld van Castel- fldardo en d'Adriatische Zee. Gisteren waren wij te Ancona en zyn hier te middernaoht aangekomen. De devotie'is hier onbeschrijfelijk; men ziet Italianors ,uit alle Provinciën en veel ander Vreemdelingen. Mgr Lambrecht heeft Mis gezon gen aan den hecgen Outaar en gepreêkt in 't Vlaamsch over 't Huizèken vaa Nazareth. Men ziet hier dit Heilig Huis,den heerd van dit Huis en een schotelkeu dat aan do H. Familie diende; op dit schotelken zijn de voorwerpen neergelegd die wij meebrengen. Dezen nacht was er op 't Convoi eon fran- ache Priester die uit Roomen kwam; ze waren er met 6000; ze zijn in verhoor ontvangen en hebben de Mis van Z H. de Paus bijgewoond. Leo XIII, zegde hij, heeft eon opzicht dat men nooit vergeet; hij sprak met vuur en kraoht en had oogenblikken dat hij bleek zag vau aandoening. Macharis, dit H. Huisje van Nazareth door d'Engelen hier overgebracht, nooit zullen wij dat vergeten... 't Is nu 1 x ure, wij trokken naai- de statie, voor Assises en Roomen. De Belgen der karavaan zijn teu uiterste te vrede; 't is lastig dock men heeft vapl troost; Mgr Lambrecht deed eiken mor- gend onder zijn hfls een Aanspraak over d'Heiligen der Plaats. Moigen avond zijn wij te Roomen, als 't God blieft. Macharis en allo Vrienden, enze hartelijke groetenis. De Wemman. Een IDEGEMSCRE dichter heeft zijn snaren gospannea, en de af wezigheid van den Werkman te baat genomes om langs over t Alpisch gebergte zijnen lof te tuiten. Aas posëten en dorgelijken, zo© 't oude spreekwoord zegt, moet men nog al iots toelaten. Lof aan de Werkman is mijn woord. Dat steeds weerkliDkt ia elk vreemd oord; Men hoort er veel van praten: In Heiland is hem toch zoo mooi, Men hoort hem liever als 't pleidooi Van vele advekaten. 'T is waarlijk toch de moeite waard. Als men geschaard is rond don haard; De Werkman ia de handen: De Vader leest met luit er stem, De Kindren luistreu steeds naar hem; 0 God die kestbre panden. T is hii die goede vruchtsa zaait, En uit het hert de kwadmaait; Tot in de verste strokon Hij breagt ons 't nieuws van wijd en breed. En moet nooit zeggen 't is mij leed; 'K heD toch mijn plicht gekweten. Waar hij verkeert in't huisgezin, Stort hij zijn lezers 't g' ede in; En weet hen te behagen: Hij zegt de waarheid «n 't is echt, En strijdt voor godsdienst eer en recht; Helpt elk zijn kruis nog dragen. Volgt dau, iszsrs 's werkmans raad, En luistert, nooit saar Satans praat, Gij zult 't u nooit biklagen; Er is geen rust voorwaar noch vree', In huisgezin en dorp en stee'; Zonaer God te behagvn. Blijft dan 0 werkman blijf ens bij, Wij blijven ook aan uwe zij? Om 't goede tc verspreiden-, Dan zal den God m zijne woon' Ons roepen, en voor onzen loon, Een gouden kroon bereiden. I a De nisuwe Concertzaal is zondag ingehui- nQlICnOtl digd m«t een vrolijk en prachtig feest. De fan- 11 vUOU vil faarmaatschappij St Cecilia voerde twee schoon ^muziekstukken uit onder de behendige leiding van den H. Em. Casteels. Romancen en kluchtliederen Inkten aller best. He boertige alleenspraak en hot blijspel hebben doen schater lachen. Het laatste tooneel de drie rara knechten, geschreven door den H- Petrus Scheire, soande de kroon. Vrolijke avond voor Heus den, en milde opbrengst voor den armen der Gemeente.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1888 | | pagina 1