Doktoer Goris, Brief van Macharis. (GORIS HALS), EEN VERHAAL UIT KEIZER KARELS' TIJD, 3g door S Van der Guchl, Kunstschilder te Aalst XXXVIII. VERLOST UIT DE KEEF. Hoe is het mogelijk, zegde de Doktor, dat gij, die een verstandig man schijnt te wezen, u zoolang met dezen nacht dief ophouden kunt ware ik in uwe plaats, ik zou er een korter spel mede spelen. Wat zoudt gij beginnen? Ik zou, meende Goris lachende, hem geen jaar opslui- ten, gelijk gij met mij hebt gedaan, verre van daar, maar hem aan den staart van mijn paard binden en Gentwaarts mede slingeren. Neen, sprak Jacob, geen foltering; wilt de schurk niet spreken, dat hij zwijge! Crombé, hervatte hij, zijnen die naar wenkende, gij die steeds vermaak neemt in zulke din gen, vervaardigt een strop en knoopt den schelm op in het deurgat zijner woonst. Is dit gemeend, edele heer, vroeg Crombé, zijnen heer ondervragend beziende? Zekerlijk, luidde het antwoord, ik ben immers niet ge woon iets te gebieden, dat ik niet wil uitgevoerd hebben. Het is, mijnen edelen meester, dat het deurgat wat laag is om hem behoorlijk op te knoopen en zijne voeten de aarde zouden kunnen raken... Maar ik weet het gevonden; hier staat een eiken houten kas, ik heb die uit nieuwsgierigheid eens geopend, wijl gij met Regies Biervliet bezig waart, en ïkmet Jcosken Wymeels den gevangen bewaakte. De kas bevat eenige zeer schoone wapens en onder andere een ste- vig Rapier, hetwelk men bij font van kapstok, aan een groo- ten ijzeren nagel heeft gehangen. Dien nagel moet ik hebben, lk wil hem twee voet boven de voordeur in den muur slaan en er dadelijk onzen poetsenmaker aan opknoopen, die als dan wel werkelijk tusschen hemel en aarde zal zwieren zon der zich te kunnen beklagen! Uw gedacht is uitmuntend, antwoordde de Jonker, spoed u om hetzelve werkstellig te maken. Het begon inmiddels donker te worden en wijl de heer van Lommerdael bevel gaf om de fakkels, die men uit voor zorg had mede genomen, te doen branden, liep Crombé met de nijptang die zich bij de gereedschap bevond, naar de door hem aangeduidde kas, opende die vluchtig, smeet het Rapier aan den eenen kant en trok den nagel uit het stevig hout, waarmede hij zich naar buiten spoedde. Nauw was dit feit gepleegd, of Doktor Goris naderde de kas. Hij had Crombé van een Rapier hooren spreken en hij wilde eens gaan zien of bij avonturen dit wapen het zijne, dat Jan Col- der had gebroken, niet zou hebben kunnen vervangen. Hij raapte het dan behoedzaam op en had geene moeite om te bestatigen dat het een overheerlijk wapen was, welkers weerga in het Nederland zeer weinig te vinden waren De lemmer was in de Spaansche Stad van Tolede gesmeed,' ge lijk het merk van den wapensmid aanduidde; de Doktor ver haastte zich het met het zijne te verwisselen en was inwendig met weinig voldaan over zijnen vond. Inmiddels had de vaar dige Crombé alles tot de strafuitvoering van Marten in ge reedheid gebracht. Men steeg te paard, en de Zadelmaker die zich den draver van Colder had toegeeigend, voegde zich behoedzaam aan de zijde van zijnen schoonzoon, daar hij van zijn bitter lijden nog niet teenemaal was hersteld. Toen de gansche drom op den aardeweg vergaderd was, bracht Crombé Marten te voorschijn; hij deed hem het strop aan den hals, smeet den onderkant der koorde over den nagel en na den schelm in de hoogte te hebben getild, maakte hij die vast aan het slot van de deur, wijl de arme Marten in het ruim hing te spartelenDit standsgerecht, welk toen ter tijd geen zeldzaamheid was, werd door een algemeen gejubel be- groet, en de lijder had zijnen laatsten snik nog niet gegeven als Jonker Jacob reeds het bevel tot den aftocht uil sprak en men gesamentlijk Gentwaarts henen draafde. Daar men vreesde van bespied te worden of elders in een hinderlaag te geraken, hield men zich steeds tot den aanval gereed, en onderhield men een stipte stilzwijgendheid; maar eens op de heirbaan gekomen, begon men van lieverlede te verstouten en onder malkanderen gemeenzaam te praten - Wij hebben, sprak Pieter Coecke, ons spel gansch ver brod, met Jan Colder levendig gevangen te willen nemen. Het was onze plicht, vooraleer hij op vluchten kon denken hem met een pistoolschot naar den anderen wereld te zen den. Gij hebt volkomen gelijk, antwoordde van Lommer dael, maar het had voor ons toch zoo aangenaam geweest den schurk in de handen des Keizers over te leveren die hem naar verdiensten zou hebben gestralt. Indien hij het bijtijds niet zou hebben ontvlucht, merkte Doktoor Goris op, Jan Colder bezit immers het voertuig om alle sloten te openen, gelijk ik wel eertijds heb ondervonden. Praatjes meende de Jonker, ik wil wel aannemen dat Colder een door- nuftige kerel is, als hij zich op voorhand daartoe bereid* maar ware hij eens in de handen des Keizers die hem dag en nacht door zijne hellebardiers zou doen bewaken, hij zou geen lust meer hebben om sloten te openen of op ontvluchten te denken. De Ruiters reden eenige stappen peinzende voort Maar zoo op eens schoot Jonker Jacob in eenen schette- renden lach Zie, zegde hij, mij dunkt dat ik nog steeds Doktoor Gons zijn zwaard zie breken tusschen de verbor gen deur, langs waar Jan Colder het zoo vaardig is ontko men; onze vriend keek toch zoo droevig op! Wie zou niet verschieten, meende Coucke, insgelijks lachende, als men een goed Rapier verliest en zoo schielijk ontwapend wordt Lacht, zooveel als het u lust, antwoordde Goris, en laat het al waarheid zijn dat gij zegt, echter, heb ik ten volle ge troost over mijn veilies, dit moordenaarshol verlaten. 1 -i 1 Hoe zoo? Wel, omdat ik aldaar mij een Rapier heb XJ O ©.Kil3/11.0.61 toegeeigend, dat tien maal beter is, dan het mijne ooit heeft 7-1 geweest Ue verstandige Hovenier En doktor Goris verhaalde hun hoe hij den gelukkigen ei- onderrichtende hoe men m de i"2 maanden van genaar was geworden van een zwaard, te Toledo gesmeed- e8te moDier' de hoven- tuinen, en daar hij zag dat men hem met S hij het uit de schede en liet het hun beurtelings zien 1 «Horhande Ooft en Fruit, Wortelen. Zaden, Bloe- Beste Vriend, zegde Coecke, wij hebben als hovelingen/die j 231 iewi,re:1 en hunI,e kracht steeds trachten den Keizer te believen, onzen slag gemist; D't alles vindt men in de verstandige Hovenier maar wat u betreft, mij dunkt dat gij u niet behoeft te bekla- f£ncoo9?n 196 b1, op dik papier' prijs c- gen. Gij hebt uwen schoonvader van een gewisse dood gered, j J-J pi Rol do r J die tot ruiling van hetgene hij heeft geleden, het beste rij- I Lourdes, n,W J u z'J*enïfDd redevoert! en gij verovert een Ra- ifnge™tal883d°KT^.T''len'Tr pier, welkers deugd een Keizer u zou benijden. merkweeröigte boekje;-aangenaam en kluchtig. r»,4-,ooch. men moet dikwijls hartelijk lachen, om <f- w ixtintl u Z.VIL uculjuen. LucinwueiUIgWJ uoeKje;- Dit is nog niet al, merkte Goris lachende op, gii spreekt SfLSf i™' <Jik,ï',ls -- ■an het genoegen niet, dat ik zal genieten, toe/ik aan mijne inh rroil i.it.i.il, ii. i ouuua wuucuue up, gij spreext S.SÜgmr' ?atlï za'genieten. t?611 ik aan mijne -geecnreven en met Jpngitta naren vader zal weder brengen, en ik hoop, heeren, ®env°udige doch godvruchtige bemerkingen.... dat gij, die medegewerkt hebt om den meester zadelmaker o"d«;pterif da'W?6ons: uit zijne muit te verlossen, mij derwaarts zult vergezellen, al f °-8o c. hebben wij die reis van 227 uren opVeen ware het maar om m de blijdschap van mijne echtgenote en j T1 zoontje te deelen, en er eens deftig te banketteeren. Dit Burcelen .an 0,80 c. franco 90. voorstel neem ik van harten aan, antwoordde de jonker en 71 r 7 ik geloof dat Pieter Coecke zich ook in het zoeken niet zal Ooverboek. laten? - Neen zeker, haastte de Schilder van te zeggen, 1 fofafen aan 0,«0 cent wantik, benevens mijne beide vrienden Herman Brant en Sf' --- j uc ouuuuer van te zeggen, want ik, benevens mijne beide vrienden Herman Brant en Brans Stroom,liefhebbers van zulke dingen.—Wij wenschen beide met beter, merkte Herman Brandt op, maar de mees ter zadelmaker is nog niet ten vollen hersteld, en wij zijn ge dwongen met onspaardjens opgewonen draf henen te rijden, uit vrees van zijnen toestand te verergeren, dit maakt dat de nacht reeds ten deele zal verstreken zijn, vooraleer wij ten huize van Doktor Goris kunnen aanwezig wezen; en dit is geene uur om te banketteren. Dit mogen wij ook niet doen, meende de Doktor, in de gemeente van Wetteren stap- pen wij aan de afspanning den Reiger af, om ons te verver- schen, en daar wij van den ganschen dag schier niet heb ben geëten, nemen wij er een stukje op de hand, dit alles vraagt tijd en ik geloof, dat het wel degelijk half morgend zal wezen, dit wil zeggen juist tijd om het banket klaar te maken, en mijne Bngitta geluk te wenschen, toen wij mijne haartstede zullen wederzien.... Jonkheer van Lommer- daal begon op dit voorstel hartelijk te lachen. Mij dunkt, zegde hij,zich tot den ruitersdromkeerende, dat onze Doktor een spitsvondigen kerel is; en na mijn zei ven te oordeelen, dat wij allen een goede verversching noodig hebben. Volgen wij dan zijnen raad, in afwachting van het Banket, dat hij ons toegezegd heeft, en waaraan gij allen zonder Joosken Weimeels te vergeten,deel zult van maken..! Deze woorden wierden met een algemeene goedkeuring begroet, en de Ruiters vervorderden steeds welgemoed hun nen weg. XI. ALCIEDIA VAN ROOZENDAAL. Buyten ghesonl Binnen ghew»nt De afspanning de Reiger stond, aan de Dorpplaats van Wetteren, dusvolgens in het hart der gemeente, zij was op eenigen afstand der heirbaan gelegen, echter kwamen er vele reizigers vernachten, om de gegronde reden dat waard en waardin uitstekende eerlijke lieden waren, en men er steeds van de onveiligheid der wegen niets behoefde te vreezen. Toen Jonkheer Jacob van Lommerdael met zijn gevolg aan de afspanning stil hield, was hij niet weinig verwonderd dat de waard of een zijner bediende, op het gerucht der paarden niet kwam buiten geloopen, om de aankomende rei zigers te groeten; en het was slechts na verscheide reizen zijn stem te hebben verheft, dat eindelijk een onbekende manskerel zich met de muts in de hand aanbood, om met de grootste beleefdheid des werelds, te vragen of de heeren hunne paarden begeerden te stallen, en waarmede zij be geerden gediend te wezen? Jonker Jacob die in den naam van hun allen het woerd voerde, zegde dat zij aldaar niet al te lang wilden verblijven, maar dat hij echter de paarden zou stallen en van den noodi- gen nooddruft voorzien. Zoo sprekende sprong hij van zijn paard, en trad de gelagkamer binnen, welkers voorbeeld van al de anderen wierd gevolgd. Inmiddels riep deze die het ambt van den waard waarnam, de twee staljongens, be val bun de paarden te verzorgen, en ging tot de heeren om hunne bevelen te ontvangen. Jonkheer Jacob vroeg vier fleschen spaanschen wijn, en of zij aldaar niet weinig zouden hebben kunnen spijsteren Om den aard van het eten zou men niet twisten, had men geen vleesch, bij de hand zij zouden zich wel met kaas en brood kunnen geceeren. De man onschuldigde zich, zeggende dat men, in de af spanning den Reiger, niet gewoon was deftige lieden op kaas en brood te vergasten, dat het waar was,dat voor het oogen- blik de herberg in een moeielijken toestand verkeerde, maar dat hij echter hun met excellente ham, tong of worsten kon gerieven. ('t y.) X., 22 Mei 1888. Geliefde Werkman, Voor de eerste maal dat ik UEd. in 't openbaar schrijf sedert de terugkomst uit Roomen, laat toe dat de oude Macha ris zijne gelukwenschen voege bij die van - al de andere Medewerkers en Vrienden, om de verzekering uit te drukken onzer bestendige genegenheid en het groot belang waarmee wij het reisbeschrijl gaan volgen, zullende wij allen aldus die merkweerdige Reis in den geest aanvan gen en met u knielen en bidden op al die roemweerdige en heilige Plaatsen, alsmede mitsgaders gehoord hebbende dat A goocnet- toeren om een gezelschap te vermaken en ie verzetten, toeren met de kaart, mei fletschen met getallen, met stokken endezoovoorts. 'T Manna voor godvruchtige zielen; deor E. H. Jamar, vol ledig devotie en Communieboek, derde verbeterd# uitgave; schooner Kerkboek is er in deze eeuw niet geschreven 't is waarlijk een manna, melk en honing voor de ehristene ziel. in band, roode sneè 2,25 gebrocheerd, l,5o Om Fransch te leeren op horten tijd, Jranseh gdijh nen advoimt, tejwnsse een net boekje verschenen van obladzijden en wij hebben het doen komen en wij verkooptn er veel aan 0,45 c. franco De H. Godelieva van Ghistel. de ?utte' Pastoor>' een net boekje, Ievenv»n die groote Heilige met de gedichten en gebeden t'hirer esr. Prijs 5o c. tranco 56. Historie van Valentyn en Oursson Een oud merkweerdig boekje nieuwe verbe* "orde druk, aan 0,75 c. franco 85. Het Bloemkorfje of laster en onschuld, door C. Schmid, schrijver van Rosa van Tannenburg en van veel ander merkweerdige boeken. De verhalen van C. Schmid behagen aan oud en aan jong en men vindt enn allerkostelijkste zedelessen. De Driis van t bloemkorfje is o,75 c. franco 0,8b. Werken van St Alphonsws. St Alphonsus de Liguori is een grooto Kerke* lijke Schrijver- m zijn boeken vindt men licht voor t verstand en balsem en honing voor het TJke.c vanJ St Alphonsus beslaan veel groote boekdee.en, doch de Pater Rciemntomt Theelen heeft het goed {gedacht uitgevoerd van uit die werken eenige volksboekskes te knippen. F^!-!nw3D£ wi her?. v?or <?ezen Apostelijken dooreet boekjes leeren kennen Gulden Boekje der Mis, een boekje van 62 bladzijden, iu vorm van Kerk boek en te koop in ons bureelen aan 15 cent. De schoonheid van dit werkje is onbeschrijfelijk en t is reeds m zijn 4de uitgave, dus 4 keeren is het moeten herdrukt worden. Wij reoomman* deeren het uit al onzo kracht en als er iemand wil een extra goed werk doen, hij koope er 98, of 50 of loo en deele dat uit. 't zal een aler* vruchtbaarste zaad zijn.voor loo is 't 12 fr voor 5o. 6,i>o, voor 25, 3,5o. Verders De Sleutels van den Hemel. SöO^bladzijden, 0.4" c. franco o,44. Onder alle opzichten een merkweerdig boikske De sleutels van den Hemel, wie zou ze niet willen in zijn huis hebben? u Naar den Hemel, voor hen die lijden, dus voor iedereen, 71 bi. o.l6c. en per loo of ?o genomen, gelijk het boekje der Mis. Ge kuDt geen bladzijde van dit boekje openslaan of uw hert wordt getroost en opgewekt. De Namen mijner Moeder verhalen ee8ldaBeD' overwe«iDS0n-betlroötingen. De allerheiligste Roozenkrans.' 0.16 centiemen. Gelijkvormigheid aan den wil Gods. o,15 c. Waarin men leert gerust blijven en kalm, in vreugd en in leed, invoorèpoed en in tegenspoed. De groote Waarheden. D?o^u1 n kerkboek gebonden schoon roode snee 6-6 bladzijden; zt- willen hebben dat de Paters in dit boek veel stof visden vror hun Predikatiën; de Grooto Waarheden zijn in dit bo- kje uiteengelegd.eenvoudig, hertroorend met schoon verzuchtingen en treffende voorbeelden. Prijs I.80 franco 1.9<\ De glorie van Maria Ziedaar 't Meesterstuk vas Kerkleeraar Alphon sus;dè G erie van Maria is i& deCbristene Wereld wat de Navolging rhristi is. de Geesteiüke Strijd •nz.. eeu bijblijvend buek.in alle talen verspreid Deze nieu we uitgaaf is v w taal, d uk en papier allerbest bozorgd. als dit book toek wam er wa ren in ons Bureel Eerw. Geest bikeo uit Gent en die fraaie uitgave de Glorie van Maria was aan hen gelijk Polen aan oen Rn rut merkweer dig boek kost in roode snté 1.95 franco 2 'lo gekartonneerd 1,75 franco 1.9o.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1888 | | pagina 3