Loktoor füroris»
echelen. 't - Oratorio.
Ch, L. Blommaert
Om Fransch te leeren
Toooerboek.
Laatste erichlen
(GORIS HALS),
EEN VERHAAL UIT KEIZER KARELS'TIJD, 54
door S. Van der Gucht, Kunstschilder te. - als'.
Even toen de Jonker deze woorden sprak, kwam de
Schout hen-te gemoet, van welken Goris zich nog den zelf
den morgend zich zoo deerlijk wist te beklagen. Zie, sprak
de Doktcor, daar is de Schout; hij wacht naar mijnen groet,
maar bij alle duivels, hij zal er lang mogen naar wachten.
Doch reeds van verre kwam deze beambte lachende toe-
geloopen en drukte Goris met vriendschap de beide handen.
Men komt, zegde hij, mij uwe vrome daad te verhalen, en ik
ben gelukkig er u geluk over mogen te wenschen; ach, mijn
heer, indien alle grondeigenaar uwe wilskracht bezaten, de
moedwil van zekere slechte kwanten zou hun min lastig zijn.
Dit waren zijne woorden en diep buigende vervoorderde hij
zijnen weg.
De hooge feiten van Doktoor Goris Hals waren inmiddels
reeds in het ronde uitgekraamd, en zijne komst onder de
wip werd door al de aanwezigen toegejuigd; men verdrong
zich om den overwinnaar van Scherpen Peer en Pronten
Koben te groeten. De kinderen volgden den held met be
wondering en de menigte boog voor hem eerbiedig. Van
alle kanten bejegenden hem niet dan vriendelijke aangezich
ten en ware het hem in den zin gekomen van zich in triomf
te laten dragen, hij had maar een teeken te moeten doen om
daar in te gelukken.
De Doktoor begon nu eindelijk te gevoelen dat de tijd
daar was,om nu ook zijne mildheid te toonen, hij deed al
de schutters en omstanders in gelederen plaatsen en beval
de twee kramers die aldaar met een volledige kar zoetekoe-
ken toegekomen waren, al hun waren aan 't volk uittedeelen,
waarna hij alles deftig betaalde.
Deze buitensporige mildaóigheid deed het uitwerksel dat
men er moest van verwachten. Het gejuich en geschreeuw
van Leve Doktoor Goris Hals verdubbelde, bijzoover dat
er het schietspel tijdelijk werd door onderbroken, maar in
de herberg duurde het tot in den nacht!
Inmiddels hadden zich de twee vrienden uit de voeten
emaakt en waren naar hun landhuis weder gekeerd, daar
zij door Brigitta angstig afgewacht werden, en zij vermaak
ten deze niet weinig,met haar al het voorgevallen breedvoe
rig te verhalen.
Daar de Jonker van Lommerdael nog den zelfden avond
naar Gent terug wilde en het reeds donker begon te worden,
nam men een korstondig avondmaal, gedurende het welke
men zich deftig vermaakte. Inmiddels werden de beide paar
den door het beleid van den pagie, Joosken Wymeelsch, in
gereedheid gebracht en het hinnikken en ongeduldig getrap
pel hunner voeten liet zich hooren tot in de zaal. Dit alles
vermaande den Jonkheer tot een spoedig vertrek; hij stond
dan eindelijk recht en na nog eens van Goris de verzekering
te hebben ontvangen, dat deze krachtdadig de boeren in
bedwang zoude houden, en inmiddels den opbouw van zijn
landhuis zou behartigen, nam hij eindelijk afscheid van hen
allen, en wel bijzonderlijk van den Doktoor, welkeis hand
hij geestdriftig drukte.
Twee dagen daarna was Pieter Coeck naar Spanje ver
trokken en Jonker Jacob van Lommerdael had hem met
zijnen pagie tot aan de have van Vlissingen uitgeleide ge
daan; aldaar hadden zij van malkanderen een vriendelijk
afscheid genomen en zich onderling eene goede reis en tevens
een spoedig wederzien gewenscht.
Niet zoo haast was de Schilder vertrokken, of de Jonker,
getrouw aan zijn voornemen, had met de toestemming zijner
beminde Alcidia, een reisje in Holland begonnen, en maan
delijks schreef hij aan zijne toekomende, al wat hem gedu
rende zijne reis overgekomen was, als ook al de merkweer-
digheden die hij kwam aan te treffen. Deze brieven werden
nu ook door de Jongvrouw wederkeerig beantwoord; zij
vermaande hem tot geduld,alsook van den Armen in Holland
niet te vergeten en overal het goed te stichten waar, het hem
mogelijk zoude zijn.
Zoo verliep de tijd, zonder dat de beide edele verloofde
zich al te veel verdroten, wijl Doktoor Goris van zijnen
kant, te Melle straf fceieverde om de belofte te verwezenlij
ken, die hij aan Jonkheer Jacob had gedaan. Het landhuis
was reeds voltrokken en het toevluchtsoord in gereedheid
gebracht, en al waren deze beide gebouwen nog niet be
woonbaar, echter hadden zij een zeer deftig voorkomen. Ook
had Goris niet te duchtig met de vuisten moeten werken, om
zich voortdurend te doen eerbiedigen, en dezen die hem
voortijds verachten, waren zijne beste vrienden geworden.
Hij leefde dan gelukkig voort, hadde het lang wegblijven
van Jonkheer Van Lommerdael hem niet verdroten; niet
tegenstaande deze hem een eens een kwade pert had ge
speeld, was hij hem steeds met hart en ziel aangekleefd.
Het jaar was van lieverlede ten einde gel oppen en tevens
ook de rouwtijd van Jonkvrouw Aicidia Van Roozendael.
Het was een bezondcr schoonen dag en Doktoor Goris,
een lieihebber van bloemen zijnde, zat in gezelschap van een
grooten zwarten hond, in een lustprieel van zijnen tuin, in
mijmerige gedachten begraven. Dank aan de vroege lente
waren de grasperken reeds frisch groen en als doorweefd
met jeugdige maagdelievekens; in de bloembedden prijkten
reeds de Meiroosjens, de Primelavera en de Beerenooren
met andere veel vervige lentebloemen. Op dit alles, dat
steeds zijn hart verlustigde, sloeg Goris nu weinig acht en
het was reeds meer dan een half uur dat hij,de oogen neder-
geslagen, in dezelfde houding was blijven zitten, toen hij
eindelijk het hoofd verdrietig oplichte en zich in de tegen
woordigheid van Jonkheer Jacöb bevond. De Jonker was
zoo even te paard met zijnen pagie in het landhuis aangeko
men; de goede Brigitta was naar de Kerk en de knecht die
straks toegeloopen was, wilde zijnen heer gaan roepen, die
volgens hem, in den tuin wandelde. Dit had Jacob echter
niet willen gedoogen: neen, had hij gezegd, ik wil hem in
den tuin gaan vinden, mijne wederkomst zal hem aangenaam
verrassen!
Hij had dan de zorg der paarden aan den pagie overgela
ten en zich derwaarts gespoed; nu stond hij aan den ingang
van het prieel hem vriendelijk toe te lachen.
Goris verschoot! echter deed de blijdschap diehij gevoelde
van den Jonker weder te zien, zijne aandoening verdwijnen.
Hij sprong recht, deed den hond die begon te grollen, bij
het eerste woord zwijgen en kwam zijnen ouden vriend geest
driftig de hand drukken. Hij sprak hem hartelijk willekom
en vraagde deelnemend naar den staat zijner gezondheid en
of de reis in Holland aan zijne verwachting beantwoord
had?
Deze reis, antwoordde Jacob, die ik slechts tot tijd
verdrijf heb ondernomen, is mij hoogst aangenaam geweest,
gauw zou ik u alle hare bezonderheden mededeelen, maar
voor het oogenblik heb ik het al te druk met andere zaken.
Met andere zaken? sprak Goris verwonderd.
Ja, beste vriend, morgen verbind ik mij in den echt
met de edele Jongvrouw Alcidia Van Roozendael, en ik kom
u en uwe Brigitta tot de bruiloft nooden.
Ik wensch u veel geluk met uwe toekomende bruid,
antwoordde de Doktoor, maar, voegde hij er half verlegen
bij, ik durf mij schier met Brigitta op uwe bruiloft niet
laten zien.
Hoe zoo? ('t Vervolgt.)
Aan onzen Vriend Macharis,
Goede Vriend van ons hart,
Hebt gij dat al vernomen van Antwerpen?
Ongetwijfeld ja, want g'heel de wereld spreekt
ervan; van die verdrukking der Armenvan die vermorsing
van 't ArmgoedDat komt van bedienden te nemen die God
en zijn Gebed verstooten!... Waarom zouden zij eerlijk zijn,
als zij de Biecht loochenen en de straffende hand eens Op
perrechters?.Van 't geld der Armen gaven ze daar jaarwed
den van 7000 fr. aan 'ne jonge sprinkhaan, een Vrijdenkerke
van eerste broek, die niets anders gedaan had dan op een
komedie te figureeren en in de Kiezingen tegen 't Katholiek
te bassenHet onrecht duurt al lang; reeds is er een zelfs-
moord, verscheide bedienden zijn afgezet er zijn er ge
vlucht naar een badstad, d'arme menschen mogen nu spre
ken, nadat ze zoolang 't mes op de keel hadden, door schur
ken van bedienden, die zegden: Zwijgen of g'heel uw troks-
ken kwijt!
Ach, Macharis, was dat niet te voorzien: Voltaire zelf
schrijft: Ik schrik en beef van 'ne naensch die niet rijk is en
die zijn Geloof verloochent... Als 'ne mensch niet denkt op
ziel en eeuwigheid, wat blijft er over, dan te stelen en moor
den, als 't belang dat zal meêbrengen? dan zich over te geven
aan alle losbandigheid? dan de stem van 't geweten uit te
dooven
Veel groote Kopstukken der Logie, die werken om 't Volk
van zijnen Godsdienst af te trekken, zouden geen meissen of
knecht willen, die naar de Kerk niet gaat of zijnen Paschen
niet houdt. Ze weten wat de gevolgen zijn voor Eerlijkheid en
Eerbaarheid.
Macharis, Macharis, zulke berichten zijn leerzaam; die
geen respekt heeft voor God of zijn Gebod, is niet te betrou
wen; doch aangenamer is het mij, goede Vriend, te mogen
weêrkeeren naar Mechelen, om te spreken van dit Oratorio
Franciscus. Aan de Armsten der Vrijwillige Armen heeft de
Kerk den grootsten Aflaat verleend; en aan Franciscus van
Assisen hebben twee Vernuften van Vlaanderen, dat heerlijk
gewrocht van Taal en Muziek opgedragen. Kroonen zijn aan
die Heeren behandigd en die Kroonen hebben zij neêrgelegd
in de Kerk der Religieusen, Kinderen van St-Franciscus.
Macharis, heb ik u reeds geschreven dat de Zangsters en
Zangers in -Jit Oratorio uit d'achtbaarste Familiën waren
van Mechelen? mochten zij er meer en meer in putten, ge
voelens van Liefdadigheid en Broederlijkheid; elk zich hou
den volgens zijnen staat, maar goed zijn en genadiglijk, nie
mand verachten, omdat hij in 'ne geringe stand is gesteld
Macharis, we zijn aan het derde deel gekomen; doch laat
mij toe, terug te keeren tot het Lied van de Liefde, dat elk
ophief en in verrukking bracht; ge zaagt Franciscus daar
klimmen tot aan de Serafijnsche Kringen en dan volgde een
Koor, een Hemelskoor in vier stemmen, die toch zoo wel
luidend zongen
HCfeu en Geloof vergaan
Liefde, LicfJe, blijft beslaan.
Macharis, het derde deelFranciscus sterft en wordt ver
heerlijkt; dit derde deel vangt aan met een Symphonie, die
den herfst afmaalt; een Koor van mansstemmen zingt op ver
halende wijze, hoe Franciscus, aan den avond zijns levens,
op zijn krankbed ligt vastgenageld
Als van deze aarde, orit^eest.
Viert retcis Franciscus Feest.
En uit de Kerk van O. L. Vr. Ier Engelen, waar hij den
aflaat Portiuncula had gekregen, hoort men den Angelus
kleppen; en dan zingen fijne vrouwenstemmen met begelei
ding van zacht vioolspel en snaargetokkel, ze beginnen den
Angelus te zingen. Ge zoudt gezegd hebben: 't Zijn Engelen
die daar de Moeder Gods groeten; die Angelus zal gezongen
worden in veel Kerken; de stervende Franciscus antwoordt:
Ha, hoe zoel, hoèhemeïsch zoet!
Hoorik Gods Engten zingen
Het stervensoogenblik nadert; de groote toorts heeft uit
geblonken; Franciscus gaat sterven, en men hoort de klach-
In het Mandeken,
te Zeeuwsch Klinge, wijk Kapellebrug. beveelt
zich 111 den Peerdenhandel aan, als Ccmmission-
naire.
St L1EVENS HOUTEM: Men zegt veel goeds
van het Klooster, üe Prijsöeeling wel. keurige
T.oneelstnkjes, goede uitvoering Prijzen ontel
bare Kleedingstukken en vele schoone boeken,
Tentoonstelling boven verwachting. Profieiatl
Wat zijn die Katholieken toch liehtdompersT
Een Natuurkundigs schrijft sns, dat de Fruiten
van dezen zomer door de Fruiteniers niet zullen
beschadigd worden, mits dat het den eersten
zomer is dat hij geen nesten van wespen of hom-
melen komt te vinden. De oorzaak daarvan zijn
den overvloedigen regen en te langdurigen nat
ten zera :r.
PRIJSKAMP UIT*ONS BUREEL.
Wij heropenen de Prijskampen.
5 Raadsels, alle weken éen.
En op te sturen na 't vijfde raadsel, al
te samen naar ons Bureel, Werf, Aalst,
waar al die schoon kapabele boeken te
koop zijn; Boeken, onderzocht en goed-
fekeurd en als 'ne schat bevonden voor
'huishoudens. Dat niemand toch nalate
eenige boeken te hebben als De Kroon
des Hemels aan 2,00; Hét Gulden Boekje
der Jonkheden en der Jonge Werklieden
25 c. franko 0,30het Huis Gods 0,10 c.
frauko 12; De Glorie van Maria 1,75
of i,95 volgens band, enzoovoorts, enz.
gelijk wij wekelijks aankondigen.
Dus,. Prijskamp:
En wat zijn de Prijzen!
Ten eersten 1 fransch boek in 2 deelen
in sterken band, Dictionnaire des Origi-
nes.
Prijs voor 't verstkomende.
1 Boekd. van Kanunnik Schmid
Prijs voor de kluchtigste oplossing.
Een boekdeel van Kanunnik Schmid.
Raadsel ke n° 1.
Met 5 worde ik aangedaan
Met 4 'k ben op uw levensbaan,
Met 3 ik worde afgelegd,
Mij dunkt 't is al genoeg gezegd g
HERZELE, 4 scp. 88. Maandag hebben
dé echtgenooten Liviarfs Van Waeyenberghe
en Rosalie Van Canwenberghe plechtigTijk
nonnen JubJé gehouden. Van ia de vroege
mrrgendstead werd het feest aangekondigd
door het gedommel yan. het kanon.
Om 8 1/2 ure heefi de maatschappij van
het. nanziefc vergezeld van eenige rijtuigen
ds Jubilarissen naar de Kerk gelei om de
Plechtige Misse ten 9 ure bij te wonen. Na de
Mis zijn jde Jubilarissen vergezeld door het
rausiekuaar het Gemeentehuis gevoerd. Niets
kwam aan het feest te ontbreken; Qelukwen-
schen', rijmdichten, jaarschriften, bloemrui
kers, zegebogen., gejecienken enz. aan de
versiering was v.iets te wenschen. Des avonds
is het feest gesloten met een schoane ver
lichting eu prachtig vuurwerk. Vele glazen
tier zijn door de keel geslokt op ds gezond
heid der Jubilarissen. Lang zal dat feest in
het geheugen der Hcrzeieaarea blijven.
op horten tij Afransch gelijk 'nen advokaai,
is er te Hondse een net boekje verschenen van
87 bladeijden en wij hebben hef doen komen
en wij verkoopen er veel aan 0,45 c. franco
0,50
Een net, pertig boeksken aan 0,?.O cent.
franco 55, bevattende 140 kurieuse goochel
toeren om een geselschap ie vermaken cn te
verzettenloeren mei de kaart, met flmchen,
met getallen, niet stokken endeeoovoorts
De groote bende van Jam De Lick 1 3 00
Nieuwe Likeurstoker 2,00
't Beste koopmans-rekenboek 1,00
Levens der Heiligen door Butler
8 boekdeelen per occasie 4,00
Het Huiselijk leyen der .Voor va
deren, door F. De Potter 1,00
Er is te Luik groote opschudding voor
dat tweegevecht... De dader en de 4 ge
tuigen moesten al vastzitten. De So
cialisten van Gent hebben nu eenen Vrij-;
denkersbond. TMen zegt dat er in
Antwerpen nog aanhoudingen gaan zijn;
t onderzoek duurt voort. 10 Eerw.
Heeren uit Scheut zijn naar Afrika ver
trokken; er zijn 20 nieuwe aanvragen
voor't Missiehuis. Te Spa zijn inhet
hotel d'Oranje 22,000 fr.gestolen.— Te
Kerkhom, Limburg, is weêr een hofsteê
afgebrand, d'hofsteê van pachter Lemai-
re; de gansche oogst is erin t gebleven
alsook de koeistal en 3 hoornbeesten.
Tegen Charleroi is ook een tweegevecht
geweest tusschen een wijnkoopman en
een apothékér. Ze moesten die twee-
vechterij met strabantheid straffen.
De gele koorts is te Rio Janeiro.
Bloem en Tarwe, zelfde prijzen. Hop,
sterke markt te Londen en in verhc
ging-