Tazida Spinael
Allerschrikkelijkste Rampen.
Boekhandel.
DE OUDSTE DOCHTER DES DUIVELS
een verhaal uit deze eeuw
doorS. VAN DERGUCHT, Kunstschilder te Aalst.
—O— 5
Alles bleef nu stil;
De Zaakwaarnemer Keuliaan kwam uitzijn kreupelboschje
te voorschijn en keek rechts en links, doch ontwaarde niets
meer....
Dan naderde hij tot de gesneuvelden, zocht Kapitein Se-
gers, vond hem gansch levenloos liggen, badende in zijn
bloed, schuifelde op zijnen hond en stak zich als jager het
veld in....
Dood! sprak hij; gelukkiglijk; anderen hebben het voor
ons gedaan; ik ben geen moordenare.... Wie mogen die an
deren zijn?
Het waren driehonderd Gentsche Vrijwilligers die zich
naar Brussel begaven en onderwege de Hollandsche Huza-
ren hadden aangerand.
Alles ging den schelm Keuliaan meê. Op Erpe gekomen
zijnde, laadde hij zijnen tweeloop met klein lood en begon
de kouters af te loopen, als de braafste en onverschilligste
jager. Niet lang moest hij wachten; zijn hond snuffelde rond
en deed weldra in zijn bereik een haas springen, welken Keu
liaan neêrschoot en in zijn thes stak.
Nu ben ik eruit, mompelde hij; als een echte jager, be
laden met een goeden haas, mag ik nu naar huis keeren;....
laat ons langs Erembodegem gaan en eens binnenstappen in
d'herberg bij den Champetter; dan zal elk weten, hoe ik op
jacht ben geweest.
Deze beambte, die het nog druk had door den beroerden
tijd, was juist in zijn woning terug, om er wat uit te rusten
en een stukje op d'hand te eten. Na hem bediend te hebben,
Op jacht geweest? M. Keuliaan, zegde hij.
Gelijk ge ziet, Champetter.
Ge trekt u dus weinig den opstand aan, dat gij u ver
lustigt met jagen, als het gansche land in rep en roer staat.
Elk zijn goesting, antwoordde de schelm, schokschou
derende, die 't Land wint, wint mij.
Zoo, gij neemt geen partij
Neen, wij moeten aan d'een betalen en aan d'ander geld
geven; daarom houde ik mij onzijdig.
Gij hebt misschien gelijk, maar eenieder kan alzoo niet
spreken.
Het ware te wenschen dat eenieder alzoo kon spreken,
er zouden dan zooveel buitensporigheden niet geschieden...
Zie Champetter, hier zijn tien eens voor mijn flesch leuvens.
Ik dank u, mijnheer. Tot weerziens, Champetter Pak-
kemans.
En de leepe kerel smeet zijnen tweeloop op de schouders
en begaf zich naar huis. Niettegenstaande hei; begon donker
te worden, was zijn meid hem nog niet te verwachten. Zij
verhaastte zich dan,hem hesp, brood en kaas voor te zetten.
Daar het van 's morgends geleden was, dat hij niets had ge-
ëten, liet hij hem de spijs wel smaken, waarna hij zich een
weinig ging opkleeden, den haas bij de achterpooten nam en
zeide: Threse, ik ga naar 't Eeuwig Licht. Goed, Mijn
heer. Ik zal misschien wat langer wegblijven dan naar
gewoonte ga maar slapen, ik neem den sleutel meê.
Goed, Mijnheer, goeden avond.[.
V. EENE STIEFMOEDER AAN 'T WERK.
Gaan wij terug naar d'herberg 't Eeuwig Licht... Ei, wat
ziet Tazida de bazin er ongerust uit en slecht gezind!
Die wisselbrieven! die wisselbrieven, mompelt zij in
haar eigen; spijtig dat het al geen goud was... Hoe gaan wij
daarmeê uitspelen!... Als kapitein Segers eens moest weer
komen!... Ze zeggen dat d'Hollanders gaan terugkeeren
met een sterk leger!... Waarlijk, ik ben niet gerust!... En is
de Kapitein nog dood, hoe gaan we dat uitgewisseld krij
gen!... Zoo dubbende, at de oudste Dochter des Duivels
haar eigen op en stampte gramstorig met de voeten op den
vloer. Er broeide voorzeker een onweêr in dat korzelig hoofd j
en wee op welkers hoofd het uitbersten zou.
Gelijk wij reeds zegden, had zij Lelia naar de stad om
winkelwaren gezonden en nu begon zij op dat meisken te i
denken: Is dat wegblijven! zegde zij, ik wed dat de zottinne
zich nog eens aan de modewinkels ophoudt, voor de Fran- j
sche nieuwigheden... Dat zal ze mij bekoopen!..
De bazinne had de gewoonte haar zeiven zeer wel te doen, j
't is te zeggen dat zij in weerwil harer gramschap en kwade j
luim, niet naliet van wel te eten en nog beter te drinken. Zij jj
stond dan recht, de vuisten balkende, en ging naar de
schapraai eenen boterham eten; het brood ziende, begon zij
te gloeieD var grampschap: O, die heks, riep zij uit; zij heeft
nog eens van 't brood geëten; dat is zichtbaar; o de fielinne!
En den buitenkant van 't brood nog eens wel waarnemende,
ging zij voort: Zie, hierop de korst had ik het geteekend;
het is gemakkelijk om zien dat zij er aan gezeten heeft; maar
laat ze komen!
Na deze spijtige opmerking te hebben gemaakt, sneed zij
haar eenen dikken boterham af en nam voor toespijs de
helft van een kieken dat den vorigen dag bij het avondmaal
van kapitein Segers was overgebleven, en begon te eten,
niet zonder van tijd tot tijd het uurwerk te bezien en het
hoofd schuddende, te zeggen: Is dat wegblijven?
Tazida had nauw gedaan met spijsteren.als Lelia, geladen
met eenen korf winkelwaren de herbergkamer binnen trad.
De bazin bezag haar met vlammende oogen, stond recht
en ging naar haren toog en schonk zich een glas brandewijn
•in, dat zij in eenmaal ledigde.
Dit was het D'v'"<*isch vel hare gewoonte, als er een on
weêr op handen was, dit wist Lelia van ondervinding en het
arm meisje was zoo verschrikt, dat zij haren korf liet neder-
vallen en op een stoel ne lerzeeg. Moeder, zegde zij, ach,
moeder, wil mij doch niet slaan; ik zal dagelijks voor u trach
ten te bidden.
Tazida antwoordde niet, maar met hare onheilspellende
oogen de maagd aanstarende: Hier, gebood zij, nadert
tot mij.
Lelia bleef verschrikt op haren stoel zitten. Hier, her
nam zij op strengen toon, nadert tot mij of anders...!
Ditmaal stond het meisje langzaam op en naderde al wan
kelende tot hare stiefmoeder. Hier greep de heks het arm
schaap bij de armen en gedurig hare oogen in die van het
meisje gevestigd houdende vroeg zij grammoedig: Waarom
hebt gij heden zoolang in de stad blijven vertoeven? Ik
heb in den kruidenierswinkel lang moeten wachten om
besteld te worden en daarna met de jufvrouw een kopje
koffie gedronken en een boterkoekje geëten. En heeft dit
bijna twee uren geduurd? wedervoer de bazin, Lelia zoo
geweldig bij de armen schuddende, dat zij bitterlijk begon
te weenen. Ach moeder! moeder, gilde zij, pijnigt mij
niet zoo zeer., ik zeg u de waarheid zonder u te beliegen of
te bedriegen.
Tazida schoot in een duivelachtige lach: .Dit ware mis
schien de eerste maal dat gij niet zoudet durven liegen of u
door gulzigheid vergeten, schreeuwde zij, en met de rechte
hand Lelia loslatende, wijl zij met de linke haar steeds vast-
gekneld hield, greep zij het brood van de tafel en bracht het
haar onder de oogen: Zoudt gij mij durven beweeren, bul
derde zij, dat gij van dit brood zonder mijne toelating niet
hebt gesneden, gulzige prij die gij zijt? Ach, moeder,
zuchte Lelia den grooten honger heeft.... maar zij kon niet
voleinden, een geweldige vuistslag stopte haar den mond,
het bloed vloeide en het ongelukkig meisje zeeg neer op den
grond.
De ontaarde stiefmoeder meende hare mishandeling voort
te zetten, maar zoo eensklaps werd de voordeur der herberg
geopend en Jonkheer Joseph Vermeulen trad binnen!
Als bij tooverslag veranderde de bazin van houding, zij
liet Lelia los en groette met een lachenden mond den inko
mende jongeling die verwonderd stond te kijken. Heer
Vermeulen, wees niet ontsteld, over hetgeen gij hier ziet,
zegde de heks, Lelia komt zoo even van de stad waar zij
winkelwaren heeft gaan koopen, en binnen komende heeft zij
het ongeluk gehad over den dorpel te struikelen en met den
neus op de steenen te vallen. Maar zij heeft zich niet
bezeerd, niet waar, Lelia? Neen, antwoordde de ongeluk-
kige, vreesachtig, maar ik bloede geweldig. Ga naar de
pomp, wedevoer de stiefmoeder, en waschu met kille water;
wellicht zijt gij genezen.
Lelia antwoordde niet, maar stond recht en begaf zich
naar achter, wijl de bazin met de grootste beleefdheid des
werelds aan Joseph vraagde met wat soort van drank zij hem
kon gerieven? Tapt mij een halven lieter bier, sprak
Joseph, ik wil inmiddels eens gaan zien of ik Lelia niet
behulpzaam kan wezen.
En wijl de Jonker zich naar achter spoedde, ging Tazida
met een statigen treê naar den kelder, om er het vereischte
bier te tappen, overtuigd zoo zij was dat Lelia zich aan den
jongeling niet zoo durven beklagen. Inmiddels pompte Joseph
en Lelia waschtte zich met het kille water tot dat eindelijk
het bloed ophield van stroomen. Toen vroeg hij met inge
houden stem: Lelia, is het wel waar, dat gij gevallen
zijt?... Lelia schudde het hoofd. Is het uwe stiefmoeder
die u nogmaals heeft mishandeld, spreekt? Ja, antwoordde
schier onhoorbaar de ongelukkige, omdat ik, van honger
gedreven, dezen morgend een weinig brood had gebruikt,
en volgens haar, te lang in de stad heb vertoefd.
De Jonker bleef een wijl peizende staan. Zie, Lelia,
zegde eindelijk, dit kan zoo niet blijven duren, heb nog een
weinig geduld, ik zal inmiddels u trachten te helpen. Mij
helpen, zuchte Lelia, ware niet gemakkelijk om doen.
Misschien gemakkelijker en spoediger dan gij vermoedt,
want als Joseph Vermeulen iets voorgenomen heeft, zal hij
het niet licht opgeven, voor het is volbracht heb slechts
geduld en goede hoop. ('t Vervolgt.)
In Amerika!... Twee rampen die droeven weêrklank vin
den g'heel Europa door;
10 In Pensylvania, twee treins die opeen zijn geioopen;
treins van toeristen, 't is te zeggen van Rijke-menschen,
gazetschrijvers, artisten, die samen voor nut en vermaak
een reis doen,de wonderbaarheden van Natuur of Kunst be-
studeeren en bewonderen. In België gebeuren zulke reizen
ook; w'hebben o. anog gezien in Aalst, dat Professors,
Aanmoedigers en Leerlingen derSt-Lukasschool de St-Mar-
tens-kerk kwamen gi oeten en bezoeken, deszelfs schoonen
gothischen bouwtrant en wonderbare Kunststukken bewon
deren. Doch in Amerika geschiedt zulks op grootere schaal;
er zijn zelfs maatschappijen ingericht voor zulke reizen; en
ze nemen afzonderlijke treins....
Een zulker sociëteiten reed dus in Pensylvania met vijf
treins die elkander van nabij opvolgden; door een ongeluk
kig toeval is de vierde sektie tegen de derde sektie geioopen,
met zulk geweld dat het achterste rijtuig gansch verbrijzeld
en gesmijsterd was; hij zat vol volk en geen levendig hert
bleef er over, het tweede rijtuig wierd zoodanig geschokt en
gesplintert, dat, daar ook, niemand aan de Dood ontsnapte;
de verdere rijtuigen wierden ook geweldig tegen een ge
schokt; en om de ramp nog te vergrooten een deel van den
trein rolde 60 voeten diep in de rivier....
Het ontzettende en schrikkelijk dier ramp beschrijven si
Gecerde Opsteller vsn Pe Werkman.
Ik ber. can trouwe Lezer van uw blad, menig
maal heb ik gelezen var, rareteiten met het
kaartspel, maar heigeen bij Frans De Block te
Siiiaai. Duizer.d Appels, is g. beurd, heb ik
nognie. gelezen of geboerd.
Zekeren Zondagavond waren Jos. Parys, Fr.
De Block. I.eon. Frirgelsen B Weyn aan het
spelen mei do Wis. kaart. Jos Perys geeft de
k8arl en hij had 13 troeven; hij is 55 'aren
kaarter en hij zegt, helr.ooil gehoord te heb
ben en nog veel min heeft hij het gepleegd.
Merkt wol op dat miserie en abondance
raeêspeolde, zoo uan, op alle wijzen gewonnen
spel.
Deze week zal onzen Almanak te koop zijn...
Hij is lebokcxneu bij al onze geërde Medehel
pers.
i. B. Van der Kagen, van Neerhasselt, zal
rondgaan mot onzen Almanak alsook van
verschelde andore, en hij levert al de Boeken
die wij aanbevelen.
Allemans Gerief voor 1889, te koop bij M.
Crols Pirmcz, opvolger van M. Van der Eydt,
Vlaamschesteenweg, 104, Brussel, lo c. 'tstuk,
8 fr. de loo. A
Werken tsan St Alphonsus.
St Alphonsus de Liguori is een groote Kerke*
ke Schrijver; in iin boeken vindt men licht
voor 't verstand en balsem en honiog voor het
hert. De werken van St Alphonsus beslaan veel
groote boekdeelen, doch de Pater Re 'emptorot
Theelen heeft het goed gedacht uitgevoerd van
uit die werken eenige volksboekskes te knippen.
Eere en daak ij hem voor dezen Apostelijken
arbeid. Wij hebben die boekjes leeren kennen
door het
Gulden Boekje der Mis,
een boekje van 62 bladijden, in vor« van Kerk
boek en te koop in on bureelen aau 15 cent.
De schoonheid van dit werkje is onbeschrijfelijk
en 't is reeds in zijn 4de uitgave, dus 4 keeren
ig het moeten herdrukt worden. Wij recomman'
deeren het uit al onze kracht en nis er iemand
wil een extra goed went doen, hij koope er2S,
of 50 of loo en deele dat uit, 't zal een aHer*
vruchtbaarste zaad zijn.voor loo is 't 12 fr. voor
5o, 6,5o, voor 25, 3,5o. Verders
Naar den Hemel,
voor hen die lijden, dus voor iedereen, 71 bl.
0.I6 e. en per loo of To genomen, gelijk hét
boekje der Mis. Ge kunt geen bladzijde van dit
boekje openslaan of uw hert wordt getroosten
opgewekt.
De Namen mijner Moeder
en hare Feestdagen; overwegingen,begroetingen,
verhalen 0.15 c.
De allerheiligste Roozenkrans,
o,16 centiemen.
Gelijkvormigheid aan den wil Gods.
o,15c. Waarin men leert gerust blijven en
kalm, in vreugd en in leed, in voorspoed en in
tegenspoed.
De groote Waarheden.
Dat boek in kerkboek gebonden, schoon roede
t snee 636 bladzijden; ze willen hebben dat da
Paters in dit boek veel stof vinden voor hun
Predikatiën; de Groote Waarheden zijn in dit
boekje uittengolegd.eenvoudig. hertroerend,met
schoon verzuchtingen en treffende voorbeelden.
Prijs I.80 franco 1.90.
De glorie van Maria.
Ziedaar 't Meesterstuk van Kerkleeraar Alphon-
sus;dc Glorie van Maria is in deChristene Wereld
5 wat de Navolging Christi is, de Geestelüke Strijd
c enz., een bijblq vend boek,in alle talen verspreid.
I Deze nieuwe uitgaaf is voor taal druk en papfer
allerbest bezorgd-, als dit boek toekwam, er vva-
l ren in ons Bureel Eerw. Geestelijken uit Gent en
die fraaie uitgave de Glorie van Maria was aan
hen gelijk Polenaan den Rus. Dit merkweer*
dig beek kost in roode sneè 1,95 franco 2,io
i gekartonneerd 1,75 franco 1.9o.
Het Reisje naar Lourdes,
in Frankrijk, door drij Vlaamsche Buitenjonge*
liegen, in 1883, doo* D. S... te M.... Eeu aller'
merkwfeordigte boekje;—aangenaam en kluchtig,
ocu, meu moet dikwijls hartelijk lachen, om ae
i schoone bemerkingen en de rond'Vlaamsche
l schrijftrant; ook leerzaam geschreven en met
- eenvoudige doch godvruchtige bemerkingen....
5 Iemand die dees boekje gelezen had, zegde ons:
- 0 dat plezierig, dat nuttig boekje Kijk, voor
O.80 c. hebben wij die rei3 van 227 uren op een
I vrolijke wijze gedaan.
Te koop in ons Bureelen aan 0,8o c. franco 90.
Baekelandt
en zijne bende. Prijs fr. 1. Franco i.io.
Verschenen bij M. Van der Schelden, uitge-
ver te Gent:
Nieuwe maand der Geloovige Zielen
Godvruchtige lezingen, voorbeeMen en ge
beden voor eiken dag der maand November, aan
de Zielen des Vagevuurs toegew.id. door ALF.
VAN LOO. - Boekdeel in 18 van 258 bl, Prijs:
0,60; in Honen i,0o.
y Hei boek dat wij heden aankondigen en dat
bewerkt is door den reeds gunstig gekenden
schrijver van De Mincaar van den H Jozef.
0 H. J. C- en het heilig Land. enz..bevat voer
eiken dag der maana November eene godvruch
tige lezing, getrokken uit de werken van den
H. Al'jhonsus de Liguorio, .ie Eerw. iPaters Mun-
forten de Bonnyers; kardinanl Bellarminus en
andero geestelijko schrijvers; oei voorbeeld, aan
de geloofswaardigste bronnen ontleend en even-
eens uit kerkelijk goedgekeurde werken ge
trokken.
Wij twijfelen er niet aan of dit boekje in zui
ver verstaanbaar vlaamsch geschreven, zal bij
alle geloovigon recht welkom zijn Immers wie
is er die niet een bloedverwant of een vrïeed on-
der de lijdende zio;en tell, en die niet gaarne de
middelen zou kennen eD gebruiken om hen werk
dadig bij te staan.