Tazida Spinael
Nieuw Kerstliedeken.
Boekwerken,
13i
DE OUDSTE DOCHTER DES DUIVELS
een verbaal uit deze eeuw
doorS. VAN DERGUCHT, Kunstschilder te Aalst.
—O— 14
XIV. - ONTWAAKT EN GERED.
Slaper, na die 4 dagen op zee gedoold te hebben, ster
vende van honger en verscheurd van angst; slapen, welken
wellust
De zon had reeds den helft van haren dagelijkschen om
loop gemaakt, toen Josef Vermeulen ontwaakte; de goede
jongeling was eenige oogenblikken, zonder zijnen toestand te
kunnen begrijpen; hij wreef over zijn oogen, hij legde zijn
hand op zijn voorhoofd; was alles wel echt? bij lag onder
eenen boom, zijn gezellen lagen daar ook en hij was omringd
van Arabieren
Arabieren! Josef haalde eenen schrei op; zijn gezellen
wierden wakker en zagen ook met verwondering op die men-
schen; doch schrik moesten zij niet hebben; want een Ou
derling met witten baard, sprak op zachten toon eenige
woorden in d'Arabische taal.
Josef verstond er niets van; dech kapitein Flenders, uit
zijn eerste verbazing geraakt, en een weinig Arabiesch ken
nende, verstond dat de Ouderling vroeg of zij schipbreuke
lingen waren, hoe lang op zee en of zij een goede maaltijd
zouden gewild hebben? Daarop antwoordde deKapitein met
hulp van woorden en gebaren, waarop zij uitgenoodigd wier
den den Ouderling te volgen en naar zijn woonst wierden
geleid.
Hemeldat was daar ietsze waren maar nauwelijks bin
nen, als op een groote tafel een uitgelezen eetmaal wierd
aangebrachtgestoofd Geitenvleesch, die geliefkoosde spijs
der Arabieren; een soort van Aardappels, Rijst, alle soorten
van Vruchten.
Onze vier uitgehongerden sloegen aanstonds een kruis en
vielen aan 't eten, met een gulzigheid en een slokzucht, dat
d*Arabieren, die nogtans de statigste menschen der wereld
zijn, zich niet konden inhouden van lachen en van hun ver
wondering door allerhande uitroepingen te doen blijken.
Zeker en gewis, indien zij na hun lang vasten, dien nacht
hun maag niet hadden gepaaid met eenige lichte spijzen, deze
gulzige maaltijd zou hun nadeelig en misschien noodlottig
geweest zijn, en wellicht waren zij door die overdaad be
zweken.
Nu waren de vier schipbreukelingen geheel ander men
schen geworden; zij verhaastten zich allen rechtte staan om
d'Arabiers te bedanken en bijzonderlijk den goeden Ouder-
ling. Josef, de Stuurman, en Doksken ontbraken ook niet aan
hun plicht van dankbaarheid...
Welke vreugd in hun herten! Welke herleving 1 Arabië!
't Land der goede gastvrijheid, waarvan de Patriarken van
't oude Testament ons zulke schoone voorbeelden leveren,
dat ze gelukkig waren van vreemdelingen in hunne huizen te
kunnen herbergen. Ook is d'herbergzaamhcid daar als een
noodzakelijkheid, vermits men somtijds uren en uren heeft
van woestenij en de Reizigers er te zeldzaam zijn, voor de
inrichting van Hotels.
Onze vier schipbreukelingen wierden daar bezorgd als
kinderen van den huize; zij bewonderden de goede inrich
ting, de patriarkale huishouding, de rijkdom der streek; doch
van 's anderdaags af dachten zij reeds verdere uitkomst,
en vernomen hebbende dat de stad Zanzibar op drie dagrei
zen afstand was, gaven zij hun inzicht te kennen, zoohaast
mogelijk die stad te bereiken. Doch de Ouderling vroeg dat
zij ten minste drij dagen in zijn huis zouden verblijven, om
gansch hersteld en uitgerust te zijn. Te Zanzibar zouden zij
met het eerste schip het beste naar Europa kunnen over
steken.
Zij lieten zich geerne gezeggen en 't was met de tranen in
d'oogen dat zij den vierden dag hun alscheid namen van die
brave herbergzame lieden; hun boot lieten zij daar als ge
schenk; vooraleer te vertrekken gaf de Ouderling met den
witten baard hün een schoon voorbeeld van godsdienstig
heid, met op zijn knieën te vallen en de hulp van God in te
roepen; de Aalsiersche jongeling Josef, die zich nooit ge
schaamd had God te dienen, volgde uit hart en ziel 't voor
beeld van den Ouderling; en zijn gezellen, drie ruwe zeelie
den, door het ongeluk geleerd zijnde, aarzelden ook niet op
de knieën te vallen en deel te nemen aan 't gebed.
Dan zegde de oude Arabier dat hij hun eenige stappen
zou uitgelei doen en aan een goeden Gids toevertrouwen om
de stad Zanzibar te bereiken.
Kapitein Flenders en zijn gezellen hadden de tranen in de
oogen, zij wisten niet op welke wijze hunne danbaarheid te
betuigen; zoo innig diep was hunne aandoening, dat zij er
met aan dachten, hoe 2ij die lange reis zouden doen, zonder
eenigen voorraad van levensmiddelen. Zoo gingen zij met
den Ouderling het Arabisch dorp uit, en wierden door hem
gebracht tot op den weg naar Zanzibar; vooraleer den eeu
wigen vaarwel te zeggen, gaf de Ouderling hun zijnen zegen,
met den ~"ensch eener voorspoedige reis. Reeds had hij ee
nige st? -en terugwaarts gedaan, als kapitein Flenders hem
achterr liep en zijn kleed vastgreep
M ldadige gastheer, zegde hij, vergeef mijne stout-
moed „neid, maar we zijn zoo zeer beproefd geweest, dat gij
onze vraag zult verschoonen... Spreek, mijn zoon, ik aan
hoor u, luidde het antwoord. Gij hebt ons overriden met
weldaden, maar nu schijnt gij te vergeten, dat wij eene reis
van drij dagen gaan ondernemen zonder van eenigen mond
kost voorzien te zijn.
De Ouderling grimlachtte en hief langzaam den vinger
naar den hemel
Betrouw op God, zegde bij, die de planten laaft en de
vogelen spijst; hoe zou hij u verlaten, als gij zijne hulp af
smeekt? u van levensmiddelen voorzien ware de goede her
bergzaamheid onzer landstreek schande aandoen. Gij zult
zonder hinder de stad Znnzibar bereiken. Vaartwel en ver
geet nooit de plichten der herbergzaamheid. Dit gezegd
hebbende, boog hij zachtjes zijn schoon en eerbiedweerdig
hoofd en hernam den weg naar zijn dorp.
Tusschen hoop en vrees trokken de vier manschappen
voort; doch de uitkomst bewees, dat zij groot ongelijk had
den geen volle betrouwen te hebben op de woorden van den
Arabier. Overal wierden zij door den landzaat zeer wel
onthaald, gespijsd en geherbergd.
Na drie dagen gaans, zagen zij eindelijk Zanzibar, de
hoofdstad van dit eiland; een uur van daar zijnde, hielden zij
stil aan een groot huis, op den boord eener veel gebruikte
baan gelegen; de Gids riep kapitein Flenders, zegde hem ee
nige woorden, haalde een flink Araabsch peerd uit den stal
en vertrok in de richting der stad.
Kapitein, vroeg Josef, wat gebeurt er?
Vrienden, onze Gids is voorop gereden naar de stad
om onze aankomst te melden- aan Nacherib, de Gouverneur
van Zanzibar, en zijn hulp in te roepen; vroeger ben ik nog
in die stad geweest; en wellicht zal hij zich mijner nog her
inneren.
D'Arabische peerden zijn wakkere dieren, daar kon het
viertal zich ook dit maal van overtuigen, want een uur nadien
zagen zij den Gids reeds terugkeeren, met vier wakkere
peerden die hij aan de hand leidde en een pak linnen dat hij
achter den zadel van den schimmel, welken hij bereed, had
vastgeriemd.
Nabij gekomen zijnde en zonder van zijn peerd te stappen,
riep hij uit:
Nacherib, onze duurbare Gouverneur, gedenkt zich nog
zeer wel met den scheepskapitein Flenders vroeger gehan
deld te hebben; het spijt hem hartgrondelijk dat zijn broeder
schipbreuk geleden heeft en hij zal alles doen om hem zijn
geleden ongeluk verdragelijk te maken. Heden nog verwacht
hij hem met zijne gezellen in zijn Paleis en zendt u daartoe
elk een der beste paarden uit zijnen stal en een buzeron, om
u behoorlijk aan te kleeden.
De schipbreukelingen wierden bleek van aandoening; hun
lijden was dus geëindigd. Zonder hunne antwoord af te wach
ten, sprong de Gids van zijn peerd; en geholpen door den
Arabier, bewoner dezes huizes, hielpen zij de vier manschap
pen om de Arabische buserons aan te trekken en te paard te
stijgen.
De Kapitein en Josef hadden vroeger leeren te paard rij
den; doch de Stuurman en de matroos waren gewend aan
het wiewakken op de zee en reden daar zoo deerlijk slecht,
geschokt van den eenen kant naar den anderen, dat hun ge
zellen er hartelijk moesten om lachen. ,-:J
Een uur nadien reden zij de poorten van Zanzibar binnen.
De donkere avond begon reeds met zijn duisteren mantel
de aarde te bedekken, toen zij aan 't Paleis van Nacherib
stil hielden.
Aanstonds wierden zij ontfangen;
Goede harten hebben steeds medelijden met ongelukkigen;
de Gouverneur, een braaf man zijnde, troostte de vier schip-
breuKelingen, zeggende dat-hij voor een goede huisvesting
zou zorgen; dat er juist een fransch koopvaardijschip in de
have lag, om eerlang te vertrekken en dat hij den Kapitein
zou gesproken hebben om de vier schipbreukelingen koste
loos te laten naar Europa overvaren.
Verbeeldt u de vreugd der vier manschappen! -V
De Gouverneur handelde volgens zijn belofte; hij deed
den Kapitein ontbieden; dezeeen ongevoelig mensch,
dierf dit verzoek niet afstaan; hij bepaalde dag en uur; den
morgend van den volgenden dag moesten de vier Europeanen
bij hem aan boord komen; doch toen Kapitein Flenders, na
de Gouverneur hartgrondig bedankt te hebben, met zijn drie
gezellen naar d have ging, hoorden zij dan dat het fransch
zeeschip binst den nacht was vertrokken..!. Nieuwe en
wreede teleurstelling! ('t* Vervolgt.)
't Is nacht cn toch ceu blij gezang
Weêrgalmt in Bethlem's dal,
Terwijl een kind geboren wordt
In eenen armen stal.
't Is nacht, en tuch een helder licht
Daalt neêr in Bethlems dal.
Voor 't kind dat daar ge toren is
In dienen armen Stal.
't Is nacht, en d'Herders snellen bij
En vallen vol eerbied
Op hnnne kniën, voor 't Kindeken
Dat hnn Maria biedt.
't Is nacht en/t groot Geheim heeffplaats
't Verlossingsnnr dat slaat
De mensch mt zijn verworpenheid
Tot 't Rijk des Heeren gaat.
t ls nacht en ginder ia het Oost,
Op afstand wijd en ver
Verschijnt aan de Drij Koningen
De wonderbare Ster;
't Is nacht, de Hemel juicht en bidt,
Terwijl g'heel d'Helle beeft,
te koop in ons Bureelen:
DE KROON DES HEMELS,
een prachtwerk, elke bladzijde is goud waard,
elke bladzijde; de Kroon des Hemels, een boek
allerbest geschikt voor geschenk op Hoogdagen
en op Kermis en Nieuwjaar; prijs 2,00 franko
i thuis.
i JANCLERKER,
d"»or S. Van der Gucht. Jan Clerker reeds gekend
l Üe wereld door; er kunnen geen fraaier boeken
bestaan; er is lezing aan voor 'ne g'heele winter
s prijs 2 25 franko 2*o.
GASTON BLANKAERT,
i cf d'eers'.e Binders, ook allermerkweerdigst,
f prijs 1,75 franko l,9o.
't KASTEEL der VERDOEMENIS
prijs 2oo fr.
DE KABINET-SEKRETARIS
brieven, akten enz. Prijs 1;00
'T MASKER VAN DE WERELD
dit boek van over honderde jaren gelezen en ge
prezen. met veel houtplaten, Prijs 2,!o
De allerheiligste Roozenkrans,
0,16 centiemen.
Gelijkvormigheid aan den wil Gods.
0,15 c, Waarin men leert gerust blijven en
kalm, m vreugd en in leed, in voorspoed en in
tegenspoed.
ONZE HUISDIEREN,
Paard, Ezel.Koei, Geit en Schaap; Voordrach teb,
door Victor Van Tricht S. J. Een boek in 8 ver*
schenen bij M. Leliaert Sifier en te koop in ots
Bureel aan 1,00
Trouw tot der dood
uit den tijd der hervorming, prijs 0,40
D'OPDRACHTEN VAN ONS BISDOM
te bekomen bij F. De Galan, Molenstraat, Aalst,
aan o,5o centiemen d'honderd.
LEVEN VAN D'H. BARBARA,
een zeer schoon boekje in 16. Het leven dier
groote Heilige en Martelares, volgens d'alcude
handschriften, franko thuis o,5o c.
DE PATERS TRAPPISTEN,
hun streng en wonderbaar leven, de beschrijving
an hun Klooster enz. prijs 0,5 c. franko thuis.
JAN DE LICHTE.
Dat schoon, diklijvig welgeschreven
boekdeel aan 2,00 per beneficie 2,00 fr.
franko 3,50.
D'EEUWIGE WAARHEDEN
door St-Alphonsius, in band,roode sneê,
1,90. Met krachtige lessen, opwekkin
gen, verzuchtingen en honderde en hon
derde treffende voorbeelden. Een boek
van 692 bladzijden. Het heeft ten allen
tijde, en onder personen van allen stand,
de heilrijkste vruchten voortgebracht.
WEG DER GODDELIJKE LIEFDE
door Kerkleeraar St-Alpnonsius de Li-
guori, met Mis, oefening voor Biecht en
Communie, Kruisweg enz. prijs 1,25 in
band, roode sneê.
DE SLEUTELS VAN DEN
HEMEL
door den H.Alphonsus en eenige andere
schrijvers, prijs 0,40 c. franko 0,45
HOE HEILZAAM HET IS DIK
WIJLS TE BIECHTEN.
Prijs 0,07 centiemen. Een boekske van
propagande.
LE CONGO BELGE ILLUSTRE
histoire de sa Fondalion, geographie, ethaogra-
phie, traite des négres, moeurs et coutumes des
indigènes, commerce et objets d'échange, par
Alexis M. G.
Een boek in 8° 360 bl. met veel platen, kaarten
en portretten.-., 't Is de getrouwe afschildering
van den Congo en broeder Alexis heeft aanstonds
na d*ee?ste uitgave van zijn werk de geluk wen
schen onlfangen van Z. M. Koning Leopold II. van
den Aartsbisschop van Mechelen en ander fgroote
Mannen.
Prijs van dit schoon Boekdeel:
Gebrocheerd 2,50
In Prachtband 3,0o
In prachtband vergulde sneê 3,50
St-Nikolaas, donderdag
Roode tarwe, 100 1.
Witte tarwe
Poldertarwe
Rogge
Boekweit
Haver (159 liters)
Wintergarst
Klaverzaad p. kilo
Duivenboonen
Paardeboonen
Erwten
Lijnzaad
Vlas
Aardappels per 100 k.
Kiekens, per stuk
Hooi, 100 bussels
Boter per kilo
Eieren per 26
Tarwebloem 100 kilo
18,50
17,00
16,00
10,50
15,00
10,00
11,50
r,
19,00
19,00
21,00
3,82
2,82
28,50
a 19,50
a 19,00
a 18,00
a 11,50
a 16,00
a 11,00
d 12,50
a o,
a 20,00
a 20,00
a
a 23,00
a 4,54
a 9,00
a 1,50
a 36,00
d 2r
4 29,3-1