Wetteren. Geeraardsbergen Veemarkten. ARGENTINA. DE OUDSTE DOCHTER DES DUIVELS een verhaal uit deze eeuw door S. VAN DER GUCHT, Kunsuchilder tc Aalst. —O— 28 XXX. HET BOMBARDEMENT VAN ANTWERPEN. Na het morgerdmaal te hebben gebruikt, kleedde zich ook Quenel op zijn Zondaags om zijnen ouden Meester te vergezellen, en beide trokken weldra, uitgedorst als twee renteniers, naar de Kerk. De Mis, aan God opgedragen door den Priester, die den Jonker had berecht en welken hem daarna schier dage lijks was komen bezoeken, liep nauw ten einde, als Joseph bij het uitgaan der Kerk Quenel bij den arm nam en zegde Beste vriend, nu dat ik ganschelijk ben hersteld, wil ik niet langer misbruik uwer goedheid maken, om in u midden als een luiaard te blijven wonen. Ik had gedacht fortuin te maken in vreemde landen, maar doordien den vriend die mij beloofd had mij alhier te komen vinden, om mij het noodig te verschieten, zich in het zoeken laat, ben ik gansch en geheel van gedacht veranderd. Ik wil, gelijk hedendaags veel deftige jongelingen doen, soldaat wordenen daar ik éenige geleerdheid bezit, hoop ik weldra eene Overheid te zijn. Quenel bezag den Jonker medelijdende en schudde afkeu rende het hoofd. Soldaat wordeD, zegde hij, neen Mijn heer dit moogt gij niet doenwant geloof mij, die van onder vinding spreek, iemand die zijn'vader en moeder heeft ver moord, is nog te goed om in tijd van oorlog soldaat te zijn. Maar, beste vriend, zoo doende zal ik slechts het voorbeeld van vele anderen volgen - Alle voorbeelden dienen niet nagevolgd te'word en, besten heer; indien al die deftige jongelingen, waar gij van spreekt en die volgens mij slechts waaghalzen zijn, in het water sprongen, zoudt gij hun voorbeeld volgen? Zekerlijk neen, antwoordde de Jonker, maar dit heeft geen betrek met den soldatendienst. Quenel greep als half verschrikt Joseph bij de hand: 1 Jonkheer, zegde hij, gij moogt mij gelooveD, dat ik liever slaaf in Turkijë zou zijn als de schrik en benauwdheid nog uit te staan, die ik gedurende het Bombardement van Ant werpen heb verduurd.. Maar zie, het is hier geene plaats om u mijnen doodsangst voor oogen te stellen, gaan wij liever naar Den Biekorf, ik zal u aldaar alles breedvoerig verha len. Joseph Vermeulen liet zich gezeggen, en niettegenstaande hij niet zeer herbergachtig was, trok hij echter met Quenel het aangeduid bierhuis binnen. Voorgevende dat zij malkanderen in het bijzonder wensch- ten te spreken, plaatsen zij zich in de achterkamer aan eene tafel eu vroegen aan den vollijvigen baas een flesch Pieter man, welken denzelven hun dadelijk geriefde. Na een giasje van dit edel vocht gedronken te hebben, bleef Quenel nog eenige oogenblikken peizende zittenDit dralen begon den Jonker eindelijk te verdrieten. Welnu, besten vriend, vroeg hij, waar blijft de mededeeling die gij mij hebt belooft?.. Niet zoo haastig mijnheer, gaf hij tot antwoord, ik ga beginnen. Vooreerst vraag ik u echter van mij zoo weinig mogelijk te onderbreken, daar ik wellicht den draad van mijn verhaal zou kunnen verliezen, want geloof mij, brave Jonker, dat ik liever tot uw onderhoud mijne nagels uit de viDgers zoo willen werken,als u soldaat te zien worden. Ik ben een geboren Aalstenaar, mijne moeder heb ik nooit gekend, maar ik woonde in den ouderdom van zes-en-twintig jaren met mijnen vader, die een schoenmaker was, in een klein huisje der Klapstraat, alwaar wij een zeer eentoonig leven leidden. Voor het begin van het jaar 1829 stierf mijn vader aan een kwaadaardige ziekte en ik wist schiers niet meer van wat hout pijlen maken, daar ik zeer weinig aan leg tot schoenmaken had en bezwaarlijk met dit bediijf in mijne noodwendigheden kon voorzien. Het geluk scheen mij echter te begunstigen, mijn vader had een broeder die te Antwerpen een kruidenierswinkel open hield, en deze, wetende dat ik tamelijk kon lezen, schrijven en rekenen, nam mij dadelijk in zijnen dienst. Toen waande ik er mij boven op ik wist mij deftig te ge dragen en reeds was ik bij de geburen in eene zekere soort van aanzien geraakt, toen het volgende jaar de noodlottige Omwenteling kwam los te bersten. Het was den 27 October i83o; als ik ooit Vader en Moe der of mijn eigen naam zou vergeten, deze datum vergeet ik nooit. verwachten? Moord en doodslag. Het kon niet missen, dat, indien ik met mijn manschap vooruitrukte, de vijand met zijn geschut op geenen van alle stervelingen in Antwerpen liever zou mikken dan op mij. De lieve moeder Natuur heeft mij bijzonderlijk met een statig lijf begunstigd. Ik behoor tot de dikke mannen. Een man van eene zekere breedte en rondte, vervult overigens zijne plaats op de wereld altijd goed; wordt niet licht over het hoofd gezien; geeft aan alles wat hij zich aantrekt, gewicht, en heeft in zijn doen en laten iets heerlijks! Helaasin oorlogstijden is echter die soort van heerlijkheid zeer ongemakkelijk, en een der gevaarlijkste geschenken des Hemels. Alhoewel ik nog een gensterken hoopte dat men de zaak met de Hollanders in alle vriendelijkheid door eene eer volle overgave zou eindigen, moest ik mij echter als luite nant, tot het ergste voorval gereed maken. Ik kon licht berekenen dat mij, met mijne majestueuse dikte, het vooruit gaan tegen de vijandelijke bajonnetten, buitengewoon moeielijk zou vallen. Niet min bezwaarlijk was eene terug trekkende beweging in hoogste snelheid uit te voeren, wijl desnoods de slanke jongeiingen mijner compagnie op den inval zouden geraken, van de vlucht te nemen en hunnen van God en de wereld verlaten luitenant, aan de vijandelijke macht ten prooi te geven, Doch daar was voor mij bij stilstand in de gelederen ook geen heil te verwachten; want op wien kondenj ka nonniers, grenadiers, jagers, en hoe die schietbroeders ook alle heeten, gemakkelijk mikken, dan op mij alleen, die van een heele compagnie altoos de zichtbaarste man was, op den grootsten afstand van het geschut Deze zeker zeer gegronde overwevingen drongen als van zelve in mijnen geest, wijl ik met de grootste kalmte des werelds aan de tafel een gebakken karpel zat op te eten, toen mijn Oom schielijk in de kamer trad, met de woorden: De vijand zal ons dezen avond aanvallénZoo sprekende hief hij den blik vol smart naar den Hemel op en trok, wijl hij met een plechtig zwijgen achter de ooren krabde, met de rechte hand een groot blad papier uit den zak. Spreek toch, zegde ik, wat hebt gij daar? overgaaf... i voorwaarden? Geene overgave, antwoordde hij, het is een plechtige oproep aan de Burgers van Antwerpen, omdat zij moedig en vreugdig goed en bloed aan het Vaderland zouden opof feren. Wie wapens dragen kan, staat in het geweer. Geheel Antwerpen is een oorlogskamp geworden; in gevalle van nood zal ieder straat een slagveld zijn. Ooms woorden klonken mij in de ooren, als waarachtige doodsgeluiden. Doch ik wilde den sukkelaar het lastig oogenblik niet lastiger meer maken. Ik gaf mij moeite om zooveel ik konde, een onverschillig, ja bijna heldhaftig ge zicht te trekken, en daar mij de woorden ontbraken, greep ik gelaten naar mija vorket en stelde mij weder aan mijneD karper. Doch de woorden bloed, wapens, begraven, wal len, slagvelden, hebben inderdaad iets besmettelijks. Niet alleen kwam mijne gansche kamer mij reeds als een afschu welijke verwoesting voor, maar gij moogt mij gelooven of te niet, de visch had zijnen vorigen smaak geheel en gansch verloren. Oom lief, met het eten is het nu toch gedaan I sprak ik en stond opWie weet waar wij morgen zullen zijn? Om het even, hernam mijn Oem. De Hollanders zullen zich in eenen moeielijken toestand in de voorsteden bevin den. Wij willen aan de wereld toonen dat wij Antwer penaars zijn. In de gansche stad is alles tot den strijd besloten en tegen eene beschieting des nachts voorbereid. Ieder zal het zal het als een feest aanzien voor zijn geliefd Vaderland te sterven('t Vervolgt.) 0__JL Groote Vlaarosche Kermis, op Zondag 28 en 29 April, ynjlT, alsook op Zondag 5 Mei in de schoone hovingen van M. baron Casier de Hemptinne, op den Dokte Geut, ten voordeele der Katholieke Bewaarscholen van Gent... Er znllen prach tige vermakelijke vertooningen zijn. Zondag 18 April ten half zeven, Vermakelijk avondfeest voor de Eertleden eadeCongre- ganisten in 't Lokaal, Hoenderstraat; ten half zeven. Programma Openingslak, Gulden Vlies, De gazelverkooper, Rommelaar en Bommelaar; de Charlatan, kluchtige alleenspraak. Een Werkmanskring eh Pa- tronagie helpen inrichten; w wat kan er heter «itgepeisd «orden Z H. bisschop Lambrecht vergeleek een Patronagie aan een reddingsboot voor de jeugd. De gevaren zijn groot hedendaags, bijz. in de sleden; nauwelijks is 't kind uit de school of^t komt als op een woeste zee van strikken en doolhoven... De Patronagie is dan waarlik de Red. dingaboot... Geeraardsbergen heeft eenen schoonen Tombola ingericht hij hiijft nog eenige weken open en d'algemeene medehulp wordt ge', vraagd; voor lotjes aan 25 c. te koop in ons bureel. 't Ia een gced Werk, een Karitaat, maar terzelvertijde een kaDS om voor 25 c. een allersctoon- sten en kostelijken prijs te winnen. Die lo jes lijn te bekomen in ons Bureel. Al ware het geweest om de Brusselaars na te apen, waren de Antwerpenaars ook in opstand gekomen! Zij maakten K PPQpMf)P zich van de Roode Poort en de Borgerhoutsche Poort ■*vlOvl£*Cll< meester en openden die aan de Vrijwilligere, die zich in de stad verspreidden, wijl de Hollandsche soldaten zich op bet fort verschanstten. Van dien stond twijfelde ik geen oogen blik meer of Generaal Chassé, die aldaar het bevel voerde, zou zich wreken en de minste omstandigheid te baat nemen om het ongelukkig Antwerpen in brand te schieten. In deze vaste overtuiging had ik volstrekt geen buiten- gewoone lust met de Hollanders twist te zoeken. Wat zou ik echter doen? Plicht, eer en Vaderland riepen mij tegen den vijand. Ik was Luitenant bij de Burgerwacht gekozen; in dit oogenblik echter hadde ik liever deurwaarder in de maan willen zijn... Wat had ik van mijn luitenantschap te Die schilderachtige Bedevaartplaats, zoo lief aan 't achtbaar Volk der Ondenaardsche Slreken; op 5 Met begint de Novene; op 5 Mei; groote aflaten aan die de kapel van O. L. Vr. van Kerselaar b«ÉOe fcen binst de Novene. Dagelijks ten 7 ure plechtige Mis; den Zondagge eerste Mis ten 4 ure, in de week ten 5 ure; en de laa'ste Mis ten ht U9. Al de dagen der Novene ea alle zondagen van't jaar tot Allerheiligen, Lof ten 5 ure. 't Gulden boekje der Jonge Werklieden door Mgr de 8egur, prijs 25 c. Dat boekske is 'ne schat voor d'Huishou- deus; elk Huishouden, rijk, borger en werkman, xou dat boekske moeten hebben; 't is geschreven door een blindeoBisschop, nadat hij 25 jaren met het Volk van Parijs had omgegaan... Gelakkige jonge herten, ia welke de gedachten van dit Gulden Boekje diep zijn geprent. 25 c. Verminde- s, rLng voor Werkmanskringen en Patrenagien. Hammb, zaterdag. Aardappelen 10,00 d 11,00 Kemp 9*50 10,80 Boter per kilo 2,91 d 3,09 Eieren per 26 1,63 d 1,81 Lijnzaad 00,00 d 00,0a Warbgbm, zaterdag. Op onze vlasmarkt waren omtrent 200 balen te koop gesteld die verkocht wer den aan de volgende prijzen Vlas, i° kw. per kilo 1,5c d 1,65 2" 1,20 d 1,30 3" i,c» d 1,15 Werk 0,78 d o,co Aardappelen per 100 kilo 7,00 d 9,50 Boter per kilo 2,30 d 2,8a Brussel, 17 April, Varkensmarkt. Tentoongesteld 0540. Prijs per stuk op voet, van fr. 0,87 tot 0,97. Brussel, Kalvermarkt, er waren 970 Kalvers, prijs per kilo, levend gewo gen 90 a 1,40. Ter Veemarkt waren ic 80 beesten, prijs per kilo, levend ge wogen: Ossen 69 d 95; Stieren 46 a 70, Koeien en Vaarzen4ö d 70. Gent, Er waren 760 Koebeesten, toede stalbeesten gingen van 1,00 d 1,40 e Varkens golden van 85 tot 1,00 c. per kilo, levend gewogen. Vbbmarkt van Antwbrpbn 15 April Verkocht vee. Betaalde prijzen per kilo 147 ossen 1" fr. 0,87 2* 0,75 30 0,65 102 koeien 0,79 0,65 0,55 089 vaarzen 0,84 0,7s 0,65 ié stieren 0,70 o,6o o,jo 043 kalveren 1,22 1,12 0,96 Veemarkt van Brugge ter markt. Verk. Pr. per kop, Stieren 52 Fr. 190 d 400 Ossen 101 185 d 515 Vette koeien 73 215 d 520 Melkkoeien 36 225 d 510 Vaarzen 73 160 d 385 Te koop in onze Bureelen Nota. Om die boeken frankote bekomen 0,10 e. p. 1 bij voor 't port Verstandige Hovenier o,S 5 Nieuws! maar Rampen-nieuws: Een Convoi-ramp geweest tusschen Bauca- lari en San Martin; de trein uit San Rosario ontriggeld; en de petrollampen 't vuur aan den trein gesteken; zoo wierd die Trein al brandende eenige honderde meters ver voortgesleurd; de wielen in de lucht, men kan zich 't lij den der arme Slachtoffers inbeelden, hun afgrijselijk lijden 1 Er zijn 50 doo- den en 72 gekwetsten, meest Fransche Landverhuizers; die ramp is gebeurd donderdag avond ten 10 ure; ten half vier wae de eerste lading gekwetsten maar in een schuilplaats; het zicht der gekwetsten was afgrijselijk de rails en de rijtuigen waren in slechten staat. Edward De Muydt, van Beernem, schrijft aan zijn Ouders, dat hij te Ba- radero werkt met 150 Vlamingen in den maïs; ze wonen samen in een barak, felijk de Fooremanncn; 't is er zeer eet, en er vliegt veel fernijn, ze moe ten 's nachts de tent onder rook steken; alle dagen kunnen ze 5 a 6 fr. opsteken; doch als 't regent kunnen ze met wer ken; 't Vleesch is zoo goed niet als hier. Focké van Zomergem is te Dolores, 50 uren van Buenos-Ayres, en spreekt niet dan van al't Land dat hij heeft., meer, zegt hij, dan eenen boer in Belgiö. Zija 'I adres is Senor Focké, Colonia Serantos O'Dolores, Republica Argentina. I" ivnor. - °P T*eeJea P«schdag, smapv* eene prachtige Feest ge weest Overschoone Voordracht van M. Jan Broeckaert met lief maziek en geestige Klaca liederen. De feestzaal had drijmul ij grooter moeten zijn om al net toegestroomde J volk te bevatten. De wijk Overbeke eu het Dorp krielden er van. Eere aan 'c Davidsfonds Asper Eine. a In Rusland Artiljerie aangehouden, voor Nihllis-etfj, komplottea om den Czar te vermoorden- De oudste horlogiemaker vaa ons Land te Machelen, aan Leie, alhoewel hij aog van haif vijf te been is, en geheel den dag werkt als een bièken, hn heeft nogtans een veel be. er leven als dien uji-enCiar.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1889 | | pagina 3