Tazida Spinael
of
Roomen-Jerusalem.
Veemarkten.
Ts-ÏJ i
i s-FIüh
DE OUDSTE DOCHTER DES DUIVELS
een verhaal uit deze eeuw
doorS. VAN DERGUCRT, Kunstschilder t» Aalst,
—O— 3o
XXXII. HET BOMBARDEMENT VAN
ANTWERPEN.
Ik kwam bij mijne manschappen welkers geweeren ver
schrikkelijk blikkerden bij het licht der lanteernende don
derslagen van het vijandelijk geschut duurden inmiddels
voort, boven ons vlogen vlammende kogels. Het was een
roepen, schreeuwen, kommandeeren en een geweerramme
len door elkander, dat ik geen ©ogenblik twijfelde, of de
vijand stond reeds dicht voor ons. Ik zag mij tegen al mijne
berekening in het ongeluk medegesleurdik was niet meer
te reddeningelijfd in de rij der verdedigers, en door eene
lanteern onbarmhartig helder veriicht, viel er op geen vluch
ten te denken. Met stillen weemoed dacht ik nu aan mijn
verwijderd toevluchtsoord, van het welk ik door den onop-
houdelijken kogelregen gescheiden was. O! Frans Van
Balen, hoeveel zuchten vlogen er uit mijne borst in dit
akelig oogenblik, wijl bommen, houwitzers en granaten, in
alle richtingen de lucht doorkruistten
Gaarn had ik mij van het voorhof verwijderd; indien ik
mij maar welvoegelij k uit dit heldengezelschap bad kunnen
terugtrekken; of indien ik geweten had waar henen mij
begeven om zekerder te zijn. Ik liet dus het lot doen en
bereidde mij tot een onvermijdelijke dood; ik zwoer echter
bij alle Heiligen, noch in dit, noch in het ander leven op
nieuw soldaat te zullen worden.
Reeds mochten er menige honderd duizend kogels over
ons heen gesuisd zijn, zonder te treffen en zulks scheen den
moed van onze dappere, wier harten toch ook wel zullen
geklopt hebben, te herstellen. Eenigen waren vermetel
genoeg zich hier over te verlustigen.
Inmiddels werd er bevel gegeven van ons van standplaats
te doen veranderen. De Officieren waren reeds bezig met
hunne mannen tot dea aftocht te schikken en de Kapitein op
het punt zijn marsch uit te roepen, toen op hetzelve oogen
blik een bom barstende op het plein nederviel
Onzen Kapitein stortte ter aarde, en de heele kompagnie
nam de vlucht. Ik liep als een gejaagde haas langs alle kan
ten over en weêr, zonder te weten langs waaruit. Steeds
kwam ik aan eenen muurhet plein scheen geenen uitgang
meer te hebben. God weet hoe het mij werd en waar henen
ik geraakteAan snelle beweging was er bij mij geenszins te
denken. Waar zou ik adem halen? waar krachten om mijnen
persoon als eene veder te bewegen? En toch ben ik aan
mijnen buik, die mij toenmaals tot last was, de behoudenis
van mijn leven verschuldigd, want ongetwijfeld zou ik mij
het hoofd tegen de muren geloopen hebben, zonder de elas
ticiteit van het uitstekend gedeelte onder de maag.
Terugkaatsende van eenen wand, stortte ik tegen eene
huismoeder, die met hare kinderen uit eene deur kwam
gesprongen en in den bijgelegen ijskelder als in de zekerste
schnilplaats vluchtte.
Gelukkig vatte ik haren fladderenden voorschoot, en alzoo
werd de benauwde schipbreukige luitenant, door deze in
veilige haven gebracht.
Een deel mijner manschap had mij bemerkt, en zooals ik,
met een gelijk gevoelen bezield, of uit natuurdrift zich ver
plicht houdende zijnen luitenant overal op de baan van eer
te volgen, kwamen zij zich spoedig bij mij vervoegen.
Hier zaten wij nu ellendig en krom! De kinderen schreeuw
den, de huismoeder huilde mij erbarmmelijk in het linke
oorin t rechte hoorde ik 't gekerm van een hoedenmaker.
Een paar mijner krijgskameraden zetteden zich ongegeneerd
op mijnen schenen, terwijl de twee andere, die slecht ge
kwartierd moesten zijn, zoo hevig terreesten dat de ijskel
der daverde. Mijn toestand was, gelijk gij wel kont begrij
pen, weinig gebeterd. In de gruwzame symphonie, die
rondom mij weergalmde, speelde het donderen van het ge
schut, het kraken der kogelen, het verbrijzelen der dakpan
nen, eenen verschrikkelijken contrebas.
Ik was echter te vrede van mij onder een steenen gewelf
te bevinden, ik liet mijne gekwetste beenen en verbijsterde
ooren aan hun zeiven over, en ergerde mij over geenen wan
klank, die mij in andere tijden zou woedend gemaakt hebben
en had er niets tegen, dat het eene voor en het andere na,
binten de maat viel. Ik zelf had de maat verloren.
Plotselings hoorden wij boven ons een vreeseïijken slag,
de heele ijskelder beefde en dreunde, degeen die voor mij
zaten, stortten vol onsteltenis tegen mijnen buik, die achter
mij, vielen mij in den rug, de binders met de hoofden tegen
mijne krakende ribben. Ik geloofde vast en zeker onder de
puinhoopen van den ijskelder ellendig begraven te liggen en
kon mij niet onthouden een luide jammerkreet uit te werpen
Nauwelijks hoorden mijne krijgskameraden het kermen van
hunnen luitenant,of zij huilden ijselijk; in hunne bas en tenor
mengden de binders en d'huismoeders hunne snijdende alto-
en sopranostemmen. Nu was ik volkomen van onze begra
ving overtuigd.
Inmiddels maakte er iemand de bemerking dat het huis
boven ons kon ingevallen zijn; plotseling hielden allen zich
stil en ieder zegde zijne meening. Ik vroeg of de kelder
ingestort was Niemand vond er het spoor vaniedereen
vermoedde slechts dat de eene of de andere van ons verplet
terd en begraven was. f
Zoodra wij ons echter alle te gader heelhuids wisten te
zijn, begonnen wij over ons lot na te denken, daar de be
schieting nog geen einde nam, maar steeds heviger werd.
Reeds had ik het ruim een uur in deze koude hel uitge
houden, toen rondom ons een geheel eigenaardigen brand-
reuk zich verspreidde. Al de neuzen stemden daarin overeen
dat er rook in den kelder was; niemand wise van waar hij
kwam. Ach! wij ondervonden het maar al te gauw, wij zaten
onder een brandend huis
Overdenkt nu onzen toestand
Weldra werd de rook zoo hevig, dat wij bijna verstikten;
wij waaiden met onze zakdoeken en hielden de oogen geslo
ten, want om uit ons veiligheidsoord té komen, in den regen
van kogels, vond niemand geraadzaam. Ik vooral had er niet
- de minste neiging toe... Daar men om zijn leven te behouden,
zich wel een weinig mag laten berooken, namen wij geduld;
maar ten laatsten werd de walm zoo sterk, dat wij enkel de
keus over hadden, hier te verstikken, of ons buiten te laten
doodschieten. Het was een moeielijk gewetenspunt en geen
advokaat was in de nabijheid te vinden.
Men trok eindelijk de gesloten kelderdeur open, de rook
ging weg en wij ademden vrijer; wij achtten ons gelukkig,
het was echter nog te vroeg; de opene kelderdeur kon aan
lokkend worden voor personen die zich op straat bevonden.
Het duurde inderdaad niet lang, of wij zagen een heldere
lantaarn naderen en gewapende mannen Het waren sol
daten welke de vluchtelingen en verborgenen tot hunnen
plicht kwamen roepen. Lieve jonkheer, gij zijt een christene
mensch, stelt u mijne vrees voor oogen!
Gelukkiglijk zat ik tamelijk op den achtergrond en de nood
maakte jmij vernuftig. Ik wond spoedig mijnen rooden zak
doek rond mijn hoofd en zegde met zwakke stem tot den
naderenden soldaat a Vriend, zend mij lie"er eenen heel
meester, ik ben hard gewond, ik geloof dat mijne hersenpan
uiteen is geschoten
De kerels belichtten, mij; de roode kleur van mijnen zak
doek ging haast door voor bloed en de bleekheid van mijn
door den doodsangst ontsteld aangezicht, hielp het nuttig
bedrog begunstigen. Die houdt het, meen ik, geen uur
meer uit, zegde een der krijgsknechten.
Ik moet er inderdaad jammerlijk uit gezien hebben 1
Anderen volgden deze soldaten, in het oogmerk om hun
eigen arm leven te redden. Welhaast was de heele ijskelder
°PgePropt, de eene zat op den anderen. Mij viel het slechtste
lot ten deel, want mijne beenen werden door 4 of 5 personen
töt banken gebruikt. Die kerels waren allen bedronken en
hadden hun geladen geweer bij zich. Eenigen moeten mij,
dewijl ik onbewegelijk stil zat, voor eenen pilaar van den
kelder gehouden hebben, want zij leunden hunne musketten,
om het gemakkelijk te hebben, rondom mij heên enzoo kreeg
ik plotseling tegen mijn aangezicht, ooren en hals, de mon
den van vier of vijf scherp geladen snaphanen. Ik zou door
die onvoorzichtigheid hebben kunnen geraakt worden; echter
dierf ik mij niet verroeren, uit vrees dat een der geweeren,
vallende, mocht afgaan en mij dooden... Helaas! ik zag het
maar al te wel, dat ik slechts de beschieting ontloopen was,
om hier in een geweersteun veranderd te worden en bij den
lichtsten stoot vijf scheuten in het lijf te bekomen.
Ik kon van angst nauwelijks ademen; eindelijk bad ik,
zonder iets anders dan mijne lippen te bewegen, mijne bu
ren den gevaarlijken last hunner musketten vau mij weg te
nemen, terwijl ik hun deed verstaan dat zij zich stellig aan- i
gaande mijnen persoon misgrepen hadden; ik zegde hun dat
ik een burgerlijke Luitenant was, maar geen ijskelder-schoor. J
Door deze, verklaring bekwam ik zoo veel dat ieder zijn ge-
weer terug nam; echter was het gevaar daardoor niet afge- i
weerd, verre van daar, want de krijgers waren in hunne
dronkenschap geen oogenblik rustig en hielden, ik mochte
mij houden, keeren, buigen hoe ik ook wilde, hunne geweer-
loopen onophoudelijk voor mijn wezen. ('t Vervolgt.)
DOKTOR GORIS: verhaal,bij verkorting
m De Werkman opgenomen; Over hon
derd jaren er was bijna geen pachthof waar in de Winteravonden niet ver
haald wierd van Doktor Gons, hoe hij varvolgd wierd door den baanstroo-
perskapilem Jan Colder, opgelicht, doedgezegd, begraven, hoe hij terug
keerde, zijn lotgevallen met Keizer Karei, hoe hij eindelijk de Vlaanderen
verlost te van den gevreesden Jan Colder... Eindelijk is dit breedvoerig
verhaal in boekdeel verschenen en wordt Ic koop gesteld aan de Lezers van
De Werkman voor 1,10 franko thuis en voor't ander Publiek 1 7»
7171 C je*e> d'e groote, heldhaftige, volkrijke Gemeente,
L.E.LL. d.aar, moest Bisschop Lambrecht toch ook plech
tig ingehaald worden; Zondag 12 Mei is de dag
daartoe bestemd; er wordt een prachtige Stoet bereid; men
spreekt van 2 Praalwagens: Het Stalleken van Bethlehem en het
Dankoffer van Abraham. De Overheden, van Zclc, de Maat
schappijen, de Bevolking van allen stand, niemand zal ten ach
teren blijven.
0—0
De Pelgrims oit Fran
krijk zijn zondag mor'
gend te Roomen aan-
gekomen. Z: wiemen gelogeerd op de kosten vau den Paul. .Hun eerste
bezoek was naar t Graf der Apostelen, alwaar zij eenpariglijk den Credo
opzegden; dan zrjn ze naar de plaats gegaan waar Siöte Pieter gekruist
wierd; s middags zijn ze door den Paus ontvangen ;Paos LëoXIII zegende
de moedige Bedevaarders met een onbeschrijfelijke teederheid... Onder
de Pelgrims is onze achtbare medewerker van Roubaix, M. Louis M rie
Volgens t oordeel der Pelgrims zag de Paus er berer uit dan
verleden jaar. Pe Paus is door dcrangea der Pelgrims gegaan eu beeft
allen hcruliik gezegend. Toen hij zich verwijderde, zongen de Fransche
Pelgrims: Oremus pro pontifice nosiro Leone. 2dagen bleven de Pel-
fcrnsalem woenst^g morgend moesten zij inschepen nasr
5-
Te koop in onze Bureelen
Nota. Om die boeken
trankote bekomen 0,10 c. p.
I h. bij voor 't port
Verstandige Hovenier ó,85
j Kabinet-Sekretaris l,oo
1 Rosa van Tanneburg o,75
't Bloemkorfje o,75
De Waterkruik o,3o
De Trappisten o,5o
H. Barbara o,5o
De Kroon des Hemels 2,oo
Raedsels voor't Volk o,85
Valentynen Ourson l,oo
Om fransch te leeren, zonder
Meester o,45
Een Framassonske o,12
Troost der Armen, veel re-
cepten 0,5o
Napoleon l;0o
Robinson 1,00
Genoveva van Brabant o,75
Masker van de Wereld 2,5o
Keukenboek l.oo
JTopverboek 0,55
Jan Glerker 2,25
Gaston Blankaert 1,75
't Kasteel 2,00
Karei VI i)0o
Trouw tot ter dood o,5o
Hamme, zaterdag.
Aardappelen Xo,oo i1,00
Kemp 9,50 10,80
Boter per kilo a,36 2,8a
Eieren per 26 1,45 i)0o
Lijnzaad 00,00 00,36
Warbgem, zaterdag.
Op onze vlasmarkt waren omtrent 100
balen te koop gesteld die verkocht wer
den aan de volgende prijzen
Vlas, i° kw. per kilo 1,50 55
1,25 d if,
xtr i3 1,05 a x, 15
Werk 0,716 0,00
Aardappelen per 100 kilo 7,00 A50
Boter per kilo a#30 a 3,73
Brussel, 7 Mei
Varkensmarkt. Tentoongesteld
O; 90. Prijs per stuk op voet, van
fr. 0,85 tot 0,9.
Brussel, Kalvermarkt, er waren
86 o Kalvers prijs per kilo, levend gewo
gen 75 1,25. Ter Veemarkt waren
ic8o beesten, prijs per kilo, levend ge
wogen: Ossen 69 d 95Stieren 42 a 66,
Koeien en Vaarzen 42,6 66.
Gent. Er waren 925 Koebeesten,
goede stalbeesten gingen van 1,15 A 1,50
de Varkens golden van 87 tot 1,02 c. per
kilo, levend gewogen.
Vbrmarkt van Antwerpbn 3 Mei
Verkocht vee. Betaalde prijzen per kilo
c 23 ossen i8 fr. 0,88 20 0,70 30 0,68
019 koeien 0,78 0.61 0,55
017 vaarzen 0,82 0,75 0,65
002 stieren 0,70 0,60 0,50
260 kalveren 1,15 i,0o 0,90
Veemarkt van Brugge
ter markt. Verk. Pr. per kop.
Stieren 40 Fr. i5 A410
Ossen C82 180^515
Vette koeien 078 225 A 475
Melkkoeien 40 225 d 515
Vaarzen 114 *706375
f E g* 3.-**
r® sth 2p
!§Bgl2i
2.
3 B e**
Ü5 V. r-, rfi -'«<1
4 £.<3: a ftl a. 3
goo"
i***:
tÏÏ 8
O'Opvoeding,
moeten meê bezig zijn; brave kinders zijn de vreugd, de
ophelp der Familie en de welvaart der Samenleving; die
zijn kmdeis wel opbrengt maakt 'ne weg die voortloopt
honderde en honderde jaren. In d'opvoeding der tinders
moet eenheid heerschen en goederede. Wat de Vader be
veelt, moet de Moeder willen en wat de Moeder beveelt,
dat moet ook de Vader willen,.. Men vermijde toch de gramschap: het
-S-Bcf
b* 2.
8 3- w o. S 1-
3 sp P m r<o2_,,_.®d2
a 1 g S-o 2 «S
*8gg t.g ¥sP
■i? 00 so 2 3 «s;
J-ÈS- »8»1
■O I
I*3-00g g
2 3 B 8
5' g* a f 2. 5- ff
CO £3 D a
X-S-I II