Tazida Spinael Veemarkten. DE OUDSTE DOCHTER DES DUIVELS een verhaal uit deze eeuw door S. VAN DER GUCHT, Kunstschilder te Aalst. -o- 33 XXXIII. HET BOMBARDEMENT VAN ANTWERPEN. De beschieting duurde inmiddels zeven volle uren voort, dan hield zij eindelijk op en de vrijwilligers die zich in den kelder bevonden, kropen te voorschijn. Ik betrouwde echter de geheime streken der Hollanders niet!; men hoorde nog altijd schieten, en ik kon nergens zekerder zijn dan waar ik was. Eerst met het aanbreken van den dag hield het vuren op. Nu stak ik ook het hoofd met groGte omzichtigheid uit den kelder. Mijne ooren ruischten, maar zoohaast ik echter buiten alles zeker zag, kwam ik uit en schepte versche lucht. Ik twijfelde in het geheel niet of de stad was reeds door de Hollanders veroverd en ik liep met verbrijzelde beenen heên, zoo goed ik kon, om mij tegen de woede der overwin naars te bevrijden. Ik had mijnen hoed verloren, echter vond ik hem na veel zoekens terug; slechts den sabel had ik gered; hij was echter in den kelder van mijne rechte naar de linke zijde geschoven. Den doek van mijn hoofd gebruikte ik om mijn zweet af te droogen. Wijl ik zoo voortging, links en rechts naar vijanden loe rende, ontmoetten mij bekenden. Zij zagen mijne verslagen heid, mijn doodsbleek gelaat. Ik daarentegen begreep hunne roekkelooze bedaardheid niet. Waarheen? waarheen? riepen zij mij toe, en hielden mij staan. Ho! laat mij, laat mijalles is verloren, luidde mijne antwoord, en ik bezwoer hen hun eigen leven te redden. Zij lachtten en nu eerst vernam ik dat het wapenstilstand was en dat men afgevaardigden naar generaal Chassé had gezonden. Eene tijding als deze was bezonder geschikt om mij weder moed, geloof en hoop in te boezemen. Ik herstelde mijne eemgerwijze verwarde krijgskleeding en houding; hing het moordzweerd aan mijne linke zijdeen begaf mij naar mijne oude standplaats de Burgt. Daar vond ik mijne lieden frisch en gezond te samen, van het gebeurde in den ijskelder werd weinig gesproken. Ik zelf vraagde er niemand na, en wist ook wie er tot de deelgenooten van mijn lijden behoorde. Vrees en duisternis hadden inden nacht elkeen blind ge maakt. Eenigen konden echter den verraderlijken rookgeur hunner kleederen voor mijnen neus niet verbergen en meni- feen, die thans een grimmig heldengezicht trok, rook naar en ijskelder. Ik zweeg wijselijk en dacht er het mijne van; daar onze Kapitein gesneuveld was, gaf ik mijne manschappen verlof om zich naar huis te begeven, en wijl ik hun misnoegd en moedeloos volgde, maakte ik een vast besluit geen uur lan ger mede van eenen stand te blijven, die mij gestadig in levensgevaar deed verkeeren. De stilstand van wapenen liet ook de uitvoering van mijn opzet verhopen en ik begaf mij naar de haardstede van mijnen Oom terug, alwaar ik als een waren Vaderlander met opene armen ontfangen wierd. De walg die ik van het soldatenleven gevoelde, was echter zóó groot, dat ik reeds den volgenden dag mijnen Oom ver liet om terug naar mijne geborteplaats te keeren.. De goede man had schoon mij met vleiende woorden te plagen, om mij bij hem te mogen houden, ik wilde er niet naar hooren, en zoo zeer beheerscliten mij mijne inbeeldingen, dat ik mij slechts in veiligheid waande te zijn, toen ik ruim op drie uren afstand de stad Antwerpen achter den rug had gekre gen. - ;.D Ik nam te Aalst mijnen intrek bij eenen ouden knecht mijns vaders, aan wie ik mijnen toestand mededeelde en deze die gevalliglijk voor het huisgezin uwer edele Moei werkte wees mij dadelijk bij Mevrouw Palmers te rechte, waar men op dit oogenblik een getrouwen dienaar noodig had. Daar ik liever zou hebben gestorven als naar Antwerpen weder te keeren en niet tegenstaande het groot verschil dat er bestond tusschen een dienstbode ea een Luitenant den Burgerwacht nam ik echter dit aanbod aan, en twee dagen daarna werd ik bij de edele vrouw aan-aard, die ik gedurende den korten tijd dat zij nog heelt geleefd, getrouwelijk heb gediend. Zie nu, mijn edele besten Jonkheer, het verhaal van slechts een twaalfjarigen doodsangst, dien ik als Luitenant heb moeten verduren. Laat nu mijn lijden u een voorbeeld ziin en gelijk ik u reeds heb gezegd, wordt geen soldaat Niettegenstaadde Jonker Joseph Vermeulen in een droe vige omstandigheid verkeerde, had hij echter gedurende net verhaal, dat zijn gewezen dienaar hem kwam te doen zich bijna niet kunnen bedwingen van lachen, maar ge trouw aan zijn gegeven woord, had hij gansch de mede- deelrng aanhoord zonder die te onderbreken. Toen zij einde lijk ten einde was, waagde hij te zeggen: Beste vriend, eeniegelijk is met geschapen om krijgsman te wezen, verre van daar, cok twijfel ik geenszins of gij hebt gedurende het bombardement van Antwerpen veel geleden: echter is het verhaal van dit alles niet machtig genoeg om mij van besluit te veranderen, want ik zal onwederroepelijk soldaat wor den, bijaldien de vriend, die had beloofd mij alhier ter stede te komen vinden, zich binnen de drie dagen niet aangeboden Zoo, met ernst sprekende, stond Joseph recht en Quenel die met de tranen :n de oogen hem stond te bezien, bij de hand nemende: Kom, vervolgde hij, wil u om mijn lot niet bedroeven, veel machtige mannen hebben als ik begon nen! 6 Quenel dierf uit kiesheid geen tegenwerping meer maken, hij schokschouderde droefgeestig, betaalde het gelag en volgde zijnen gewezen meester, die reeds de herberg verla ten had, "T ONVERWACHTE ERKENNING. Wijl de goeden Quenel, mistroostig genoeg, dat het verbaal van al zijn droevig lijden zoo weinig indruk op den Jonker had gemaakt, zich met hem naar huis begeef:, gaan wij eens zien waar Pieter Doelmans, die niet licht aan zijn gegeven woord te kort bleef, inmiddels gevaren was. Het had verscheidé weken geduurd, vooraleer al zijne koopwaren behoorlijk werden ontscheept en terecht op hunne bestemming kondengelost worden.Toen hij nu einde lijk met alles vaardig was, kleedde hij zich deftig aan, stak een wel gevuld geldteschje in den zak en vertrok zonder nog verder te dralen naar Brussel, ten einde van daar den heer Hendrik van Steenhuffel ter gemeente van Laken te gaan vinden, om hem de twee duizend franken, die hij hem zoo guldhartig had geleend, weder te geven. Hij geraakte zon der eenig ongeval en begunstigd met een overheerlijk zomer weer in de Belgische hoofstad; maar doordien de duistere avondstond reeds de aarde bedekte en hij vreesde van zijnen weldoener te zullen ontrusten, bleef hij in Brussel vernach ten. Pen volgenden morgendstond, na gesmakelijk ontbeten te hebben, begaf hij zich al wandelende naar Laken. Het weer was voortdurende overheerlijk; de vogelen kwikkeleerden in de bosschen, de honingbiën bromden op de bloemen en de veelvervige vlinders dartelden langs het veld. Daar de gemeente vau Laken in de nabijheid van Brussel gelegen is, was zijne wandeling welhaast teD einde. Hij deed zich het huis aanwijzen, waar de heer Hendrik van Steenhuffel woonde, en kort daarna belde hij aan zijne deur. De zelfde oude vrouw die hem te Antwerpen, in het huis der Pinxterstraat had binnen gelaten, opende de deur en bracht hem op zijne vraag, zonder een woord te spreken in eene kleine zaal, en na hem eenen stoel te hebben aange wezen, jwas zij verdwenen. Mijnheer van Steenhuffel liet zich echter aiet lang wach- te«, hij trad binnen en herkende aanstonds Pieter Doelmans, die hem eerbiedig groette; hij naderde tot hem met dien zoo treurigen grimlach op het wezen, die hem schier eigen was, e-n drukte zijnen gunsteling de hand. Welkom, Pieter, zegde hij, hoe is uwe reize vergaan? heeft het weinig geld dat ik u heb geleend, u geluk bijgebracht? spreek rond uit, misschien zal ik de kans nog eens wagen. Dank, goeden heer, antwoordde Doelmans, dank voor uwe dierbare gene genheid. Maar ik heb God lof dit geld niet meer noodig, daar de twee duizend franken, die gij mij zoo gulhartig hebt geleen mij reeds rijk hebben gemaakt en ik hier gekomen ben, niet alleen om u voor uwe weldaden te danken, maar wel bijzonder om u de aan mij geleende penningen weder te keeren. Zoo sprekende trok hij zijn geldteschje uit den binnenzak zijner jas, coog er twee wisselbrieven uit ter waarde van twee duizend franken, en legde die op de tafel De heer van Steenhvffel was zoo verwonderd over den eerlijken handel van zijnen schuldenaar, dat hij de wissel- briefjens op de tafel liet liggen en hem meimerende bezag. Pieterzegde hij eindelijk, gij zijt een door en door eer lijk man!en ik moet bekennen dat ik nw doenwijs bewonder; maar, vervolgde hft, hem sterlings beziende, uw aangezicht gelijkt zoo wonder wel aan hetgene van iemand, die de goedheid en eerlijkheid zelve was, dat wel kon beseffen dat zoo een stichtend uiterlijk geen bedrog of valschheid kon broeden. Zoo sprekende meende hij de twee wisselbrief]ens op te nemen, maar zoo eensklaps bleef hij peizende staan ('t Vervoigt.) MENGELINGEN. 0 DB GIERIGAARDS: Ze vorhaalden dat oen zieke menscb verscheide weken gelegen had zon «er eten omdat hij de koorts uad en dat de koorts voedt... Ach. sprak een gie-igaard. de koorts I roedt 1 Eonnea mijn domestieken altijd de koorts hebben! ZORGVULDIG. 0 Moeder. Moeder, den hotid heef; mij gebeten! Oei e'e» hadt toch zoker uw zondagsche broek niet aan 1 i ?EDAARD. Een telegrafist kwam ï'8- doch hij moest een litanie hooren van zijn lief vrouwken, ze gaf .hem de bitterste en de scherpste verwijtingen. En hij stond daar als 'ne zebedeus, zonder een enkel woord te spreken; Dan wierd ze nog boozer en beet hem toe: En c'en bebt daar niets op te zeggen 7 Hij bedacht zich een oogenblik en zeide toenJa wel, als alles wat ge daar vertelt hebt naar Antwerpen moest getelegrafeerd worden» dan zou dat grapje u kos.en 95 franken en 72 cel* Lemen. BEN PRIMUS OP DENMARKT. - Een hesre" knecht kemt bij een boer met 4 sneppen; hoeveel vraagt gij voc deze vier sneppen? Zes franks voor de vier. En ais ik de g-ooiste kies? 2 fr. ieder. Goed zoo, zegde hij, aan neem ik deze dry. Op het dorp B. stond eene herberg dewelke voor uithangbord droeg IN DE GROENE WIJNGAARDDRANK Bij Baas Dries verkoopt men drank. Op eenen zomernamiddag wanneer de zon brandend heet was, kwam een vreemdeling ttiar deze herberg om zijnen dorst wat te lesschen, ™"r. vo.ncf '1® deur tot zijn groet sr>ijt gesloten. Hij1 klop,e, maar vruchteloosjer wierd niet open" gedaan; toen nam hij bet uithangbord af en schreef op dez achterkant deze woorden Vreemdelingen, Wandelaars, Schoon gij dorst hebt komt niet naar, Want Baas Dries heeft mij gefopt 'k Heb te vergeefs hier aangeklopt. Ge kunt van hier denken hoe de baas bij zijne thuiskomst verwonderd zag als kii za- dat zijn hangbord veranderd was. t WAS KERHiS. M. Groetdoens had eenige vrienden verzocht: 't Was kermii. Jan, zegde hij aan zijnen knecht, ga eens in den kelder, en lang daar eene flesch uit bak t, doch zij voor" zichtig van de flesch niet te schudden, want anders is de wijn bedorven; ,t is Borgognewijn. Jan vloog den kelder in en was opeen oogwenk daar met zijn Qesch. Gij hebt er niet meè ge schud, hè Jan? vroeg M. Grootdoens. Och, lieven Deer riep Jan verbavereerd uit, ik was het vergeten En met twee handen e gelijk begon Jan d« flesch te schudien, zoo hard hij maar kon; 't was kermis. Zonderlinge menschlievbndheid. Commissaris van policie. Waarom hebt gij die twee nacht" wakers afgeranseld Aangeklaagde. Uit zuivere menschlievend* heul. Voor èènen alleen was het pak slagen te zwaar geweest. GAST Ik wilde, dat ik hier een week vroeger was gekomen." Hótelhouder: «Dat is zeer vleiend voor mij Ga t: «Dat zie ik nog niet in. Ik bedoelde, dat ik deze viscb dan Lever zou hebben gegeten dan tbans.« .,vkü(* —De oude Calino ontving een telegram mt Rusland.Wat is die telegraaf toch een kos telijke uitvinding! En hoe vlug gaat 'tl Denk eens. dat van hier'-naar St.-peterfburg een af. stand is van 27no kilometers, en de gom van de enveloppe is nog vochtigI« Aardappelen Kemp Boter per kilo Eieren per 26 Lijnzaad Hamkb, zaterdag. 00,00 d 00,00 9,50 d io,80 2,27 d 2,68 1,27 d 1,63 00,00 i 00,00 HP Tp "T" "171 O dat moet daar iets geweest zijn! wy hoo- i r*i a i Pi. ren hot van alle kanten, door brieven, mon delings, door den wind der openbare opinie; Zele heeft zijn aloude fsam versterkt en uitgebreid; vrijdag en zater dag t weêr was ellendig en er was geen helderheid inde lucht te zien; z.'üdsg m rgend, alsof het expres voor Zele geweest ware, een blauwe hemel, flinke z nnestralen, aauhudend goed wéér; alhoewel 's mid dags de wolken bedreigelijk boven d'hoofden hiDgen.... Zele! Zele 1... Vreemdelingen getuigen en vei klaren dat de soa wel ingerichte Stoet mocht kampen met de meeste botooging van ander plaatsen; en zeggen wij het ronduitNergens zag men talrykere Maatschappijen en Ge nootschappen den Kerkvoogd te gemoet treden en in een statige hou- ding hem den Welkom toeroepen. G'heel de Werkman in ons kleinste letters ware te klein voor de beschrijving der Feesten. Kdcch, laat ons ter loops melden De Verbeelding der Zendelingen in China; den H. Josef, beschermer van 't kindeken Jesusjde Pauzelfjke Zonaven, (ach 1 die Kinderen kweten zoo wei hun taak, dank aan M. Aug. Devarez, oud-Pauzelijk Zouaaf, huu leermeester en welken wy, als dank, een Reisje naar Roomen zullen behandigen door de tusschenkomst van P. Gossey;) de Verbeelding van deD goeden Herder en de Goddelijke Herderin; de lydendo, strijdende en zegepralende Kerk; bijzonde- i ren lof aan de rijo Scbool vanM. Moerman, samengesteld uit groepen krygsboden en de wapens der 22 Bisschoppen van Gent; de H. i Laurentius omringd van Engelen; Albertus en Isabella, met hof- damen 811 edellieden, allen ten kostelykate ingericht; 't Stalleken van Bethlehem, Praalwagen, met maagdekens en een onheschryfelij- ken indruk makende; 't was als een Schriftuur; dan de Bestrijders van den Slavenhandel in Afrika; dat grootsche katholiek Werk, onder t geleide van Jen Paus Leo Xill die tot alle Meesters en Overheden 1 uitroept: Vader'yk handelen met uw Volkl neen, 't en zyn geen ware GhriatèLen die hun Volk niet vaderlyk behandelen,\dio aAtrassen, die afpersen, die niet vragen of hun Werkvolk behoorlyk kan leven; 0, daar moet bijzonder op gepast worden; dat de geldzucht ons niet be driegenVaderlijk handeion! O, groot woord van den Paus!.. Dan de H. Germans, met gezellinnen, kostelykby kostelyk, het Kin deken Jesus en Joannes Baptists; de Chinezen; de Vlucht naar Warbgbm, zaterdag'. Op onze vlasmarkt waren omtrent 125 balen te koop gesteld die verkocht wer den aan de volgende prijzen Vlas, i° kw. per kilo >2® Werk3 Aardappelen per 100 kilo Boter per kilo 1,4c a 1,50 1,20 d 1,25 1,05 a 1,15 0,82 a o,co 7,00 d 8,50 2,30 d a,9s Brussel, 14 Mei. Varkensmarkt. Tentoongesteld o-30. Prijs per stuk op voet, van fr. 0,88 tot 0,98. Brussel, Kalvermarkt, er waren «70 Kalvers prijs per kilo, levend gewo gen 75 d 1,25. Ter Veemarkt waren 13co beesten, prijs per kilo, levend ge wogen: Ossen 67 d 93; Stieren 42 d 66, Koeien en Vaarzen 42 d 66. Gent, Er waren 793 Koebeesten, foede stalbeestcn gingen van 1,10 d 1,50 e Varkens golden van 85 tot 1,00 c. per kilo, levend gewogen. Vbbmarkt van Antwbrpbn 13 Mei Verkocht vee. Betaalde prijzen per kilo 121 ossen iB fr. 0,90 2e 0,80 30 0,68 093 koeien 0,80 053 vaarzen 0,85 013 stieren 0,70 078 kalveren 1,15 Veemarkt van uggc ter markt. Verk. Pr. per kop Stieren 40 Fr. 165d410 Ossen c8z 180 a 515 Vette koeien 078 225 a 47^ Melkkoeien 40 225*515 Vaarzen X14 170 d 375 0.70 o,75 0,60 1,00 0,60 0,65 0,50 0,9G

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1889 | | pagina 3