De Kerstdagen, Jaar 1889, ge gaat ons dus verlaten? Ja, Werkman, ja Vrienden, ea onwederroepelijk verlaten Nog eenige dagen en mijn werk is ten einde; ik ben weg, veor eeuwig en altijd weg; dat de menschen deze laatste dagen wel ge bruiken, om met dcltigheid en vroomheid mijnen opvolger t'ont- fangen, 1890. 1889, een deel ven ons leven, een groot deel, zoe mag elk spreken, i8Pg, wij bedanken U voor de schoone liefelijke dagen die gij ons hebt geleverd... Gij hebt U edelmoediglijk ten dienste gesteld van 't fcfenschdom en tot uw laatste oo?enblikken opgeof ferd... 1889, g'hebt veel schoon edelmoedige akten beleefd Inderdaad, Werkman, mijn overtuigingis dat er veel brave menschen zhn in dc wereld, veel deftige Overheden, veel goede :'ke menschen, veel acbtbareBurgers en Landbouwers; ik draag d'ove. '"iging meê,dnt er veel edelmoedige Werklieden gevonden worden, cu». ^cerne en ieverig werken, veel werkende Huismoe ders die schatte^ van geduld en van Werkzaamheid, veel brave Kinderen... Maar van den anderen kant, Werkman Ja, 1889, laat ons rechtuit spreken Werkman en Vrienden, waarom zou ik, die het wcfildtcc neel ga verlaten, waarom zou ik de waarheid verdui'cer II zeg dat er van den ar deren kant veel slechtigheid is, veel onge regeldheid in d'huishoudens, veel Aogedrag var. kinderen en jonkheden, veel dieften, schrokkerien en moorderijen; maar ge moogt het zeggen en verkondigen dat het waar geluk en 't eenig- ste geluk in de Deugd en in de Treffelijkheid is, en de groote bron der Mirdaden en Schelmstukken, de Ongodsdienstigheid en de Vrijdenkerij I... Werkman, hoe meer de measchen naar omhoog opzien, hoe meer dat de wereld op een hemelkcn zal trekken, doch wroeten ze naar den grond, 't wordt een wildernisse en een helle. 1889, wel bedankt voor uwe goede lessen; 't is goed eens achteruitzien op uw baan, en als gij weggaat men overweegt wat er in uw tijdvak is voorgevallen. In Februari die groote Convoi ramp te Groenendaal. —Ja Werkman, 13 menschen dood, 50 a 60 gekwetst. Die rijk is, rijdt veel uit en is aan veel gevaren blootgesteld. In Maart en April die kerxdieften, op veel plaatsen; maar eindelijk toch ontdekt... In Mei die schrikkelijke tempeesten en onweders; In Juni die vreeselijkc ramp in Amerika, te Tohnstow, een soort van zee op een vallei gestort 8 a 10.000 dooden; en om met de rampen voort te gaan, in September die ontploffing tot Antwerpen, van Corvilain, datg'hecl Belgenland daverde, en dat er rond d'ioo slachtoffers waren... En in Juli 1889, den 2 Juli 1889 Ja Werkman, ik weet wat ge wilt zeggen: Dan heb ik tra nen zien storten en zuchten hooren opgaan, dien 2 Juli, als de rouwtijding rondliep: Bisschop Lambrecht dood Overleden te Denderleeuw 1889, zal er ooit 'ne mensch alzoo beweend worden en al- zoo indegeheugenis bewaard!.. B'sschop Lambrecht, die groote Volksvriend Diplomatie kende hij niet, doch hij ging naar het Volk, Hij gaf zijn Hert aan't Vojk! zijn Volk zag in Hem een ware Vriend ea 't Volk volgde hem en riep Hem toe Vraag al wat gij wilt; U kunnen wij niets weigeren En zijne dood! welk verlies voor't Bisdom van Gent en voor Belgealand! Werkman, wie zal de besluiten des Heeren doorgronden? 't Is waar, 1889, en het groot werk zal voortgezet worden door de manhaftige, geleerde en krachtdadige Ziel, die in d'eerste dagen van 1890 gaat Bisschop gewijd worden. Werkman, tot de naaste week, Vriend, dan kom iku een laatste Groetenis brengen en na een korte Samenspraak den eeu wigen Vaarwel toespreken. 1889, g'haalt er eere van; tot de naaste week; den woens dag en donderdag zijn wij altijd thuis op 't bureel van het Eiland Chipka. rkman. Zij hebben glorie dan aan God getongen, Vred' aan al die van goeden wil zijn, D'herderkens verheugd zij* opgesprongen gesprongen En zij liepen allen naar 't stailekijn. bis Daar hebben ze 't Kindeken dan gevonden, Van groote koude beefde 't als een riet, In een krib met doekskens arm omrwnden omwonden Zooals hun den Engel a el had bedied. 6. Om 't arm en klein Kindeken te veraren Zingen wij hier nu allen onzen zang. Dat Het toch in ons altoos vermeert, vermeere, Zijne liefde heel ons fovenstijd lang. N. B. Op de liggende lettergrepen staan er twee noten in de zengwijze. Kerstliêken naar den ouden trant I Daar wierd-« klein klein kindeken geJoren 't Was te Betheleöm in eenen stal; 't Recht des hemels hadden wij verforen, varforen; Kindje lief dat kwam verlossen den al. (bis) 2. Maria heelt 't in doeken dan geaw.'dcn, Zij nam het blij en drukte 't aan heur hert, En zij heeft de windels toegeiojiden, geiowden, Zij en kende geene pijn of geene smert. (bis.) Maria is gevallen op haar kniencn-, Jozef ook aanbad 't kindjen met ootmoed; D'Engelkens die overal Hem </fonen, Hem dienen Kwamen af met vreugd en Wyrfschappe groot, (bis.) aLLe kathoLIJke feeLgcn bIDDen nU VUrlgLIJk 't klnDekeu JesUs Voor beLgle's geLUk. Zoete, hertroerende, genadige en gezegende Dagen!... O Kerst nacht, zong Vondel in zynen tijd, o Kerstnacht, schooner dan de dagen, tb e kon Her odes 't licht verdragen, Dat ia uw duis- ternisse blinkt!... O nacht van Gods onmeetbre liefde, die ale een ouden schicht doorkliefde, der wereld kouden sombren nacht... >at Stalleken van Bethlehem, die Engelen, die Herderkes, dat goddelijk Kind in zulke bittere armoede... 't Zijn bijzonderlijk de Werkende Volkeren die Vreugd en Deugd hebben van de Kerst mis!... Die armoede van den God-Mensch!... Elk zoektgeld en rijkdommen; mocht mea kiezen, op 100, hoeveel zouden er zijn die de rijkdommen zouden weigerei.?.. Als 't geld ons ontnomen wordt, wij lijden er door... Doch 'tis een vaste waarheid dat men in eea geringe stand veel beter en veel gemakkelijker God dient; 't is een vaste waarheid datde God-Mensch die nederigheid verkozen heeft; 't is een vaste waarheid dat over den nederigen stal de Gloria en de Vrede wierd gezongen, terwijl Herodes in zijn Paleis wellustig en ongeloovig leefde... Boven den armen stal ging de Hemelj open;... Alles gaat ras voorbij... Die rijk geleefd heeft, komt zoowel op zijn endeken, als die in nood en kommer en gebrek is gefeest... En achteruit ziende, met 'tgeld vind men dikwijls hoogmoed, hardheid, vers: eendheid, d'handen tot den almacitigen Heer niet willen uitsteken... Deze gedach ten vinden wij in een Sermoen van Bisschop Lambrecht.. De Vlamingea dragen dien Volksbisschop in hun hert; ze zullen geer ne zijn woorden hooren vol troostende waarheid... 't Wa ren arme Herderkens die eerst naar Bethlehem kwamen geloo- pen, 't is nog altijd 't Volk, 't werkende Volk, dat met den mees ten iever d'handen uitsteekt *aar dat zoete Stalleken... Watgeeft het dat men hier watlijdten afziet, eenige jaarkes, als men maar aan zijn zalige eeuwigheid aanlandt... De Werkman wenscht zijn geliefde Lezers-Gezelschap 'ne zalige Feestdag en veel ge lukkige navolgende, in den Vrede door d'Engelen aangekondigd. ie 27 Dec. 1889. i8dc Jaar. Nr 89^Verschijm Prijs in Bureel of Winkels 5 Centiemen. Voor land fr. 2,5o 's jaars. Voor al de lander en voor d'ander Werelddeelen P. DAENS-MAYART, Achterst

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1889 | | pagina 1