Kamer van Volksvertegenwoordigers. Redevoering vau Pieter Daens over de Pensioenen der klein Staatsbedienden HST! D TI0CRATEN Drukkerij Daens-Mayart 110 XSTER-TOMBOLA M. Daens (op de tribun). Mijnheeren, de zaak welke wi] hier gaan onderzoeken is uiferst ernstig, en vermits de heer Voorzitter reeds mijn vonnis uitsprak met te zeggen dat ik slechts over een half uur beschik, vraag ik aan den heer Mi nister van Spoorwegen of wij niet goed zouden doen mijne interpellatie in twee deelen te splitsen Zou de heer Minister het niet goed vinden dat wij vandaag het eerste gedeelte der interpellatie behandelden en het tweede gedeelte over het beheer en den toestand der Onderstands- en Pensioenkas later onderzochten Minister Helleputte. Er bestaat maar eene kas. M. Daens. Deze twee punten zouden afzon derlijk moeten behandeld worden, want het geldt kier de belangen van duizende en duizende be dienden en werklieden. Minister Helleputte. Dat weet ik wel. M. Daens. Het ware onbillijk die belang rijke zaak op éen half uur af te handelen. Minister Helleputte. De heer Daens vraagt dat in plaats van eene ondervraging er twee zou den zijn, elkander volgende. Er zou dus eene eerste ondervraging zijn waarin de heer Daens gedurende een half uur zou spieken over den toestand waarin de lagere beambten verkeeren, wanneer zij op Pensioen gesteld worden de andere half uur zou het ach'baar lid gebruiken om te spreken over het beheer en den toestand der Onderstands- en Pensioenkas. Ik heb niets tegen dit voorstel in te brengen, maar ik moet doen opmerken dat het niet over eenstemt met het reglement. M. de Voorzitter. Er is maar eene onder vraging betrekkelijk op verschillende punten dm moeten besproken worden op den bepaalden tijd. M. Daens. Ik teeken protest aan daartegen. Minister Helleputte. Doet twee ondervra gingen. M. Daens. lk zie hier dikwijls uren en uren verkwisten aan kleine bijzondere geschillen en nu, de belangen van duizenden en duizenden werk lieden op het spel slaan, zou alles op een half uur moeten gedaan zijn. Indien dit van mij gevergd wordt, dan zal het land zien welk belang gij stelt in de werklieden en kleine bedienden. Minister Helleputte. In 't geheel niet L Het hangt van u af eene tweede ondervraging te doen. Dat is het beste middel dat gij gebruiken kunt. Behandelt vandaag den toestand der Pensioenkas en stelt de tweede ondervraging uit tot op een ander oogenblik. M. de Voorzitter. Om niet verder tijd ie verliezen, verzoek ik den heer Daens te beginnen. M. Daens. Mijnheeren, r.a lang gewacht te hebben komen wij toch eindelijs aan het woord om deze ernstige en uiterst belangrijke zaak te bespreken. Ik hoop dat de Kamer, al is ze zeer weinig in getal, de zaak grondig zal willen onderzoeken. Een duitsch spreekwoord zegtMa ar beid is het zoet rusten Elkeen leeft gaarne lang en niemand wordt gaarne oud maar het eeuigste middel om lang te leven is toch wel van oud te worden. Ik zeg dan dat na den arbeid het zoet is te rusten. Wij hooren dikwijls, als groote bedienden tot den ouderdom komen van Pensioen, dat de Vrienden dan te samen komen en zeggen Wij wenschen u nog vele gelukkige jaren van zoete rust na den arbeid. Maar bij de kleine bedienden van den Staat is het heel anders gesteld. Deze zien angstvol den rusttijd naderen, zij schrikken en beven als zij denken aan het oogenblik dat zij dqor ziekelijk heid, gebrekkelijkheid of ouderdom van hun werk zullen ontslagen worden. Indien men deze Be dienden vrij liet dat is geweten van allen die met het Volk omgaan zouden velen van hen verkiezen in bediening te blijven tot 70, 80, 90 jaar, omdat zij weten dat hun Pensioen een hongerpensioen zijn zal, en ze in hunnen ouden dag ellende zullen lijden wij mogen zelfs zeg gen, dat velen liever zouden dood zijn dan zulk ellendig en gebrekkelijk leven te hebben in hun nen ouden dag. Wat is hun daggeld Dat is een oprechte hon gerloon. Ik heb hier een briefken mij toegezonden door een van die Bedienden waarin hij uitdrukkelijk het volgende zegt t Wij hebben niets dan onzen dagloon. Deze werd voort te werken, heeft 1,45 fr. Pensioen per dag gekregen. Is dat niet schromelijk Zijn zoon, 19 jaar oud, is stoker aan den Staat en wint 50 frank per maand. Ik ken in Aalst een oude Bediende die op Pen sioen gesteld is inet 1,40 fr. daags. Met deze ge ringe som moet die man zijn huisgezin onderhou den., wat hem gansch onmogelijk is. Moest hij gaan bedelen terwijl hij niet mag stelen M. Anseele. Als men gebrek en honger heeft mag men stelen. M. Daens. Inderdaad, de kristelijke leering verbiedt ons aan onze gezondheid nadeel te doen. M Anseele. Zeer wel, wij zijn t'akkoord. M. Daens. Die sukkelaar zou dus moeten gaan bedelen, tot schande van den rijken Staat. Men zegt altijd dat België rijk is en in welvaart verkeert. Dat is namelijk gezegd geworden, hier op deze plaats, door onzen jongen Koning, en hadden wij ons toen niet in zulke plechtige om standigheid bevonden, dan zouden wij hem moe ten onderbroken hebben, als hij zegde: België is rijk België is gelukkig Rijk in d'hoogte on betwistbaar, maar arm in de diepte bij de menigte Yan 't Volk Met een Pensioen van 1,40 fr. dangs kan onmo gelijk die oude Bediende zijn Huisgezin onder houden en hij zou dus moeten gaan bedelen. Ge- lukkiglijk hebben de Bedienden uitgelegd en zijn gaan bedelen voor dezen ongelukkigen sukkelaar. Een machinist van Brussel, met vijf en twintig jaren dienst, was opzijn werk gekwetst gewor den. Nu is hij op Pensioen gesteld met 66 frank 'per maand. Zoo is het gedurig en altijd. Ga van stad tot stad, van dorp tot dorp, en overal zult gij hooren kla n over die Pensioenen. M. Buyl. - De kleinen zullen er over klagen, ma niet de grooten. De heer Kurth heeft een Pensioen van 9000 fr. en daarenboven heeft men hem nog benoemd als bestuurder van het Institut Historique te Rome, waarvoor hij ongeveer 6000 frank trekt. M. Daens. Ja, zoo is het, het water gaat altijd naar de zee. Maar hoe komt dat Omdat tot lieden de wetten gemaakt werden door de rijken, door de kasteelheeren. Dit zal wel veran deren als de wetten zullen gemaakt worden door het werkende Volk. Al. Anseele. Dan zullen er geene honger- loonen meer bestaan. M. Buyl. On se montre généreux ai'égard des grands ainsi, par exemple, M. Kurth touche un iraitement et une pension a charge du trésor public. C'est sans doute paree qu'il 'attaque l'en seignement public. M. Daens. Ik zeg gedurig aan de menschen, als zij bij mij komen klagen Mijne goede men schen, laat ons werken om algemeen stemrecht te verkrijgen M. Anseele. Zeer wel I M. Daens. Toen de Werkman geen stem recht had, werd hij niet aangezien c n lag onder de voeten. Maar nu beginnende Katholieken naar zijne eischen te luisteren, van verre, en stellen zich aan 't hoofd om te misleiden. j Indien het algemeen stemrecht in zv/nrig ware, 5 dan zou deze ondervraging niet noodig zijn en, 2 zoo zij noodig was, dan zou men niet zien zooals jj nu, de Rechter-en ook Linkerzijde onverschillig blijven, nadat iedereen wist dat dit gewichtig punt der Pensioenkas vandaag zou besproken i worden. Heer Alinister, gij ziet van hier den toestand van die menschen. Gij kunt het niet loochenen, hunne Pensioenen zijn te klein. Met wat angst en schrik moeten die Bedienden denken aan hunnen ouden dag, als zij met dat mager Pens oenken moeten leven Wat moet er in die Huisgezinnen omgaan Gij beseft den toestand van die ongelukkige Bedienden wanneer zij op Pensioen gesteld zijn. Het is hun zelfs verboden winkel of herberg te houden de Vrouw zelf mag niets bijwinnen voor het Huis houden. Wat kan een Vader van vier of vijf kinderen doen met een Pensioen van 60 frank per maand A\en zal mij tegenwerpen dat het kleine kinderen zijn, maar zij moeten toch ook gevoed en gekleed wo'den. Zoudt gij willen dat ze gedurig jong bleven Zoudt gij willen dat de Bedienden geene kinderen hadden Neen, niet waar, want met mij moet gij van gedacht zijn dat men de natuur niet mag dwars- is ontoereikend om behoorlijk te leven nijg i boomen. moeten wij sparen, vele ontberingen doen in j De man waarvan ik u zoo even gesproken heb, geval van ziekten of met den last van een groot zit nu daar gansch alleen in zijnen ouden dag, na huishouden wij moeten schulden maken, welke I twintig of 30 jaren getrouwen dienst, het ons bijna onmogelijk is te betalen. Zoo slij- f; lk vraag het u nog eens wat moet er omgaan ten wij ons ellendig leven en komen aan onzen in de harten van die menschen en wat ellende, ouden dag, die nog ellendiger is dan ons leven. Ons. Gouvernement zou moeten de loonen ver- hoogen, vermits het gedaan wordt voor alle andere beambten. Zooals gij hoort, mijnheeren,hebben de kleine Bedienden geene bijhoorige winsf, zij hebben altijd dorst en kunnen geen appelken voor den dorst bespareu. En dan zien zij nog later, als zij op Pensioen gesteld worden, hun mager dagloon op den helft verminderen Ik zou duizende en duizende voorbeelden hier over kunnen aanhalen. Te Aalst, is een machinist in dienst van af 1881. Hij is vader van twaalf kinderen waarvan nog zeven te huis zijn. In 1906, werd die man op den dienst gekwetst en in plaats van 160 fr. per maand, kreeg hij toen juist de helft, 't zij 80 frank. Daarmede heeft hij moeten leven gedurende lange maanden, want klagen hielp niet Eindelijk toch, heeft hij eene kleine bijdienst gekregen. Zekere wisselwachter van Lokeren, die acht en twintig jaren dienst telde en door ongeval belet j jaarwedde. Een wat armoede, wat honger, wat ontberingen moe ten er bestaan in die beklagenswaardige huishou dens Wa verwenschingen tegen de Samenleving, tegen de Katholieken, tegen de Ministers moeten die menschen niet uiten M. Buyl. Zeer wel M. Daens. Gij, heer Minister, gij weet wel dat deze pensioenen te klein zijn. Inderdaad, iedermaal dat die menschen u om een hulpgeld schrijven, dan wordt hunne vraag aanvaard en zij krijgen bijstand. Aï. Buyl. Neen M. Daens- Gij zegt need, mijnheer Buyl, maar ik heb voorbeelden die mijn gezegde staven sommige bedienden op pensioen gesteld hebben van 50 lot 100 fr. hulpgeld ontvangen, maar hun pensioen zou groot genoeg moeten zijn om dezen bijstand te kunnen ontberen. Mij is verzekerd, heer Minister, dat sedert eenige jaren een wetsontwerp is neergelegd om de pensioenen te brengen op de drie vierden der maandelijksch loon van 160 fr. zou dus aanspraak geven op een pensioen van 120 fr. Dat zou nog al gaan. Ik vraag mij af waarotn zulken nuttigen maat regel wordt uitgesteld Waarom die menschen jaren en jaren lang moeten wachten terwijl zoo vele uitgaven gedaan worden, en zeer snel gedaan worden, aan paleizen, aan uttelooze pracht en weeldewerken 1 Wat niet gewenscht wordt door de bevolking, komt bliksemsnel, niet gevraagd wordt en dringend noodig, komt af, langzaam, met looden voeten en dan nog met lapkes en vel- lekes. Ik hoop dat de heer Minister Helleputte zijn naam zal willen hechten aan de verbetering van dien toestand. Gij ziet het, heer Minister, de gepensionneerde bedienden kunnen niet leven met hun pensioen. Zooals gij weet, heer Minister, zijn er met dui zenden die in armoede gedompeld zijn en naa'r verbetering zuchten. Deze verbetering verwachten wij van u. heer Minister. lk herinner mij no. de woorden door u ir. 1893 uitgesproken te Brussel, in zaal Locquenghien, gij zegdet dat de herziening van de Grondwet had plaats gehad om den toestand der Werklieden grondig te verbeteren. En, voegdet gij er bij indien wij binnen eenige jaren zagen dat die toestand niet verbeterd is, cian zouden wij niet aarzelen eene nieuwe her ziening der Grondwet te vragen. M. Buyl. Het oogenblik is gekomen. Minister Helleputte. Ik heb dat niet gezegdl AL Daens. Gij hebt dat niet gezegd Minister Helleputte. Neen 1 M. Daens. Welnu, ik zal dagbladen bijbren gen om te overtuigen dat gij zoo gesproken hebt. Minister Helleputte. Van hetgene gij zegt is een deel waar en een deel onwaar. Overigens de dagbladen geven jniet altijd juist den zin op der uitgesprosene redevoeringen. M. Daens. Gij hebt toch in dien zin ge sproken. Minister Helleputte. Gedeeltelijk M Daens. Hebt gij vóór uwe intrede in het Ministerie niet gezegd en geschreven Onze Koning is het Volk het is die Koning die wij willen dienen Wie is hier het Volk Het is uw eigen Volk, het Volk dat u heipt geld winnen, dat de Staats kassen vult, en dit Volk is in armoede gedompeld als het tot den ouderdom van Pensioen gekomen is. Ik weet het, heer Minister, uw wil is goed evenals uw hart, maar gij doet altijd niet wat gij wit. Indien echter ik mij tot u richt, wendt ik mij ook bijzonder tot de leden der Rechterzijde.. M. Verheyen. Er is niemand op de banken der Rechterzijde M. Daens. ...die de schuld zijn dat gij de inspraak van uw hart niet kunt volgen en niet kunt uitvoeren. Indien vijf of zes man van de Rechterzijde met ons wilden stemmen, dan zou he: gauw .daan zijn met die hongerpensioenen deze zonden ver hor gd worden indien er 5 wilden zeggen wat ik onlangs verklaarde op eene vergadering van Douaniers hongerpensioenen betalen en oude menschen laten kwijnen in ellende en armoede, dat is eene wraakroepende zonde, j M. Verheyen. Dat is zoo niet voor die heeren M. Daens. -- De Kristenen weten ook dat het feit, eene wraakroepende zonde te ondersteunen, een medeplichtigheid is. Wat mij betreft, ik zal tegen alle begrootingen stemmen i i dewelke Hongerloonen voorkomen, en indien slechts vijf of zes oprechte Katholieken zegden dat zij ook geen deel meer willen nemen in die misdaad en bijgevolg tegen de Begrootin gen stemmen, dan zou de heer Minister wel ge dwongen zijn het Volk recht te laten wedervaren. M. Buyl. Dat is de waarheid. M. Daens. - Het is de schuld van de Rechter zijde, van die lamme en vaddige Heeren, die zich van den Godsdienst een wapen maken, dat de beharda toestand blijft voortduren, j Het is niet genoeg zich Katholiek te noemen en de verdediging van den Werkman over te laten i aan de Leden der Linkerzijde, men moet door werken toonen dat men Katholiek is, en zulks j kunt gij, heer Minister. I Het tweede punt mijner ondervraging loopt over hetgeen wij in 't Vlaamsch noemen de Ziekenfondsen. Op den Buiten gaat het redelijk goed. Er is maar „één Geneesheer die zijne zieken oppast. Maar in de Sleden is het geheel anders gesteld. Dikwijls klagen de Bedienden den vrijen keus niet te hebben voor den Geneesheer die hun het meeste vertrouwen inboezemt. De meeste Geneesheeren zijn mannen van hart en zelfopoffering, maar er zijn er ook die aan hunnen plicht te kort komen. I Zooals gij weet, heeft elke Doktor zijne week dat hij in het dispensaire komt van 11 tot 12 uren 's morgends, waar oe zieken hem komen raad- i plegen. Als het een geval van ziekte betreft dat lang duurt, dan doet de Doktor den Zieke bij hem aan huis komen. Maar he gebeurt ook, eilaas! dat de Doktor zegt dat hij daarvoor geenen tijd heeft I en dan moet de ongelukkige zieke alle weken eenen anderen Geneesheer raadplegen. Is dat niet schromelijk Waarom volgt men de Ziekenfondsen niet na evenals zoowel ingericht en bestuurd door Werk lieden in deze Fondsen hebben de zieken het recht den Doktor te kiezen die zij verlangen. Wij hebben vijf of zes Doktors onder dewelke de kranke menschen hunnen keus mogen doen. Ziehier wat een Werkman mij schrijft lk ben aan den ijzeren weg gekomen nog zeer jong zijnde, 16 jaar, en in volle gezondheid, dit spreekt van zelfs later stoker wordende, kreeg ik een verkoudheid op den trein en had nooit mijn volle gezondheid terug. Elk iaar had ik een her- valling en moest den Doktor raadplegen. Het is mij gebeurd dat de gewone Geneesheer zegde den tijd niet té hebben mij te blijven ver zorgen, en ik inoest dus elke week bij een andere Doktor gaan, waaraan ik de krenking van mijne gezondheid toeschrijf. Ik zal dien brief aan den heer Minister behan- digen. Denkt de heer Minister niet dat het beter ware ik heb vele Werkliede i alzoo hooren spreken de Doktors te betalen per visiet? Zou het ook niet noodig zijn hen te verplichten in de dispen- saires te"komen op het gestelde uur, en niet een half uur. Verre van mij kwaad te spreken van de Ge neesheeren, maar het gebeurt dat er op zes of zeven Doktors, mannen van toewijding en opof fering, er één soms niet ieverig of nalatig is Zou het niet goed zijn in het bestuurder Ziekenkas eenige Werklieden op ie nemen? Gij gaat het we doen voorden Tuchtraad. Het bestuur is goed, denk ik, maar het zal toch niet verslechten als een Werkman er deel van maakt. A\. Anseele. - Meer dan een 1 A\. Daens. Is het bestuur goed, het zal ver betereu door eenige Werklieden in zijnen schoot toe te laten. M. Anseele. Het bestuur is onvoldoende. M. Daens. Indien het nu slecht is dan zal het verbeteren. Alinister Helleputte. Er zijn Werklieden in het bestuur. M. Daens. Te Mechelen hebben de Vrou wen en Kinderen der Bedienden ook kostelooze geneeskundige hulp van Doktor en Apotheker. Waarom is het nier evenzoo te Gent,te Brugge,te Aalst en elJers Waarom kan dit daar niet ge beuren Het is eene belangrijke vraag. Gij zult misschien zeggen alweer eene nieu wigheid Maar gij weet toch wel dat de groote Paus, Leo XI11, in zijne vermaarde Encycliek zegde dat de Werklieden van hedendaags niet meer willen leven gelijk vroeger tijd, dat zij meer rechten eischen en ook een gedeelte willen heb ben van de goederen der wereld die zij helpen voortbrengen. Welnu de tijd is aangebroken dat men aan de techtvaardige eischen der Werklieden voldoening schenke. Ik verzoek u dus, heer Minister, deze zaak grondig te onderzoeken en hoop wel dat deze ondervraging vruchten zal afwerpen, namelijk voor uitslag hebben het wetsontwerp te doen stemmen strekkende tot het vaststellen der Pen sioenen op de drij vierden der jaarwedde. Indien het hart der Werklieden van den Staat hier voor ons moest openliggen, dan zoudt gij zien dat zij niet veel goeds van de Regeering denken. (Goedkeuring links.) Indien deze men schen eene geheime stemming konden uitbrengen, weest zeker, heeren der Rechterzijde, dat gij zeer weinig bijval zoudet genieten zelfs van degenen die uit inensciielijk opzicht of om beterswil zich in uwe Bonden laten opschrijven. Ik hoop en ik druk den wensch uit dat de hui dige toestand zal beteren en er op de banken der Rechterzijde nog zes, acht of tien mannen zullen gevonden worden die hunne stent zullen verheffen en de dagorde stemmen die wij zullen neêrleggen, opdat de Werkiieden en Bedienden dit zeg ik uit ganscher harte steun en hulp zouden vinden bij de Katholieken, en den heer Helleputte aldus geholpen zou worden zijne goede voornemens uit te voeren .(Zeerwel! links.) KAMMA DER 3 IN EE WOOR&EH Het tref f ■ger en U< jk broodgewin voor Arbeider, Hun volledig Burgerrecht. tveei h .d, Broederlijheid ca <ie Wereld, ir;.;r de grondregels ran het ;dieen naar de voorschriften, vervat in den .WW, i van Jen grooten LEO XIII, den is ter sV'erklieden. Chri en Democraten houden aan 't Geloef -r A rou .ars, maar zij eerbiedigen de ge- .•nsvrijheid en alle rechtzinnige denkwijse*. r.: :n L)omocrateri, er staat geschreven t voor de Waarheid en de Rechtvaardigheid Wed, Aalmt onderneming van alle Drukwerken, zooals Circulairen. TijdschriftenMemorandums, Wissels, Fa ld uren, Enveloppen met Firma Prijs-Couranten, Trouwbrieven, Af fid ten, Adres- en Visietkaarten, Strooibriejkens, Brochuren, Üouchboeken. DOODBRIEVEN groote en schoonc keus van DOODBEELDEKE Verzorgd werk. Spoedige Bediening Matige prijzen STAD AALST. Erkende Onderlingen-Bijstand-Maatschappij DE GEWEZEN WEESJONGENS PRIJS PER LOT 10 CENTIEMEN.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1910 | | pagina 3