IVicodemus de Klager
Mengelingen.
H amp an-M isaaae ri g oiu&xvfaju
Groote Ramp in de Viscose
Moorderij door ottomobiel
Schielijk gestorven
Buitenland
Schrikkelijkelbrand
Een moordenaar verpletterd
Een landbouwers-vrouw
vermoord
Een groot
Christen Democraat
Er leefde 'n man, met name
Nicodemus, braaf en eerlijk,
maar gedurig morrende en
knorrende, over de kruisen en
beproevingen van ditaardsche
o* leven hem dacht, dat hij het
zwaarste kruis te dragen had. Zekeren
dag morde hij geweldig tegen de lasten
en kwellingen Waarom al die kruisen
in de wereld Is dat rechtvaardig nep
hij uit. Ach, was ik dit verwenschte kruis
maar kwijt l
En dan had Nicodemus een visioen:
Hij zag een heerlijk, lachend landschap,
zoo sriioon als zijn oogen ooit mochten
aanschouwen geboomte en bloemen rijk
in tal, fonteinen helder als kristaal en
eene hemelsche luchttoen zegde hem
eene stem Die zijn kruis verduldig wil
draden, hij zal daar komen. Nevens hem
laglen zwaar houten kruis, 't afbeeldsel
van zijn lijden hij nam het dus op en
ging moedig voort, d'oogen gericht naar
die schoone landstreek. Nicodemus werd
de zwaarte of de lastigheid van zijn kruis
niet meer gewaar. Hij gaat dus vooruit,
met hoop en moed en reeds wasemt hem
de zachte geur toe van bloemen vol
pracht en kleur.
Hij staat voor dit Paradijs, voor die
bekoorlijke landstreek. Maar ach, eene
breeJe stroom scheidt hem van die wel
lustige streek onmogelijk er over te ge
raken, geene brug, geene plank, geen
doorwaadbare plaats 1 Mismoedig werpt
hij zich neer en ziet geene hulp of kans,
om over dit water te geraken. Ach,
roept Nicodemus, wie zal mij helpen
wie zal... Maar, wat ben ik dwaas Dat
kruis, ja, wie weet of het mij niet kan
helpen I En hij legt dat kruis neêr en
zie 't past juist om als eene brug te
dienen 1 't kruis ligt plat neêr, hij stapt
er over en komt aan in 't Land van Be
loften. Ach, zegde Nicodemus, zijne oogen
ten hemel richtende
Heb dank, Gij, die mij in dit leven
Een kruis te dragen hebt gegeven
Heb dank, schoon'ksomlijds heb gemord.
Dat gij mijn kruis niet hebt verkort.
In d'Alpische Gebergte.
De Toerist. Zeg mij toch, Berggids
waarom heeft men geen barreel gezet aan
dezen afgrijselijken afgrond
De Gids. O mijnheer, hoe meer rei
zigers hier verongelukken, hoe vermaar-
der de Berg wordt.
MISKLAPT.
Gij moet u doen verzekeren tegen
hagelslag, boer Pummels. Dat is zeker
zoo gewichtig als een verzekering tegen
brand.
Dat is niet waar, man... Men kan het
aj eens laten branden,,, maar hagelen
niet.
VOORSTEL.
Bandiet. Uw geld of uw leven I
Boekverkooper. Weet gij wat. In
plaats van mijn leven geef ik u het leven
an Maria Theresia in vier deelen, be
taaibaar aan drij franks per maand.
GEDACHTEN.
Wat baat het dat de mensch gelukkig
geboren is, als hij ongelukkig is in het
huwelijk 1
't Is erg, dat ondeugd en ziekte aan
stekelijk zijn, deugd en gezondheid echter
niet.
Niet alleen onder de planten, ook on
der de menschen zijn er die altijd groen
blijven.
De Fabriek van Kuu6tzijde op den Tragel.
waar al de Werklieden nu den Arbeid hernomen
hebben op 19 molens.
En zij n zo kontent
Half en half, men is er extra-streng nu
maandag morgend, tusschen 9 en 10 uren, ls in
den kelder den tap gesprongen van eenen ketel
Viscose en heeft 't hoofd getroffen van zekeren
Croz Joset, gehuwde man van rond de 3o jaren,
hij was vreeslijk verbrand Zijn wezen was rood
als een kool vuur en hij zag geenen steek uit zijn
oogen binnen 2 3 dagen zal de Dokteur weten
of hij zijn oogen zal behouden de man zag vrees
lijk af en is door twee werkgezellen naar zijn huis
gedaan, aan den Hopnast van Wolvens, Nieuw-
straatpoort.
GROOT ONGELUK TE MELLE.
Men is bozig een viaduc te maken voor de lijn
van de malle Biussel-Oostende tusschen de baan
naar Oosterzeele en Melle. Er wordt dag en nacht
gewerkt.
Zaterdag avond was men bezig met kleine wa
gons, geladen met keien, om te kantelen. Opeens
sloeg een wagonbak om en drie manaen René
Van de Vyver, Sergeant en Tondeleire werden
getroffen en lagen onder de keien bedolven.
Sergeant werd gekwetst aan 't aangezicht
Tondeleire had een zij .ier beenen op twee plaat
sen gebroken Van de Vyver gaf bijna geen tee-
ken van leven meer en werd «enige meters van
daar bij zijne tante gedragen, waar hij 2 uren
nadien den geest gaf. De overledene is 18 jaar
oud en de oudste van 8 kinderen.
Mogen de rijke menschen wild en woest rijden
met hun Otto's en de menschen vermoorden
Men zou het toch gaan zeggen Hoort wat te
Rhisnes is gebeurd zondag achternoen. Madame
Van den Brouck was uit Belgrado teruggekeerd
en ging met een kind op den arm en een kind
aan de hand den steenweg over.
Een ottomobiel kwam afgereden, M. Van den
Brouck die aan den anderen steenwegkant was,
deed haar teeken van haastig over te stappen.
Eilaas De otto wierp de M.eder en hare twee
kinderkes omverde twee schaapkes hadden
niets, maar de Moeder werd dood gereden. 35 jaar
en laat zeven kinderen achter, 't Is grouwelijk I
De Otto is weggevlucht als een moordenaar.
OTTORAMPEN te Brussel.
Zondag namiddag in TerkamereDbosch een
Otto gebotteld tegen een rijtuig. Vreeselijken
kadaster Een peerd gekwetst Mr en Mevrouw
Masure, alsmede de stoker uit den Otto gestuikt.
Mijnheer zijn hoofd lap open, mevrouw het rech
terbeen gebroken en vele kneuzingen op 't li
chaam de Stoker den rechter arm gebroken.
Zaterdag avond, rond 7 uren, is het öjarig
kindje Govaeris, wonende in de Finisterestraat,
in de Nieuwstraat omgeworpen door een otto en
is ernstig aan het hootd gewond.
T'ANTWERPEN, op de Waalsche kaai,
is de otto van M. Pennaerts, tegen een paaltje ge
botst dat dient om den spoorwegwissel te sluiten.
De otto werd beschadigd en de twee inzittende
personen Lodewijk De Hert en Alf, Van Gastel,
bekwamen lichte wonden.
JUWEELENMAGAZIJN
GEPLUNDERD.
Zaterdag nacht zijn dieven gedrongen in het
juweelenmagazijn van M. Leon Rosseels, Niéuw-
straat te Brussel.
In het magazijn zag men de volledigste wan
orde, op den vloer lagen ledige kokertjes ver
spreid. De kostbaarste juweelen werden voor de
vitrien weggenomen.
De dieven hebben ook gepoogd den geldkoffer
open te breken, doch deze weerstond aan hun
geweld.
Het bedrag van den diefstal beloopt minstens
r5o,ooo frank.
De dieven kwamen binnen langs dak, na ge
drongen te zijn in een ledig staande huis, vier
huizen verder.
TWEE VROUWEN VERBRAND
te Schaarbeek.
Mevr. L., herbergierster, Prinses Elizabeth-
plaats, ging zondag avond met eene brandende
lamp in de hand naar hare kamer, en rook niet
dal in de plaats een gasreuk was, en pas was zij
binnen of eene vreeselijke ontploffing volgde. De
vei bruikers, in de hei berg aanwezig, snelden toe
en doofden de vlammen uit. De vrouw is erg
verbrand.
In de Iwan Gilkinstraat zat mevr. Eppels-
heim bij 't open vuur van haar salon bezig met
een borduurwerk, toen eensklaps haar kamerkleed
in brand schoot. De vrouw liep straat op, waar
een gebuur de vlammen kon uitdooven. Hij
werd erg verbrand aan de handen, terwijl het
lichaam der vrouw nog slechts een wreede wonde
vormde. Des nachts is de vrouw na schrikkelijke
pijnen overleden.
DOODDRONKEN.
Te Elsene, in de Goffaertstraat vonden agen
ten van politie een ouderling badend in een
bloedplas. Men droeg hem naar het politiebureel
waar een geneesheer ontboden werd en die ver
klaarde dat de man dooddronkon was. Het is
zekere D. wonende Ooststraat te Etterbeek. In
bedenkeiijken toestand is hij naar 't gemeente
hospitaal overgebracht.
Kind gepletterd
Het 4jarig zoontje Ferdinand D'Hondt, van
Elseue, ging Maandag namiddag door de Been
houwersstraat met zijne moeder. Het kind werd
omgeworpen door 'een wagen. Zijn rechterbeen
werd gepletterd.
Een g an onder een exprestrein.
Aan den barreel van den steenweg op Duffel,
waar de lijn Antwerpen-Mechelen over den steen
weg komt, kwam een gespan over het spoor, het
paard geraakte met een der ijzers tusschen de
riggels en vielde voerman kon afspringen.
Juist kwam een exprestrein aangestoomd de
machinist kon niet in tijds meer stoppen, zoodat
het paard in twee gesneden werd. De kar werd
langs den anderen kant geworpen en was heel
verbrijzeld. Het gespan hoort toe aan de fabriek
van vetten van Schooten.
Luik. Doodelijk tramongeluk
De tambour-majoor van het 2e regiment voet
volk der burgerwacht van Luik, M. Jan Grand-
jean, stapte zondag avond van de tram Oost-
West, nabij de kruising in de Eikstraat, te
Grivegnée, alvorens deze stilhield. De onvoor
zichtige viel onder het tramrijtuig. Zijn linker
been werd vermorzeld en twee zijner vingeren
werden afgesneden. Het slachtoffer, oud 63 jaar,
stierf maandag morgen.
Dijnsdag avond vond men niet minder
dan drie personen te Brussel dood in
hunne kamer.
De genaamde J. B. Gabriël, 76 j.,
wonende op eene kamer Hoogstraat, 316,
was sedert twee dagen niet meer te zien
geweest.
De politie verwittigd, deed de kamer
openbreken en men vond den ouderling
dood uitgestrekt op zijn bed liggen.
In de Kroonstraat werd de 54jarige
Theresia Nelis op den vloer harer kamer
levenloos aangetroffen. Een doktor stelde
vast dat ze aan een hartkwaal was be
zweken.
Wanneer de werkman Demessema-
ker, wonende Payengang, 's avonds
thuis kwam, vond hij zijne vrouw leven
loos vóór de stoof liggen.De ongelukkige,
65 j. oud, was aan bloedopdrang gestor
ven.
Uit TOKIO meldt men dat tijdens
een geweldig buitengewoon tempeest,
een 5otal visschersbooten zonken op de
Oostelijke Kust. De bemanning bestond
uit 800 personen.
Een geweldige brand ontstond in
de zeepfabriek van M. Bonnefrry, te
Termini Municipai-Sans (Barcelona)De
ramp is toe te schrijven aan de ontplof
fing van een ketel. Twee arbeiders wer
den gedood, een is verdwenen.
Men meldt het verlies in 't Kanaal,
van twee Fransche Visscherssloepen, de
Berthe-Girard van Duinkerke, waarvan
heel de bemanning omkwam, en de Ste-
Ydeline, van de haven van Etaples,
waarvan twee matrozen verdronken.
In het dorp Boedoroza ontstond een
vreeselijke brand. Het vuur legde talrijke
huizen in asch. Onder de afgebrande ge
bouwen bevindt zich ook de molen. De
mulder Koos en drie zijner kinderen kon
den door de dorpelingen gered worden
doch zijne vrouw en twee ander kinderen
verbrandden. De molenaar werd krank
zinnig van schrik.
Yokohama (Japan). 500 huizen
werden alhier door eenen brandy totaal
vernield. 3,ooo personen bevinden zich
zonder schuilplaats.
Een schrikkelijk drama viel voor te
Hayange. De öojarige mijnwerker Dor-
vaux gaf zich over aan den drank. Na
een twist met zijne vrouw sloeg hij de
ongelukkige dood met een stok. Op hare
kreten snelde de zoon toe en ontwapende
Dorvaux, welke alsdan in woede een gaf
fel greep en deze in den buik stak, van
den jongelijk welke doodelijk werd ge
wond. Dan ijlde de moordenaar de straat
op om te vluchten, maar liep in zijne
haast onder een gespan en werd door de
wielen verpletterd. Zijn toestand is ho
peloos.
In de kleine gemeente Wulveringhem, welke
25o inwoners telt en op 3o kilometers van Duin
kerke is gelegen, werd een moord gepleegd.
De landbouwersvrouw Oclavie Clowet, gebo
ren Ammeloot, werd er met bijlslagen afgemaakt
door inbrekers.
Diefstal is de drijfveer der misdaad. Eene som
van 2,000 irauk werd door de moordenaars ge
stolen.
Het parket van Duinkerke heeft een onderzoek
ingesteld.
Als een Koning werd Lueger, de Burgemeester van
Weenen, naar zijn Graf gedragen. Zondag waren nog
van 8 uur 's morgens tot 4 uur 's namiddags 80,000 men
schen aan zijn lijk voorbijgetogen en dit in de diepste
ingetogenheid. Zijn lijkdienst werd in de H. Stephanus-
hoofdkerk bijgewoond door Keizer Frans Joseph, de
Aartshertogen en Aartshertoginnen, met hunne kinderen,
het|diplomatisch korps, het Parlement, de Ministers en de
hoogste Overheden des Lands. Grooter laatste eer kon
den Heer van Weenen niet bewezen worden wiens
verlies een algemeene rouw was voor een talrijke bevol
king en medegevoeld werdt ver over de grenzen van Oos
tenrijk.
Die apotheose in den dood zou Lueger nog vóór een
tiental jaren durven droomen hebben. Hij was immers
geen zondagskind. De duizelingwekkende hoogte, die hij
bereikte, had hij beklommen langzaam en moeilijk, tus
schen klippen en kloven. Als 35jarig man zat hij neg
aileen van zijne meening in den Gemeenteraad van Wee
nen, waar hijeene gesloten phalange, liberale, doctrinairen
te bekampen had, die hem als een gek beschouwden.
Nog in 1896 werd de 52jarige si rijder voor de rechten
van het Volk tot driemaal toe onwaardig geacht, Burge
meester eener Hoofdstad van 2,000,000 inwoners te
worden Dezelfde Keizer die thans voor de lijkbaar bad,
weigerde hem te benoemen. Niet als zondagskind maar
als man van daad, die zwaren arbeid verricht heeft, is
Lueger tot op de;.hoogte geklommen. Dit strijden en dit
lijden is een oor- en een voorbeeld voor ons allen. Door
onverdroten arbeid alleen kan men de zegepraal en het
geluk afdwingen.
Zulk st ijder was Karei Lueger, een gansche kerel. In
zijne volle mannelijke jaren was hij hoog van gestalte,
breedgeschouderd en kernachtig. Zijn kop was klein,
maar vol wilskracht, het bruin haar was dicht, kort en
borstelrecht. De heldere volle baard was in het midden
gekroezeld. Een schoone man met een onverschrokken
gezicht die betooverde. Het smal voorhoofd was een wei
nig naar voor gedrukt als in bestendigen strijdlust, hoe
wel Lueger van man tot man uiterst lieftallig was. En
zoo op eene meeting beheerschte hij de gansche zaal,
niet alleen door zijn krachtigen lichaamsbouw maar ook
door zijne kloeke en welluidende stem en Zijn vurig ge
moed. En dit vuur wist hij mede te deelen aan de men
schen die naar hem luisterden en door hem ontvlamd
werden omdat spreker en publiek maar eene ziel werden.
Van Lueger mocht men zeggen dat hij uit eene Volks
verzameling oprees als een springfontein uit een vijver,
van het water van dien vijver slechte een deel doch hoog
over de andere opschimmen en fonkelen in het zonne
licht, een verblindend neerrijden van diamanten met de
kleuren van den regenboog. En zoo voelde het Volk dat
Lueger zijn man was, zijne belichaming, en het denderde
uit duizenden en honderd duizende kelen Hoch Lueger 1
Hoe Lueger door het Volk op de handen gedragen
werd, bewees niet alleen zijn diep aangrijpende ziekte en
dood maar zijne verkiezingen. Driemaal werd hij tot
Burgemeester verkozen en driemaal wordt zijn herkiezing
vernietigd. Slechts op 20 April 1897 werd hij door den
Keizer benoemd. Verstooten door het Hof en de Regee
ring werd iiij zooveel te meer door het Volk vertroeteld.
Het was op H. Sacramentsdag 1896. Eene groote Pro
cessie doortrok, als naar gewoonte, de Hoofdstad van
Oostenrijk. De verkoren maar niet aangenomen Burge
meester was vooraan de Processie. De kranige kam
pioen ging er nederig als een kind dat zijnen Vader de
Voor U, lieven Jezus, mogen lijden, voor
U mogen sterven
Mercia, een woord, ge zijt als eene Keize-
rinne, vereerd, gelukkig boven allen.
Voor een droom, voor een rook die voorbij
vliegt zou ik verzaken aan een eeuwig geluk,
aan een eeuwige,Liefde.
Eeuwig geluk, eeuwige liefde, Mercia.
Marcus Superbus, zijn wij hier dieren,
zonder hooger bestemming Uw hoogste en
beste geleerden tassen naar een ander leven, na
de dood zij zien en voelen dat Leven in onzen
eenigen waarachtigen God ons Geloof, onze
Hoop, onze Liefde is in Kristus, onzen God en
Zaligmaker
Uwen Kristus, Mercia.
Ja, heer Prefekt, Kristus, God en Almacht
mensch geworden om ons te vereffen en ons te
beminnen, Kristus verheven aan zijn kruis, om
heel de wereld tot zich te roepen, die zich ver-
eenigd met ons, arme schepselen... Marcus Su
perbus, zijn liefde is de hemel op aarde hoort
hoort, het gezang der Engelen...
Mercia, het zijn de Leeuwen en de Tie-
gers die brullen.
Die ons gaan vereenigen, Marcus, voor
ecuwig, voor eeuwig, bij onze opperste Liefde.
Maar Mercia, ge weet toch dat ik, Prefekt
van Rome u bemin I
Ik ook, Mercia, bemin u.
Welnu, Mercia, Mercia.
Ik bemin u, Marcus, en daarom wil ik u
gelukkig maken, Marcus Superbus, gelukkig
wil ik u maken in een Liefde, die nooit ver
flauwt, maar eeuwig duurt... Och, Marcus,
Broeder, voelt gij u in de Liefde nog niet tot
den Gekruisten üod, de Liefde tot het heele
Menschdom, die alles omvat, die geen paal of
scheiding heeft. Als alles hier sterft en ver
dwijnt, die Liefde blijft.
En knielende, het Kruis in de hand, Mercia
bad met vuur en geestdrift
O Kristus, Goddelijken Zaligmaker, eeuwige
Verlosser, ik uw arme Dienares, ga mijn bloed