Keukenboeken lOfP'Mf. Ml t] Kassé-Papier Kleine Martelaars. Liederavonden voor het Volk UJie jon nog blijom treuren Van twee meisjes Kopstukken van Waarheden. Te bekomen op ons Bureel De Wrt voor A"®11 Wel op de Werkongevallen TABELS In 'I Land van Aalst 1 Erfeniswelboekje De Kunst om tot hel Volk Ie spreken De uiter»ie goddeloosheid tiert tegenwoordig in vele lagere scholen van Frankrijk. Ue onderwijzers geven het voorbeeld. Het kind moet wel volgen. De kinderen die den katholieken godsdienst beoefenen worden geplaagd en getergd- En in de school vraagt de onderwijzer uitdagend, met den haat in de oogen Welke zijn degenen hier die den Katechismus leeren Dat zij de hand opsteken En seffens gaan twee, drie handjes krachtdadig naar boven. Dan volgt een vierde, ook een vijfde, en na een minuut, steken tien handjes op. Er is heldenmoed in die eenvoudige daad want tien knapen, van dat oogenblik af, stellen zich aan allerlei soort vervolging bloot. De onderwijzer geeft het voor beeld, en de belhamels der ondeugd volgen met een hate lijk plezier. En in de meisjesscholen te Parijs en in de voorsteden, roept d« onderwijzeres Men moet ze niet eens meer willen aanspreken, de kleine meisjes, die hare eerste Communie gedaan gebben Neen niet meer 1 Welnu dat zij die hare eerste Communie gedaan hebben, het bekennen, als zij durven I.. Maar vijf, tot tien s'emmetjes tegelijk, gillen het uit, moedig en krachtig «lk 1 ik heb ze gedaan «Ik!» «En ik ook «En ik ook I En ik ook Ach 1 kleine helden n heldinnen, ge weet niet, in uw eenvoudige grootheid van karakter, wat een schoon voor beeld gij geeft aan heel uw vaderland Er zit martelaarsbloed in uwe aderen UIT DE Uitgegeven door het Algemeen Nederlandsch Verbond. LENTELIEDJE Het weer wordt beter eiken dag De merel zit te fluiten De zonne schijnt met gouden lach En lokt elkaan naar buiten De kinderen spelen voor de deuren, Wie nog zou b'ijven treuren De velden groenen meer en meer, Dat geeft den boer genoegen Die vroeg en laat is in den weer Met spitten en met ploegen De vruchten schieten, wassen, geuren, Wie nog zou willen treuren 1 Het meisje werkt voor 't open raam Heur liedje klinkt u tegen De boerenjongen roept haar naam Zij groet hem wat verlegen Terwijl haar ronde wangen kleuren, Wie zou nog willen treuren 1 De bloemen bloeien, 't windje waait, De boomen wuiven, zwieren De koekoek roept, het haantje kraait, 't Wil al de lente vieren. De zwakken pogen 't hoofd te beuren, Wie zou nog blijven treuren 1 A. Van de Maele. terug te zien. Nooit meer het gezegend plaatsje te aanschouwen hem zoo heilig, zoo lief/ zoo dierbaar en waar alles toefde wat hem op de wereld 't nauwst aan 't harte lag En na die schrikkelijke vrees, die met zyn veroor deeling in zekerheid was verkeerd, was de vryheid gekomen, de verlossing Daar zag hij het bosch weer, het Hollebeekje, zyn huisje De zon wierp er haar stralen over en teekende het alles in onuitwischbare tinten Was me dat een zaligheid Hy verliet den eik en ging links af op het pad dat naar de delling liep, onder 't schaarhout, en naar zyn huisje. Hij schopte de dorre bladeren voor zich uit en zou op arie minuten te huis zijn geweest, als daar niet iemand vöör hem sukkelend het heuvelpad ware op gestrompeld. 't Was Wantje, oud, gebroken, kuchend, sukkelend voort met taaie wilskracht. 't Is het eerste bekende gezicht dat Goor ontmoet in 't Moederdorp en hij is blij dat het 't oude vrouwtje is. Er is een tijd geweest dat hij haar lief had als een moeder, ornaat zij hem zoo warm verdedigdedan kwamen er weer poozen dat hij boos was op haar om dat h\j vermoedde dat zy den schuldige kende en dat ze hem veroordeelen liet. Nu hij ook den ware plichtige kende vergaf hy haar van harte. Zij kon Frans niet verraden die op een eeuwig zwijgen het geheim van den bloedigen nacht voor haar had ontsluierd. Zij had hem gezien Goor I kreet ze... Vrij Hij nam heur stijve, magere hand, drukte en kuste die en sprak Wantje, ik dank u omdat ge mij zoo kloek ver dedigd hebtomdat ge niet aan myn onschuld hebt getwijfeld Jongen, Goor, zei ze met bevende stem en door tranen heen, ik wist alles, alles Maar ik mocht Frans niet verraden; zoolang gij niet waart veroordeeld bleef er hoop hem vrij te houden. Ga naar huis, zei ze na een poosjeBerdüntje en de kindertjes wachten u: zij zullen zoo gelukkig zyn u weerom te zien. En hem wijzend naar het huisje bij de beek zei ze Allen zijn welvarendIk heb aan uw braaf Vrouwtje Er kwamen eens twee meisjes aan de hemelpoort. De eene droeg een smetteloos wit kleed en een krans van witte rozen het kleed der andere was bespat en bevuild, met bloed en modder besmeurd en handen en voeten waren moede en gewond van den arbeid. En zij klopten samen aan de Hemelpoortde eerste r.u was heel gerust, daar zij zoo schoon gesierd en gekleed was om het Paradijs binnen te gaan de andere zuch'te en bezag droevig haar deerlijk gehavende plunje. Het was reeds laat en Petrus opende het kleine luikje en vroeg Wie is daar terwijl hij van boven tot onder het blanke maagdeke bezag lk ben het, Petrus, antwoordde zij dapper. Laat mij spoedig binnen. I Heidaar, heidaar, zoo haastig nietWie zijt ge, een vrome kloosterlinge Neen, heilige Pe'rus. Een brave echtgenoote of eerzame weduwe Neen, heilige Petrus. Een maagd in de wereld dan; wel, wel, en wat hebt ge alzoo voer goeds uitgericht i Ik heb gebeden en overwogen, mijn oogen afgewend van de werelden hare zonde mijn wit kleed opgeheven, opdat het vuil van de straten het niet zou bespatten, en 1 mijn voet zorgvuldig geplaatst, opdat hij met niets on- 1 reins in aanraking zou komen, en hier ben ik nu om het loon mijner deugden te ontvangen, t Wel, goeden avond, lachtte Petrus, hebt ge anders niets uitgevoerd 'I Is nogal de moeite waard hebt ge dan nooit gehoord, dat het rijk der hemelen geweld lijdt Keer maar gauw terug naar de aarde en steek de handen uit de mouwen en als ge later eens terugkomt zullen we kijken of ge binnen moogt. En gij wendde hij zich tot de andere. i Maar deze was niet overtuigd van haar eigen vooi tref felijkheid en bleef verlegen en zwijgend staan, r Doch Petrus, die een heilige en vrome, maar ook zeer verstandig man is, lachte in zijn grijzen baard. I Wat hebt ge zooal voor goeds gedaan I Niet zoo heel veel, H. Petrus. En hoe komt uw kleed zoo vuii Ik heb gewerkt in hutten van de armen. Zoo, zoo En waar komt die modder vandaan f Van de straten ik heb mij gebukt naar die gevallen waren en ze huiswaarts gedragen zoo besmeurde ik mijn kleederen. Ei, ei, en hoe komt dat bloed er op Van de zieken en gekwetsten, zij hadden soms bloe- dende wonden. Wel, wel. En uwe handen en voeten, die zijn niet i helder en rein orn het hemelrijk binnen te gaan. Hoe komt dat 1 j Beschaamd zag het meisje naar haar gewonde voeten en verwerkte handen en schreiend antwoordde ze j a Ik weet het niet meer. H. Petrus. Toen lachte Petrus, de groote menschenvisscher. die j zoo verheugd is, als hij wederom een kan toelaten lot de eeuwige vreugde hij lachte, dat zijn grijze baard schud 1 de en de arme maagd verwonderd opzag, j Zal ik het dan zeggen? vroeg Petrus. Uwe voeten, zij hebben te snel geijld naar al wie in zorg en druk was uwe handen, zij hebben zich te zeer gerept om de door s' nen te breken en de steenen op een anderen pad weg te ruimen. En hij opende wijd de gouden hemelpoorten f Treed binnen, mijn dochterke, voor u heeft Maria, onze gezegende Moeder, eigenhandig een kleed geweven van louter zijde voor u hebben de bruiden van mijnen Heer gevlochten van witte leliën en roode rozen. Kom binnen mijn dochterke, met de maat, waarmede gij hebt I uitgemeten, zal u worden toebedeeld, uwe handen zullen schitteren als de sterren die flonkeren aan den hemelboog. Treed binnen, uw loon zal overvloedig zijn. Een zeer kleine zaak is de mensch en al wat eindigt, is een kleine zaak. Mijne loopbaan is 80 jaar, nemen wij 100 jaar. Er was een tijd dat ik niet bestond, er zal een tijd komen dat ik niet meer zal zijn... Wat ben ik klein in den grooten afgrond der jaren en der menschenHoe dikwijls is mijn leven niet bedreigd. Al leef ik nog 80 ja ren hoeveel jaren zijn er niet geweest dat mijn leven niet telt 1 Die uren slaap, is het dan niet als de dood Mijn leven is dus een zeer kleine zaak. omdat het ras voorbijgaat en nog rasser dan in de vermaken en inliet lijden. Rijkdommen en eertitels geven geen waarde aan het leven... O mensch, een enkele zaak kan u in waarde en geluk verheffen, dat is U v. rnederen voor de God heid, Uw leven nuttig maken aan het menschelijk ge slacht. (Bossuet in zijn Sermoen over de kortheid van het leven.) met uitlegging en toepassing der door Th. Lathouwers pi ijs i fr. franco i,io om te kennen bet bruto- en netto gewicht van het RUNDVEE, door Paul Stevens; een der j nuttigste boekskes tot heden verschenenieder AO, Om te beginnen alphabetiek, .•;vw t'AALST komt een soort van kamping voor de schoonste Winkels, en de Molenslraat zou de kroon willen spannen terwijl de wereld waarlijk een treurtooneel is: Twee Beheerders, een der twee wielen van zijn kerre bre.kt aan de 5 Huizen en de klein passan ten hadden spijt dat er geen vaatje saroop oplag, om gebroken te zijn en opgelekteen andere gaat Zondag solemneel Solo in Se dan en behaalt een enkele slag. Als 't kwalijk wilt, breekl 'ne mensch zijn been over een stroo. T'ANTWERPEN is Zondag geopend de drijmaandelijksche Tentoonstelling; elke Schilder mag maar een stuk leveren de Dagbladen (Journaux) schrijven over den Valerius De Saedelcervan den Aalsterschen Schilder hebben wijOndergang van een Winteravond. Niemand kan on onverschillig blijven voor die wonderbare Schilderij. Te BRUSSEL zal heden of morgen aankomen Koninginne Elisabeth en rond 9 Mei wordt verwacht de Voorzitter der Fransche Repu bliek; het zal weêr Gala-Vertooning zijn inde Monnaie maar ze moeten mij niet vragen. Te KORTRIJK hoort men veel za gen en klagen tegen het zot parlé-fransé op 't Stadhuis en te en de wegzending der Weezen buren de Stad. Het Hert moet boven de Financiën gaan. Ze meenen het misschien soed, maar 't spreek woord zegtMeenen ligt bij Kortrijk, of verre va-i Wareghem. Geen daad geschiedt, die de Heer niet ziet. Te PARIJS door den krak van 2 millioen fr. het zijn bijzonderlijk Priesters en Of ficiers die de slachtoffers zijn. Verliezen is pijnlijk, en die niet veel heeftniet veel verliezen kan. in 't Land va belofte sterft men van armoede. In Frankrijk e Lessart-en-Bresse (Seine-et Loire) is overleden madam Oddolay, in haar Testament geeft zij aan de Gemeente een Ho steê (verhuurd aan 2950 Ir. per jaar) om haren Grafkelder te onderhouden, verders testamesiteert ze dat geheel haar Fortuin moet verdeeld wor.ieu tusschen al de Men schen die in de Kerk waren voor haren Lijkdienst140 zijn zich als dusdanig komen aangeven en zullen elk een aanzienlijk som- meken ontvangen 't zal zoet inkomenware het geweten ge weest, 't zou er gestroomd hebben in den Lijkdienst. Te GENT volgt de Socialist Lampens op, als Schepene, de Anti-Socialist Eylenboich, dit alles dank aan de Evenredigheid. De Liberalen kunnen een Burgemees er hebben en een Schep ne ze willen alles en weigeren... Alle 6 maand hebben ze den keus, en blijven ze koppig, alle 6 maand wordt een Socialist of een-Anti-Socialist gestemd in den Raad. Die ie veel wilt krijgt niet, die den lesten druppel uit de kanne wilt, krijgt het scheel op den neus. Eindelijk gaat BaMBRUGGE een Statie hebben 't was noo- dig en't werd sedert lang gevraagd de aanhouder wint. Te i LEDE is de Statie vier keeren te klein en zeer gevaarlijk; het prin cipale speur is dikwijls belemmerd. Te VLlERZELE groote jaariijksche Amerikaansche Kermis, op de wijk Huylebroek, op Zondag 30 April 19L1; groote Velokoers op de wijk, begin om 5 ure. Te NIEUWERKERKEN, Zondag 7 Mei, Kruisphnting van wijlen Omer De Smet, moedige jonge Arbeider, verongelukt in de Statie van Aalst, doodgereden, Martelaar van den Arbeid. Men vergadert ten 3 ure en een kwaart, ter herberg «In Nieuwer- kerken,bij C. Van den Abeele, rechtover Sint Jobs-Kapel, de vreemde Leden worden afgewacht ten 2 1/2 ure, ter Statie Aalst- Noord.. Het zal een schoone hartroerende Plechtigheid zijn, met grooten ^toeloop van Broederlijkheid en Samenwerking. War# 't niet door ons Congres, ik zou er ook aanwezig zijn. Maar op ons Congres mag ik nier ontbreken. I Landbouwer zou dit boeksken moeten in huis j hebben prijs i fr.; franco i,io. i voor Burger tn Boer of mijne Plichten en mijne Rechten in zake van Erfopvolgingen door Hipp. Janssens, oud Bediende van het Bestuur der Erfenisrechten. prijs I fr. franco i,io. naar vermaarde Spiekers en Schrijverszeer nuttig boeksken voor iemand die zich als Spre ker wil oefenen prijs o,6o c. Het spaarzame Keukenboek door Caudclier: Wie mij zal lezen, zal koksbaas wezen 4,00 Kleine Cautlerlier, 1,00 Gebakken en Confituren, door Cauderlier 2,00 De Belgische Keukenboek 1,00 Praktisch Keukenboek je voor Werkman en Bur ger door Mme Goemans-Buys o,5o Beproefde voorschriften voor het vervaardigen van warme en koude Bowl's en van eenige warme ei» koude Dranken 1,00 schoon effene bladen aan 32 centiemen den kilo vermindering per 10 kilo en meer. BEENHOUWERSP A PIER schoon en kloek, zee 1 fijn aan o.5o c. den kilo extra aan 60 centiemen -EMBALLEER PAPIER- 0,10 c. per meter, 0,50 c. den kilo SCHRIJFGERIEF - Pennen Potlooden Inkt Postpapier en Enveloppen in allen aard. Zichtkaarten en Fantaisiekaarten BOEKWERKEN AAN 1,50 DE ROODE NOTARIS, nieuwe uitgaaf van den vermaarden Jan Clerker, door Silvain Van der Gucht, met vele platen, een zeer schoon Boekdeel. HUISHOUDING EN L NDBOUW of Raadgevingen en Voorschriften, vooral dienstig voor huishouders en Landbouwers, door Rector Van den Bosch HANDBOEK VOOR LIJDENDE, of genezing zonder Geneesheer, door Rector Van den Bosch.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1911 | | pagina 3