De doodrijders Mengelingen Rampen - Misdaden-Ongelukken 1 Buitenland Vragen van Pieter Ikaens in de Kamer. SYMBOLIEK. Pardon. Uw hotel heette toch vroe ger In de Ster Ja, maar sedert ik getrouwd ben heet hetIn 't Kruis. Gieleken was dood en zijn vriend Van Zwol kreeg 'nen doodbrief, doch hij en kon hem niet lezen Laat eens zien, zei Peerken ja, ja. uw vriend is dood. 't En is «een waar, zei Van Zwol, 't en is zijn geschnfie niet I Jan, gaat 'ne keer zien wanneer den laatsten trein vertrektgebood onlangs eenen baas. Jan ging en bleef weg. Waar mag dien duivel toch blijven vroeg den baas herhaaldelijk. Maar, nie mand had hem gezien. Na vier uren wachtens kwam Jan gansch bezweet te rug. 'k Hebbe lange moeten wachten, riep hij van verre, maar, nu is hij toch eindelijk weg. Wie Wat Wel, den laatsten trein I KnechtDoktor, mijnheer den notaris laat u verzoeken, onmiddelijk bij hem te komen. Dokter Zoo, zoo, wat mankeert er hem Knecht 'Ne vierden man, voor een partijtje te kaarten 1 Kort is 't leven ons gegevèn Daarom neem het wel in acht Want het heden te verlengen, Of het gisteren weer te brengen" Staat niet in des menschen macht En het morgen is verborgen in een on- [doorzichtb'ren nacht. Spreekt uw hart voor iets goeds, Kort en goed zij 't beraad Paar de daad aan 't besluit En 't geheel aan de daad. Voorspoed is dikwijls eene moeder, die hare kinderen vertroetelt. De modder op des naasten mantel, moet nimmer zeep zijn voor uw kleed. Zoo gij het goede weet, zie toe, dat gij het ook doet. Als het haar uwer Ouders gaat grijzen, laat het nooit zijn door uwe schuld. MET DEN KRUIWAGEN. Zij was een meisken uit Gheel, en was in Brussel komen dienen. Een jaar of twee later kwain ze eens terug naar 't dorp heel chic gekleed en met veel pretentie. ln de statie sprak ze een be diende aan Kunt gij mij geene voiture kom mandeeren, om mijne koffers en ba gage naar huis te brengen vroeg zij, met een mondje-pruim. Neen, Trieneken, sprak de be diende, die haar kende, maar uwe moe der staat buiten met den kruiwagen. Waarom vele vruchtboomen, hoewel ze bloeien, geen vruchten geven. Velen zullen wel opgemerkt hebben, dat zwakke boomen het rijkst bloeien, Niet zelden sterven zulke boomen na het bloeien. Dan zegt men ze hebben zich dood gebloeid. Het geval is even wel, dat de boom uit gebrek aan levens kracht is gestorven. Elk prachtvertoon kostgeld, en den boom, die te weinig vermogen bezit om de bloemenpracht uit te houden, kost het leven. Zulke boomen bloeien maar geven geen vruchten. Het bloeien verzwakt den boom meer dan de vruchtvorming Geen ander middel helpt dan, den behoeftigen boom, gedurende den bloeitijd, krachtig, licht verteerbaar voedsel te geven. Ier, voor de helf' met wH.e verdund, is tie beste bemesting, omdat dit i o rde fijne wortels terstond opgenomen Ka* wo;den. Voor dat doel worden om den buoni onder de kroon ga ten ges.oki.-n en hierin zooveel ier gege ven, toi lat de oodem niets meer opzuigt. Na een dag of vier herhaalt men deze be mesting. De uitgespi te aarde wordt we- utr in de gaten geworpen. Hebben de vruchten zich gezet, dan woidt weder overvloedig met ier zonder water bemest. Een boom, op deze wijze behandelt, brengt overvloedig vruchten voort en be loont rijkelijk de genomen moeite. AALST. Moedige redding Verleden Zaterdag, tusschen 4 a 5 ure, waren jongelingen in de Zwemkom aan het baden, toen de zoon van M. Em. Van de Maele, in de diepte verdween en op het punt van verdrinken wa», als M. Casimir Verbeeren, alhoewel gebrekkig ge maakt door den dienst aan den spoorweg, het gevaar bemerkte, in het diepste der Zwemkom sprong, en de jongeling, niet zonder groote moeite, uit zijnen neteligen toestand kon redden. Zulke daad verdient een dubbele belooning. Kindje verdronken Dinsdag morgend is het kindje van M. Aloïs Van der Gucht, wonende Geeraardsbergschen steenweg, in den mestput gevallen. Toen men het ophaalde, had het reeds opgehouden te le ven. Dokter Verhaegen, ter plaats ge.oepen, kon slechts den dood vaststellen. Het arme kindje was slechts 2 1/2 jaar oudf De droefheid der ouders is onbeschrijflijk, Zele. Verdronken Zekere Alf. Van den Abeele, 17 jaar, wonende te Zele, was zaterdag middag, na het noenmaal, gaan zwemmen in de Schelde, achter de fabriek der heeren Roos en Clc, grondgebied van Gram bergen, waar bij werkzaam is. Iiij kreeg een bloedopdrang en zonk. Man haalde slechts een lijk op. Brussel. Slachtoffers der warmte. Met die spaansche warmte is er menig ongeval geweest. Onder ander Leonieken D..., een bloe menverkoopster op de Royderplaats, zakte ineen getroffen door 'nen zonnesteek. Zij werd naar 't hospitaal gebracht. In de Van de Brandestraat zat een ouder ling dood op den drempel eener deur. De genaamde Victor Moes, koetsier, wo nende te Schaarbeek, zakte ineen op den bok van zijn rijtuig. Men droeg hem in een apotheek van 't Leopoldskwartier, en dan naar 't St-Jans» gasthuis. Madam Vervack, die getroffen was door 'ne zonnesteek viel in bezwijming. Met veel moeite heeft men haar tot het bewustzijn gebracht. Bij weike warmte, 'k vind het goed, Te zorgen voor 'nen strooien hoed. Gevaarlijke spelen Het gjarig meisje, C. L., Van der Elststraat, liet zich maand, g te harent van de trapleuning glijden. Eensklaps viel zij op den vloer in de gang. Men nam het kind met gebroken kaaks been en rechterarm en erge kneuzingen over gansch het lichaam op. Een i8jarige jongeling, zekeren K.., wo nende Handelsstraat, die in het Kempisch Ka naal was gaan zwemmen, kreeg een bloedop- diang en zonk in de diepte. Het lijk werd kort nadien opgehaald en naar het doodenhuis over gebracht. St-Niklaas. Paard op hol. Zoon Van Kerckhove, wonende op den Kruid- dam, was met zijn rijtuig op ronde. In d' Anker straat schoot het paard op hol, Van Kerckhove tuimelde van 't gerij en de wielen liepen hem over 't lichaam. Hij was erg gewond aan hoofd en armen en had op den hoop toe, nog een been gebroken. Terwijl men hem opnam 'stormde het schuimend paard den Briel in en liep er twee meiskes omver, Mieke Smolders en Wanneke Heyndrix, kinderen van 10 en 14 jaar. Het eerste had een aantal ribben gebroken, het tweede de borst ingedrukt. Droefheid en wee in drie huisgezinnen, 't Is Wreed 1 Destelbergen. Verdronken. 't Is net gelijk met de petrol, moeten wij het dan alle weken herhalen van niet te gaan zwem men onmiddelijk na het eten. 't Kost ru al wede rom het leven aan Edmond De Weerdt, 'ne Gentsohe jongen van 17 jaar, fabriekarbeider. Rap, rap, zijn noenmaal genomen en recht het water in, maar 't was recht den 'dieperik in ook en verdronken. Na 't eten wil nooit zwemmen gaan, 't Kwam menig mensch zeer duur te staan. Waasmunster. Diefstal In den nacht van zondag tot Maandag zijn dieven alhier in de gocderenstatie gedrongen. Zij zijn langs het dak binnengeraakt en openden dan de binnendeuren. Acht pakken koopwaren wer den buitgemaakt. Aan het eerste spoorhuisje heeft men het inpakpapier en de koorden terug gevonden. Een streng onderzoek is geopend. Antwerpen. In 't ruim van een schip gevallen. Ne reizende passant, zekere E. Daken, viel zeven meters diep in het ruim van den stoom boot Spreewald. Met gebroken schedel werd hij naar 't hospitaal gebracht. Mt ar J. Van Hemelrijck is er veel erger aan. die viel van het stadsvaartuig Kempenaar over boord in het Schtppersdok en verdronk. Ondertusschen werd Flip Toullier 23 jaar, scheepstimmerman, op het Fransch driemast schip, La Bruyexé, door eenen grooten nagel e g gekwetst boven het oog. Terwijl Jan Vrè zich den rechterarm brak in het waterpots huis der droge «tokken. Terwijl de mensch voor 't brood gaat 'kampen, Staat hij ten prooi aan vele rampen. In de Koningstraat, te Brussel, greep eene botsing plaats tusschen een otto en ten ijtuig. De koetsier, J. L. werd zwaar gewond aan het hoofd en zijn linkerarm gebroken de ottovoer- der, A. G., werd opgenomen met gebroken rechjj terbeen en erge kneuzingen. Komen. Doodelijke val. Te Komen in 't fransch Cornives, op de grens van Fransch-Vlaand eren is Leon De Mey, 24 jaar oud, van een stelling gevallen aan de Nieuwe kerk. Zijn hersenpan was in stukken en de dood oogenblikkelijk. LEVAL-TRAHEGNIES. Een aardig voorval zette heel het dorp op den loop. Ge moet weten menschen er is daar een brug voor men schen en rijtuigen, maar daarboven is nog een ijzeren geraamte met spoorbaan, waarop de loco motieven van de koolmijn Ressaix loopen. Nu, er reed daar 'ne kolosale wagen door met hooi geladen, wanneer juist daarboven een locomotief voorbijsjoefae. Oei, oei, daar valt een gloeiende scarboclje op het hooi, en op een, twee, drie 6tond heel de wagen in brand. En men kon niet gauw genoeg zijn om de peerden uit te spannen, de vlammen sloegen er over heen. CHARTRES. Ottomobielramp 'ne Doodrijder die aan 'ne wedstrijd deel nam, deed eensklaps hl droit en vloog t'onderst boven in 'n gracht. De voerman, 'ne zekere Janin, de voornaam weten we niet, was op de slag dood en zijne vrouw was vreeselijk gekwetst. Had men wat minder woest gereden Heel stellig was dee's ramp vermeden. PARIJS.—-Door 'nen ijzerdraad gered Raymonksken Contrei, een fel menne- ken van 5 jaar, wonende in den Ragui- neau doorgang, passage Raguidneau, te Parijs, mag waarlijk van geluk spreken. Kijk, daar zien, de menschen, op den koer van het huis, het menneken uit de zesde stagie naar beneden storten. Zij laten 'nen gil van afgrijzen, doch o won der, daar staat Raymonneken reeds net jes op zijn voeten. Op 'n paar meters van den grond was 't kind op 'nen me taaldraad te recht gekomen, gespannen om waschgoed op te droogen, zoo was de val gebroken en de kleine gesalveerd. DOODGEVALLEN. In den Aërodromvan Juvisy-bij-Parijs, (Aërodrom, komt voort van het woord aër, lucht en dromo, rijden in ander woorden vliegplein), was de luchtvlieger of de aviateur Jolly omhoog gevlogen. Pardaf, van 'n hoogte van 80 meters stort hij naar beneden en is dood, mor- tuus, ad patres. Hij stijgt omhoog, frisch en gezond Een zwenk Daar ligt hij dood ten grond. CONSTANTINOPEL Vreeselijke brandramp Constantinopel, ook Stamboul gehee- ten, is de hoofdstad van Turkije of van het rijk der Turken, Mahometanen, ook MusselmanneD of Mosselmannen ge naamd. Het woord Constantinopel komt van het grieksche woord Constantinos, Constantijn en polis, stad, de stad van Constantijn. Vroeger werd die stad By- zance geheeten, maar veroverd zijnde door den Roomschen Keizer Constantijn de Groote, gaf hij haar zijn naam. Die stad is machtig en prachtig gelegen aan zeeëngte der Dardannellen, het zicht op hare haven, Gulden Hoorn genaamd, en het panorama der stad zijn als een droom uit de vertelsels van Duizend en eene nacht. Maar binnen de stad zelve is het 'nen overgrooten boel van morsige we gen en donker en vuil stegen. Het stinkt er van de vuilnishoopen en duizende honden, die er niemands eigendom zijn, loopen er dwalend rond. In ditzelfde Constantinopel is 'n ver schrikkelijke brand uitgeborsten, die meer dan twee duizend huizen verslon den heeft, waartusschen verscheidene scholen, de kazerne der officiers, de bureelen van den état-Major van 't eerste legerkorps en een aantal winkels. Later Nieuws, De brand heeft nog honderden huizen meer verslonden dan eerst werd gemeld. De beroemde bazaar van Stamboel werd door den brand ver slonden, die de wijken Slelidjanni, Ves- medjiler, Direklerarassi (wat vieze namen zijn me dat nu) Djeradpucha, Dadudpacha, Obseral, Vlangd en Psal- matia geheel vernietigde; Minister Mah- moud Chefket werd aan 't hoofd gewond door een stuk brandende plank; Van het Christen kwartier van Blanda blijft ook niet6 meer over. 't Gerucht houdt stand dat de brand op drij plaatsen is uitgeborsten en het werk is der oude Turken, die 'n omwen teling hadden op touw gezet. Is het toch niet aartswreed in ons Land al die moorde- rijen door ottomobielen Kan men een gazet openen, waar geen ramp in staat door ottomobielen Zondag wederom te Lokeren, een huisvrouw die van Oostakker kwam, een moeder van dertien kinderen, is morsdood gerede.i. Moet dit blijven duren Kan daartegen niets gedaan worden Antwoord: Ik kan niets dan mij beroepen op het ant woord, aan het achtbaar lid gegeven op 13 December jl; door den heer Minister van Justicie. Bij zalige en gelukkige uitzondering, zijn al de geko zenen van Aalst vereenigd geweest om eene velobaan te vragen van Aalter naar Opwijck 10 11 kilometers. Al dè Burgemeesters en Geneesheeren der omstreek waren ook eenparig in de aanvraag. Zal die nette eendracht niet be kroond zijn met den gewenschten uitslag AntwoordSinds den 30e Maart laatstleden heeft mijn departement het vraagstuk doen onderzoeken betreffende het aanleggen der rijwielbaan waarin het achtbaar lid belang stelt. Mag, kan het toch blijven duren dat in Aalst Koopwa- renstatie, aan kabien post 1 en post 3 een bediende twaalf uren aan 't werk is, zonder eenige rust en al wer kende moeten spijsteren Mag men vergeten dat die be diende 26 belangrijke signalen moet oppassen AntwoordInlichtingen zij-: gevraagd aan den uitwen- digen dienst. Zou niet mogelijk zijn dat groot en volkrijke spoorhuis' te Aalst van drinkbaar water te voorzien Water is er toch noodig voor de verfrissching en tot leniging van den dorst. AntwoordDe zaak zal onderzocht worden. In de electrieke kabien Aalst is de dienst van Zaterdag 8 ure 's avonds tot den Zondag 8 ure 's morgens. Zoo is het onmogelijk Mis te hooren... Heer Minister magdif zijn? AntwoordDe gewone dienst der seingevers in het electrisch seinhuis te Aalst (Noord) duurt tien uren. 's Zondags, echter, beginnen de bedienden der 1* ploeg om als zij het wenschen, hunne kerkelijke plichten te vervullen hunnen dienst maar te 8 uur, in plaats van 6 uur zooals in de week dientengevolge werken die der 3C ploeg twee uren langer en doen deze dus twaalf uren dienst. Daarin ligt niets buitensporigs, indien men niet uit het oog verliest dat de dienst van den Zatei dagavond tot den Zondagmorgen zeer gemakkelijk is omdat alsdan het ge tal treinen veel verminderd is. Die vermeerdering van 2 uren dienst wordt, trouwens, door eene vermindering van een gelijk getal uren vergoed, wanneer, tengevolge van de dienstverwisseling, de be doelde bedienden de le ploeg uitmaken. De bedienden die den arbeid staken te 8 uur hebben ai den tijd om hunne kerkelijke plichten te vervullen, ver mits er, te Aalst. Missen zijn tot 11 uur. Sommige be dienden verblijven in den omtrek van de Stad (Lede, Hofstade), maar zij kunnen heel goed de Mis bijwonen te Aalst zelf vooraleer zij naar huis gaan. De seingevers van het electrisch seinhuis bevinden zich dus volstrekt niet in de onmogelijkheid hunne kerkelijke plichten te vervullen. hem in de aderen... Hij waggelde... stortte ne-, der en... het leven was aan zijne borst ontvlo den. God wilde niet dat twee zulke harten van el-! J kander gescheiden blevenhij riep hen te zameo hemelwaarts om hen daar voor eeuwig te ver eenigen. Het orkaan was uitgewoed. Alles keerde tot zijne vorige rust terug, en niet het minste windje ruischte nog door hei gebladerte. Het meer werd kalm en effen. Alom heerschte stilte, eene stilte als die des grafs. De lucht was donker en on bewegelijk. Alles treurde want het schoonste paar dat de aarde ooit bezeten had, was wreed uit het leven gerukt en de wormen des grafs ten prooi gegeven. Diepe smart en rouw heerschten op het Kas- teel en onder de bewoners der omstreken maar L niemand kon zich de zaak verklaren. Ooï 1 Jacques Delorme hoorde haar, en hij herinnerd&gr zich op den dag des ongeluks een man in pries terlijk gewaad, het kasteel van den Markies de Barret te hebben zien binnen treden. Slechts hij kon zich de zaak verklaren. Zijn voorhoofd werd somber zijne blikken vestigden zich stijf op den grond. Hij peisde en dachtKan God het gedoogen kan Hij de misdaad zoo doen zegevieren 1 Twijfeling rees in zijn gemoed op ja, twijfeling aan Gods bestaan, in het gemoed van den rechtschapen grijsaard. Maar neen..., zijn Geloof, van zijne kindsheid af gekweekt en gevoed, werkte met vernieuwde kracht. Hij dacht aan de Schepping, zoo heerlijk voortge bracht aan de ondoorgrondelijkheid van de raadsbesluiten des Heeren neen, hij twijfelde niet meer. Fier hief hij het hoofd omhoog en riep luide uitJa, er is een God, maar ik be grijp hem nietl VI. Jaren en dagen waren voorbijgegaan. Weinig) werd er meer aan de Familie de Lionneau ge*' dacht. Het Kasteel was reeas lang in andere handen overgegaan.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1911 | | pagina 2