RÜiËNÏ 't Senaat In Staatsdlenst De Kamer Zonder Sterrrecht Pourparlé M° 2028 4 Oogst 19! I in Aalst. Begrooting van Landbouw. Vreeselijke Moord te Boom. ABONNEMENTSPRIJS voor België 2,50; de vreemde Landen 4,oO. Men schrijft in op alle tijdstippen des jaars. P. DAENS Volksvertegenwoordiger, AALST 39B,e JAARGANG De Senateurs zetelen nu ook 's morgends, met 12 k 20 maÊr is sterk gesproken tegen 't Vergunningsrecht, heer Catteau noemde die Wet onrechtvaardig, vvillekeurig en ongrondwettig ook ondoelmatig togen de jeneverp.aag Senateur Couiller vroeg de afschaffing der Premiëa voor Accijnsbedienden en verhooging van jaarwedden men ma'* gerust zijn dat Minister- Levie daarvoor zal zor gen ik ben er zeker van. De vraag der Controleurs om kosteloos te mogen reizen voor hunnen Dienst, is ook ondersteund. Baron del la Faille sprak ook tegen t Ver gunningsrecht, vroeg de algeheele afschaffing of een ge lijke Belasting, zeer verminderd hij sprak ook tegen ae Hongerloonen in Staatsdienst verders sprak die bena- teur-Kasteelheer een ongelukkig woord, zeggende Ons zuiver Belgisch Bier.Veel Bier is vervalscht, dat weet elk.. Óp de knokkeling wegens ink Rechten op den W ijn, zegde Minister Levie dat België een wape.i moet hebben tegen de belasting in Frankrijk op Belgisch Werkvolk. In de Begrooti g Nijverheid en Arbeid is gebleken dat de vraag is het Pensioen van 65 fr. te laten, zonder storting. De Hitte zal weldra de Senateurs verjagen. Wat gebeurt er toch in Statie-Aalst Ik klaag in de Kamer over den toestand van Elektrieke-Kabien Twee mannen hebben er dienst van zaterdag 8 ure 's av0"ds tot zondag morgend 8 ure. Ik zeg dat die t -vee Bedienden geen Mis kunnen hooren.. En uit Statie-Aalst schrijft iemand, (wie is die iemand, is het de Stalie Overste)? schrijft iemand dat ze nog heel gemakkelijk kunnen Mis hooren. In Statie-Koopwaren excentriek is 12 ure dienst; gedurig en al werkende moeten eten Men zou het van geen honden eischen. In Koopwaren-Statie worut de Dienst onuitstaanbaar voor de Manoeuvers. M. L)e Coninck, van dankbare en duurbare gedacntenis. zou dat niet gedoogd hebben.. Deze week heb ik persoonlijk Mi nister de Broqueville over al die droeve zaken verwittigd. P. Daens, Volksv. Een leven, gericht naar de voorschriften van Natuur en Redevan Orde, Moraal en Christendom, zal nooit vreugdeloos wezen. Het Rijk Gods is Vrede en Vreugde. Alle angst en droefenis en vervolging, den Christenen overkomen veroorzaakte hun slechts opper vlakkige treurigheid, doch in werkelijkheid aanhoudende vreugde. Nieuw historiek-dramatiek Verhaal D0011 Meter DAEXS, Volksvertegenwoordiger EERSTE HOOFDSTUK. Willekom op ons Kermis Ten jare 1631 Onder de Regeering van Albert en Isabella In de Stad Aalst, een der heerlijkheden van Vlaanderen Den 29 Juli, rond n ure voornoen Een heerlijke prachtige dagpure blauwe lucht, heldere zonneschijn Feestelijke dag, aposteldag Sint Pieter en Pauwel Een prachtig rijtuig bespannen met twee bleek-bruine paarden kwam zwierig door de Nieuwstraat gereden en bleet stil aan het Gast hof De drie Koningente dien tijde vermaard als het bijzonderste der Stede. In de Drie Ko ningen stapten af de Generaals en Kolonels van 't Leger(de Kapiteins en Officiers gingen meest in de Bot ze van Amsterdam op de Groote Markt); ook al de voorname Edellieden. De be roemde Mannen en Geestelijke Personnagiën namen hunnen intrek in de Drij Koningen de ingang van 't Gasthof was op den hoek der Nieuwstraatop de Veemarkt waren verschei de breede poorten, voor de rijtuigen en de stallin gen zoo bestond dit Hotel nog over een vijftig tal jaren, toen het afgebroken werd en vervan gen door het tegenwoordig Post-Hotel, heden veel te klein voor den dienst waar nu de af grijslijke gevel is van den Schouwburg, was de sierlijke Kerk der Karmelieten, met Konvent en Kerkhof omringd van de boomen der Stads wallen. De heer Daens Mijne heeren, vermits wij er per Oitomobiel en Vliegmachien door moeten, wil ik eenige woorden zeggen over den LandbouwT'allen tijde werd de Landbouw herkend als de bron der nijverheid en de moeder der welvaart. Bisschop Fenelon zegt het zoo schoon in zijn Telemachus, 22® boek, artikel 4 Het is de talrijkheid van 't Volk en den overvloed der levensmid delen die de ware kracht en den waren rijkdom van een koninkrijk uitmaken. Welnu, wij moeten het ongelukkig zeggen ellendig >s het lot der kleine Landbouwers, evenals het lot 'ier kleine Bursters. Hoe meer men in de hoogte gaat, ho neer vindt men welvaart. Maar hoe meer men in de diepte komt, hoe meer ontmoet men armoede en ellende Indien men het leven onderzocht, niet alleen van de kleine Landbouwers en Werklieden, maar 00* van de kleine burgers, die in Vlaanderen de meerderheid zijn, dan zou men moeten bekennen dat hun lot waarlijk ellen dig is, en men zou schudden en beven Die menschen werken als slaven van den morgend tot den avond. Het minimum werkuren kennen onze Landbouwers niet. Het beste van hun vruchten moeten zij verkoo'pen, terwijl apostel Paulus leert dat de landbouwer het beste zijner vruchten moet nemen voor zijn eigen gebruik en met den overschot zijne pachten betalen. De waarheid is dat zij hït beste deel hunner opbrengs- ten moeten verkoopen en van ellendigen kost leven. Het j gaat zoo ver dat vele onzer Boeren, in plaats van het 1 goede Vlaainsche spek te kunnen eten, zich moeten voe- den met slecht Amerikaansch spek. Hunne kinderen kun- nen zij niet behoorlijk voeden of kleeden. Dit is de oor- j zaak van de armoede met hun Familie. Als de menigte van het Volk niet kan koopen en leven, j dan moet de nijverhei dkwijnen. De wei van God is dat j elkeen het noodige moet hebben om te leven. j Duizende onzer werklieden zijn verplicht uit te wijken j naa. Frankrijk. In onze streek zijn er 5,200 kiezers afwe- zig op het oogenblik van de stemming. 'Er gaan er tegenwoordig 60,000 naar Frankrijk on- telbaren moeten naar de Koolputten en naar de groote j Werken nu bestaat een neiging om die arbeiders in de groote Steden te doen wonen; doch werd dit heilloos plan uitgevoerd, waar zou men dan binnen twintig jaren de kloeke Arbeiders halen j De hulpmiddelen aan dezen toestand werden over vele jaren reeds in deze Kamer aangehaald priester Daens en advokaat De Backer, die geniale man. spraken gedurig daarover. Wil men daaraan verbetering brengen, dan moet men de lasten verminderen, want deze drukken te zwaar op de werkende menschen. Zij moeten zwoegen om de lasten aan Eige.iaar en Staat te kunnen betalen. Indien gij moest zien hoe de Vrouw moet sparen op eten en kleederen om het noodige geld te kunnen vergaren, dan zoudt ge medelijden met die ongelukkigen hebben. Wij vragen sedert lange jaren de afschaffing van de doodschuld in rechte lijn. Als iemand komt te sterven, j die een weinig achter laat, dan moeten de kinderen zware I lasten afleggen, en daar zij het noodige geld niet bezit- j ten, moeten zij eene hypotheek nemen. Zoo vergaat de j kleine eigendom, want er hangt een net van hypotheken i over onze dorpen. j De heer De Backer heeft daarover een ontwerp opge- steld. Hij heeft daarover zelfs een boekje geschreven om te vragen dat de Nationale Bank die menschen zou ter hulp komen aan den gewonen interest van 4 of 4 1/2 ten honderd, en aldus de hypotheek te zuiveren. De tegen woordige toestand verplicht de kleine eigenaars aan ver koopen, en brengt hen tot sukkelaars. Ik herhaal het nog maals, daarom is het dat de kleine eigendom vervalt. Ook zou men moeten wetten maken op de boomen en op de jacht,op het landbouwonderwijs en voor een lange- ren termijn van pacht. He zou inderdaad niet mogen ge beuren dat de Eigenaar, door het woord van den Veld wachter, of door een enkel briefje de menschen van hun Land kan opzeggen. Paus Gregorius de Groote schreef aan de Regenten der Kerkelijke Grondgoederen, dat zij aan de Boeren langdurige jaren Pachten moesten geven aan kleinen huurprijs. Ik druk bijzonder aan, op de bescherming van de Hop. I Vroegertijds was de Hop eene bron van welvaart en rijk- dom. Dat is nu nog zoo, bijzonder in Duitschland en in Frankrijk, maar bij ons niet meer de Hop kwijnt en vervalt, sedert 20 jnar ze geeft den Planter schier niets voor zijnen zuren Arbeid; reeds bij twee Ministers van 1 Landbouw drong ik aan, doch vruchteloos. De belang- t ijke zaak der Hop werd zelfs niet onderzocht. Zou ik bij den tegenwoordigen Minister beter gelukken? In zijn Mi- j nisterie is over de Hop een blauwe Boek; de heer Minis- ter gelieve er kennis van te nemen; hij zal alsdan de klachten der Hopplanters kennen en hun eenparige drin gende vraag voor inkomende Rechten, maar bijzonder voor een Wet tegen de vervalsching van het Bier. Hoe verder van 't Stemrecht, hoe meer wreedheid. De Preêkheer Pater Maumus in zijn werk De Lessen der Geschied nis geeft talrijke voorbeelden van «ie wreed heden der Katholieke Fransche Koningen Te Versailien hielden zij üostersche Feesten die honderde duizende franken kostten voor slecht Vrouwvolk, tcrwij Bisschop pen schreven Sire, uw Volk is zoo arm dat het de blade ren van de boomen moet eten. En in d'hooge wereld was 't geurig vechten en smeeren. Op Paschen preökte M. den Pastoor van Sint Sulpicius te Parijs, in zijn Hoogmis Men moet naar Picardië of naar Champagne niet gaan om armoede te zien in de Voorgeborgten van Parijs ziet men de vuilnisbakken aanvallen, om oude beenen te kunnen afknagen met honderden zijn er die op mesthoopen slapen of in openbare kelders liggen te te rotten (bi. 115).- In 1656 deed de Bisschop van Laon een onderzoek en bevond dat in meer dan 120 Parochiën de Pastoors naar de Steden moesten loopen al hun Volk was uit bedelen of van armoede gestorven. Mazarin ontving zekeren dag den Koning aan zijn tafel en gaf 400,000 pond af te loten. Men speelde op die Feesten voor 100,000 kroonen. Koning Lodewijk XIV deed zich door de Sorbonne het recht geven op leven en dood van al zijn onderdanen, ook op al hun goederen (bl. 119) Minister Colbert was zoodanig vervloekt door het Volk, dat men hem 's nachts moest begraven in het geheim. Bisschop Fenelon schreef vlammende brieven aan den Kuning. maar niets hielp een der posturen van Lode wijk XIV, Me de Montespan verloor op écne nachtfeest 700.000 kroonen 10 mtllioen hedendaags) op 't Spel. Vroeger ging het nog slechterKAREL UE STOUTE hoorde dat zijn Hoveling Hagenbach vermoord was, en om hem te wreken deed hij 50 Parochiën in den Elzas verbranden en uitmoorden (bl. 82)"En nog verder in de tijden,bij de Bulgaren maakte een dwingeland 5000 krijgs gevangen en deed aan allen de oogen uitsteken, behalve aan 100 deed hij een cog sparen. (Zie Alb. Stolz, Weg wijzer bl. 316). Geen wonder dus dat Pater Maumus schrijft Bij 't Volk zooveel ellende en in d hoogte zulke pracht en geldverkwisting, gansch iegenstrijdig met de leerstelsels van 't Evangelie, is 't wonder dat de jaren 1789 gekomen zijn En mogen, moeten wij nu niet zeggen Leve de Volksmacht 1 De gelukkige Volksmacht 1 LEVE ALGEMEEN STEMRECHT I Hoe vreeselijk 1 In een jong Huishouden De Man, moordenaar, is pas 21 jaar. Dünsdag morgend kwam M. Rosenblum, handelaar in diamant, naar Boom, bij den diamantbewerker De Neubourghy moest geld ontvangener was geen geldmen geraakte in twist, waarschijnlijk ook in gevecht en M. Rosenblum werd vermoord rond den noen werd het ontdekt. Geburen hadden hooren ky- ven en slaanze gingen de Familie verwittigen. De deur was toeer liep bloed uiteerst dacht men dat Neubourg zijne Vrouw had vermoord; Neubourg zpgde het ook en wilde niemand binnenlatendoch hij gelukte er nietin: het huis was besmeurd van bloed en tlijk van M. Rosenblum werd gevonden; Neu bourg kon niet meer loochenen, doch zegde dat hy Rosenblum niet kon betalendat deze hem bedreigde met een mes en hij met een bijl op hem had gesla gen. Neubourg zegt ook dat M. Rosenblum de rustin zijn huishouden kwam schenden. Gelijk wij hooger zegdenDe moordenaar is slechts 21 jaar en gehuwd sedert een jaar. Siska. Trien, Trien Trien. Wat is er, Siska? - Siska. - Hoe, wat is er W palsamblé, ge terft dat vra gen die Hittedie droogte I de Gloeiwolken uit Amerika die langs hier overkomen Trien. Is dat mijn schuld, Siska Siska. Wie zegt dat, Trien, maar 't wordt een algemeene kalamiteit I Zal 't nog kunnen regenen Trien. Siska den Beiaard moet spelen en de klokken moeten luiden, als 't regent I Siska. En een ander zaak, Trien; die Boekskes van Verraad van Verraad I tegen onzen Presantant Trien. Elk is ervan g'altreerd, Siska. Siska. Trien, zulke lasjetelt is nooit ge pleegd. Trien. Wie mag dat geschreven hebben Siska. Niemand weet het, Trien komen ze van de Socialisten of van de Liberalen Maar, jalozie is 't, nijdigheid, omdat de Libe ralen vreezen voor hunnen Rens en de Socia listen, ge kent ze In hun binnenste ze zijn gloeiende tegen onzen Donsj l Ze zouden hem verschceren I Trien. Dat ze kosten ja; goeste hebben ae, maar we zullen er altijd bij zijn, ze mogen er op rekenen, Mansvolk en Vravolk, om onzen Pret entant te deffendeeren.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1911 | | pagina 1