HILARIUS Jan Battist BE VOS PARLEMENT 'St fr rJ| mms ,w Moedermoord te Zele t®U Ik' i\° 2050 5 Januari 10 i 3 ia de Engel van 'l Rasphuis. Vrij naar het Fransch, door P. D.) VI. Bij den Directeur De goedhertige Aalmoesenier ging van den Steenkapper naar don Direkteur van 't Gevang. Een pronte, stijve, statige, sture persoon, ge lijk overal in de Prisons; hij legde met vuur en aandoening het lijden uit van de -teenkappers- Familie, de edelmoedige opoffering van den Galeiboef. L'e Directeur luisterde aandachtig Mijnheer de Aalmocsenier, zegde hij, ge zoudt moeten Advokaat geweest zijn de Ge vangenen hebben in u een kloeken verdediger. Verdienen zij het niet, heer Direkteur? die meest lijden, moeten zij niet meest gehol pen worden. En als wij hier dê voorbeelden zien van Hilarius. Van Hemelsblauw Heer Direkteur, als ik hem aan 't werk zie, zoo beleerd en zoo verduldig, zoo behulp zaam, zoo liefderijk getrne met vreugu lijden, om zijn medegevangene te kunnen behulpza- migzijn. Ja, Aalmoesenier, 't is wonderbaar; ik breek mijn hoofd om dit geheim te ontsluieren. Meermaals heb ik hem hierover ondervraagd dan buigt hij het hoofd en zwijgt. Wat mag dat toch zijn Wie is toch die Hiiarius Heer Direkteur, zijn verleden is hier on bekend, maar zijn werken zijn wonderbaar. Ligt daar nietten groote les in Welke les, eerwaarde? Och, heer Direkteur, dat hier toch zooveel zou te winnen zijn, mef goedheid en teederheid. A Q lor Openbare Zitting van den rlClloi Gemeenteraad, Maandag j 8 Januari, ten 11 tre vüoi- I middag Dagorde Eedaflegging der nieut e Raads- I leden; kiezing van 3 beliepen, samenstGliri g der I sektiën. I Ouderlingen bijstauü bij Sterfgeval *54 -> %-a4> ABONNEMENTSPRIJS voor België 2,50; de vreemde Landen 4,50. Men schrijft in op alle tijdstippen des jaars. P. DAENS Volksvertegenwoordiger, AALST 40« JAARGANG w* ■assrs Dijnsdag 2 Januari, 7 ure 's morgenas, 'tis nog don ker, er valt een stofregen, reeds zijn de Reizende Werk lieden 3 uren van huis, veel Hulsvrouwen moeten op, ten 3 en half, zelfs ten 3 ure, eiken dag behalve den zondag, en M. Woeste durft zeggen in de KamerF.r is in België een algemeeue Welvaart I Och, het leven dier menschen is dat welvaart7 ure, reeds een uur zijn onze Fabriek-) werkers aan den Arbeid bij de weikende menigte die te 7 ure aan 't werk moet zijn, ziet inen in aHe straten men schen in hun zondagkleêren naar de Lange Zoutstraat, er in 't Lokaal der Democraten binnentreden daar staat de Vlag met rouwstrik daar is een Portret met rouwtul omhangen, daar iiggen twee groote kroonen op tafel korts na 7 uren, in weemoed en treurnis, een talrijke groep volgt de Vlag door Klapstraat, Pontstraat, Hout markt, Brabantstraat, de Doodkoets staat daar reeds beurtelings gaan de mannen in een klein Huizeken, drum men door den Winkel in 't keukentje, alwaar ten dood kist staat, voor de doodkist op een tafel een Knstusbeeld met twee brandende keersen', een wijwatervatje en palmtak, rondde doodkist men hoort zuchten en kermen, snikken en weenen in de doodkist ligt TISTJEN de Gazetverkooper, TISTJEN de aloude vrienden verdedi ger van't Werkvolk... DOOD I DOOD I over 3 weken liep hij nog rond met zijn Gazetten, over 14 dagen hij legde zich zondag noen ik ging erbij hij lag uitgemer- l geld, maar gerust te sterven. Och de goede oude vriendy van alle Democraten I Zondag rond 5 ure, hij gaf zijnen geest op Nieuwjaar rond 12 ure ik ging naar de Bra- bantslraat en vond den braven k oeken man in lijken. Kalm wezen, in zijn handen een Kruisbeeld. Ja Tistjen, KRISTEN Democraat, dat was uw woord 7 ure 25 naar St Martenskerk, zoo vroeg I in den don keren naar Kerk en Kerkhof (op Mijibeek is 't in den Winter ten 8 ure in den Zomer ten 7 en half). Hoe hert- roerend die Diensten van Bermhertigheid, zoo wil ik ook een Lijkdienst; alhoewel de Vlag buiten de Kerk moest,/ blijven, allen in de Kerk, allen onder de Mis bidden voor den Vriend, allen zuchtend met het Kristen GeloofAd Paradisum I Ailen tneê naar t Kerkhoi, niet gaan maar bijna loopend, waarom zoo haastig weg met de lijken der Armen Allen weemoedig op het Campo Santo, ge schaard rond het versch gedolven Graf, daar meêbidden met den Priester en na 't laatste Absoivo luisteren met hert en ziel naar de ontroerde en bezielde woorden van ajgyast;LgfBac OF mijn Plaatsvervanger in de Kamer, heer Jan De Neve, Voorzitter van het Ziekenfonds, woorden die wij hier letterlijk weergeven Mijne Heeren en Vrienden, Een droeve plicht valt mij re beurt een laatste vaarwel uit te spreken bij het graf van zulk eenen Vriend, hoe hard valt mij die taak 1 Enkele dagen was de ieverige Hoofdkommissaris van one zoo duurbaar Ziekenfonds ziek, wij zagen hem ver- bleeken, vervallen, maar niemand van ons dierf denken dat de onverbiddelijke dood zoo dicht bij zijne woning stond. Immer» hij zelf had steeds den glimlach op de lippen en zegde ons dat hij hoopte weldra in ons midden te zijn. IJdele begoochelingl Zijne kwaal verergerde hel lijden ondermijnde zijn kloek gestel weldra geleek hij slechts eene schim, en lag de dood op zijn wezen geprent. In den bloei van 't leven, zoo onmisbaar In zijn huisgeA zin I Zoo noodig in ons Ziekenfonds en Beheerraad I Zouj hij bezwijken Eilaas ja. Het zieke hart vol wee bij het aanschouwen zijner wee- nende Vrouw, Kinderen en talrijke Vrienden, welken hij allen zoo vurig minde en met zooveel pijn verliet, legde hij het hoofd voor eeuwig ter ruste. Wat wij in hem verliezen, zal niet gemakkelijk vergoed worden. Zijn iever voor ons Ziekenfonds was grenzeloos, met vreugd bestatigde hij den groei en den bloei eivan. hij was tevens een der ieverigste medewerkers tot het in richten van al onze afdeelingen van Ouderlingen Bijstand. In de Bestuurrergaderlngen wierd zijn goed doordacht woord gretig aanhoord, en aan wiens doorzicht wij zoo vele goede maatregtlen te danken hebben. Onzen Vriend Tistjen had een hei ig geloof in de op beuring van ons Volk en bracht met hartelijke genegen heid zijn steentje bij tot die edele zaak van Volksontvoog ding. Nooit was hij vermoeid. Altijd was hij gereed en hij deed alles stil, zonder gerucht, vol eenvoud en oprecht- tigheid. Hoe jammer dat zulke menschen zoo vroeg sterven 1 Ze zijn de steunpilaren van hun Volk, dat vaste en onomkoopbare karakters noodig reeft. Beste Vriend Tistjen, Gij weet het, wij hadden U liel Onze zielen leefden hetzelfde leven, onze harien hadden I dezelfde verzuchting. Onze wederzijdsche werking smeedde de handen van vriendschap immer vaster, en samen hoopten wij eens betere en schoonere dagen te kunnen begroeten. Gij geloofdet vast in de toekomst op de overwinning van onze gedachten voor het algemeen welzijn van onze werkende medeburgers Eilaas, de Heer heeft het anders geschikt. De dood ploft U neer in vollen levensbloei. Buigen wij het hoofd voor de opperste Almacht, dat Zijn wil ge schiede I Uw leven was den weg naar het ware, naar het goede en God gave dat het niet verloren ga, maar dat velen j uw voorbeeld zouden volgen, dat velen goed worden en 1 behulpzaam zooals Gij goed en behulpzaam waart, dat j velen zich zouden wijden aan de zaak van hunne mede- broeders, naar uw voorbeeld. Dien wensch en de hulde weze ook de troost van uwe Weduwe en Kinderen. Beste Vriend, Tistjen, vaarwel tot bij Hem welke alle Goed gedaan aan den nederigen beioont. Vaarwel en tot wederziens. Afgrijslijk, men zal het juist verslag lezen bij de ram- pen. Op Nieuwfaaravond op een Boerderij van Paard, drij Koeien, verscheide Varkens en 50 Schapen, woont de weduwe Van Daele.oud 63 jaren, geboren Delphina Van Necke, de Man was gestorven éen jaar geleden. Er zijn drh Zoons. Raymond, Frans, zeer braaf en oppassend, maar Louis, de jongste, die drinkt en speelt dikwijls was hij barsch en bo' omdat Moeder niet genoeg geld gaf. Nu was hij gesehikt te trouwen met een Dochier van Grembergen. Onlangs werd daar 140S fr. gestolen en nadien teruggevonden onder het bed. Nu zondag heeft dit monster zijne Moeder vermoord tusschen 6 en 9 uren, De twee oudste Broeders waren gaan Nieuwjaren. Rond 9 uren kwam Raymond iliuis en vond zijne Moeder badende in haar bloedkorts na 10 ure Louis komt ook thuis, gebaar; een groote drotf- litjd volgens men zegt sneed I ij hem nog verschi idt boterhammen af, maar maandag m nauw gebracht door 2 uren scherpe ondervraging dan bekende hij zijne mis daad, zijn monsterdaad. Hoe is ze gepleegd Nog niemand weet het. De Bevolking van Zele is in de hoogste verontwaardiging door die wilde monster- daad. Een Moeder weduwe vermoord door haren Zoon in een beschaafd Land. 'C'tVV \L V -W Iju; -;A. 11, It1.'\ Sara. Demme 1 demme, Clara en Sabina, wat eeuwig geluk van ijer hier te zien, alle twee! Clara.— Ons gedrijen, Sara. Sabina. Ja, Clara en Sara, die nié en kunnen mankeereo ons al te samen ten goed en gelukkig jaar te wenschen. Clara. Dat is 't, Sabina. Sara. Met veel navolgende. Sabina. Io goei gezondheid. Clara. •- En dat het zoo heet niet wordt en blijft als gepasseerde jaar. Sata. -- En dat de Patatteren mogen afslaan, en 't vet, en d'hoelje, en 't groensel en de katfé, de peëen, de melk, 't vleesch. Clara.-- Daar mogen wij niet op peizen, Sara, ge lukkig als wij wat beentjes en vellekes kunnen koopen. Sabina. Zoo is 't, mijn goei maten. En als ge peist dar dien Woeste durft afroepen in de Kamer, dat wij allen niets te kort hebben, ja in overvloed knnnen leven. Srra. O de stekelbagge! Clara. - Sara en Sabina, ze moesten hem eena een maand of twee doen leven als werkende mensch, van 's morgends 6 ure op de Fabriek. Sabina. Thuis met 4*5 passanten, die u d'ooren van den kop zouden afbijten, altijd 2. te kort hebben, altijd in den er- r' remendie zitten zijnen haring Clara. Dien Woeste 1 dieu Woeste en braadt hier niet meer. Sara. - Bij 't Volk, Sabina, dat is geweten; Woeste is altijd tegen 't Werkvolk geweest; als Priester Daens in de Kamer voor 't Pensioen sprak, Woeste beet naar hem. Clara. -■ Dat is historie, Sara, en als Pastoor Daens over fleus 15 jaar sprak tegen de daghuurkes van 2 fr. 40 in Staatsdienst, dan riep Woeste tot onzen Priester G'en doet hier niets dan liegen i Sara. En heeft hij ook niet gezegd, Clara, dat wij hier allen in den overvloed leven 1 Hooit, voor ods, hij mag terug naar zijnen Walen-péji. Ciara Och, Sara en Sabina, ge verzeilt alle twee, 't zijn dc katholieken die hem willen weg hebben; Sara. Voor al apprentie, omdat hij den Minister Schollaert heeft doen tuimelen Sabina. Clara en Sara, mij is vast verzekerd, dat hij er te veel loopt voor een koppel of twee Katholieke Avekaatjes. Clira. Affaire van suikernonkel. Sara. En den awen Woeste gaat presantant war* uni van N^men. Sabina. -- Zoo zeggen ze toch, maar ik kan het trio: iel ijk gelo oven. Sara. - De rijke menschen aan wk Lij zijn ziel er kocht bad, zullen hem saiveeren, per konkelro -s iu den Poll. Sabina. Doch waarom die preferencie aan Na men, dat ligt zoo ver van hier. Clara. Sara en Sabina, Namen is de stad der Sosissen, de beste Sosissen komen van Namen en^'t is aan Oilstj dat Namen in den tijd de meeste Sosissen leverde. Sara ei Sabina. Ha daar hebben wij het. (Zo klappen voort.) ,in Aalstnaderen uitleg volgt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1912 | | pagina 1