De Kamer
Loopeade Nieuws
Zitting van Donderdag 1 Oogst 1912
Dagorde De kiezing van Brugge
éompeld Vaderen Moeder, die mij hier zoo
teederlijk hebt opgebrachtZie toch uw arme
Dochter... Wreedaard, geluk is er voor mij,
jonge Vrouw, niet meer; doch Vrede vond ik
hier in d'eenzaamheid Hebt ge mij nog niet
genoeg doen lijden
Dolle praat, riep de dronkaard spottend.
Droeve waarheid 1
Volgens de Wet zijt ge mij gehoorzaam
heid schuldig 1
Ge durft gij van de Wet spreken gij
Ja ja
O, ik moest u aangeklaagd hebben bij de
Wet.
Waarom
Omdat ge mij sloegt en mishandeldet, n»
mijn zuurgewonnen geld verdronken te hebben.
Sa, sa, dat is vergeten 1 ik drink niet meer!
En in welken toestand staat ge daarLaat
mij gerust en vertrek zoo spoedig mogelijk van
hier..
Ge jaagt dus uwen wettigen man weg I
Laat mij met vrede, ik lijd veel en heb
rust noodig.
Ik ook, ik ook lijd veel..
- 'tls uw schuld..
Ge... ge. ge., ge moet., moet meê.. Wil
len of niet, ge zult mij volgen..
U volgen Nog met u léven Ellendeling-
beul komt ge mij nog martelen En hare stem
sidderde van ontroeringIk weêrom uw slacht
offer worden Werken en slaven dat is niets
voor mijmaar nog met u wonen, daarom ver
acht ik u te zeerMet u leven, nooitde
armoede, de bitterste armoede schrikt mij niet
af, maar liever dan met u leven, ging ik langs
de straten bedelen Liever zit ik in 't prison,
beul, wreedaard 1
Is dat uw leste woord
Ja, zekerlijk
Dan ga ik weg, maar alleen zal ik niet
weggaan
Wat durft ge zeggen
Ons kind, mijn kind moet meè
Hulde aan Priester Fonteyne
Gemaakt door een werkman.
Leven van Priester Daens
De heer Daens. Mijne heeren, veertien dagen lang
hebben wij hier de revue der kiezingen, van al wat ge
pleegd is tegen de vrijheid en weerdigheid van 't Bel
gische Volk, door dwang, list en bedrog in de kiezingen,
hetgene hier zelfs door M. Verhaegen werd herkenden
afgekeurd.
Och, het zijn nog de oude manieren van over vijftig of
zestig jaar. In die gulden tijden der Bewaarders was het
al uitkooping en dwang I
Ik weet nog heel wel, een klein manneken zijnde van
10 jaar, dat mijn Vader zaliger, een meester schaliedek
ker, veertien dagen reeds voor de kiezing, vies en lastig
rondliep. Aan mijne moeder zaliger zegde hij Vrouw, ik
ik weet niet wat doen ik werk voor de Kerk, en de Ka
tholieken willen mij voor hen doen stemmen maar ik
werk ook voor het Stadhuis, en daarom eischen de Libe
ralen mijne stem. Ik ben dus lan?s beide kanten getrok
ken en weet niet aan wie mijne stem te geven.
De heer Woeste weet ook wei dat hij over 45 jaar
geene meetingen moest houden. Hij ging bij de zeven
groote grondeigenaars die elk over twee, drie of vier
honderd kiezers beschikten, en als deze zegden ja, dan
was de heer Woeste zeker gekozen.
Die oude slechte gewoonten zien wij hernemen en
terugkeeren wij, Democraten, wij mogen met open han
den en open hart verschijnen en aan iedereen zeggen
Onderzoekt onze kiezing, gij zult niets vinden dat aan
dwang of uitkooping gelijkt.
De heer Rosseeuw. Gij zult het geld van Marquet
vinden.
De heer Daens. Ik zal u straks daarop antwoorden.
Wij hebben noeh geld noch goed en kunnen dus niet
uitkoopen noch dwang gebruiken. (Levendig gerucht op
vele banken.)
Heeren, ik zal wat wachten tot dat gerucht een einde
nemegij zult wat meer geduld moeten aan den dag
leggen immers, de Vlaamsche taal zal zich hier meer en
meer doen hooren
Ik zegde u dus dat wij geen uitkooping noch dwang
konden uitvoeren. Voor gansch onze kiezing te Aalst,
waar wij tegen verscheidene miilionnairs en kasteelheeren
te doen hadden, konden wij in het geheel slechts over
twee duizend frank beschikken, voor onze propaganda en
onze werking, in twee Anondlssementen.
Wij ook bijzonderlijk zijn de slachtoffers van den
dwang, door de groote grondeigenaars en werkgevers
gebruikt tegenover de menscher. van kleinen stand, kleine
Burgers en Werklieden.
En hier een kort antwoord aan den achtbaren heer Hel-
leputte. Hij durfde hier staande houden, dat wij aan de
Katholieke Partij acht en twintig jaar grooten voorspoed
te danken hebben. Voorspoed en rijkdom bij de hoogere
klassen, ja zeker, maar toch niet bij het werkende Volk
dat bijzonderlijk in Vlaanderen op de pijnbank Yan den
hongerloon ligt en een ellendig leven leidt.
Uwe Afrosser de fameuze afrosser schrsef eenige
dagen vóór de kiezing nog, dat tegenwoordig de tijd zoo
goed is, dat de werkmansvrouw zich bij den besten been
houwer het beste vleesch kan aanschaffen. Is dit niet
bittere spotternij Hoe kan men in een huisgezin, met
ten loon van 3 frank daags, of zelfs 4 frank, de beste
stukken vleesch saan koopen Wij weten het maar al te
goed wat de Werklieden z ch kunnen verschaffen het is
paardenvleetch, penskens of stukken atval.
Daar zijn uwe slachtoffers, heeren. Dit is het arm en
onwetend Volk dat onder uwen dwang gedrukt ligt en
door u aangevoerd en misleid wordt.
Zoolang de Volksmacht niet geheel en ganech zal ge
vestigd zijn door algemeen Stemrecht, zullen de kiezingen
diet eerlijk worden
Da toutes parts Aux voix I aux volx I
De hier Daens. Nog een weinig geduld, heeren, en,
Ik herhaal het nog eens. ge zult het toch moeten gewoon
worden ons te aanhooren, want meer en meer zal er hier
Vlaamsch gesproken worden.
Het is niet zonder reden dat de achtbare heer Standaert
gisteren, wanneer hij de feiten van Brugge aanhaalde
gedurig voorwaardelijk sprak hij zegde Si..., si...
Indien het waar is, indien het zoo is.
Welnu, eerwaardige Priester Fonteyne komt te bewij
zen dat de aangehaalde feiten niet gegrond zijn en daar
toe was het hem genoeg het verslag af te lezen van den
Commissaris van Policle, die zeker niet ten voordeele
van Priester Fonteyne zou handelen.
Maar, heeten, kent gij de stad Brugge Ik vraag het
u hebt gij in de Volkskwartiereu die arme woningen ge
zien waar de werkende klas erbarmelijk gehuisvest is
Wanneer er dan een man komt...
De heer Ds Mssster. Gelijk Marquet.
De heer Daens. Wel ja, wat geeft het dat hij zijn
geld gewonnen heeft van rijke vreemde gasten, me' hel
spel hoevelen zijn er niet bij u die hun fortuin trokken
uit het zweet en het bloed der Arbeiders en nochtans van
hun geld een zeer slecht gebruik maken? Welnu, wan
neer er een man komt, een vreemdeling, mild en goedher-
tig, als hij In arme huizekens koninklijke giften schenkt.
De heer Da Meester. Dit geld stinkt. (Levendig ge
rucht op vele banken.)
De heer Daens. Toch niet gelijk uwe kiezingen I
M. Demblon. Maar heer Voorzitter, men hoort
zelfs niet meer of M. Daens Vlaamsch of Fransch spreekt.
De heer Daens. En als die man zegtIk heb mede
lijden met de arme Werklieden, die in zoo slechte voor
waarden gehuisvest zijn; ik wil in Brugge vierhonderd
gezonde werkmanswoningen bouwen, die ik aan kleinen
prijs zal verhuren, als hij in 't arme verlatene Thourout
fabrieken wil bouwen, wat kunt gij daartegen opbrengen?
Ziedaar wat gij, Burgemeester van Brugge, en gij,
mijnheer Ruzette, oud-Gouverneur, ook beter zoudet
móeten doen, gij die het werkende Volk vuil, onzedelijk
en ongezond laat wonen (Levende onderbrek. rechts).
De heer De Miester. Dit heeft de heer Ruzette
reeds lang gedaan.
De heer Ruzette. Ik heb werkmanshuizen gegeven.
(Levendige goedkeuring rechts. Gewoel links. De heer
Daens spreekt voort te midden van het gerucht.)
De heer Voorzitter. Mijne heeren, de bespreking
is waarlijk onmogelijk geworden en zijn niet waardig
van het Parlement. Vermits mijne pogingen om wat
stilzwijgendheid t« bekomen, nutteloos blijven, ben ik
verplicht de ritting op te schorsen (Da onderbrekingen
duren voort.)
De zitting wordt opgeschorst van 3 uren 30 min. tot
4 uren 45 minuten.
De heer Voorzitter. Mijne heeren.de zitting wordt
hernomsn en het woord Is aan M. Daens. Het is onbeta
melijk dat dezen die hern niet willen aanhooren zijne
stein uvermeestersn, zooals daareven. M. Daens zal me
toelaten hem doen op te merken dat de Kamer daar zoo
even de wensch uitdrukte deze bespreking niet te ver
lengen.
De heer Daens (op de tribuun). Als wij, Democra
ten, al die arglistigheden, al die bedriegerijen en valsch-
heden hooren, dan mogen wij met gerust en blij gemoed
het hoofd verheffen. Onze kiezingen zijn rein en zuiver
en wij moeten geen onderzoek vreezen.
Al de feiten, gisteren aangehaald door den heer Stan
daert zijn niet echt. Dit blijkt uit het proces-verbaal zelfs
van uwen Pollclecommissaris. Ik kan dus met recht zeg
gen en staande houden dat de kiezing van mijnen vriend
Fonteyne rein en edel is, en dat deze man met recht en
fierheid mag komen zetelen, in eene Volkskamer als
Volkspriester.
Een Socialist alleen is het, die mijn waarde collega hier
l'Abbé Fonteyne noemt, terwijl men hem aan de
Rechterzijde enkel bestempelt met den naain van
M. Fonteyne,» juist gelijk in 1894 de heer Woeste han
delde met Priester Daens. Welnu, heer Fonteyne blijft
Priester en als zoodanig is hij zoo waardig als onzen
Aartsbisschop. (Hevig verzet rechts).
Ondanks al «we protestaties is het zoo en blijft het
zoo. Nooit heeft zijn Bisschop hem de minste bemerking
moeten maken, toen hij Onderpas'oor was te Thlelt, te
Zarren, te Brugge 't is alleenlijk sedert hij Volkspriester
werd, Priester-Democraat, dat een blinde haat hem razig
en hartloos vervolgt, gelijk het gebeurde met Priester
Daens zaliger.
Gaat naar Brugge, gaat in de Volkswijken en gij zult
j daar al die brave arme lieden den lof hooren zingen van
i Priester Fonteyne. Onlangs, na het luisterrijk en aange
naam Volksbanket, ter statie gaande, zag ik in de menigte
vele arme moeders, een kind aan de hand, een kind op
den arm, springende en blijmoedig zingende Leve
Fonteyne I Leve Priester Fonteyne
Priester Fonteyne is waardig in deze Volkskamer te zete-
Hij kwam het volk opbeuren,
Dat in de slavernij
Vol droefheid zat te treuren.
Hij kwam en maakte het vrij
Reprein
Priester Fonteyne
Dat is een man,
Heilt smart en pijnen
Zooveel als hij kan.
Hij zal ons redden,
Uit de slavernij.
Hem moesten wij hebben
Hij maakt Vlaanderen vrij.
11.
Trots al den laster en den logen,
Van de Concordekliek,
WaarmeS ze 't Volk bedrogen
Fonteyne moe6t te niet.
Maar 't lasteren kon niet baten,
't Volk rechte fier den kop,
't Kwam zijn verdrukkers t'haten
En het gaf hen den klop.
UI.
En laat ze nu maar liegen,
't Lasteren dat staat hen vrij
Zij zullen zich bedriegen,
Kloek staan wij zij aan zij.
Want naar de Kamers henen
Is den Volkspriester gegaan.
't Onrecht moet zijn verdwenen.
Plaats voor de groene vaan.
Dat is de stem van ons Volk, en gij moogt doen wat gij
witt, de stroom komt op het Volk zal hier binnentreden
dank aan Algemeen Stemrecht, en in plaats van nog eene
rijke Kamer te zijn, zal het hier eene echte Volkskamer
worden. Dan zal men niet meer spotten als een Volksman
zijne Moedertaal spreekt, dan zullen wij Volkswetten
maken en ons arm Volk verheffen om het waardig en ge
lijk te maken aan de Vlamingen van den ouden tijd.
'Til'
e Jubelfeesten van Antwerpen 1
ANTWERPEN, 't is al Antwerpen dat
men hoortWegens het Eeuwfeest van
Hendrik Conscience, den grootsten Volks
schrijver misschien van geheel de Wereld..
Wie werd niet ontroerd en opgevoerd, ver-
^blijd en verrukt bij het lezen zijner harte
lijke, eenvoudige, zedige en godsdienstige
Verhalen.. Eere en dank, ten eeuwige dage,
aan dien man I Een weikxaam leven een
gelukkig en getond leven is. Zaterdag is de
Aartsbisschop Fischer te Keulen zeer plech
tig begraven.. Keizer Wilhelm had in zijn
naam den Minister van Arbeid gezonden,
een Protestant, die nevens den Pauselijken
Nuntius ging.. Wat meer waarde heeft dan
al dien gloria-mundi, is de liefde van 't Volk
voor dien Kerkvoogd... Voor zijn rechtsge
voel en zijn goedhertigheid was hij geerne gezien van
i elk. Goud blijft goud, el komt er ook een laag slijk over.
In ENGELAND is het zondag, neen zaturdag bot-
selings beginnen te sneeuwen.. W'hebben de killig-
heid gevoeld tot in Aalst., 't Weêr waarlijk een Lap-
mande is. In TURKIJE zijn de Kamers bijeenge
weest zondag, met geslotene deuren. Er is grouwelijk
gelawijd en verweten. Hilm pacha, en Senateur Balt-
zarin riepen tot malkaAr 1 Schaemteleoxe hond 1 Lesj l
Moucherd Eerlooxe lasj en stonden vechtensgere?d.
De Kamer is ontbonden. De Vuurberg ETNA, in
Sicilië grolt, kratert rook en zou willen Vuur spuwen..
Er wordt gevreesd en gevlucht. Uylenspiegel zegt im
mers Waar rook is, is vuur 1. CONSCIENCB, de
teedere brave Volksschrijver, is geboren t'Antwerpen
in een klein Winkeltje der Pompstraat, in 1812; het
kind werd gedoopt in St Andries-kerk en d'Achterwa-
resse zegde Het zal niet lang leven.. Eenige maan
den oud zijnde, de Buurvrouwen zegden Het kind
haDgt tusschen leven en dood..
ANTWERPEN geeft 150,000 fr. voor de Cons-
cience-feosten; de Koninklijke Familie komt den 14 en
15, woensdag en donderdag Half Oogst. Nooit of nooit
zal in Antwerpen zooveel Volk geweest zijn. Do ge-
vinden.. De groote
wone man zal er met moeite eten
j Volksschrijver verdient dat.. In d'eerste jaren heeft hij
«warten sneeuw gezien en moest 5j. zijnde,met krukken
Ion, wellicht tegen uw gedacht, maar volgens der, wil en 1 gaan, 2 jaar later, de Moeder van Conscience stierf,
het hert van 't werkende Volk. j etnjge weken na de Geborte van een Dochterken,.
.£Sr:&S;1 Conscience besehree. dien toestand In weemoedige
j 't hoofd staan der arme verdrukte menigte, 't is dikwijls woprdet,. Te GEN 1 is zondag den 2 Juni gevtera,
hard, lastig, pijnlijk doch er is ook troost, sterkte en perta-clausa, zonder optocht of stoet. Aan tatel was
J verheffing als het Volk u omringt en volgt met dank- man; aan den champagne ging de geestdrift zoo
ii.u—i.i hevig, dat er geen woord verstaan was van de sprekers;
Van Cleemputte deed een redevoering, en juist gelijk
in ds Kamer met Daens, niemand wist of hij Fransch
of Vlaamsch sprak. Hendrik CONSCIENCE, 15
jaar zijnde, begon les te geven in de Neerlandaehe ea
Engelsche taal; dan schreef hij zijn eerste opstel De
Schoenmaket en xijn Zoon.. Daar haaide hij geen eer
van. liet werd bespot en afgekeurd. Korts nadien
werd hij Ondermeester in de School van M Delin, op
de Meirplaats, zijn Vader kocht hem op de Vodden-
straat een kleed, zoolang als een soutaan en met
j zwolmsteert. De Schoolgasten noemden het stohvisehvel
en kapstok. Den 25 Augusti 1830 brak de Revolutie uit
1 en Conscience nam dienst als Vrijwilliger.
bars, liefderijke oogen, dan Is het opgelogen hert een
1 hemel, dan zegt men met fierheid Wat schelen ons de
r vernederingen ons aangedaan door de grooten en de rij-
j ken 1 Wij gaan met het Volk naar den nieuwen Tijd, die
Verbetering zal brengen in hunnen stand,
j Gij durft zeggen, heer Heileputte, dat er een algemeene
t welvaart heerscht in het Land. Dat is een leugen. Ons
l Volk is gedompeld In diepe armoede, dit Volk dat de
j kiezers levert met eene stem, terwijl de rijken er drij en
vier hebben.
i Ah 1 gij durft den spot drijven met Priester Fonteyne,
weet gij dan niet hoe hij bemind is en geacht door het
j Volk Ziehier een lied, door een werkman opgesteld en
1 alom gezongen uw hert zon opbonzen van vreugde a>t
gij het hie.lpt meêzingen
i.
Hier in onsdonk're Vlaand'ren,
Kwam er een man met moed.
Trots haat en nijd van d'anderen,
Werkte hij steeds voor 't goed.
PRIVILEGIE EN PREMIE
door Tieter Daens, Volksvertegenwoordiger, «pot
boekdeel in 230 bi-, dik papier met Portret «Re-
simile 1,00