Zijn er nog Christenen? Jfa eeu €ijk0i£tust mii Oerml]crtigi)Ptö N° 2087 Sept. 1912 Zondag 8 'September, om 5 ure namiddag, algemeene Vergadering voor al de Leden van den^ Arrondissementbond, in het Lokaal Volksverheffing Lange Zoutstraat, Aalst 'Vf* HET Vrij naar 't Fransch. 2 4 TWEEDE DEEL Jaar I a I e r Angstige dagen. Leven is waarlijk tijden. i Maar lijden boezemt medelijden in voor het lijden van anderen. Die veel'geled n heeft, gevoelt veel medelij den en helpt geeme den ivJedemensch. Zoo zien wij Louise de heldinne van ons j Verhaal Droeve Martelares, gedurig in smart ge dompeld sedert haar huwelijk met den dronk aard Haar eigen kind had ze nu teruggevonden, maar ze mocht dat niet openbaren-, gedurig was zij erbij; maar ze mocht het hert der jonge Gra- vinne niet verscheuren, met te zeggen Dit kind is uw kind niet, maar hei mijne Eerst moest zij het echte kind der Gravinne kunnen terug brengen; en zulks was haar on mogelijk, tot nu toe niets kon zij ontwaren, terwijl de jaren vervlogen en haar eigen kind opgroeide met de gevoelens van zijn Vader als luiaard en dronkaard; in weelde werd dit kind opgebracht, groote studiën deed het; veel geld kreeg het, maar hoe meergeld, hoe slech ter; de weelde immers bederft. Dit kind, te vinden gelegd door zijn ontaarde Vader, was opgenomen door een arme kindcr- looze weduwe, die een klein fortuintje bezat en zeer goed voor dat kind zorgde; in de lagere school ging dit kind met de eerste prijzen weg, i 1 Giootsch Sportfeest Uit Be Volkswil ABONNEMENTSPRIJS voor België 2,50; de vreemde Landen 4,50. Men schrijft in op aHe tijdstippen des jaars. P. DAENS 5 Volksvertegenwoordiger, AALST 40s,c JAARGANG Dijnsdag 7 en half, 't kwaart voor 8 uren, in ons oude roemrijke Sint Martenskerk, een der schoonste Kerken van Europa, 'ne perel van het helder goihiek. waar mees terstukken prijken van Rubens, Van Dyck, Otto Venius, Jozef Meganck, Duquesnoy, uit de vorige Eeuwen, uit de vorige Eeuwen; daar was een groote menigte van Volk uit den Osbroek en andere Vrienden van den alomgeachten .l t\ M4THIEU zondag overleden in d'Ajuinstraat; 47 jaren, na een lange ziekte van bloedverwatering, omringd van de teederste zorgen en de vurigste liefde zijner Huisvrouw, Kinderen en Bloedverwanten. De Gebuurte had een schoone rouw- kroon gekocht die eerbiedig gedragen werd. Een schoone Dienst (zoo most mijn Lijkdienst zijn) een lange Offer van Mans- en Vrouwvolk; als de Libera gezongen werd voor 't lijk (1) met den Paradisum, bij d'Ingelen en bij d'Heillgen, dan mediteerde ik in mijn eigen Daar staat nu het lijk van dien braven werkzamen man, die verstand, overleg en wilskracht genoeg had om weer- dig in de Kamer van Volksvertegenwoordigers te zetelen in ons werkende Volk zijn zooveel verborgene vernuften laat eens algemeen Stennecht komen met Leerplicht, het getal der bekwame Volksmannen zal ontelbaar zijn. JAN MATHIEU, door vaste beredeneerde overtuiging, vurige Demokraat, mijn oude goede Vriend, gelukkig dat hij thuis ziek lag, of ik kon hem niet bezoeken, hem niet meer zien, zijn stervende hand niet drukken, hem geen kruiske geven, zooals 'ne Vader aan zijn Kind... Wreede mannen die mij u it't Gasthuis gebannen houdt, ge verscheurt niet alleen mijn hert, maar ook het hart van arme zieke en stervende menschen. Vriend Jan Matthieu, schoone kloeke manspersoon, 47 jaar, zondag drukte ik u nog d'hand, nu ligt uw ont zield lijk op 't Kerkhof. Ach wat zijn wij hier toch 1 Waarom koppig, trots, hatig I Waarom, wij allen kristene menschen, onzen Aki van Liefde niet naleven De oude (1) Vroeger stonden de lijken der Armen aan d'Oksaal; in de 2 ander Parochiekerken zijn Arm en Rijk gelijk voor de plaats in d'Hoofdkerk staan ze nu aan den voet der hooge koor. De werkende Volkeren zouden er innig ge noegen in hebben, indien alle Lijken verder op mochten, tusschen de Familie. M'lll lAiJLJUliSl -«o>— II. Rus Tolstoï zegt het zoo schoor.Als het mogelijk is gelukkig te zijn op de wereld, dan kan dit geschieden door een rechtzinnige oefening der Leering Christi. Eerwaarde Priesters, ge zingt voor dit lijk Ad Para disum. Priester Daens schreef het zoo schoon Indien men wat meer aan den Hemel dacht, er zou zooveel ik zucht en heerschzucht niet zijn op de wereld en de strijd voor 't leven zou zoo akelig niet wezen. Eerw. Priesters, ge ziet in 't zoor en rond het lijk die brave werkende menschen vurig bidden, hun betraande oogen tot Kriatus gericht... Is dat zoo in de groote Lijk diensten Staan de meeste Rijken daar niet als gouden posturen, terwijl het bij de Liberalen een gewoonte wordt meê te gaan tot aan 't Kerkportaal Ach, roept de Ame- rlkaansche Bisschop Ireland, de Godsdienst zonder de menigte van 't Volk is een lichaam zonder ziel Priester», eerwaarde Priesters, waarom stelt gij u met de rijke Katholieke Partij tegen de werkende menigte als zij zich VRIJ wil vereenigen om een weerdig en mensche- lijk bestaan te hebben 1 Eerw. Priesters, meerendeels uit de werker.de klas van Burgers en Boeren gelijk elk en meer dan elk ge zijt getuige van de overgroote weelde der rijken en den pijn lijken toestand der werkende menigte. Als gij de zieke menschen gaat bezoeken, en ondanks zorg, neerstigheid en vlijt, die armoede ziet, die krerap overal, de Vaders en Moeders versleten en oud .voor hunnen tijd, bloedt uw hart dan niet Zijt ge niet getroffen door medelijden En als dat Volk zich vereenige in een Volkspartij, KRISTEN, MAAR VRIJ, gelijk Priester Daens het afriep tot op zijn sterfbedde, hoe durft ge dan met de macht van den Godsdienst, de verheffing en de welvaart van dit braaf werkende Volk bevechten Daar, in ons Hoofdkerk zijnde nabij 't lijk van mijn Vriend Jan Mathieu en dat braaf Volk ziende, in de kos telijkste gevoelens, ik zegde luidop in mijn eigen Qeliejde menschen, vergeet toch de laatste woorden niet van uwen Vriend en -Vader Priester Daens. En gij, Eerw. Priesters, gelieft het toch te onderzoe ken wat hebt gij af te keuren in het Programma der Kristene Demokraten Is dat Programma niet de AKT VAN LIEFDE der Kristelijke Leering? Als de rijke Machten u aanzetten tegen de vrije Vereeniging .Ier werkende menschen,is hetniet om de uitvoering van dien Akt van Liefde te beletten En in dezen tiji.de alge meene verzuchting, de rustelooze werking voor ALGEMEEN STEMRECHT is ze niet ingericht en gaat ze niet voort met moed en op offering, opdat de Wet er zou tusschen komen om den AKT VAN LIEFDE Ik bemin mijnen Evennaaste gelijk mij zelve, in oefening te brengen, tot Vrede en Welvaart in 't Vaderland. Pieter DAENS, Volksvertegenwoordiger. De dagbladen kondigen ons voor Zondag aanstaande 8 September eene prachtige Stayerskoers aan in den Aalsterschen Velodroom tusschen de vermaarde Stayers Böschlin van Straatsburg, Kreutz van Verviers en Lasjou van Luik. Dit is eene buitengawone gelegenheid voor de Aalste- naars getuigen te kunnen zijn van dergelijke sportfeesten. Het moet waarlijk niet aan durf ontbreken aan het; Be stuur van dezen Velodroom om, evenals in Karreveld te Brussel, of in Buffalo te Parijs, een hevigen kampstrijd tusschen drie zware motoss op die smalle schuinsche vlakte aan het Aalstersche publiek ten aanschouw te brengen. Zulke ongemeene aantrekkelijkheid, zulke ontplooiing der menschelijke wiiskracht moet de aandacht wekken van het Aalstersch publiek en ik twijfel cr geenszins aan of dien dag zal de Velodroom de helft te klein zijn Gezien de billijkheid der prijzen (I fr. 0,75 0,50) za' het geraadzaam zijn er zich tijdig aan te bieden. Een Sportvriend. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. j Richting Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon ot partij. Deze klacht is geuit door een rustend ouden pastoor in België, die weenend sprak Er zijn wel katholieken maar geen kristen meer. Is deze klacht gegrond, welk een beschuldiging wordt daarmee uitgesproken En deze beschuldiging geldt dan de politieke christc- nen, dat zijn de geestelijken en leeken, die den Gods dienst vermengen met wereldsche zaken. En een poli» tiek christen is een ongeloovige in den geest van den Parizeer uit Christus tijd en wel in den vorm van een geloovig uithangbord zonder dei^w^J-om God te diens en te eeren met het hart. ÖiÊiklacht van den ouden belgisshen pastoor heelt ook haar reden van bestaan met name in de katholieke gedeelten van Nederland. Katholiek is daar de bevol king en de menschen zouden zich beleedigd gevoelen, als dit wordt betwijfeld. Maar Christus leerde, dat niet zij die roepen Heere, Heere, door Hem als Zijne volgelingen zullen worden erkend, doch zij, die den wil doen van Zijnen Vader, en den wil doen van den Va der blijkt uit het opvolgen zijner geboden, en deze geboden zijn vervat in dit eene woord Heb God lief, en uw naaste als u zeiven. Als ik ben geestelijk herder eener parochie en ik maak anderscheid tusschen mijne parochianen door den eenen te verheffen en den ander te verachten of te vervvaarloozen uit redenen van het bezit van geld of goed oi geleerdheid of invloed, dan bemin ik mijue parochianen niet als mij zeiven, omdat ik zelf wil be mind worden door al mijne parochianen. Als ik ben burgemeester en ik geef de gemeentebe dieningen of het gemeentewerk steeds aan enkele be paalde gemeentenaren er. de andere gemeentenaren wil ik daarvoor niet kennen, dan bemin ik mijne ge meentenaren niet als mijn zeiven, omdat ik zelf als burgemeester wil bemind worden door al mijne ge meentenaren. Als ik ben rechter en ik spreek recht met vooroor deel tegen den een en met welwillendheid voor den ander, dan bemin ik den rechtzoekenden niet, omdat ik zelf als rechter wil bemind worden wegens mijne rechtvaardigheid door goeden en kwaden. Als ik werkgever ben en ik geet voor vollen arbeid niet zoodanig loon, dat de werknemer daarvan naar stand met de zijnen kan beslaan, dan bemin ik mijn arbeider niet gelijk mij zeiven, omdat ik zeil als werk gever een bestaan wil volgens stand. Als ik als werknemer een vol loon verlang doch geen vollen arbeid geef, dan bemin ik den werkgever niet, omdat ik zelf als werkman vraag wat ik den werkgever niet teruggeef. Als ik huisvader ben en mijn tijd meer doorbreng in de herberg als mijne inkomsten het toelaten, dan De- min ik mijn huisgezin niet als mijn zeiven, omdat ik van mijn huishouden wel verlang achting en liefde. Als ik ben zoon of dochter en ik ondersteun mijn ou den vader of moeder niet in hun ouderdom, dan bemin ik mijne ouders niet als mij zeiven, omdat ik zelf wensch in mijn eigen ouderdom liefde en steun te heb ben van mijn eigen zoon of dochter. Als ik ben man van geloof en ik beroep mij daarop om te verkrijgen geld of ambt, dan bemin ik God niet als het hoogste goed, omdat ik zelf het geloof behandel als zaak van koophandel en niet als middel ter zalig heid. De Christen wordt bekend in het God beminnen en den naaste gelijk zich zeiven. Als ik zedeloos ben, dan bemin ik God niet; omdat Gods gebod de zedeloosheid verbiedt en als ik dan tegelijk aanzit aan de Tale! des Heeren, dan geef ik ergernis aan de kleinen en roep Gods gramschap af over mijn Gode dienen. Als ik haat koester in mijn hart tegen mijn even- mensch, omdat hij mijn meerdere is in gaven van geest oi van hart of van welvaart, dan bemin ik God niet omdat Gods gebod dit verbiedt en als ik dan mijn haat bedek door den mantel des geloofs of der toewijding dan bedrieg ik God Dien ik zeg te eeren in mijn levens wandel of in mijn openbaar leven. Er zijn geen kristen meer, alleen noch katholieken, is de droeve klaeht van den ouden belgischen pastoor. Eu hij dacht daarbij aan de christenen in het open bare leven. Maar, Gode zij dank, er zijn nog altijd ka tholieken in Belgiedie christen zijn gebleven, het zijn die katholieken welke in geest en in hart en in hun openlijk optreden een open oog en oor hebben voor de behoeften des volks, het zijn in Belgie de volgelingen van de groene vlag, de Christen Demokraten. Aan hen de eervoile en grootsche taak, ondanks verguizing en ondankbaarheid de katholieken weder tot christen te maken, en in deze grootsche taak zullen zij vinden den steun hunner martelaien, die var uit Godes nabij heid Gods zegen verzoeken voor den arbeid en de zelfs- opolfering der ware volgelingen van den Christelijken Demokraat bij uitnemendheid, den Volks- en Godsman van Nazareth.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1912 | | pagina 1