Pour- parlé JpöC VOOR of TEGEN! Kerkelijk Hieunjs den gelijk waterratten, om plannen te smeden en 't gestolen geld te deelen. 't Was in een dier sombere dranklokalen dat Robin den Graaf binnenbracht. Eenige havelooze kerels, echt galgenaas, dronken en zongen rond eene vette smerige ta fel, in gezelschap van bleeke magere meisjes, met roode oogen en ingedrukt voorhoofd. In een hoek zat een oude slordige man, die een neusbrander rookte en een groot glas jene ver uitdronk. Ramoneau, sprak Robin, wilt ge goed werk hebben. Werk, goed betaald Ja. Kom dan, ik moet u spreken. En ze gingen samen in een diepe achterka mer, een soort van kelder, twee flesschen wijn -■j—-werden gebracht. Ramoneau was niemand anders dan de man van Louise, dronk gulzig en vroeg aan Robin Zeg, kort en goed, wat is er Ge zegt dus Er moet iemand verdwijnen Wie Een jongeling van 25 jaar,die eiken avond uit de Rijsselstraat gaat, langs over de Brug van Palais Royal. En daar sprak de oude schurk, terwijl f hij teeken deed van iemand die in 't water dui- keiden. Robin en Pieter Ricard zwegen. Zonder het te weten, de jongeling sprak met zijn eigen f Vader. Wat geeft men Honderd franken. Veelte weinig; gij, zegde hij, tot den Graaf, ge zijt geen Arbeider, uw handen too- nenhet: Min als 500 fr. doe ik het niet. Ge weet toch wel dat ik hulp noodig heb. Welnu, 500 fr. Te betalen Den helft nu en den helft aanstonds na dien. Goed, wel verstaan, hij komt uit de Rijs selstraat n° 6, hij gaat dan naar de Sint Se- bastiaanstraat, 28. In de Rijsselstraat gaat hij Zitdagen van Volksvert ﻫi aens Spreken is zaaien; zaai niet, wat gij niet wenschtte oogsten. Kruis|>lanling-Jan iUathieu De vergetelheid is de balsem der smart. mnove schenen de Vlaamsche Volksalmanak Gedachten, 't weer we [lees in Meer Vreugde door Bisschop Keppler |!t gaat met de genieten der wereld, als met hare goe- esIndien men ze bezit, dan bezwaren ze; indien gze bezit, dan besmetten ze; wanneer men ze verliest, kwellen ze. Heb een goed geweten en ge zult al- de vreugde bezitten. Wanneer er éen vreugd in tereld is, dan bezit haar gewis de reine van harte. De Socialist Jaurès schrijftHoe dor en droef is het «i, zonder een hooger Ideaal. Een hoog Ideaal is liefde den Evenmensch, maar nog duizendmaal hooger Is rein godsdienstig ideaal. Keizer Alexander van ■land had in zijn leven van pracht en vermaken zijn Isdienstig geloof verloren veor den grooten Veldslag n 1812 liep hij ongerust en gejaagd; toen leefde een tere mevrouw Krudenier, die haar leven overbracht om (gelukkigen te helpen en daarbij zeer godsdienstig was; (schreef aan den Keizer van Rusland in zeer eenvou- Ige woorden over de genade Gods, ons overvloedig ver- (end door de dood van Ons Heer. De Keizer ontbood die •rouw, sprak lang met haarhij keerde terug tot het (nvoudig Geloof zijner jonkh if en verklaarde den rede en 't geluk des herten te hebben weergevonden. ji ons groote Kerk begint Zondag een groote Zending, 'riester Daens die altijd en nog meest cp zijn Sterfbed gedurig zegde aan zijn Vrienden Blijf vrije Democraat, Maar ook goede Kristen, jekerlijk zijn vurige wensch dan in de Predikatie alle ioiitjek, alle aanranding streng vermeden worde, maar lok dat alle Demokraten zouden deel nemen aan de Missie. De Sermoenen zijn 's morgends ten 5 ure, ten jure en 's avonds ten 8 ure Vlaamsch Sermoen, en onder Lof van 5 ure Fransch Sermoen. De Katholieken ran Aalst vergeten dat er alle dagen een 10-ure-Mis js. Over 15 jaar een Pater Capucien preekte hierVoor den Oodsdienst moeten wij geen Katholieken hebben, maar (fristenen. I Men is voor A. S. of men is er tegen. Er is geen midden, i Wij hebben reeds per brief de vraag gesteld aan den beer Lodewijk de Bethune. Dien heer achtte zich te hoog om ons te antwoor den We kunnen er ons gemakkelijk in troosten, alhoe wel we meenden van een eêlma'n 'n fatsoenlijker, be leefder en openhartiger houding te mogen verwaeh- ten. Vóór de kiezing dierf den heer de Bethune ziek voorstaander van A. S. noemen. Na de kiezing blijft hij stom als 'n visch Hij zegt niet NEEN Hij zegt niet JA. Moeten w'er uit besluiten dat de heer Lodewijk dz Sethune aan de zaak onverschillig blijft en zijne kies- beloften verloochent s Naar we vernemen zond het Gemengd Komiteit voor A. S. den heer Baron Lodewijk de Bethune een brief zijne medewerking vragende voor de beweging «n A.S. deen antwoord Waarlijk, dat overtreft alles Aan de Kristen Demokraten, geen antwoord en aan het Gemengd Komiteit nog min Ecce homo Aanzie de man Werklieden, Landbouwers, ziedaar uw verdediger, aiedaar den Volkskandidaat, Baron Lodewyk de Bethune Wanneer de strijd volop in gang gaat, de hetr Ba ron zwijgt., zwjjgt Duizende arbeiders schonken hem hunne stem, maenende in hem 'n verdediger, 'n Volksman te vin den... EN HIJ ZWIJGT Is hij voor A. S. is hij er tegen 'k Weet het niet, den heer Baron weet het mis schien zelf nietHy zwijgt Van zulke Volksmannen, o HeereVerlos ons AALST, den Zaterdag (Marktdag) van S tot 10 ure, alken Zondag van 10 tot 12 uren. NINOVE. Eiken Dynsdag (Marktdag) van 8 tot 11 en half. SOTTEGEM. Eiken tweeden Dijnsdag der Maand van 9 tot 11 ure, by de W* Brunfaüt en in Hillegem. Lijkrede door Prosper De Sadeleer Waarde Vrienden, Onvolmaakt zal Ik mijne taak vervulbn die mij is op gedragen door de Visschersmaalschappij De Schelde- vrienden, om op dit heiig plekje grond, die voor eeuwig het stoffelijk overschot van onzen diepbetreurden vls- scher-broeder Jan Mathieu insluit, een laatste hulde te brengen. Onvolmaakt zeg ik, ja wie zou kunnen al diegrootsch- heid weergever, die in dit edel lichaam huisden, waar zou hij te vinden zijn die Jan Mathieu hier naar waardein woorden zou kunnen schilderen. Ik voel mijn eenvoudig werkersbrein te nauw om al die gaven op te sommen, die opoffering voor zijnen Evenmensch, al die Broederliefde, de edelheid van zyn karakter, die verstandelijke blijken van menschheid, de werkzaamheid^ teedere gevoelens van trouwheid voor zijne dierbarjjfcade, de zorgen voor beeldig leven voor zijn geiiefde'Troost, dit alles is mij onmogelijk naar waarde te schetsen, maar ik denk dat het overbodig is. Wie kende jan Mathieu niet. wie minde hem niet, al wie met Jan in aanraking kwam voelde zich getrokken tot hem, allen waren de vrienden van Jan en jan was de vriend van allen. En wat gezegd wat Jan was in onze maatschappij. On der zijn wijs belijd groeide en bloeide ze. Jan wist in alles tusschen te komen om de hevigste moeilijkheden op min nelijken voet te slechten, onder zijne werking wierden de broederbanden nauwer toegehaald, steeds met den grim lach op de lippen, altijd met een zachte toegevendheid wist Jan de leden in een ware naastenliefde te brengen, elkander te beminnen, te steunen, waar hij 't zinnebeeld van was, en zoo een Broeder, een Lid, moest de ijsselijke docd ons ontnemen, nog in een jeugdigen ouderdom, jan, waarom moest gij, en wij hadden u nog zoo noodig. Waarom konden de liefderijke zorgen uwer Vrouw en Kinderen u niet redden Waarom waren de beste werkingen der wetenschap onmachtig Waarom bleven de smekingen en gebeden uwer ontel bare vrienden en kennissen onbean woord Wij troosten ons en denken dat Hij die de Rechtvaar dige lief heeft nief langer kon wachten uwe deugden en roemvol leven te beloonen. Duurbare Vriend Jan, voor al die grootsehheid en edel heid die gij voor onze Maatschappij hebt gedaan, hebben de Leden er aan gehouden het hunne bij te brengen tot het aankoopen van dit kenteeken, die voor ecuwig ons de plaats zal aanwijzen waar uw sierlijk gebeente ,rust, iot het planten van een Kruis, het zinnebeeld der liefde, de weerspiegeling uws karakter. Edele Vriend, wij gaan u vaarwel toeroepen, maar niet voor eeuwig, o neen, want telkenmale wij dezen dooden- akker zullen betreden, wanneer wij maagd of vriend ter eeuwige rustplaats zullen geleiden, zullen wij niet nalaten een pijnlijk bezoek aan uw Rustplaats te brengen dan zullen op uw graf de maagdeliefjes bloeien, rein als uw ziel ontloken, en door die bloemen zullen wij uw beeld op dit Kruis als eene lenteroos aanschouwen, dan zullen wij nog uwe daden gedenken en de leemte meten die gij in onze maatschappij hebt gelaten, dan zullen onze oogen door de tranen verduisteren en een zachten en pijnlijken vaarwel nogmaals onze borst ontvlieden. Edele makker, duurbaie vriend Jm, die wij allen zoo lief hadden, ik wensch u in den naam onzer Maatschappij dat gij een zalige slaap zoudt genieten onder de schadu- we van dit Kruis, u uit liefde en erkentelijkheid opge dragen. Wij wenschen u Jan, dat de aarde u zou licht wezen. Wij wcnschen u Jan, dat gij zacht zoudt rusten onder dit kille gras. Wij wenschen u Jan, dat gij het dal van tranen zoudt hebben verlaten voor c-en beter vaderland. Vaarwel Jan, vaarwel 1 Sis de macht en het leven onzer liHiiifzvmls Volkspartij... De beken en rlvie- icuiiiuiiua re„ voeden de groote stroomen.. Dat elk meêhelpe en het Steunfonds zal wonderen uit werken... Waarvoor dient het Steunfonds Voor de er kingen der Volkspartij, gedurig en aanhoudend, ua propaganda te maken in de Kantons Sottegem en Geer aartsbergen, door Meetingen, door Schriften en Mani festen... Geliefde Demokraten, ik bid u daarvoor te wil len zorgen; Huismoeders en Jonge Dochters, gelief dit schoon en groot werk aan te moedigen. IV'irmva In Je Drukkerij Van den Abeele is ver- letterkundig en aangenaam, prijs 0,10 c. Wordt aanbe volen. Die Drukkerij en Lokaal der Demokraten is nu Verplaatst, 2 huizen verder, in zelfde straat, Stadwaarts, Wilskracht Is tr noodig om het goede te doen, maar nog meer om hei kwade Ie vermijden. En werk goed geschikt is een werk half verricht. zijn Siska. Trien, wordt zier en rensj. Trien. Siska, niê bakkanst Alderheilien en Alderzielen Siska. 't Is waar, Trien, Sinte Mertekes-Zomer, en 't is opgeva- ven met 't schoon weêr. De Winter! De Winter Trien. Patiencie, Siska, w'heb- ben 't alzoo gevonden en zullen bet alzoo laten. Siska. Mor, Trien, wat be- diedt dat die Soldaterij in ons Oilstj? Trien. 'k Vraag het mij ook at, Siska. Siska. Trien, 't is den eersten keer dat ik dft beleef Er zijn Gene- rols bij, Kornels, Ajedanten, Foeriers. Trien. Te peerd en te voet. Siska. Ze gaan de Stad rond, Trienen zien stra- bant rond, als of alles hier hunnen eigendom ware. Trien. Wat zijn ze van zin Siska. Hunne sporen rammelen oo de kalsel als blikwerk ze meten de Straten en de Markten af ze rijden te peerd om de groote Hotsteden en de Kastee- len te pottretteren. Trien. En wat zeggen ze Siska. Niets, geen woord, z'hebben een slot op hunnen mond. Trien. En de presompses Siska. Volgens d'een, Trien, ls 't om hier een Kamp van Beverloo te maken. Trien. En de Boeren en d'Hoveniers Siska. Trien, ik heb al mijn leven hooren zeg gen Voor sabels en trompetten wijken alle goede Wetten.. Er zijn er §ook die vreezen dat den Oorlog langs hier zou kunnen overkomen.. Ge wetj, Trien, dat z'al aan 't vechten zijn Trien. Is 't niet in den Oosten, onderwege (eru- salem, 4 A 5 klein Landskes tegen den Turk, die ouden vuilen ransel. Siska. - Ja, 't menschenbloed stroomt daar, 't werk- mansbloed. Trien. -- 'k Meinde, Siska, dat ze dat giagen overlaten aan de Tle- gers.. Het is toch te wreed ik zie van aan ons Waschkuip d'huizen kapot geschoten de grijsaards, vrouwen en kinderen gevlucht in do bosschen, met honderde en duizende jongens met kogels in hun lijf of 't lijf en den kop opengekapt, in den agonie vanden doodstrijd, op den blooten kouden grond.. Voor den gloriol van eenige groote koppen,. Hoe zijn de menschen toch niet wijzer Siska. Trien, de massa der werkende menschen heeft nog zoo weinig te zeggen; 't is zwoegen en zwee- ten en zwijgen. Trien. Siska, de Volksmacht moet er komen, ge lijk onzen Donsj altijd schrijft in zijn Gazetten en zegt in zijn Meetingen. Siska. Trien, sprekende van Donsj, zondag, Tk zag hem uitgaan. Trien. -- Hij is dus genezen, proficiat, en nog lange jaren. ..jJj Siska. Trien, dat is den wensch, eenparig,] Ge zaagt het op de straat. Hier en daar 'ne Woest ^die hem met oogen bezag als kogels. Trien. - Ware 't in hun macht, Siska, hij lag al lang op 't Kerkhof. .g Siska. - Maar tegen éenen Woe3te, er zijn.or vijftig die hem met de grootste vriendschap den hertelijken goeden dag toeroepen. iSS Trien. - Eu verdient hij het niet, Siska? Maar zeg eens, hebben ze den grooten Mijnheer nog niet, die met de prestance van 'ne Minister meer als dertig millioen gesto len heeft Siska. Dat is fameus, niet waar? En al 12 jaar dat het duurde en een massa Bankiers die hij bij den |bok heeft gezet. Trien. - Ze zeggen, Siska, fdat hij weggesto ken zit te Parijs; maar die gasten zijn fijn ons te stelen en fijn om te vluchten. Hoeveel posturen had hij veel slechte madoljen en voor elke madolje een kasteel. Siska, -'t Schoon weêr zal nu uit zijn, Trien, voor die plaasters. Ziet ze daar al jankende wegloopen. 30 millioen, keskejedi En weêral veel slachtolfer» Trien. - Siska, 'ne mensch die deftig aan zijn brood komt, is nog den slechtsten niet. Die niet veel heeft en kan niet veel verliezen. Halt, ze zijn daar met den kafié.. Smakelijk. Vansgelijken I

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1912 | | pagina 3