Afschaffing van het VERGUNNINGSRECHT Uit 't Land van Waas Den heere P. Daens, Volksvertegenw Ome eisch isGeen Legerwet, indien de rechten der Vlamingen niet geëerbiedigd won den. 16 Dec. 1912. Fantasie Gewone Groote keus Net verzorgd. Matige prijs. Te bekomen in ons Bureel Leven van Priester Daens Keukenboeken. Ja, hij is een galeiboef, en niet slechts is hij een dief, nu is hij ook een moordenaar geworden. Zijn hoofd moet onder het mes van den beul vallen. Hij noemt zich Ramoneau, doch dat is zijn ware naam niet. Hij heet Pierre RicardHij heeft den blinde in de Rijsselschestraat besto len, den portier vermoord... De booswicht liet een dierlijk gebrul hooren. De politiekommissaris stond als verstomd. De agenten wisselden onderlinge blikken van afschuw. Pierre R cardriep Louise op nieuw u t, aanschouw daarop het bed... daar, ellende'ing, het lijk van uw laatste slachtoffer De booswicht wendde het gelaat naar de andere zijde. Daar! gebood Louise op nieuw. Daar! Ik wil het Neen, neen mompelde de booswicht, ter wij! een siddering overgeheel zijn lichaam liep, die zijn bloed in de aderen deed verstijven. Dat men mij van hier wegleideSpoedigOn- middelijk Louise's oogen schoten vurige stralen. Een zonderlinge kreet ontsnapte aan hare borst eensklaps spro ;g zij op hem toe, even a's een panter zijne prooi bespringt, en rukte hem met geweld tot bij het bed voort. Opnieuw duwde zij hem met eene heesche stem toe - Zie. ellendeling Ziedaar! De oogen van den moordenaar vielen op zijn slachtoffer, doch even spoedig weer wendde hij die met afgrijzen af. Dat is niet genoeg, hernam Louise met eene stijgende woede, die haar volkomen meê- doogenloos maakte. Z e nog eens daar op het bedIk gebied hei u En zij dwong Pierre Ricard nog eens zijne raggen op het lijk te brengen. Ja, ja, stamelde hij, ik heb hem vermoord - Om hem zijne bankbriefjes te ontrooven Neen, om mijn zoon te wreken. godsdienstige all ongodsdienstige wil vernietigen en tlle meisjesonderwijs wit bemachtigendan heeft zij maar tlle vrije en aangenomene normaalscholen te sluitenqui veal la fin, veut les moyens - Doch zich verrijken met het geld dat hêt~vormen tan onderwijzeressen oplevert, en aan deze dan de baan der kroo twinning afsluiten, is toch wel de zoo hoog opge hemelde gelijkheid en vrijheid niet, die we in de nieuwe schoolwet te verwachten hebben I Vislettaarten kaartjes (fijnen Bristol) in een prachtdoosje kosten slechts Het groot WOORDENfJOEK-CALLEWAERT, volle dig Fransch-Vlaamsch en Vlaausch-Franseh 6,00 franco 6,50 PRIVILEGIE BN PREMIE door I'ieter Daens, Volksvertegenwoordiger, groot boekdeel in 8' 220 bl., dik papier met Portret en Fac simile 1,00 De Gemeentewet aangaande beslissingen die kunnen genomen worden <••1 Heeren Burgemeesters, Schepenen, Gemeente raadsleden, Secretarissen, Gemeente Ontvangers, Veldwachters, Policie- Arm- en Kerkraden door Thomas Lathouwers. 2,01 "'t Roek van PASTOOR KNEIPP of het leven van den wonderbaren man, alsmede voorscbrifiou en Raadgevingen over voedsel en kleeding, alsook om te verkloeken en te genezen door het water, 4" uitgave. 0,70 HANDBOEK VOOR LIJDENDEN of genezing zon de Geneesheer, door Rektér Van den Bosch 1,50 Het spaarzame Keukenboek door CauderiierWie mij zal lezen, zal koksbaas wezen. 4,00 Kleine Cauderiier, 1,00 Gebakken en Confituren, door Cauderiier. 2,00 De Belgische Keukenboek 1,00 Warme en koude Bowl's en van eenige warme en koude dranken 1,00 TITEL I. Ajiehaffing van het Vergunnings recht op de slijterijen van alcoholhoudende dran ken. Vestiging van taxes ten bate van het bijzonder fonds der gemeenten. Art. 1. Het vergunningsrecht op de slijterijen van alcoholhoudende dranken, gevestigd bij de artilen 4 tot 14 der wet van 19 Augustus 1889, wordt afgeschaft. Art 2. Ten bate van het bijzonder fonds der gemeenten, ingesteld bij artikel 1 der wet van 19 Augustus 1889 wordt gevestigd 1° Eene taxe op den binnenlandschen brande wijn van alle soort, ten verbruike aangegeven 2° Eene taxe, te voegen bij het bedrag der invoerrechten op den bnitenlandschen brande wijn en op de andere alcoholhoudende likeuren omschreven bij deze wet; 3» Eene taxe voor opening der slijterijen van geestrijke of gegiste dranken. Art. 3. De opbrengst der taxes gevestigd bij deze wet wordt, na aftrek van 5 t. h. voor kosten van beheer, aan het bijzonder fonds toegekend. TITEL II. Taxe op den brandewijn en de andere alcoholhoudende vloeistoffenmaatrege len van controle en van toezicht. Hoofdstuk I. Binnenlandschen brandewijn. Art. 4. De taxe op den binnenlandschen bran dewijn wordt gesteld op 10 centiemen per liter brandewijn hebbende eene sterkte van 50 graden van den alcoholmeter van Gay-Lussac, bij de temperatuur van 15 graden van den honderddee- llgen thermometer. Zij wordt betaald dadelijk bij de lichting van het document, waardoor de uitslag der koopwaar uit de stokerij, de distilleerderij ef het openbaar stapelhuis wordt toegelaten. Hoofdstuk. II. Ingevoerde alcoholhoudende vloeistoffen. Art. 5. De taxe op den buitenlandschen bran dewijn en de andere ingevoerde alcoholhoudende vloeistoffen wordt gesteld op 51. h. van het be drag der invoerrechten. Zij wordt toegepast 1° Op den brandewijn van alle soort 2° Op de likeuren, zonder onderscheid van graad 3» Op de hoeveelheid alcohol boven de 15 gra den van den alcoholmeter van Gay-Lussak, bij de temperatuur vau 15 graden van den honderd- deeligen thermoter, vervat in de wijnen die an ders dan op flesschen worden ingevoerd en onder artikel 4 der wet van 22 December 1903 bedoeld worden 4° Op de reukwaren onderworpen aan de rech ten van toepassing op de andere alcoholhoudende vloeistoffen 5" Op de producten bevattende ethylalcohol bij het tarief belast als andere alcoholhoudende vloei stoffen, met uitzondering der vernissen. De taxe wordt dadelijk bij de aangifte ten ver bruik geheven. Hoofdstuk III. Algemeene bepalingen, ver schillende bepalingen. Art. 6. Alle uitslag van brandewijn uit eene stokerij of uit eene distilleerderij, en alle vervoer, binnenlandsche of bultenlandsche brandewijnen of likeuren, moet door een document gedekt zijn vervullende de voorwaarden die in uitvoering van artikel 7 zullen bepaald worden. Dit document vergezelt de koopwaar en moet, onderweg, op alle verzoek der agenten van het beheer vertoond worden. Art. 7. De Regeering is gemachtigd om het vervoer van den brandewijn en de likeuren aan regeling te onderwerpen en om bijzondere maat regelen van toezicht te nemen ten einde de heffing te verzekeren der rechten en taxes, we'ke op ge melde producten gevestigd zijn. Zij mag, namelijk, aan de beheeren van spoor wegen, tramwegen, schepen en andere bestel diensten, het vervoeren van gemelde producten zonder dat zij door het gevorderd document ver gezeld zijn ontzeggen. Art. 8 De stokerijen en de distilleerderijen mo gen slechts eenen enkelen ingang gevende op den openbaren weg hebben. Een bureel, gevestigd in de nabijheid van den ingang, door de zorgen van den nijveraar, vol gens de bepalingen voorgeschreven door den Minister van Financiën, wordt uitsluitend ten gebruike der beambten van het beheer gesteld deze hebben er alleen den sleutel van. De Minister kan, onder de door hem bepaalde voorwaarden, afwijkingen van de twee voor gaande leden toelaten. Art. 9. De bepa'ingen van artikel 86, 2 der wet van 15 April 1896, betreffende de opnemingen in de distilleerderijen, worden van toepassing gemaakt op de stokerijen, alsmede op de maga zijnen van de handelaars, van de makelaars en, in 't algemeen, van al degenen die verzendingen doen van brandewijn ot van likeuren. De Minister van financiën regelt de bepalingen tot uitvoering in verband met deze opnemingen. Art. 10. De artikelen 129, 139, §§1 en 2, rn 144 der wet van 15 April 1896, worden, voor de uitvoering der voorgaande artikelen, van toepas sing gemaakt op de stokers, distilleerders, fabri kanten van likeuren of reukwaters, handelaars makelaars, voortverzenders of andere personen die brandew'ijn of likeuren voorhanden hebben. Hoofdstuk IV. Straffen. Art. 11. De verschillen In meer of minder over treffende 3 t. h., die door de opnemingen bij de stokers, distilleerders, fabrikanten van likeuren of reukwaters, handelaars, makelaars en voort- verzenders worden vastgesteld, zijn strafbaar met eene boete gelijk aan het vijfvoudig bedrag van den accijns en van de taxe bij deze wet gevestigd, berekend over de in meer of in minder bevonden hoeveelheden. Ongerekend deze straf, is betaling van den accijns en van de taxe in verband met gemelde hoeveelheden steeda vorderbaar. Art. 12. Alle vervoer en alle voorhanden heb ben van niet door geldige documenten gedekte brandewijn of likeuren hebben toepassing der bepalingen van de artikelen 19 en 22 tot 25 der wet van 6 April 1843 op d« beteugeling der smok kelarij ten gevolge. De straffen voorzien bij arti kel 26 der wet van 6 Augustus 1849 op den door voer worden daarenboven toegepast op het ver voer van brandewijn of likeuren. Art. 13. Weigering van te voldoen aan een wettig bevel wordt gestraft met eene boete van 1000 lot 5000 frank. Art. 14. Alle «vertreding niet vsorzien bij de artikelen 11, 12 en 13, en alle inbreuk op de voorzieningen door de Regeering of door den Minister van financiën getroffen in uitvoering der bepalingen van dezen titel worden gestraft met eene boete van 1000 tot 5000 frank, ongere kend, waar het te pas komt, de betaling van den accijns en van de taxe, die ontdoken worden. TITEL lil Bepalingen betreffende het houden der slijterijen van geestrijke of gegiste dranken, openingstaxe dezer slijterijen. Hoofdstuk I. Bepalingen betreffende het houden der slijterijen. Art. 15. 1 Mogen, noeh in persoon, nsch door tusschenpersoon, geestrijke of gegiste dran ken in het klein slijten 1« Zij die niet ten volle hebben afbetaald hunne belastingen geboekt in de kohieren der recht- streeksche belastingen van het voorgaande jaar, of de gemeente- en provincletaxes op de drank- sliiterljen voor hetzelfde jaar. Dit verval van recht wordt opgeheven van den datum af der betaling van deze belastingen en de openingstaxe wordt niet gevorderd Indien de slijterij niet langer dan zes maand jn is gesloten gebleven 2° Zij die tot eene crimineele straf werden veroordeeld 3" Zij die veroordeeld werden voor een der misdrijven voorzien bij artikelen 368 tot 391 van het strafwetboek 4» Zij die een huis van ontucht of eene inrich ting van bedektelijke pros'itutie houden of heb ben gehouden. Mogen niet gelast worden, als aangestelden, van het houden der slijterij vaor rekening van eenen derde, zij die zich in een der gevallen be vinden voorzien bij nr 2, 3 en 4 van dit para graaf. 2. De bepalingen van nr 2, 3 en 4 van 1 van dit artikel zijn niet van toepassing op de slijters gevestigd voor het in werking treden dezer wet, hetzij uit hoofde van de veroordeelin gen die zij vroeger zouden beioopen hebben ten gevolge van achtervolgingen aangevangen vddr het inwerkingtreden dezer wet, hetzij uit heofde van het feit vroeger een huis van ontucht of van prostitutie gehoudeu te hebben. 3. Worden beschouwd als tusschenpersonen, de echtgenoot en de verwanten in de op- en nedergaande lijn luwonende met den persoon wiens het recht tot slijten vervallen is. Art. 16. Elke slijterij van geestrijke of gegiste dranken, die, te rekenen van het inwerktreden dezer wet, geopend wordt, moet in het belang der openbare gezondheid en zedelijkheid, beant woorden aan bijzondere elschen, inzonderheid ten aanzien van de ligging, de oppervlakte, de hoogte, de luchtverversching, de lichttoetreding, de verdeeling binnenshuis en de binnenplaats Deze eischen worden bepaald door een ge meentereglement of, bij gebreke van behoorlijk goedgekeurd gemeentereglement, door een mo delreglement bepaald bij koninklijk besluit. Hoofdstuk II. Vestiging der openingstaxe; bedrag, opvorderbaarheid, enz., verschillende bepalingen. Art. 17 Het bedrag van de openingstaxe der slijterijen van geestrijke of gegiste dranken in het klein wordt geregeld alsvolgt 300,frank in de wijken, gemeenten of agglo meraties hebbende minder dan 5000 inwoners 400 frank in de wijken, gemeenten sf agglome raties van 5,000 tot 15,000 inwoners 500 frank in de wijken, gemeenten of agglome raties meer dan 15,000 tot 30,000 inwoners 750 frank in de wijken, gemeenten agglome raties hebbende meer dan 30,000 tot 60 000 in woners 1,000 frank in de wijken, gemeenten cf a,glo- meraties van meer dan 60,000 Inwoners. Een koninklijk besluit bepaalt welke gemeenten of gedeelten van gemeenten eene agglomeratie uitmaken, wat betreft de toepassing van dit artikel. De in aanmerking te nemen bevolking is vast gesteld door de jongste tienjaarlijksche volkstel ling bekend gemaakt voor het jaar der opvorder baarheid. De taxe wordt voorde reizende slijlerijen een vormig op 5c0 frank gesteld. Art. 18. Wordt beschouwd als slijterij in 't klein, ahe inrichting of lokaal «aar dranken verkocht worden voor verbruik ter plaatse, onge acht of het lokaal gevestigd zij of niet, en of de slijte> ij doorloopend of bij afwisseling gehouden wordt. Door reizende slijterijen zijn te verstaan de zulke die gehouden worden in booten, schepen, spoorwegrijtuigen of andere, ii kermiskramen loodsen, tenten of andere Inrichtingen die door gaans van de eene naar de andere localiteit wor den overgebracht. Art. 19. De taxe is door eiken nieuwen slijter verschuldigd. Worden beschouwd als nieuwe slijters 1° Degene die eene nieuwe slijterij opent of eene bestaande slijterij overneemt 2" Degene die eene slijterij welke gestoten ge weest is opnieuw in exploitatie stelt. Uitzondering wordt gemaakt in geval de slij terij, gesloten op grond van overmacht, binnen de zes maanden door denzelfden persoon opnieuw in exploitatie wordt gesteld 3* Degene die zijne slijterij van uit eene ge meente naar eene andere gemeente overbrengt die de eerste niet aangrenst of geen deel uitmaakt van dezelfde. Art 20. I Worden niet beschouwd als nieuwe slijters 1» Degene die, in hetzelfde lokaal, de slijterij voortzet, welke door zijnen echtgenoot gehouden werd 2» Degene die in hetzelfde lokaal, de slijterij voortzet, welke hetzij door zijnen vader, zijtiir moeder of anderen blosdverwant in de opgaande lijn, hetzij door zijn bloedverwant in de dalende lijn gehouden werd 3° Degene die, deel uitgemaakt hebbende van een genootschap of gemeenschap ten voordeele waarvan de slijterij gedreven werd, de slijterij, in hetzelfde lokaal, voor eigen rekening voort- houdt 4° Degene die zijne slijterij naar een ander lo kaal in dezelfde gemeente overbrengt. S 2. De slijter ep wien een der gevallen van dit artikel toepasselijk is, is gehouden, binnen de vijftien dagen, van de verandering aangifte te doen ten kantore van den ontvanger der belastin gen van het gebied. Art. 21.I. Indien eene slijterij, voor rekening van eenen derde, wordt gehouden door eenen zaak voerder of anderen aangestelde, wordt, vaor de toepassing der taxe, de lastgever alleen als slijter beschouwd. 2 In geval van verandering van den aange stelde, is de lastgever gehouden aan den o tuin der belastingen van het gebied daarvan a; ■gifts te doen voor den dag waarop de nieuwe aange stelde zijne betrekkingen aanvaardt. Art. 22. Ten minste 15 dagen voor dat hij zijns explatatie begiet, dient de nieuwe slijter, bij den ontvanger der belastingen van het gebied, eene aangifte In van opening, van overneming of van heropening, In den vorm vastgesteld door den Minister van Financiën. Deze aangifte wijst nauwkeurig de ligging der slijterij aan. Zij raat vergezeld van een bewijsschrift van de gevoegde gsnieente-overheid, ten blijke 1» Dat de slijterij aan de voorwaarden voldoet krachtens artikel 16 geeischt Dat de slijter zich niet bevindt in een der ge vallen van uitsluiting voorzien bij artikel 15, n™ 2,3 en 4, dezer wet. Art. 23. S 1. De taxe wordt dadelijk bij de In diening der aangifte in eens betaald. Echter, in geval van geschil of wanneer aan vullende inlichtingen noodlg zijn, wordt de taxe betaald na waarschuwing van den ontvanger be richtende de eindaanvaarding der aangifte. 2. Dan alleen geeft het pas aan teruggave wanneer het ambt niet uitgeoefend werd. Art. 24. Alle bezwaar in zake openingstaxe moet op straf van verval, binnen de drie maanden na de betaling worden ingediend bij den provin cialen bestuurder der rechtstreeksche belastingen, die door eene met redenen omkleede beslissing uitspraak doet. Tegen deze beslissing mag hooger beroep of beroep in cassatie worden ingesteld in don vorm en binnen de termijnen bepaald in zake recht streeksche belistingen. Hoofdstuk lil. Strafbepalingen. Art. 25. 1. Worden gestrafl 1» Met eene boete gelijk aan tweemaai de taxe, overminderd de betaling dezer laatste, jelke over treding van artikel 16. 2° Met eene bo.te van 300 tot 1000 fra nk. a) Elke overtreding van art. 15, I, door iederen persoon die zich bevindt in een der ge vallen voorzien bij n. 2, 3 en 4 van dit artikel. Daarenboven wordt de sluiting van de slijterij uitgesproken is de slijter slechts huurder, dan mag de ten uitvoerlegging van dezen maatregel voor zes maanden worden verschoven b) Elke overtreding aan artikel 16 of van maat regelen genomen tot uitvoering daarvan 3" Met eene boet van 26 tot 100 frank, de over tredingen a) Van 2 van artikel 20en van §2 van art. 21; b) Van artikel 15, 1, door eiken persoon dte zich in het geval van nr 1 van deze paragraaf be vindt c) Van alle bepaling dezer wef waaromtrent geene straf in bijzonder wordt voorzien. 2 Bij niet betaling wordt, voor de overtre dingen bedoeld onder n" 1 cn 2 van dit artikel, de boete vervangen door eene gevangenisstraf van ééne tot drie maanden en, voor die voorzien onder nr 3 van dit artikel, door eene gevangenis straf van acht dagen tot eene maand. S. Ingeval van overtreding van artikel 15, 1, u. 1, van artikel 16 of van artikel 23 kan dè sluiting der slijterij worden uitgesproken hetzij tot na betaling der belastingen, der taxes, als mede der boeten, hetzij tot het oogenblik waarop (Zie vervolg 4e bl. 2« kol.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1912 | | pagina 3