'1
Over 't Kaatsspel Aalst
BOEKWERKEN
haai* werk en hare zending,
Mijn laatste Plicht
El£i\ KA SERA1
Aals'. - De
*azigaard
1
Het recht dei
Vlamingen.
het mooie Stadhuis. Niemand had het gezien en de eer
van de Aalstersche fietsers is veil gebleven.
Gelukkig niets is gebroken. De fiets is ongedeerd en
de vrolijke lach van Jan stelt ons gerust aangaande zijn
toestand.
Wij rijden voorts naar de Statie. Reeds is een café
open, (immers daar ook zijn veel reizende Werklieden die
vroeg moeten vertrekken). Er wordt daar vrolijk gespijs-
terd en een nog vrolijker wip geslagen. Postkaarten voor
familie en kennissen worden opgestuurd. En vooruit naar
Hulst 1
Een schoone effeiie baan, omringd van weelderige vel
den en weiden, waaruit opstijgt een verkwikkende reine
geur. Vogelkens die zingen, deurkens die ontsloten wor
den en nog half-slapende menschen die verwonderd op
kijken naar de zeven fietsers die er flink op door trappen.
Langs St Paulus, Kemzeke, Voorhout, La Trompe,
bereiken wij St Jans- Steen (Hollandsche Grens.)
Hier een kleine halte. De fietsers verfrischen zich; han
den en aangezicht wordt gewasschen. Aan de waardin
wordt gevraagd onder meer
Kent ge Notaris Van Dalsum
O ja, was 't vriendelijk antwoord, 't is 'n doodbrave
man. Hij is heel goed voor de arme lui'. Maar de rijke luï
moet er niet van hebben, hoor.
Ook sommige Geestelijken hebben het erg op hem.
De Aalstersche fietsers bezien elkaar en in ieders hart
ligt dezelfde kreet Is het dan toch overal zooals bij ons,
dat men lijden moet-en vervolgd wordt, als men staat aan
de zijde der kleinen!
We zijn over de Gren, zonder het te weten. Aan het
Tolhuis stoppen wij; een bediende treedt buiten en be
leefd groetend, klinkt het U hoeft niet te stoppen, hee-
ren
De eerste hollandsche toonen klinken zoet en beleefd.
De eerste indruk is opperbest.
Hulst ligt voor ons. Langs 'n groote poort trekken we
de Stad binnen, 't Is half 6. 49 kilometers scheiden ons
van Aalst.
Hulst Zoo lang betracht, eindelijk we zijn er zon
der ongelukken, zonder gekwetsten, zonder braak Hoe
ra Langzaam, als echte toeristen, rijden we de stad
door. We rijden voorbij het huis van Notaris Van Dal
sum. Straks komen we de moedige man groeten.
We komen aan de Roomsch Katholieke" Kerk. We tre-
d;n binnen om den zegen te vragen voor onze reis, onze
familie en vrienden.
Dan naar het hotel Graanbeurs, alwaar een lekker
hollandsch druppeltje ons opknapt.
Langs de hooge vestingen rijden we de stad rond.
Daarna een toertje in de stad, langs de volkswijken
zeer ellendig. We bemerken nochtans veel scholen en
vooral bewonderen wij een heel mooie VAKSCHOOL.
Hulst telt 3100 zielen.
Dan terug noar de «Graanbeurs.» Een lekker ontbijt
wacht ons. Fijn hollandsch brood met supra-fijne boter
en kaas. De fietsers doen eer aan de tafel.
Daarna een vrolijk wipspel op zijn hollandsch. Weg
sturen van een vloed aanzichtkaarten en een telegram
voorde vrienden van Aalst.
xj^n dan een bezoek aan Notaris Van Dalsum,:zoo mees
te rli|k%cschreven door Van den Bruele.
Na menig fleschje «Java-bier» geproefd te hebben, de
fietsers beraadslagen Wat gaan we doen Gedachten
worden vooruitgezet en uit de botsing dei gedachten
spruit het,dat we reizen naar Sas-van-Gent om een broe-
dergroet te brengen aan een anderen goeden hartelijken
Vriend.
Zoo gezeid, zoo gedaan.
't Is 11 uur. Langs een regelrechte baan, onder eene
brandende zon rijden wij vooruit, met kloeken moed. Ge
durende 19 kilometers moeten wij langs dien [eenzamen
weg voortsrijden. Het zweet breekt uit. De spieren wor
den stram. Geen huisje, geen dorpje, niets', dan ginder
ver, ten einde van den eindloozen horizon eenige fabriek-
zijn evenbeeld in vrijheid, in denkwijze, in
eeuwig bestaan; de metisch die op de aarde
zijn proeftijd beleeft; de Schepper, die den
smaak in spijs en drank heeft gelegd, de
schoonheid in bloemen, planten en landschap
pen, de vrolijkheid, de vreugd, de verheffende
gedachten in de ziel der menschen, die godde
lijke Almacht heeft een bijzondere zalige
vreugd gelegd in 't weldoen aan den lijdenden
en het oprechten van den gevallen mensch.
Onze Volkspartij neemt dit aan als
want anders zou zij ophouden een KRISTENE
Volkspartij te zijn. Over den Zaiigmaker staat
geschreven Hij ondersteunde de zwakken, de
armen, de kleinen; Hij verdedigde het Recht
Hij weende als hij de arme menigte zag.
En wie strijdt voor de zwakken, voor de
kleinen Wie verdedigt de Franschmans de
Brusselmans de nederige arme Werklieden
van den Spoorwegdienst, Laders, Lossers,
Rangeerders, Rijtuigpoetsers, Kabien mannen
Wie heeft als Perels aan hare kroon De Zie
kenfondsen, de Vakvereenigingen Wie zoekt
gedurig naar nieuwe middelen om het leven
der Arbeiders te verzachten Is het de Kristene
Volkspartij niet
O'hebt nu hare nieuwe Vereeniging
om hulp te brengen in werkende Gezinnen, als
de Dood er Vader of Moeder heeft weggeno
men. Ware die inrichting beter gekend, elk zou
er willen deel van tnaken.
Hoe komt dit te pas, zal men zeggen, in dees
Verhaal
Ziehier de uitleg
Bij de Kristene Democraten heerscht Vrede
en gulle Vreugd, omdat het weldoen aan den
Evenmensch er de hoofdzaak is... Die inwen
dige vreugd spoort aan, om gedurig verder te
gaan op dien weg 1
Zoo ook bij den Geneesheer van Anderlechtj
schouwen, die ons herinneren dat we niet zijn in den
Sahara.
iZouden wij bezwijken Het vrolijk gezwets van daar
straks heeft plaats gemaakt voor eene pijnlijke stilzwij-
genheid.
Oef, zoo warm Neergebogen op den stuurstang van
onze fiets, loopen zware zweetdruppels langs onze wan
gen. Onze boezem jaagt. Het bloed klopt in onze slapen.
De beenen gaan zoo gezwind niet meer op en neer.
Maar wat is er Zie, Bert vertraagt. De jongen is niet
in zijn schik. Zichtbaar moet hij veel geweld doen om
voorts te kunnen. De moteur en gaat niet. En 'geen huisje,
niets dan eene slechte velobaan, niets dan velden en hoo
rnen, eene brandende zon en ginder ver fabriekschouwen
die even ver van ons af blijven en schijnen te vluchten
naarmate wij naderen.
God dank, tusschen een troepje boomen, we zien een
huisje. Hemel, 't is 'n herberg. We zijn gered. We val
len binnen. We zien er uit of we uit 't water kwamen.
Eenige stonden gerust, een lekker glas melk gedronken,
elkanders gemoed wat opgebeurd en vooruit.
We rijden door Zuiddorpe en Westdorpe. Hoera, we
zijn te Sas-van-Gent; 't lijden is voorbij.
Onze goede vriend is verrukt ons te zien. Hij brengt
ons naar een goed restaurant, want de honger deed zich
gevoelen. Wij spijstere sturen kaarten, rooken lekkere
hollandsche cigaren, klappen, wandelen, ontmoeten an
dere vrienden die ons geestdriftig spreken over Aalst, de
kiesstrijd, de prachtige uitslag; die ons gelukwenschen en
ons hunne bewondering uitdrukken voor de Demokraten
van Aalst.
Helaas, weldra kwam het uur van scheiden, 't Is 4 ure.
Een dreigend onweer hangt boven ons hoofd. Het
wordt bang. Soms begint de wind onstuimig te blazen.
We zijn 25 kilometers van Gent en 52 van Aalst. Langs
het kanaal ligt een schoone effene trekweg. Het onweer
dreigt meer om meer.
We springen op den fiets en trappen er duchtig op los
om te Gent te zijn voor het onweer losbreekt. Op min dan
eene uur staan we te Gent. 't Is bijna een record.
Daar een bezoek gebracht aan vriend Advokaat Hector
Plancquaert, die ons gulhartig ontvangt. Een lekker
verfrisschingsken brengt ons terug op ons spel. We ver
tellen onze reis, geven onze indrukken.
En dan door de Stad, langs Ledeberg, Quatrecht, (al
waar vriend lange Jan demarreert, .wegwipt en maar
ingehaald wordt te Oordegem), Melle, Oordegem, Eron
degem, Erpe, landen we te Aalst-Nieuwstraatpoort aan.
Sedert 20 uren zijn we afwezig, 119 kilometers hangen
in de beenen zonder de omwegen.
Nochtans al de fietsers zien en frisch uit. Polle en Jan
verwonderen ons door hunne opgeruimdheid. Bert is wat
bekomen. Sander kan het maar niet gelooven dat hij dien
weg heeft kunnen afleggen. Allen zijn verrukt.
We rijden naar't Lokaal. Talrijke vrienden zijn er en
een vriendelijk handgeklap weerklinkt bij de intrede der
fietsers.
We worden omringd, geluk gewenscht en aanstonds
moeten we vertellen en nog vertellen aan Familie en
Vrienden.
Sommigen kijken ongeloovig op. Maar als we de hol
landsche cigaren te voorschijn halen en laten proeven,
moeten allen bekennen en zijn overtuigd.
Schoone aangename reis. Lang zal zij in ons geheugen
geprent blijven. Lang zal de herinnering van {Iie eenige
uren doorgebracht op hollandschen bodem,'Te midden
van hollandsche vrienden ons zoet en aangenaam bij
blijven
En later, veel later, als 't God belieft, als we zullen ge
zeten zijn 's winters, achter de stoof, met de slaapmuts
op 't schuddebollend hoofd, zullen we nog, met van aan
doening bevende stem, voor onze naneven het verhaal
ophalen uit onzen jongen zonnigen tijd Ja, kinders,
't was in 1914.. Grootvader trok per fiets 's nachts naar
Holland... We waren met ons zevenen.
is een plaats in welke men de jonkheden opsluit gelijk in
een gevang, om ie Ieeren vechten, minken en moorden...
Dat men de poorten der Kaserns open zette en elk vrij
late, hoeveel zullen er blijven
DEN OORLOG
is een afschuwelijke misdaad. Menschen dwingen in rijen
te staan, van weêrskanten doen schieten met kanon en
mitraljeuzen de rangen der soldaten verdunnen, gansch
wegmaaien, gelijk inden oogst de koornhairen Is dat
militaire trots Neen, 't is monsterachtige wreedheid
Moest het nog eens Oorlog worden, dan zal de Volks
woede losbersten tegen de plegers der Oorlogen.
Die den Soldaten-drift opjagen en ophemelen, zijn de
grootste vijanden der Samenleving.
De bevolking van Frankrijk en Duitschland.
Duitschland telt thans meer dan 68 millioen inwoners.
In 10 jaar tijds verhoogde de bevolking met 8 millioen.
Frankrijk blijft stilstaan met 39 millioen.
Een schutter van den tweeden ban der burgerwacht te
Hasselt, had voor eene bijeenkomst, een oproepingsbrief
ontvangen. Hij bleef thuis. Hiervoor had hij te verant
woorden, doch hij deed gelden dat de oproepingsbrief in
't Fransch was opgesteld en hij niet verplicht was die
taal te verstaan, vermits het Vlaamsch de officieele taal
is der burgerwacht van Hasselt.
De man werd met klank vrijgesproken.
die mij zou willen verscheuren in de Liberale Volksgazet,
wat zegden van hem over ettelijke jaren de bijzonderste
liberale kopstukken Hij brengt ons ten onderen, zegden
zij, door zijn roekelooze Meetingen. In plaats van de
Volksbelangen te behertigen.hij randt de Schepping aan.
Zoo had hij o. a. een Meeting te Moorsel hij wilde aan
de Boeren uitleggen dat de wereld van zelfs gekomen is..
Over duizende en duizende en duizende jaren, een aard
klomp was langzaam hervormd en planten, dieren en
menschen geleverd... De eene aanhoorder ging weg ach
ter den anderen, er. op den duur had men nog 5 aanwe-i
ziven. -F
Dorus. Dries,
op de Kaatsspelen
geweest
Dries. Van
zelfs Dorusdat
mankeer ik nooit, ik
zou nog mogen half
ziek liggen.
Dorus Zoo besta
ik ook, Dries, dees
jaar goed weêr,
veel Volk en schoon
gespeeld.
Dries. Perti-
culier op de Espla
nadeloyale con
cordance schoon
spelen, felle kam-
ping.
Dorus. Elk had
er zijn behagen in, Dries
Dries. En 't werd avond zonder dat iemand het
wist; en de prijzen moesten verdeeld worden.
Dorus. Maar, Dries, op d'Houtmarkt?
Dries. Ja, waar Sint Joannes Pommucemus staat.
Dorus. Wat is dat daar geweest, Dries
Dries. Grooten esklander, Dorus 1
Dorus. Kaatsers ondereen 1
Dries. Neen, Dorus, tegen de Juré's geroep en
geschreeuw wel dikke 5 minuten Bedriegers 1 man
nen van konkelfoes 1 En meer vijven en zessen. Er
waren Jurés die daar zoo bleek zaten als de dood van
leperen., 't Spel was bijna kapot, 't ging allaguerre
zijn.
Dorus. G'heel de Stad is er vol van geweest.
Dries. Ja, achtereen moest de Gendarmerie ko
men.
Dorus. Eu wat was eigentlijk 't finaal van dien
bazaar
Dries. Hoort, Dorus, ik heb ervan gesproken
met gesprofeste kaatsers, recht voor de vuist, die geen
stroo alom zouden gaan. Laken speelden tegen Je-
mappe.
Dorus. Laken met Moens van Herdersem.
Dries. Ze waren 5 spelen en 40, alle twee. La
ken gaat op. Maar hier moet ik u zeggen dat jemappe
nog al over de schreef van opgaan had geloopen.
Doch niemand had gereklameerd."
Dorus. Moest de juré er dan tusschen komen
Dries. Mocht hij De Juré zetelt daar, om over
de opgeworpene geschillen te oordeelen.
Dorus. Com-de-just.
Dries. Hoort nu verder Laken gaat op, de kaat
ser loopt over de schreef, misschien verder dan Jemap
gedaan had, de bal had de pluim, 't Volk roeptBra
vo 1 plakt op d'handen Jemap roept de Jurés de
Jurés komen; de gevoelens zijn verdeeld.. Eindelijk
wordt de bal van Laken afgekeurd en Jemappe heeft
6 spelen tegen 5.
Dorus. Hoe vindt ge dat, Dries
Dries. Dorus, volgens de Wet van 't spel kan de
Juré gelijk hebben hunne tusschenkomst was niet
gevraagd; maar volgens 't goed gezond oordeel moest
de bal herslagen worden. En zoo oordeelde 't Publiek
erover. Van dit oogenblik, van dan af, stond Jemap
onder d'algemeene afkeuring.. Het haalde geen en
kele slag op en Laken bleef overwinnaar.
Dorus. Heb ik niet g'hoord, Dries, dat de plaats
gelden gekritikeerd zijn
Daies. Geweldig, Dorus plaatsen van 10 cen
tiemen, van 15, van 20, van 25, van 40 centiemen, en
die blijft zitten, drijmaal betalen.
Dorus. Is 30 of 45 of 60 centiemen of 1 fr. 20 1.
Ik noem dat een GEI.DFEEST.
Dries. Elk is van uw gedacht, Dorus..
Dorus. Hoe is 't in ander Steden, Dries
Dries. Dorus, dat moet onderzocht worden.
Dorus. Hoe zou 't moeten zijn, volgens u, Dries?
Dries. Volgens mij, Dorus, een Volksfeest, die
op de Kermisaffisj staat, moet bijna kosteloos zijn.. 60
eens vragen, 30 eens,'t is krimineel.. Ik zou 5 eens
vragen, in 't generaal, en die eerst komt, eerst zitten,
gelijk voor 't Vuurwerk.
Dorus. En als d'Heeren van 't Stadhuis koppig
blijven
Dries. En als de Kiezers koppig tegen zijn!
te bekomen op ons Bureel en
bij ons Uitverkoopers
Pastoor Kneipp, zijn leven en raadgevingen om
door het Water te genezen en te verkloeken 0,70
Thomas Moras, Kanselier van Eng. land geweest 0,40
Wolvns of de Wildstrooper van Bouchout 0,40
Maria van Brabant 0,40
De Menschenhater 0,40
Landelijk Wetboek door wijlen Adv. De Backer 0,60
De gruweldaden van Witdemouwe en zijne Spits
broeders, door H. Van de Genacbte 3,50
Jan De Licht en zjjne bende, naar de echtste
bronnen bewerkt door E. Ternest 3,CC
Leven van Cartouche, hoofdkapitein van eene
groote bende Beurzensnijders, Gauwdieven en
Moordenaars, enz. 0,75
Huishouding en Landbouw of Raadgevingen en
Voorschriften, dienstig voor Huishouders en
Landbouwers, door J.-M. Van den Bosch, 1,5C