ONDERWIJS
VEREDELT S
Door eigen krachten groot
N. B. De Heeren die aan dit edel werk
zouden willen medewerken, gelieven zich laten
in te schrijven bij de Leden van het voorloopig
Bestuur, wier adressen hier volgen
Robert De Gendt, Geeraerdsbergschest.w. 171
Leopold De Luyck, Bisschopstraat 6
Sander De Vos, Peperstraat 46
Theophiel Hofman, Moorselbaan 143
Jean Luyckx, Zonnestraat 45
Florent Moens, Varkensmarkt 15
Lécnard Podevyn, Kleinen Bolleweg 35.
HOPKEESTEN: De prijs is verhoogd tiè
vremde Koopmans sprongen er tusschen don
derdag gingen z'aan*50 centiemen.
!>e oude Begraafplaatsen
van Aalst.
'i Historiek >asi Aalst
üawlen of Bioemekes
Frfeni wel boekje
voor Burger en Boer of mijne plichten en
mijne rechten in zake van Erfopvogingen
Hoe droef dat men langs de straten, honderden men-
schen ziet slenteren, zonder te weten waarheen
Met de handen in de zakken gaan ze hier, dan daar
eens loeren aan het venster van den goudsmid, bij den
fotograaf of chachelaar, of zij gaan eens hooren wat men
hier, dan wat men ginder van den oorlog vertelt, om een
einde verder een leugen te meer in de wereld te zenden,
of het eene of ander kleingeestig gedacht nog een weinig
te verdraaien oin overeen te stemmen met hun eigen ver
stand
Meer nogheeft men zelfs niet te b treuren, dat he-
dan, in dezen droeven tijd, het tuischen moet worden
verboden
En toch, 't is zoo, maar kan het anders
Alles ligt stil geen nijverheid nteer die nog kan leven,
geen handel die nog gaat, en 't werkelooze Volk verslijt
de korte dagen van _t heilzame leven als een machien
zonder stuurman, als een vaartuig zonder roer
Nu, ik sprak daareven van kleingeestige gedachten,
die hun oorsprong vinden in de werkersklas.
Verre van hen dit teil kwade aan te rekenen, want ik
wil algauw bekennen dat het hunne schuld niet is.
Immers, kan de heide vruchten geven ais een rijk be
meste akkergrond Of nog beter kan de wilde plant,
de zoete vruchtengeven van een weigekweekte peerelaar?
Ehwel hoe wil men van den mensch dan schoone,
groote gedachten vergen, als hij in 't wild is opgegroeid;
als men hen van 7 jaar op de taqrieken leidde, tusschen
de razende wielen, aan het sla'.eiijk werk, zonder zich
verder te bekommeren met den geest die hij bij zijn
geboorte kreeg.... Die moest maar zichzelven ontwik
kelen hij was gekweekt en 't was te zien om den
kost te verdienen of anders was er geen brood in de
schapraai I
Maar nu zijn ze zonder bezigheid, is er nu dan niets te
doen voor hen
Jawel 1 Een hovenier zegde mij laatst, dat hij op een
afgeënte, in 't wild gegroeide kerselaar, de schoonste
vruchten won.... en ais wij nu eens den geest der onwe
tenden snoeiden en inentu n met princiepen en gedach
ten,zouden wij niettot denzelfden uitslag kunnen komen?
Als men iemand leeren wil, is liet een kind of een vol
wassene.. Maar het kind moet kunnen begrijpen, wils
kracht hebben en goesting hebben o'm te leeren, terwijl
.de volwassene begrip genoeg hee't om te verstaan wat
nutde geleerdheid atwerpt bij ondervinding Dat hebben
ze te dikwijls ondervonden in de werkhuizen waar zij ar
beidden; in den tij J ciat zij onder 't leger dienden en nu
bijzonderlijk, nu dat er in de samenleving zooveel ge
sproken wordt van dingen die zij nooit anders hadden
hooren noemen.
Ehwel en als men zoo het aangename, het aantrek
kelijke van de wetenschap gebruikte om hen aan te lok
ken, het nuttige er bij te leeren, zou het geene hartelijke
voldoening zijn, als men naden wreeden oorlog zou mo
gen zien dat er honderd, t»ee honderd meer zijn in ons
stedeken, die zich vrijer mogen bewegen in de Samenle
ving, omdat het hen is geleerd geworden, hoe men spre
ken moet, hoe men zich gedragen moet in het huis of het
bureel van Mijnheer, omdat zij kunnen schrijven en le
zen, de schoonheid begrijpen van dc kunst; hunne be
langen berekenen en al wat fransch kunnen spreken, iets
dat hedendaags zoo onmisbaar weri.
Maar daarvoor zijn er avondscholen, zult ge zeggen.
Goed en wel doch zijn de avondscholen soms niet te
ver? En mag men wel van die inrichting, alhoewel schoon
in princiep, alles vergen wat men er van verwachten
mocht
Als de Avondschool geopend wordt, is men soms ver
wonderd van de nieuwe leerlingen die wachten aan de
poort, naar de uur die weldra een nieuw schooljaar zal
openen doch drij maand nadien, is men niet min ver
bluft bij het zien van de weinigen die de leeraar nog te
onderwijzen heeft.
Wat is er gebeurd Ze waren nochtans alien met den
zelfden iever, met met denzelfden wilskracht bezield
V Ja maar.... de moed en de wilskracht van den mensch
is roo broos
De jongens uit de hoeken der stad zijn 2 a 3 maal ge
komen. Den 4dcn of 5dcn keer, ne kameraad ontmoet en
zie... ze waren bij tijds niet meer.. Ziedaar, hoe eene les
ontsnapt, hoe zij onbekwaam werden uit de volgende
nog wijs te worden en zij lieten het steken. j
if Dat is eene reden, maar nog de bijzonderste nietHet
volgende zal voorzeker meer bijgebracht hebben.
Moet de leeraar lessen geven voor een vijftig of zestig-
tal kerels, dan ook zal hij er hebben, die daar nu juist
toch niet zitten met de zuivere gedachten om te leeren.
Vandaar dat soms eene Avondschool verandert in een
poetsenhuis, als de meester niet krachtdadig genoeg kan
optreden om eerbied af te dwingen en vandaar ook dat in
zttlk geval de ernstige leerling liever thuis blijft, dan nog
langer daar zijn tijd te verspillen.
K Nemen wij nu een leeraar, die alles wist op zijn effen
te houden. Maar zie, één dag is hij opgewonden hij is
lastig en slingert den naam ezel naar hier en langs daar.
Dit verwekt gelach, en vallen die woorden dan op het
hoofd van een ernstige jongen, die waarlijk altijd zijn
beste deed, die mensch zal beschaamt zijn, hij zal zich
getroffen voelen in zijn eer en zich eene naaste maal niet
eens meer toonen.
1 Neen, de leeraar of de leerling kan hier slechts luk
ken, wanneer zij vertrouwen hebben en eigen zijn aan
malkaar
Hoe zuilen wij daaraan verhelpen zult gij vragen,
Hewel wilt gij doeltreffend de.onwetenlieid bestrijden,
wilt gij't zoete genot smaken op eenige «maanden, hon
derd, tweehonderd, uit het boek derbngeleerden te zien
schrabben, wilt gij streven naar een hooger, verhevener
Aalst, belooft dan uwe hulpt te veileenen, tot het uitvoe
ren van een plan, die ik aan uwe goedkeuring wil onder-'
werpen en die u zal overtuigen van het volslagen welge-
lukken eener heilige zaak
Als wij eens eene maatschappij konden stichten, eene
vereeniging van heeren van goeden wil, die zich zouden
verstaan om den kortsten weg te vinden, ten einde iemand
zoo gauw mogelijk, met eene zekere geleerdheid te be
gaven Ons vervolgens te verdeelen in de verschillende
wijken der stad en zoodoende in onze gebuurten onder
richten te geven
Hoe dat
Ware het niet mogelijk, dat we op iedere wijk, drie
heeren vonden, om hunne ongeletterde medeburen traps
gewijze op te leiden in de wetenschap
Ieder zou al een vriend vinden, die geen stiel uitoefent
in geval de Leeraar soms winkel of herberg houden
mocht en die wel een kamertje zou leenen waar 4 of 5
man hun intrek zouden kunnen nemen om daar te samen,
ongestoord, de onmisbare wetenschappen te doorgron
den.
En zal dat zoo dan beter gaan
Ja.... en zie hier hoe
Ten eerste hier leeft de leeraar en de leerling ais
familie bijeen ieder durft vrij zijn gedachten zeggen en
men is zeker dat iedereen verstaat, zonder hetwelk
geene gesamentlijke en goede opleiding mogeliik is.
Ten tweede diensvolgens zal er meer iever, dus
meer wedijverirg en tucht heerschen.
Nu, ik sprak daar even van drie heeren in iedere wijk.
Men kan de gewone geleeidheid, als ik het zoo noemen
mag, verdeelen in drie trappen.'t Is te zeggen er zijn er
die hoegenaamd niet lezen of schrijven kunnen, die het
gebrekkelijk doen, en dan, anderen, die al tamelijk goed
lezen en schrijven kunnen en zelfs al een woordje fransch
verstaan.
Op die trappen zou men kunnen steunen om de gebu-
rente verdeelen en afzonderlijk, volgens hunne begrippen
op te leiden. Zoo zou het in ieders Dereik zijn te leeren
en na eenige» tijd zouden de eersten in staat zijn te
schrijven en te lezen de tweeden zouden vaster in hun
schoenen staan en de derden reeds meer in de Fransche
taal en de rekenkunde gevorderd zijn,
Nu om de eeniocnigheid van het leeren weg te nemen,
is er in den huidigen tijd een goed middel en wel het
volgende
De menschen hooren dagelijksch spreken van onder-
ztêers, bestuurbare luchtballen en tal van andere dingen,
waar de mensch gaarne over mede spreekt; 't is immers
iets uit het niet alledaagsche en als men nu en dan eens
eene voordracht gaf over die eigenaardige monsters, die
hedendaagsch zoo het ontwerp zijn aller gesprekken. Als
men hen die monsters eens leerde kennen, hen dit onge
loofbare uitlegde, dat zou het aangename, het aantrekke
lijke zijn, waarop zij zeker zouden afkomen, lijk de
muis op het spek.
Zoo zou het nuttige met het aangename vereenigd zijn
en weinige lessen zouden verzuimd worden, want wie
weet of de meester hen niet weer met eene aangename
verrassing zou vergasten.... En was het tegenoverge
stelde dan toch eens waar, dan was het eene kleine
moeite de gebuur eens naar de redeBS te vragen zijner
afwezigheid en persoonlijk aan te wakkeren, moest het
noodig zijn.
Ge ziet, het middel is er, om in ons stedeken een ware
drift naar geleerdheid te doen ontstaan, en aan ons nu,
die een zekere graad van geleerdheid bezitten, aan ons,
dit schoone streven niet te verwaarloozen, maar te werken
tot verheffing van ons Volk, dat met recht zal mogen aan
spraak maken op die schoone leuze
Aalst, den 28 Maart 1915
FL. MOENS.
(Vervolg)
Van oudsher begroef men initie kerk. Nopens de beaardingen
in de O. L. Vrouwkerk, waarschijnlijk ten jare 1183 opgericht
en in lööü afgebrand, zijn ons geen bezonderheden bekend.
Ter Sint-Martenskerk werd in alle de absidiale kapellen begra
ven en plaatste men de zerken veelal tegen den muur, de ex
voto's aan de zuilen, en soms, zooals deze van Hendrik du
Smet, heer van Ronkenburg, neven een altaar. De edelen, ma
gistraten en priesters werden in het koor (Junus chori) ter aarde
besteld en de obiit 's in het triforium opgehangen. Gemeen
lijk kostte eene zinking in het koor vijf ponden groote, doch
wanneer het nen weldoener der kerk gold, zag men van dit recht
af. (Lees Stadsakten van 1710, waarin den plechtigen lijk
dienst van schepen Judocus Arents beschreven staat). De op
den grond liggende grafzerken onzer Collegiale verdwenen ge
deeltelijk in 1768, bij het leggen van een nieuwen vloer. Na
1784 (wanneer het begraven in kerken en bijzondere plaatsen
verboden was) geraakten vele gedenkteekens verloren of ver
kocht. Eenige grafsteenen bleven nochtans rond de kerk staan,
tot ver in de verleden eeuw Ik herinier mij heel wel de
grafsteenen rond de kerk, en hoe menigmaal wij, kinderen,
ons daar lieten afrijzen. Waren alsdan uwe Grafzerken ver-
schenen, wij zouden meer eerbied gehad hebben voor die
historische gedenkstukken.... (A.-M. Boone, pastor-deken,
Chislehurst, 7 November 1913).
In het beluik van het Hospitaal (kant der Achterstraat) en in
deszelfs kapel geschiedden de beaardingen, evenals in de abdij
Ten Roosen, op het gehucht Mijlbeek, waar nog in 1857 eenen
grafkelder met de overblijfsels van kloosterzusters gevonden
werd. Waren ook gekend de begraafplaatsen van het Begijnhof,
waarin den 29 October 1631 hei godvruchtig begijntje Joanna
Dedemaeker aan de aarde is toevetrouwd deze der Sterhee-
ren of Wilhelmieten, aan de Houtmarkt, waarin het lijk van den
befaamden letterprinter Dirk^^-tens, den 30 Mei 1534, neer
gelaten wierd bij het leggerL&fjr onderaardsche goot, in 1888,
vervoerden de werklieden, vin uit de Sterrestraat naar het
kerkhof, eene hoeveelheid doodshoofden en menschenbeende-
ren deze in de kapel der Paters Jesuïeten (Pontstraat),
waarin nog eene catacombe bestaat) deze der Grauwe Zus
ters of Annuneiaden, in de Nazarethstraatdeze der Capu-
cienen, aan de Graanmarkt, enz., allen dienende tot het begra
ven der kloosterlingen en kostgangers. ('t Vervolgt).
Te midden van den oorlog, dat zal nu waarlijk eeuwig aange-
teekend blijven als eene groote gebeurtenis in den letterwe
reld dees week verschijnen de T en de 8e afleveringen van
De oude straten van Aalst, dit geleerd en streng weten
schappelijk gewrocht, waarmede Petrus Van Nuffel onze moe
derstad vereerde.. Ket «Handelsblad» van Antwerpen en de
Revue bibliographique de Belgique schreven dat het voor
Aalst een monument was.. De twee nieuwe livraisons zijn de
beschrijving van den kant der Houtmarkt, Hoogstraat en Pont
straat die niet ingeschreven hebben, zullen later spijt voelen.
De vier laatste afleveringen zuilen handelen over den omtrek
der Kerk en de Groote Markt, en tot slot over Mijlbeek en
Schaarbeek...'t Is kramik... Er blijven nog eenig_ volledige
exemplaars. Men schrijve spoedig in ter Kerkstraat, 9, bij de
drukkers-uitgevers.
l
Zou er leven in komen
Die goede aangename Broodwinning, binnens-
huize of in opene zomerlucht, was wreed in verval
men werkte aan hongerloonen. Pogingen tot opbeu
ring zijn gedaan, ons braaf Koninginneken, te Brus
sel op de Tentoonstelling ziende de magere Honger-
loonen, riep Dat moet eindigen Men Dacht nu om
door de Kanten den bitteren nood te lenigen.. Aller
best, maar nooit mag bet
LOONBEMERK WORDEN
Ik verneem uit 't Land van Ninove dat een Ge-
meente-Komiteit werk uitgeeft, dat er 1 fr. daags
kan gewonnen worden, doch er wordt enkel werk ge
geven tot 3 fr.; 3 fr. in de week, 't komt zoet binnen.
Anderzijds hoor ik dat er neusdoeken uitgegeven wor
den aan 4 eens voor 2 uren werkens, dat men in plaats
van 60 eens maar 20 eens wint. Zoo mag er niet ge
werkt worden; het zou in Amerika den prijs der Kan
ten voor altijd doen dalen.. En dat mag niet zijn.
BURGELIJKEN STAND DER STAD AALST
GEBOORTEN Mannelijk 9 Vrouwelijk 7 16
HUWELIJKEN
T. De Winter, brouw, met C. Duwez, zb.
A. Franck, koolm. met met R. Piette, zb.
J. Van Miegem, siroopbew. met C. Backaert, tw.
A. Buyle, wever, met S. Coppens, tw.
T. Van Cauwenbergh, wever, metl. Hoebeeck, tw.
OVERLIJDENS
J. Mollaert, wrTemmerman, landb. 80 j. Groenstr.
J. Verbestel, zb. 15 j. Leopoldstr.
M. Van Geit, v' Berckmoes, zb. 37 j. Twijndersstr.
B. Hellinckx, m. Eenquier, hoven. 64 j. Ledeb.
J. Van Mol, we Steenhout, zb. 75 j. Groenstr.
A. Snd, zb. 54 j. Lange Zoutstr.
7 kinderen onder de 7 jaar.
Te koop op ons Bureel, BEENHOUWERS-PAPIER.
door Hipp. Janssens, oud Bediende van het Bestuur
der Erfenisrechten prijs 1,00