!i IViircsi Opara dipiomatica. Volk van Aalst Aan Amerika \m B i -'ril En nu dus, vooruit, naar een schooner, rijper, verhevener Aalst Briefwisseling Lotbertus, abt van Hasnon, verkooptin 'tjaar 1088 aan Gyselbertus, zoon van Boudewyn van Gent, eigendommen gelegen te Aalst, Resse- ghem en Lede. Wie redde ons van den hongerdood L\ DEi\ STAL Geestelijke Lezing. DE STOOMTRAMS. Van 7 Mei af is een Tram om 7 ure 's avonds uit Assche naar Aalst, elke Maandag, Woens dag en Vrijdag. De vraag is ingediend, om die Trams te doen voortrijden naar Gent. Den Za terdag avond rond 7 ure zou een Tram zeer wel te pas komen aan 't Werkvolk uit de Vlaan deren, dat te Brussel en omstreken zijn brood verdient. Er wordt onderzocht of een Tram rond 5 ure 's vrijdags uit Oordegem mogelijk is. Onze oproep lot dé medewerkers voor het Zelf onderricht, over drij dagen in deze gazet verschenen, heeft ons ten volle voldoening verschaft, ja, zelfs meer dan verwacht werd, aan onze gedachte beantwoord. W;j hebben dus het noodig getal geschikte krach ten gevonden, bestaande uit jonge en oudere, gewa pend met grootsche kennissen, in de groote scholen van ons land verworven. Het gepast oogenblik is aan gebroken, handelend op te treden, om ons Volk eenig- zins wat te redden uit den poel der onwetendheid. Welk bloeiend ideaal En welke zal nu de waarde wezen van het Zeli- onderricht Het zai praktisch wezen en uitsluitend berusten op de steunpunten van e-n lager onderwijs; want het geldt hier geen hooge leergangen, maar wel, een al gemeen degelijk onderricht, van alle weldenkende personen, die het met ons ééns zijn. Onze inrichting staat tevens onder toezicht der Stad; vandaar dat het schier als ene officiëele zaak mag beschouwd wor den, en een waarborg temeer in de toekomst blijkt Ook zal het onderwijzend personaal al de mogelijke krachten inspannen, om dc vermogens van het Volk te ontwikkelen, hunnen geest te verfijnen en hun oor deel en besluitvermogens te scherpen; dit alles, ge zien de strijd om het leven, ten huidige dage, eene werkelijke'verstandige vorming van net brein ver- eischt. Nog, om dan het leerzame met het aangename te verbm-ien, zullen ook van tijd lot tijd, als_ afwisse ling in de studie, eenige goedbekenrie puike spre kers, eene nuttige, vruchtafwerpfcnde voordracht ge ven, dewelke, wij durven het stellig verhopen, den besten indruk zal nal ten. Wij kunnen eveneens, deze gelegenheid met laten voorbijsnellen, om reeds onzen initigen dank toe te sturen aan al de opofferende, welwillende heeren, die het hunne bijdragen tot het volbrengen der edele taak van onzen kringDOOR EIGEN KRACHTEN GROOT. J Maar, hier hoeven wij te zeggen, dat om onze leer- fangen te mogen volgen, men den ouderdom moet ereikt hebben van vijftien jaren (15), dit, omdat wij ons alleenlijk wenden willen tot menschen, die waar lijk weten,door opgedane ondervinding, welke waarde de geleerdheid bezit. Voor wat aangaat de kosten van het onderwijs, zulks is kosteloos, gratis de leerlingen hebben maar eene kleine uitgave te doen van eenige centiemen, voor den aankoop van een paar schriji- boeken; zulks is nog eene reden te meer, om ons te laten denken, dat onzen oproep zeer wel zal beant woord worden, door alle ievenge, ernstige jongelin gen en volwassenen. wfTJat alle knappe mannen, zij die iets willen, iets durven, met initiatief en taaie volharding, er dus van genieten; zij zullen bruikbare menschen worden in de samenleving; onthoudt dat, hetgeen men door liefde doet, gaarne, goed en veel doet. Vooruit 1 en ontrukt u uit >ie alledaagsche omge ving van onverschilligheid en onbeduidendheid De leergangen zullen aanvangen den VRIJDAG 7 MEI, en twee maal per ,week geschiedenden Woensdag en vrijdag, telkens van 7 1/2 tot 9 ure 's avonds, zeer stipt. Tot slot, om u in te schrijven, richt u tot de heeren medewerkers, die uwe wijk bewonen, wiens naam u dra zal bekend gemaakt worden bij middel van onzen omzendbrief. Het Bestuur. Mijnbeer de Opsteller van «De Werkman.» fjjAis getrouwe lezer van uw blad, bid ik u het volgende te willen opnemen feHn het dagblad «De Gentenaar - Kleine Patriote,» van zaterdag 24 April laatst, vind ik een artikel, handelende over zake betaling der Onderwijzers. Dit blad beweert dat de Onderwijzers geen recht heb ben van betaald te worden volgens den nieuwen loon- standaard, daar zulks in de begrootingen niet is voorzien. Welnu, bij het'opmaken der begrooting van 1915, wa ren de Gemeentebesturen verplicht zich te regelen naar de huidige wetde heeren Schoolopzieners hebben het hun immers goed herinnerd en er viel dus niet te wachten naar ministeriëele besluiten. ft Het is dus enkel ofwel nalatigheid ofwel kwaadwillig heid der Gemeentebesturen niet der Gemeenteontvan gers welke niet regelmatig volgens de nieuwe wet be talen en het ware dus beter dat dit blad, welke den vriend spelen wil der Onderwijzers, op de duimen dier heeren tikte, in plaats van de rechteischende Onderwijzers te beknibbelen. E Wat het zoet sommeken betreft, van dit na den oorlog meteens te trekken, getrouwde Onderwijzers kunnen het nu genoeg bezigen en het spreekwoord zegt beter een vogel in de hand dan honderd in den kant. Aanvaard, Mijnheer de Opsteller, met mijnen voorba- rieen dank, dejuitdrukking mijner verkleefde gevoelens. Een Onderwijzer uit de Gebuurte van Aalst. In den naam van de Heilige en onverdeelde Drievuldigheid, van den Vader, den Zoon en den H. Geest. Daar de wijsheid van de Oversten vordert dat ze niet alleen zouden schikken en regelen wat de huidige dag van hen vraagt, maar dat ze ook met voorzichtigheid zouden voorzien in wat later kan voorvallen, zoo heb ik, Lotbertus, door de genade Gods, abt van 't Klooster van Hasnon, gezorgd, door dit schrift aan de nakomelingen kennis te geven van de besluiten die ik, met den raad van onze medebroeders, genomen en uitgevoerd heb. Boudewyn Marchio, de e -rbiedweerdige hersteller van ons Klooster, dat door de nalatigheid zijner voorzaten bijna in pui- nen viel, heeft aan onze Kerk eigendommen afgestaan, liggende te Aalst, Resseghem en Lede, die hem als erfgoederen toebe hoorden wier vruchtgebruik gedurende zijn leven, en korten tijd na zijne dood regelmatig inkwam. Maar de ongerechtigheid der wereld, die door en door be dorven is, gedurig aangroeiende en klimmende, zoo gebeurde het dat die goederen, door de vernielingen der dwingelanden die ons langs alle kanten omgeven, weinig of geene voordeelen meea opleverden daarom heb ik ze verkocht, en derzelver prijs op eene meer winstgevende wijze geplaatst, en door de bemiddeling van graaf Rotbertus den Jongere, den eigendom overgemaakt aan zekeren Gyselbertus, zoon van Boudewyn van Gent. Geschreven het jaar MLXXXVUI na de geboorte van Chris tus. De X' Indictie, de XIV" Epacta samenvallende met (den gulden) IV. De XXVC van het bestier van Filip, Koning der Franken, de XP ven Graaf Rotbertus den Jongere. Ondertee kenden als wettige getuigen dit betoog Boudewyn, zoon van Boudewyn van Gent. Theodericus van Oudenaarde. Fverardus van Doornik. Walter, zoon van Boudewyn van Gent. Gerardus van Sottegem. Godefried van Lathem. Wenemarus, heer van Gent. Willem van Olsene. Gerardus, zijn broeder. Raes van Gavere, Astricus van Berno van Dendermonde. Ralicardus van Cordes en zijn broeders. Stephanus van Boular. Stepo van Borsele. Lambertus en zijn zoon. Rangotus van Dendermonde. Arnulfus en zijn broeder.. Anselmus van Sipe. Gocelinus van Lidekerke. Remboldus Niger (de Zwarte) en zijn zoon. Theodericus van Schendelbeke en zijn broeder. Ingelbertus, Adolphardus. Rothardus van Resseghem, Sigerees (1) Lotbertus, of misschien wel Rotbertus, Abt van 't Klooster vnn Hasnon in Ostrovant, gelegen aan de Scarpe (rivier), in j 't Bisdom van Atrecht (Arras). Zie over hem het 22s,e kapittel, hierboven. 1 (2) Boudewyn, bijgenaamd van Bergen, graaf van Vlaande- ren, schonk in 1070 de abdij van Hasnon aan de Benedictinen, de wereldsche priesters van daar wegzijnde, en bouwde er eene nieuwe Kerk. (3) Rassegem of Resseghem, oude Baronie van de familie van Villana (Vilain en de graven van Iseghem. (4) Lede is eene Baronie door Albert den Vrome, Vorst der Belgen, ingerichtmen vindt daar eene zeer voortreffelijke Basiliek, befaamd sedert eeuwen door den eeredienst van Maria en Mirakelen. I (5) Gyselbertus was de zoon van Boudewyn van Aalst of van 1 Gent, lijk hij elders genoemd wordt. De vader van Boudewyn was Rodolf. Waaruit blijkt dat de familie van Gent lang nog voor 1088 die bezitting van Aalst had. Het ware moeilijk met zekerheid vast te stellen, wie de eerste graven van Aalst waren en hoeveel er opvolgentlijk geweest zijn. De eerste graaf van Aalst zij dus Boudewijn de Oudere, bij genaamd de Dikke, dieten jare 1130 overleed, den 13 Juni, en te Afflighem begrSven werd, (aldus volgens eene lijst die daar hangt). De tweede vorst van Aalst is Boudewijn den Één- oogige, zoon van Boudewijn den Dikke, die daarna monnik wierd te Afflighem en Weldoener hij stierf den 24 October en wierd aldaar begraven (volgens eene lijst die daar hangt). De 3ae was Iwan den Kale, broeder van den Éenoogige. De 4"' en de laatste Heer en Vorst van Aalst was Theodericus, zoon van Iwan, hij gaf een bosch aan de Abdij van Afflighem. Hij overleed in 1166. (Boek 11 Donat. Belg. Cap. 53). Hij huwde Laurentia, de dochter van Boudewijn den IV, bijgenaamd den Opbouwer, graaf van Henegouwen. Het graafschap van Aalst bevatte een groot gedeelte van het oude Brabant (dat vroeger tot boven Doornik en Condé strekte). Buiten de twee steden, Aalst en Geeraerdsbergen, telde het 172 of ongeveer zooveel dorpen waarvan er eenige tot bij den H. Drievuldigheidsberg, bij Doornik, liggen. (Tomus I. Cap. LX1II). Wel 1 Wel 1 vraagt de Koning, wat dunkt u van dien kerel O den stommerik Den onbeleefderik 1 ging het. Den botterik 1 Den schoeffeleer 1 Hier aan 's Konings tafel komen zijne plaats is in den stal! Dan zette Koning A lions zich keersrecht en zegde tot de Hofjonkers Gij allen zijt plichtiger dan dien man alle dagen eet gij aan tafel van uwen Hemelschen Vader, Hij geeft u eten maar gelijk dien bedelaar zet gij u aan tafel zonder bidden en gij vertrekt zonder bedanken. Gij verdient dat men van u zegge Uwe plaats is in den stal, eerder dan bij Christene menschen. Schaamt u en veran dert, ik wil zulk onbeschoft volk in mijn huis niet. Wees eer wijs met ter daad, dan met ter maat. Moeder, zeid' een lieflijk kind, Waar kunt gij het brood nog krijgen Is 't van 't graan dat men hier wint Vader kon het niet verzwijgen Dat de hongersnood ons wacht, Daar ons België nauw kan geven (Zoo is 't algemeen gedacht) Om twee maanden meê te leven. 't Duurt nu reeds zoo langen tijd, Heeft mijn Vader zich bedrogen Zoontje lief, die wijs reeds zijt, Vader had dan niet gelogen Doch een Land oneindig mild, Voor hetwelk gij veel moet lezen, Heeft het echter niet gewild Dat ons Land te niet zou wezen. 't Zendt ons vleesch, ook bloem en meel, Geld tot steun der arme lieden, Iedereen krijgt juist zijn deel, Wie nog zou ons meer aanbieden Maar welk is dat edel rijk Dat ons witte brood komt schenken Vroeg h^t knaapje kinderlijk 'k Zal dan immer er aan denken, Bidden met mijn Zusjes saam Omdat d'Heer dat Land zou sparen, Moeder, toe, zeg mij den naam, 'k Zal 't onthouden lange jaren; Lief kind, 't is AMERIKA Dat dit alles heeft gezonden, Opdat uw hertje dankbaar sla, Willen w'onzen lof verkonden, Plechtig schrijven wij dus neer «Aan de Redders van de Belgen Eeuwgen dank en hoogste eer Van eenieder onzer telgen. Koning Alfons van Ar- ragon, vernam zekeren dag dat zijne hofjonkers, voor en na het eten, ver gaten te bidden. Zekeren dag vroeg hij al de heer- kens te eten aan zijne ta fel. Z'aan veerden met vreugd, kwamen en vielen aan 't eten zonder lezen. De Koning las ook niet. Maar, zie nu eens, als ze voor goed aan gang waren, komt daar 'nen bedelaar, zet zich nevens de Koning, eet daar voor vier man, en vertrekt zonder éen woord te zeggen. Jan Coppens. Nieuwerkerken 19 April 1915. O h-i" :-vA De Maand Mei, aanminnelijk schoon in de Natuur, ook in de Wereld der Zie- -: VjB len door de Vereering en de aanroeping l'v.UA der Moeder Gods... Wat is de hertsdrift eener Moeder Hare Kinderen in vrede en welvarend te zien... Als de kinderen honger en gebrek lijden, welke smart voor een Moeder De Vereering die de Moeder Gods vraagt en haar meest aan genaam, is de Noodlijdenden te helpen, zorgen voor de Voeding der menigte Werkeloozen. Rijke welstellende men schen, indien gij uw uiterste beste niet doet, ge moogt licht offeren, bloemen zooveel ge wilt, ge moogt bidden zooveel ge wilt, weest zeker dat de Moeder Gods u toeroept de woorden van 't Evangelie Ge vereert mij met de lippen, maar uw hert is verre van mij.Godvruchtige Zielen, strijdt voor de Rechtvaardigheid, voor de Vrijheid, weest breed in uwe gedachten denkt niet, ik ben beter dan d'ander, omdat ik godsdienstig ben, maar denkt, ik ben gelukkiger en ik ga trachten dit geluk aan anderen meê te deelen, met den Godsdienst aangenaam en beminnelijk te maken, doot mijn handelwijze met den EvenmenschVeracht nie mand, niemand, niemand... Oordeelt niemand... Doet het Goede, dan zal de Godsdienst bij de menigte van 't Volk aanwinnen. Te koop op ons Bureel, BEENHOUWERS-PAPIER.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1915 | | pagina 2