LAR DE KONING DER NOORDZEE DERDE DEEL. IX. Koning Frede rik, ge liegt De kleine Wilhelm, 't 9-jarig zoontje var. Lars Von- ved, wilde inderdaad niet knienen nevens zijne be drukte Moeder. Op de woorden van den Koning, Amelia bemerkte dat haar zoontje was blijven recht staan. Wilhelmtje, sprak ze, het kind koortsachtig bij den arm trekkende en doende knielen nevens haar Op uw kniën, kind \oor 't leven van uw Vader! 't Manneke gehoorzaamde, maar bleef den Koning fix in d'oogen staren, dan vouwde het zijn twee hand jes en bad met klare stoute en klinkende stem Koning Frederik, ik bid het u, schenk vergiffenis aan mijn Vader H et stuur wezen van den Koning versomberde nog; zijn vlammend oog bleef gericht op dit wonder baar kind, de laatste afstammeling der Waldenaars. Men zou gezegd hebben Twee geslachten in strijd En het Kind herhaalde Koning Frederik, geef vergiffenis aan mijn Vader en wij allen zullen u beminnen Nu dacht de oude Bisschop het gunstig oogenblik gekomen. Sire, zoo sprak de eerbiedweerdige grijsaard, met trillende maar plechtige stem, het is God zelve die tot u spreekt door de stem van dit kind In naam van dengene wiens bedienaar ik ben, in naam van mijn Hemelsche Meester, ik bid U, gij mijn wereldsche Meester, ach laat aan dit Kind zijn Vader, aan die Vrouw haren echtgenootSire, geef Genade, dit is het verhevenste Voorrecht van uw Koningschap schenk vergiffenis Sire, de Engelen zullen zich ver heugen in den Hemel, en God zal u zegenen Toen bad Amelia, al snikkende Koning Frederik, aanhoor ons gebed ik lig hier voor uw voeten mijn Echtgenoot, ik bemin hem meer dan mij-zelve; doe mij pijnigen en folteren mijn leven lang: maar Iaat ons te samen leven; scheidt ons niet door de dood Al de dagen van mijn leven zal ik God bidden, opdat hij U het beste geluk schenke op deze aarde en het eeuwig geluk in den HemelSire, Sire, verstoot mijne bede nietIk wil uw dienares, uwe slavinne zijn maar laat mijn Echigenoot, laat de Vader van dit kind in leven Vrees niet; wij allen zullen U achten, U eeren en beminnen Zoo bad Amelia daar met den geestdrift der Liefde, van welke de Navolging Kristi schrijft, derde boek, vijfde hoofdstuk in de Zang der Liefde Niets ster ker, niets verhevener, niets uitgebreider, niets mach tiger, niets welsprekender dan de liefde; zij is be kwaam tot alles, zij brengt dingen ten uitvoer, waar degene die niet bemint, onder bezwijkt en liggen blijft; als een levendige vlam, als een brandende fak kel, neemt zij haar vlucht naar omhoog en komt alles te boven. Al d'aanwezigen straalden van moed en betrouwen. Wie kon weerstaan aan zulke taal Daarbij die jonge Vrouw hare stem was toch zoo smeekend, zoo smach tend van vurige en reine Liefde. Koning Frederik was niet zonder aandoening.. Tot hiertoe had hij zijn oogen niet afgewend van den kleinen Wilhelm; nu keerde hij ze tot al de aanwezi gen. Een zware Zielestrijd werd in zijn gemoed ge leverd; gedachten van schrik en angst wegens dit ge slacht, van haat en wraak worstelden in zijn gemoed tegen verbazing, bewondering, edelmoedige opwel ling van genade, verzoeningsgeest. Het is gelijk Apostel Paulus schrijft: Twee men- schen in onsde geest van 't Goede die prest en praamt, die verlicht; de geest van 't kwade die rekt en trekt, die verblindt. Wie gaat hier overwinnen Koning Frederik zwijgt een wijl.. Dan schudt hij zijn hoofd.. Zal't zijn als Leeuw, edelmoedig, of als Tijger, wreedaardig Amelia richt tot hem oogen vol betrouwen, haar kind, de kleine Vonved, houdt een koel vlammend oog gericht naar den Vorst. Arme Vrouw, arm Kind, het is een doodvonnis dat gij gaat hooren, hoort de stem die schokkend en scnuddend klinkt. Te vergee's zweert gij allen samen tegen mij.. De Waldenaars zijn Verraders geweest van Geslacht tot Geslacht.. De Vader van dit Kind is meer dan een Verrader, het is een Zeeschuimer, een Verrader, een Moordenaar Nauwelijks had de Monark deze woorden uitge sproken, als de kleine Vonved schielijk rechtspringt en met helle-schelle en snijdende stem roept, dat het weêrklinkt in heel de Zaal Koning Frederik 't is een leugen die ge daar zegt! En 't Kind balde zijn vuisten, stampte op den grond en met oogen als bliksemstralen De Walde naars zijn geen verraders; me Vader is geen Zeeschui mer, maar een Koning op Zee me Vader is geen dief of moordenaar, maar een groote Prins.. Koning Fre derik, ge liegt Al de aanwezigen waren zoodanig ontsteld door die woorden, dat ze niet eens dachten het Kind te onder breken of tegen te houden.. Dit Kind ook sprak zon der asem te halen, stak zijn vuistjes uit naar den Ko ning en liep bedreigelijk naar hem toe. Dat zulks ons niet verwondere Dit Kind, nauwe lijks 9 jaar, op eenig dagen veel geleerd en ondervon den; het wezen zijner Moeder had veel geleerd aan dit kind.. Over d'arme Moeder ging een ijskoud geril van aandoening en schrik; de andere aanwezigen, eerst betooverd over den moed van dit Kind, vielen dan in een gevoel van schrik en teleurstelling.. Ze waren daar om Genade.. En nu 't Was de Koning die eerst sprak.. Hij ock, had een gevoel van bewondering; zulke taal, zulk kind! 'tWas iets buitengewoons.. Doch weldra bleef hem maar éen gedacht over Razige woede Ha, riep hij uit, hef is niet genoeg dat gij allen hier, mijn Staatsmans en mijn Onderdanen, komtsa- menzweeren tegen uwen Koning Dat kind wordt hier gebracht, om mij uitte dagen, mij te beleedigen, mij leugenaar te noemen hier in mijn Paleis Gij ailen zijt Verraders Gezijt fernijnige Samenzweerders En naar de tafel gaande, deed hij de zilveren bel klinken; dadelijk verscheen de Kamerling, bleek en bevende. De Wacht riep de Koning met eene stem als een donder, en een fijn wit schuim op de lippen dat men mij verlosse van die ecrlooze Samenzweerders Ha, Verraders Ik zal u leeren tegen uwen Souverein komplotteeren Ge zult weten wat de gramschap is van een Koning van Denemarken! Die ruigaard Von ved zal den dood sterven der vuigste schelmen Op 't rad moet hij... Niets zal hem kunnen redden... Le vendig gerabraakt zal hij worden! Den Verrader! Den Moordenaar Mijn Vader is geen VerraderHij is geen Moor denaar Koning Frederik, geliegt eraan, zoo schreeuwde Wilhelm met kloeke stem. Nu wist de Koning niet meer waar hij het had, hij deed een stap voorwaarts en meinde het moedige kind te slaan, maar weerhield zich. Dan hoorde men de zware geregelde stappen der wachtmaar de oude Generaal Otto Gam riep met kloeke stem: Koning Frederik, gij hebt mij Samenzweerder genoemd Ik roep u toe gelijk dit kind Ge liegt Niet ik, maar gij zijt een samenzweerder geweest te gen de onschuldige Koningin Mathilde Geheugt het u niet wat Knut Vonved, de overgrootvader van dit kind, u hier in deze zaal toebracht, terwijl hij zijn de gen brak en zijn papieren van Generaal en Gouver neur voor uw voeten smeet... Dit doe ik ook... Zie hier mijn ontslag en mijn zweerd breek ik hier. Van nu af ben ik in uw dienst niet meerNeem dit zweerd Pas op, bulderde de Koning, dat ik uw hoofd er niet bijneem Neem het Mijn hoofd is wit geworden in uwen dienstLever het over aan den beul, als ge durft, dwingeland ('t Vervolgt). Groot Knaisspel te Herclersem. Petrol per V a t j Prijzen van den dag, Te bekomen alle dagen bij M. E. Bog aerls, Brussels Hof, Botermarkt 3, AALST. Oplossing van het Raadsel. Nieuw Raadsel. Een rekenvraag. Vertrek-uren der Trams (Belgisch uur). Te bekomen op ons Bureel Boekskes aan Ö.10 c. MARKTEN LARS VONVEI) IN 't GEVANG i-- I I. MISDAAD. Als een soldaat gesneuveld is Doet men voor hem een Zielmis, Altijd zeker en gewis Al is 't hier geen begrafenis Omdat dien brave kameraad Voor 't Vaderland zijn leven laat, Wie kan en naar die Mis niet gaat Die pleegt bijna eene Misdaad. 2. BOONKRUID OF EILOOF. 'k Heb om 't raadsel op te zoeken 't Geen ik niet gemakkelijk vond, Met een hovenier gesproken Die in zijnen akker stond, Dien man wist mij ook te zeggen Terwijl het zoo kwam te pas, Voor konkommers op te leggen Is het Boonekruid eerste klas. Frans De Rybel, Aalst-Mijlbeek. Mijn eerste vond ik al ras en zeer Het was den loop van het geweer, Mijn tweede wel bedacht Terwijl ik de koeien wacht, En ter zeiver tijd op mijnen broeder dacht Zat ik ook in der gracht. En het geheel vind men thans in veel gazetten In groote letters staan, 't Is wel de beschrijving van een LOOPGRACHT Waar menig belg ooit had aangedacht. Philemon De Smedt, Aalst-Muylbeke. In onderaardsche koten Van mijnen oorsprong opgesloten, Zie ik het licht des hem.Is pas, Of 'k wordt, (wie kan rampzaal'ger wezen Al ras Tot 't aardsche vuur verwezen. Maar omgekeerd heb ik nog macht Op 't mededoogen, Terwijl hij die mij slacht Soms tranen heeft in de oogen. Tegen een muur van 9 meter staat een ladder op- 3 meter afstand. Van 't hoofd der ladder tot 't boven deel der muur is juist de zelfde lengte der ladder. Hoe lang is deze en hoeveel is ze te kort om tot boven aan de muur te komen Baude, Welle BURGELIJKEN STAND DER STAD AALST GEBOORTEN Mannelijk 2 Vrouwelijk 3 5 HUWELIJKEN F. Verpeten, hopbew. metA. Wauters, tw. V. Verleé, tw. met A. De Conlnck, tw. OVERLIJDENS J. Mottet, we Blondeel, zb. 67 j. Molenstraat. E. De Schryver, vr Van Itterbeek, zb. 33 j. Molenstr. 3 kind. onder de 7 jaar. Van Aalst naar Gent 7,109,4011,455,40 Van Gent naar Aalst 7,3011,304,00 Van Aalst naar Brussel 7,109,40D.2,005,58 Maandag, Woensdag, Vrijdag 8,15 Van Assclie naar Aalst 6,008,4011,00D.4,40 Maandag, Woensdag 7,15 STEKJESBOEK of verzameling van aantrek kelijke kunstjes die met de pbosphoor- stekjes kunnen uitgevoerd worden. DE SCHADUWBEELDEN met de hand REGLEMENT van het Grave Jassen. KEGELBOEKJE bijdrage tst de kennis van het kegelen en van de inrichting der ba nen. door Henri Sagers. COMPLTMENTBOEKJÈ in verzen en in proza DE KLEINE Kabinet Secretaris of voorbeel den van alle slach van Brieven. DIE ZOEKT DIE ViNDT door Théaut. HANDLEIDING voor den Kaartspeler om het jassen te leeren. HET GOEDKOOPSTE Raadselboek van heel de wereld, bevattende meer dan 525 aller schoonste raadsels BLOEMENSPRAAK AALST. Zaterdag 27 Juli Aardappelen de 100 kila 11,00 a 0,00 Ajuin de 100 kilo 00.00 a00,00 Boter per 3 kilo 10,80 a 00,00 Eiers de 25 3,75 a 0,00 Viggenen per koppel (260 stuks) 15'J a 190 Zondag I Augusti na de Vespers, ten profijte der VoedingGroot Kaatsspel tusschen de partijen De Groot-Moens-De Moorna de Ves- Aalst, drukkerij Fr. Daens Zuster, Werf. pers op 't Kerkplein Herdersem bij Aalst.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1915 | | pagina 4