UB DE KONINS DER NOORDZEE T en hoog ste a a n d o e n i Ij k "vaM 'W M V- tig? iAi* Sw VIERDE DEEL. I. Amelia in 't gevang Het is geen waar zeker, zal men zeggen na die wreede schokkeringen in't Hof Zijn al de compa ranten niet in 't Gevang geworpen Is Willemken niet opgesloten Neen, audaces, fort una, stout gesproken is half gewonnen.. Koning Frederik, opgelicht van woede, wist raad noch daad; de Wacht moest geen aanhou ding doen, want op een teeken van baron van Koem- perlin verlieten allen de Zaal en 't Paleis. De Baron, zoo verstandig als goedhertig, was uiter mate vernederd; hij de oude Vriend, de geheime Raadsman van den Koning, in zulke aardige zaken gemengeld doch de zaak in haar eigen, en het moe dig gedrag van dit kind wekte hem op, om voortdu rend die bedrukte Vrouw te helpen. Bijgevoegd moet er zijn dat Koning Frederik zeer gekwollen en ongerust was geheel Denemarken sprak over Lars Vonved; de vermaardheid rond zijnen naam nam toe in uitbreiding en gewicht; de roemrijke daden der Waldenaars werden herinnerd; moest het nu ruchtbaar worden wat er gebeurd was in dit ver hoor; de woorden van Otto Gam, het heldhaftig ge drag van dit 9-jarig kind; wie zegt dat een geweldige Volksoproer den gevangen Lars Vonved niet zou op den Throon gebracht hebben Koning Frederik wenschtte en vroeg dus ontsla gen te zijn van Lars Vonved in de grootste stiltemoge- lijk; later zou hij wel tijd en gelegenheid vinden om allen te straffen die hem verraden en beleedigd had den. Binnen de twee dagen moest Vonved sterven. Zijn getrouwe Vrienden wisten het en waren druk aan 't werk binnen Kopenhagen om voor veel geld de Schildwachten en Bewakers uit te koopen luitenant Dunraven stond aan 't hoofd der beweging; men on derzocht of het niet mogelijk was onder den grond in 't Gevang te geraken; Vonved te verwisselen door een zijner mannen. Hun leven telde niet, als hun Vriend en Aanvoerder gered kon. Aan Mads had Vonved eens gezegd In den uiter sten nood, zorg dat mijne Vrouw bij mij koine Volgens dit woord ging hij bij Baron van Kimper- lim; de Baron ging bij zijn goede Vriend de Minister van 't Inwendige, die de toelating mocht geven, maar, in dees buitengewoon, het niet dierf op zich nemen het zou wellicht zijn hoofd kosten; op 't aandringen van den Baron ging hij toch naar den Koning en was niet weinig verwonderd, te hooren dat Koning Fre derik aans onds toeliet dat Amelia alle dagen tot aan de strafuitvoering bij haren Man mocht gaan, voor 2 uren; gansch alleen. GANSCH ALLEEN niemand mocht haar verge zellen. Gansch alleen ging Amelia naar de Citadel ea toonde haar verlof; aanstonds werd ze binnen gelaten; hoorende dat de Vrouw van Vonved daar was, kwam Generaal Poulsen in persoon; hij kon bijna zijn oogen niet gelooven; doch er was geen twijfel, twee uren bij haren man. De jonge bedrukte Martelares werd gebracht door verscheide gangen met ijzeren poorten; jtrap op, trap af; in de versterkte diepten, streng bewaakt; eindelijk grijnsde een ijzeren poort voor haar open; zij hoorde een gerammel van ketens; bij een vaal licht zag zij een menschelijk wezen neêrliggen, rechtstaan, eenige stappen doen, zijn armen openen, ze viel er in neêr, zij drukte hem aan haar hert. Och, wie zal 't beschrijven Allebei stom van aandoening Snikken en weenen; weenen en snikken Hare aan komst zegde hem dat zij alles vergeven had en hem vurig bleef bemiunen Zij was aan hem gestrengeld in den angstigsten drift der vurigste liefde. Na de eer ste oogenblikken van schokkende ontroering Ach Vonved Vonved sprak Amelia tusschen haar tranen God och God 'lijn lieve, lieve Amelia Dank dat gij geko men zijt Mijne lieve edele Vrouw Die woorden tusschen 't gerammel der ketens zal uw zal dat al- -- O Hemel i ik vind u terug in zulken slaat Amelia, Koning Frederik kan mijn lijf in ketens prangen, maar mijne Ziel blijft vrij 1 La-s Vonved in 1 zijn gevang kan Koning Frederik trotseeren in zijn Paleis Amelia nam die ketens in hare tengere handen, als om ze ie verbrijzelen. Och konden mijne tranen, kon mijn bloed die ke tens doen smelten Mijn lieve man, kon ik sterven in uw plaats Vonved drukte haar teederlijk aan zijn hart, dat on stuimig klopte Ze zullen u doen sterven, snikte Amelia, u doen sterven in helsche pijnen Ik kan niet sterven om u te redden, maar ik wil met u sterven Als gij zult ophou den van leven, zal mijn hart ophouden van kloppen Sterven zult ge niet, mijn welbeminde. God u beschermen Goeden moed, Vriendinne, stel betrouwen op hem Uw God is mijn sod i Hij mij niet verlaten, hoe ellendig ik ook ben. Och, ge peist toch niet/ge durft niet hopen, God een mirakel zal doen voor u tn een mirakel leen kan u redden Vonved grimlachtte geheimzinnig op een manier die hem eigen was. Met Gods hulp en toelating, zegde hij op kalmen toon, de mensche ijke middelen zullen voldoende zijn om mij te redden. Deze geheimzinnige woorden maakten Amelia stom van verwondering en bijna van schrik. De cogen van Vonved, glinsterend van ieederheid, gingen diep in de hare. Door Generaal Pouisen iiad hij vernomen de vruch teboze pogingen die men gedaan had, om eenige ge nade te bekomen. Lars Vonved aanhoorde gretig wat Amelia hem meedeelde, de voorspraak van die drij hooggeplaatste mannen deed hem innig genoegen, maar wat hem in verrukking bracht, was het moedig gedrag van zijn Zoontje. Amelia moest hem verschei de malen de moedige woorden van Wilhelmke tot Koning Frederik herhalen. Vonved was zoo fier en zoo gelu:<kig zulk een Zoon te hebben, clat Amelia hem op droeven toon uit zijne trotse mijmering trok. Weldra, zrgde ze, komt men mij uit uw armen rul-ken.. Groo'e God, hoe kunt gij Amelia, als 't gedrag van mijn kind mij verrukt, dan vergeet ik niet dat gij zijne Moeder zijt.. Schep moed, mijn lieve Amelia, schep moed Ais alle red ding onmogelijk schijnt, denkt ge dat hem niet een laatste middel overblijft om aan de wraak zijner vijan den te ontsnappen? Amelia viel in een hevig gesnik. Er is iemand die het werktuig mijner verlossing zijn zal. Amelia aanstaarde hem met wreede verwondering. Met die hulp zal ik nooit ender beulshandcn sterven. De hulp van wie De uwe... Gij, gij zult mij verlossen, ('t Verv.) Petrol per Va i Prijzen van den dag, Te bekomen alle dagen bij M. E. fiogaurls, Brussels Hof, Botermarkt 3, AALST. Oplossing; van bet Raadsel. Kieuw Raadsel. Vertrek-uxen der Trams (Belgisch uur). AALST, Woensdag. Heden rond 5 en half zag ik Coppens- Vriend aan zijn deur staan in Erondegem; ik heb hem herteiijk gegroet, Reintjens daar toch zoo schoon woont, rechtover een schoone groene malsche 'milde zoete mollige Wei, afbeelding der Kristene Volkspartij,.., jelke Woensdag naar zijn Huis ik zie, met welbehagen. Regen wordt gevraagd, is er dringend noodig, maar le veel zou te veel zijn Sk hoor op den i rein zeggenEens werd met Kermis'Wieze d'Haver binnen ge haald op een slede, Moorsel, zegden z'ook, Moorsel heeft goei slagers op 't kaa'splein, maar geen KEERDERS.Moor- sei is nogtans fel om de woorden terug te keeren. V/ees altijd braaf en deugd zaam, en gij zult immer geiukkig zijn7 - Langs Wichelen en Cherscamp is de OOGST goed binnen; ze zijn da2r altijd 8 a 10 dagen vooruit. Schrikkelijk vee! noten; Een droeve Winter die voor de deu-e staat; te Brussel ston den de patakkers maandag 18 c. den kilo te Gent dijr.sdag 15 c.; langs Bot- teiare, een Boer zegde dat hij al Wat hij missen kon, verkocht had aan 9 fr. Een schoone prijs Zondag Groot Kaats spel Aalst-Houtmarkt, 2 ure. Te bekomen op ons Bureel ai £000 Van de 5000 Gendarms zijn er UCjmTdeïóokiio MARKTEN gesneuveld. ewn"' w w» NAAR f>E VEULOSsIAG was de Vergadering Zondag voornoen om 10 en half, ten huize van M. Jan De Neve, Lange Zoutstraat alhier. Een zijner Dochters, juffer Jeanne, had daags te voren het diploma 'ont vangen van allergrootste onderscheiding harer Studiën, in Stads Middelbare School. Zaterdag avond kwamen deswege de Besturen der Kristene Volkspartij dringend bijeen, en reeds Zondag gingen zij naar 't huis van hunnen geliefden Voorzitter en Vriend met een Bloemruiker en een"bronzen Ecce Homo. Volksvertegenwoordiger Daens sprak den geluk- wenseh uit, in naam van al de Demokraten. In dezen wreeden Lijdenstijd, geen Vlaggen, geen Muziek, geen Voiksgejuich, maar met den innigsten Gelukwensch van allen aan de uit muntende Leerlinge, aan hare duurbare Ouders en Familie. Bloemen tusschen doornen en het afbeeldsel van den almach- tigen Goddelijken Lijder, Vader en Opperhoofd van alle Kristene DemocratenSpreker deelde zjjti aandoening mede aan al d'aanwezigen. Op die vergadering werd een allerbeste Besluit genomen. a KOOL. LOOK. Ach wat zijn de boten duur Zoo wordt onder 't volk gesproken, En wij kunnen zonder vuur Op de stoof geen eten koken. Als men ze nog koopen kan 't Oeld ontbreekt bij vele menschen, Maar bij menige werkman Laat dit alles veel te wenschen. Zij moeten hun te vrede stellen En hebben soms niets anders ook, Zonder vieesch of frikadellen Kartoffels met ajuin of look. Frans De Rybel, Aalst-Mijlbeek. Mijn eerste U een dier, lomp en sterk gebouwd, Mijn tweede is gerief, Voor jong en oud Mijn heel in Aalst vermaard, Van in den ouden tijd, Wordt nu genoemd, bezocht Van wijd en zijd. BURGELIJKEN STAND DER STAD AALST geboorten Mannelijk 4 Vrouwelijk 6 10 HUWELIJKEN A. Steenhaut, tw. met F. Breckpot, tv/. OVERLIJDENS F. De Canclc, zb. 77 j. Fabriekpl. H. De Troyer, vr Raes, zb. 52 j. Ajuinstr. A. Cornand, m. Goossens, gasw. 48 j. Moorselb. F. Van Vaerenbergh, schoiier, 12 j. Hcogev. 2 kind. onder de 7 jaar. Van Aalst naar Gent 7,109,40—11,455,40 Van Gent naar Aalst 7,3011,304,00 Van Aalst naar Brussel 7,109,40D.2,00—5,58 Maandag, Woensdag, Vrijdag 8,15 Van Assche naar Aalst6,008,4011.00D.—4,40 Maandag, Woensdag 7,15 Pa stoor Kneipp, zijn leven en raadge vingen om door het Water te genezen en te verkloeken 0,70 De gruweldaden van Wildemouwe en zijne Spitsbroeders, doorH. Van de Ge- nachte 3,50 AALST. Zaterdag27 Juli aardappelen <ie 100 kilo MOEDERTAAL, voor leeren te lezen en te spreken het Vlaamsch of het Fransch in drij maanden tijd 4,00 11.00 a 0.00 00,00 »no,00 Boter per 3 kilo 10,80 a 00,00 Biers de 25 3,75 0 0,00 Viggenen per koppel (250 stuks) 15'J a 190 Aalst, drukkerij Fr. Daens Zuster, Werf,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1915 | | pagina 4