MAX of de jonge NOTARIS IX. Bij Moederken Max, de jonge Notaris, kreeg een inwendige schok- king door de fornijnige voorde; van Palmire. Een gevoel in 't binnenste van zijn ziel, dat hij ver borgen hield voor iedereen, zelfs voor zijn eigen, de nijdige Eva's dochter had het ontdekten geruchtbaard Ja, ja, in zijn Ziel lag een liefdegevoel voor de jonge Gravinne, dit gevoel had hij tegengewerkt, ver- stooten, maar het keerde gedurig weêr, met aan drang; eigentlijk was het een gevoel van reine bewon dering; hij beminde in haar de bekoorlijke reine deugd, de bevalligheid, het Goede en het Schoone vereenigd... Tot heden was de strijd diep verborgen.. De woorden van Palmire toonden dat ze niet zou zwij gen... Wat hij zweeg voor zijn eigen, ging ruchtbaar worden, voortloopen van mond tot mond... En van die Palmire moest hij het middel weten om met haar Vader te onderhandelen over die andere zware moei lijkheid, dien te kort van meer dan 150,000 fr... De eer en reputatie zijns Vaders in gevaar Gelijk het gaat bij elk in moeieiijke omstandigheden, Max zag alles zoo zwart in als pek, rond hem was het afgrond bij afgrond eindelijk kreeg hij een helder gedacht Bij Moederken gaan en haar alles openba ren. Een allerbeite gedacht, brave jongen De Weduwe van den Notaris was op hare werkka mer met een kerkboek op den schoot en een roozen- krans in de hand. In hare droeve verlatenheid ze zocht troost en moed in een har elijk weemoedig gebed;had zij de woorden gelezen van den heiligen, armen en eenvoudigen Pastoor van Ars Menschen, in uw lijden, in uw droefheden, zoekt niet verder; bidt lang zaam den Vadrons; dit gebed door den goeden Zalig maker uit zijn goddelijk Hert gehaald, voor 't arme menschdom... Bidt langzaam den Wees-Gegroet Kristene Menschen, zoo preêkte die ootmoedige Pas toor van Ars, laat ons nooit of nooitvergeten de woor den van den God Mensch Komt allen tot mij die belast en beladen zijt en ik zal u verkwikken. Die woorden moest de Moeder van Max niet gele zen hebben, want ze staan geprent in alle harten. Nie mand lijdt of de roep gaatÓch God Max knielde voor zijne Moeder, zijn hoofd op ha ren schoot, gelijk als hij nog kind was, zijn oogen vast gericht in de hare. Moederke, zoo begon hij, ik kom als een wreed aard, als een barbaar uw hert verscheuren ik moest het u verborgen houden.Lief kind, ik bid u Ver berg mij niets, Iaat ons toch een hert en eene ziel blijven Dan haalde Max in diepgevoelde woorden aan, zijn liefdegevoel voor 't jong Gravinneken, zijn worste ling daartegen, zijn vruchtelooze worstelingen;, dan ook den grooten tekort in de kas; den Millionnair die 't geld van den eersten aankoop ging vragen aan Graaf de Brives, de groote som in 't Notariaat gede poneerd en niet te vinden; wat doen wat antwoor den Elke uur kon 't Kasteel vragen van te komen met dit geld De Weduwe liet haar Zoon uitspreken zoolang hij wilde; ze was een wijze Vrouw en wist datzijn leed openbaren en zijn ongelijk herkennen altoos een eerste ontlasting is. Dan richtte zij hare oogen diep in de zijne, oogen die blonken van kalmen gerusten moed, gelijk hemel- schen dauw en zachte zonnestralen. Dan sprak zij een kwartuur lang over de moeielijk- heden; eerst over den tekort in de Kas; van die Kas wist ze niets; Vader zaliger kende ze op een centiem na; nooit was er een missing; zijn rekeningen waren zoo juist als goud; aan zijn eerlijkheid twijfelde nie mand, die som moet er zijn of haar bestemming zal j aangeduid staan; achtereen zullen zullen wij nog eens j te samen gaan al de cijffers en al de registers geza- j mentlijk onderzoeken; aan de eerlijkheid en de juist- heid van de Meester-klerk mag ook niet getwijfeld j worden, en moesten wij voor dit onbegrijpelijk te kort j staan, dan valt er te handelen Trachten tijd te win- j nen op d'een of d'ander manier, desnoods aan M. Liévin rechtzinnig bekennen, in welke moeielïjk-j heid 't Notariaat zich bevindt, tijdelijk door 't weg- j reizen van M. Breard, die de Studie kende op zijn duimken... Het ware ook niet slecht 't Gravinneken over den toestand te spreken. Max had alles goedwillig en bereidwillig aanhoord; doch als zijne Moeder sprak van Gravin Alice «Moe der, zegde hij, moet ik nog bij haar de vernedering ondergaan van in geldelijke moeielijkheden te zijn Waarop de Weduwe op strenge goedheid van den Geneesmeester der ziel antwoordde Mijn lief kind, die vernedering is er noodig; ver geet nooit dat de Graven de Brives sedert honderde jaren de groote Weldoeners onzer Familie waren Zij hebben ons tot welstand, ja tot rijkdom gebracht. Zou het mogen zijn dat wij hunne weldaden gebrui ken, om die edele Familie in oneer te brengen Want in d'oogen der wereld ware het huwelijk eener jonge Gravinne met een eenvoudige Notaris van den Buiten een onuitwischbare vlek... Och, mijn lief kind, op mijne beurt moet uwe Moeder barbaarsch handelen jegens u en in uw Ziel pijnlijke dorens steken. Uw Moeder lijdt er door, maar ze moet u die opoffering vragen, de scleiding van een duurbaar wezen.. Ach Moeder, bad Max, houd op, voor u alleen j wil ik leven; u en uwen raad zal ik volgen u alleen zal ik beminnen.. Die woorden bezegelde hij aan ha ren hals in een warme vurige zoening. Moeder, sprak Max, nu ben ik een ander mensch, gij zult verwonderd zijn over mijn moed en mijne koelbloedigheid. Willen wij nu op 't Kantoor gaari. Ze gingen en zagen alles nauwkeurig na en vonden niets dan een groot tekort in de kas. Toen zei die goede Moeder aan haren Zoon van thuis te blijven zij zelve zou naar 't huis van den Meesterklerk gaan. Daar werd ze zeer slecht ontvan gen de Vrouw was juist aan den wasch ze kwam haar handen vol wit schuim en zegde botweg of men niet beschaamd was in 't Notariaat hare dochter Pal mire zoo slecht te ontvangen dat't kind er ziek van was of haar Echtgenoot daarom 25 jaar gedevoueerd moest geweest zijn voor de Studie wat manieren het waren het kwalijk op te nemen, als een Vader bij zijn Zoon ging die te Nantes ziek lag, misschien op ster ven... Weduwe Van Dael schudde pijnlijk haar hoofd en zegde dat er niets kwalijk genomen was dat men enkel het adres van M. Breard vroeg voor een pres sante zaak waarop de vergramde mama van Palmi re zegdeNiets is zoo pressant dan een Vader die naar 't sterfbed van zijn Zoon geroepen wordt... Er bleef aan de Weduwe niets anders over dan voort te gaan. Dit deed zij inderdaad, droefweg, al denkende en dubbende, toen zij 't gerucht hoorde van een rijtuig achter haarzij ging uit den weg maar 't rijtuig bleef staan en 't Gravinneken kwam eruit gesprongen. ('t Vervolgt). Reilekses van JXicodema j fsafw Zou 'ne mensj ooit kunnen peizen ItW hebben, dat kon gebeuren wat wij den dag van vandaag zien en on- fjlWX dervinden Al twee jaar ons mans- JlgiM;) volk zonder werk,. Is 't niet om u n --"jjaËMasëa levensdagen stijf te staan, als 'ne zaatsteen, gelèk de vra van job Veel mensjen loopen rond als gezouten En geenen zoemer te kreigen Achtereen pichonker, ten 8 uren donkerEn de mussen 1 de mussenflées zijn ze met den helft van den Oogst wegEn geen handen te steken aan die musscken Z'overweldigen alles, die mussen 1 EEN VERHAAL UIT FRANSCH-VLAANDEREN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1916 | | pagina 4