Panorama van Vlaanderen S OLDATENGELD - BERICHT HST PLICHT In Januari 1917 is het verhoogd. Nu zou die ver meng betaald worden van Augustus 1914.. Mij is trzekerd dal in Brabant reeds een derde deel der to ils som is betaald aan AL de Ouders en Vrouwen Soldaten. Die het Goede doel, het Goede ontmoet Ouderdoms-Pensioentje Zal 1917 zijn gelijk 1916 en '15 40 fr. Ik hoop ia, doch kan niets verzekeren. Mijn vragen blijven on beantwoord en Brussel blijft voor mij gesloten als een beperdoos. Brie! van den Suikeren Bijgang Ons Park van Vrede Voor de gezinnen der Opgeeischten Loopende Nieuws Nationaal Hulp- en Yoedin^seomiteit AALST Ajdeeling HULP. in een Volgend Nr. hoofdartikel T5 JUÏSII Aanstaande staat geprent in d'herten van 't Volk als zatter de zijn een dag van troost en opbeuring. Kardinaal Mercier en den Woeker. Op Sinxen werd in alle kerken van het Aartsbis dom een herderlijken brie} voorgelezen waarin Kardi naal Mercier krachtdadig het woekeren veroordeeld. Over Belastingen Als Raadsheer DAENS, namens de groep der Christen Democraten, 2 fr. per kin t,of 12000 fr sjaars i niet te veel vond voor het Geneeskundig toezicht in de Scholen, en als Schepene MOEYERSOEN uitriep Waar zult gij 't geld halen Na den Oorlog zal er schrikkelijk veel geld noodig zijn Dan was de ant woord In de Klimmende Belasting In de Belasting op't groot Inkomen. Daenshad er moeten bijvoe gen Dat ja, zal een goudmijn zijn voor de stad, eene ware GOUDMIJN Eu die zaak heeft veel veld ge wonnen. Opvoeding der Kinderen Eene arme celle blaakt in licht, Antonius die op ster ven liwt Schubt, die russeJ gfji 1, is in Sirih nig Vat Overs van mij, Djck, e" voor werd van den Scho|. chollaert Leuven; aar zoo- i Erfge- maar ik deelei gekend ive hel voed. ten van i boek- allerlei bet be- eenige JAARGANG N<: 2317 8 Juni 1917 Hoofdopsteller Volksvertegenw. DAENS.' Prijs 4 ctm. Drukkers-Uitgevers i FRANZ DAENS ZUSTER oud I M. Door den gedurigen losbandigen opslag van 't Papier vinden wij ons dwongen den prijs van DE WERKMAN te zetten op 4 centiemen in ials van 3. 't Is een conditie s in e - q u,a n o n\ De dringende vraag is 1° dat hier ook in 't arme Vlaanderen de aanzienlijke ver meerdering spoedig zou komen; 2» dat men iet d'een hand niet zal geven en met d'andere terugnemen. Die in dezen bangen tijd het Goede doet, persoonlijk, als- )ok in Besturen en Komiteiten zal het Goede ontmoeten in !t binnenste zijner ziel en in openbare Hulde en Dankbaar heid.. Geachte Heer Opsteller van De Werkman. Ik neem de eerbiedige vrijheid UEd. beleefd te verzoeken in uw eerst I verschijnend nummer het geëerd publiek te willen mededeelen dat ik, I kdolf Wel tekens, niet betrokken ben in de zaak van den suikeren bij- I gang. Ik werd immers door U ten onrechte beschuldigd, daar ik ook I twee huizen voorbij de Arme Claren woon. I Ik heb nooit eene gunst genoten van het voedingscomiteit en ben nog veel minder een smokkelaar of moordenaar. Indien U aan mijne vraag weigerdet te voldoen, zou ik tot mijn spijt genoodzaakt zijn de zaak in handen te geven van den Heer Gevolmach- I tigden des Konings. Ik reken dus op mijne eerherstelling en verblijf na groeten, Met achting, Adolf WELLEKENS. Ons Park van Vrede wint gedurig aan in Volksheid en in schoonheid... Volkspark I Geen Vredeloos woord in nw be luik. De reine balsemlucht heeft er een felle geneeskracht. Na den Oorlog, ons groote Markt een middenpunt van trams. E n tram naar Terjoden, Denderhautem, Kerkxken, Heldergem, enz. langs de Pontstraat, met stilstand aan 't Park,is dat de wensch niet van oude en ziekelijke menschen Waarom zijn de de gezinnen der Opgeeischte Werklie den, hunne Vrouwen of Ouders zoo zeer vergeten in de onder steuning in vergelijking bijvoorbeeld bij de gezinnen der Soldaten Bestaat er verschil tusschen de gezinnen der Opgeeisch ten en de gezinnen der Soldaten Ja, zoodanig dat, boven de afwezigheid van den Echtgenoot of Zoon, men maandelijks naar d'Opgeeischten één of meer pakken opzendt, hetgeen voor de Soldaten niet gedaan wordt. Wat zoo een pakje kost, is genoeg gewe'en. En ais men nu voor d'O pgeeischten meer kosten heeft als voor de Soldaten, waarom dan die gezinnen niet ge lijkelijk ondersieund De eenen zjjn toch de kinderen van 't Vaderland als de anderen... of oordeelt men anders over die ongelukkige Werkeloozen die toch ook geen schuld aan dei Oorlog heb ben 1 Men denke toch eens ernstig na, op de gezinnen 'der Op geeischten. Tegenwoordig g'en hoort niets dan van loopen g'en ziet niets dan loopen naar den Amerikaan, naar de Gemeentewinkels, om allerhande Melk, om Brood, om Itandteekens; naar den Post, naar de Melding, naar den Control, 'tis om de Loopziekte te krijgen. Maandag voornoen kwam in de MOLENSTRAAT 'ne'vent met een karreken naar mij ge loopen, om mij te zeggen dat te MEIRE, Cauwenberg, bij het Schaap eiken avond uit de Weide, ver van hufs komt geloopen om gemolken te worden. Elk bewondert'dit verstan dig Schaap. - In OOSTENRIJK-HONGARIÉ loo pen de Volkeren ook getingeld voor den VREDE. Elk loopt naar de Betoogingen; ze spieken van 60.0C0 man in een Stad, zonderde Vrouwen en de Kinderen. Men schrijft uit GROENINGEN, Holland, dat in een Me nagerie een kind te dicht 'bij de kooi der Leeuwen was geloopen i n door 'nen Leeuw gebeten. In Aalst loopt 't ge rucht dat mijn vriend schilder De Sade- leer in Engeland is, te Cardif, en nu ex poseert in Noorwegen. Daar zullen zijn sprekende schilder stukjes grooten ophef maken. Én sprekende van Enge land, ze loopen daar ook, ontelbaar in getal, naar de bijeen komsten voor den VREÖE.En te Parijs on in den Voikrij ken Mont Parnasse is groot revolt tegen den Oorlog. Overal zijnde Volkeren moe van uitgehongerd, vermoord en ge slachtofferd te worden door die monsterachtige wreedheden. Dat de mogendheden hunne geschillen aan een Rechtbank of Scheidsgerecht onderwerpen, gelijk de Nijveraars doen, de Burgers, oe Kooplieden, de Boeren, de Werklieden, de Nota rissen, d.Advokaten en alle standen, en willen de Mogendhe den dit niet doen, dat de grooien dan persoonlijk vechten, on een, i n t e r s e, dat zal ten minste eerlijk zjjn en mensche- ljjk. Tot Eindhoven, in Holland, is eene Keukenmeid die zeven talen spreekt. Zou die ook moeten heur beentjes afloo- pen om een postje te krijgen En de Kokernagie, hoe zit het daarmee Scherpe jacht voor 't oogenblik. Doch in verbeel ding zie'k reeds honderden vrou wekens naar hun akkertje loopen om wat groensel wat nieuwe yuintie of sjalotje, erwtjes, prin- èlBod, (iST'Ztfl'KUrakPn I Ed daar bij aan nen goeien boterham van den nieuwen oogst... Ja, ik zie de menschen al loopen met den kop omhoog en als dan tegen den Bamis de Vredesonderhandelingen konden begin nen, dan zouden wij met goeie hoop de Winter intrekken. A- men, het weze zoo Hoe mag 't zijn met staatsminister S choliaert in den Haver Al acht dagen ligt hij op sterven... Maar zoolang er leven is, is er hoop op genezing. Het zijn de Kalfkoeikens die veor de boerkens goud waard zijn met dezen tijd. Ze krijgen acht, tien, twaalf frank van hun' boter, en ze verkoopen hunnen slap aan 0,30 fr. de liter. Rekent en telt. En dan zijn er nog veel boeren die klagen I 't Is wreed, terwijl er zooveel menschen zijn die zich moeten plat ruinee ren om een stukje eten te koópen. l'a'atjes en worteltjes, ee cesjes, seiae^ ën"porei...' Wij herinneren nogmaals aan de Ondersteunden dat volgens artikel 37 van het Reglement den Werkelaozcnsteun moet ontnomen worden 1. Aan Personen die zich aan den drank overleveren 2. Zij die zich met kansspelen bezighouden, zooals dossen, banken, enz. 3. Zij die van bekend slecht gedrag zijn 4. Zij die de vermaak- lokalen bezoeken.(Kinema's. enz.) Deze onderstand zal in het algemeen onttrokken worden aan hen die er een slecht gebruik hebben van gemaakt. Dit artikel zal in 't vervolg streng toegepast worden. Voor het Comiteit, de Bestuurder, R. MOEYERSOEN. door Volksvertegenwoordiger DAENS Sn tie Brat (1 verzekering door deStad Iemand die wat kennis heeft van bloementeelt en akkerbouw, weet zeer wel dat er zaden en planten zijn, welke in de eerste dagen der Lente moeten ingelegd worden, omdat zij anders te laat opkomen en niets meer voortbrengen. Er is namelijk een gewas dat vroeg, zeer vroeg en met groote zorg in het lentehofje, in den frisschen grond der ziel van uw kind moet gezaaid worden. En welke is dan die wondere plant, welke zoo tijdig moet ingelegd en zooaanhoudend moet verzorgd worden, omdat ze niet verminkt of verkankerd zou opschieten 't Is de Gehoorzaamheid. Uw kind moet uwen wil doen. en gij niet den zij nen. Dit is de eerste les waarmede gij moet beginnen, zelfs eer de tanden te voorschijn komen, of eenig tee- ken van begrip zich vertoont. Mocht de kleine zich in het hoofdje gestoken hebben Ditwil ik, en dat wil ik niet, kom dan, Vader of Moeder, toon wie er meester is, en geef nooit toe aan zijn geschrei. Laat hem weenen naar hertelust zooveel hij wil, eens dat hij zal gewaar worden dat zijne kreten niet veel van tel zijn, en dat er niets mede te winnen is, zal hij van zelf ophouden en niet gemakkelijk meer- herbeginnen" i rHfe Zoo gij echter bij het minste teeken van ontevreden- J'1 heid opspringt en toegeeft aan zijne grillen, dan zal hij u weldra, als een kleine dwingeland, met den neus leiden, In d'eenzaamheid van Campo-San Pietro welke verzuchtingen zijn daar ten Hemel ge stegen uit die manhaftige zi^lDoch lang ge noeg gewerkt en geleden...- De belooning is nabjj. Den 13 Juni 1231, Antonius zitaan deDoen- tafel met zijns Medebroeders... Eensklaps htj verbleekt; hij zakt ineen, hij wordt opgeno men en op eén bed van stroó geleid.. Ach Broeders, zegt hij, ik ga sterven maar breng mij naar Padüa, mijne geliefde stad Ze nemen hem op, ze leggen hem op een karre, met een wuif over; ze voeren hem stil- iekes, stillekes, maar aan de Poort der Stad, hij kan niet meer, hij kan niet meer.. Er is daar een Klooster van arme Claïen.. Dicht nabij is een huis van de Paters Bestierders.. Daar wordt hij ingebracht... Als bij een weinig bekomen is, hij spreekt zijn Biechthij ont vangt d'Absoldtie; hij kómt in verrukking met zijn heldere welluidende stem zingt hü het gezang O glorierijke Vorstinne Ik groet U, o Moeder van mijnen Zaligmaker! Eensklaps hij ziet naar een hoek der ceile, sterlings.. «Wat ziet gij, Antoniuü 1 Ik zie, ik zie mijn God, mijn Verlosser en Zaligma ker. O Heer, wat zjjt gij goed, goed voor de Zon daars, goed voor alle menschen, maar bijzon der goed voor uw Belijders. Missionnartssen en Apostelen.. Gelijk gij Petrus by de hand naamt en op de zee deedt wandelen, zoo wor den uw getrouwe ieverige Dienaren door U beloond, getroost, versterkt, van in hun leven. Antonius ging sterven, sterven.. Ach hjj was arm, hij moest aan niets verzaken.. Hu droeg haat noch nijd, hij moest niets herstel len.. Hij bad in Arbeid én in Liefde geleefd voor God en voor de Menschen; met zijn Va der Franciscus van Assisen mocht hij zeg gen ik laatu mijnen besten zegen, in Jesus- Ohristus en mijn peis... ik voele mij de ziel ontschieten. ik ga mijn God, mijn God genie ten.. Ik hoor 't gezang van 't Englenkcor... Mijn herte breekt.. Mijn God I Ik kom I Men bedient hem'tH Olijsel.. Hy bidt luid op met zijn Broeders Dan blijft hij een half uur in overweging met den Heer.. Hij sluit zijn oogen.. Antonius is dood. Het was den 13 Juli 1231, een weinig voor 't vallen van den avond. Hy was geboren in 1196. Ei gelijk de bloemekes in de weiden en in de boschjes de eerste van al de Lente aankon digen, zoo ook in de stad Padua, zijn het kin deren van 't Volk die op de straten komen ge loopen al zingendeII santo morte Antonio santo Antonius, Sint Antonius is dood. En zoodra het bekend is, gaat een eenparig lofgetuig op Aan God de glorie, in der eeuwen eeuwigheden I Antonius is in ft land der zaligheid getreden; Hij zetelt in den schoot van 't ongeschaduwd licht Hij schouwt de middagzon der Godheid in 't gezicht, Glorie aan God Van alle kanten komen de Volkeren toege- loopen.. Rijken arm, jongen oud.. Men vecht om het lijk te zien en het aan le raken.. Er moet sterke wacht zijn of er gebeuren mal heuren.. Er is geen nacht in die streek; de toeloop vermeerdert gedurig.. Daar worden tranen gestort en herten geraakt.. Velen, on bekeerd gebleven bij zijn Sermoenen, nu klop pen zij op hun borst... Antonius preekt door zijn lijk... Men strooit bloemen op dit lijk maar er stralen bloemen uit, van bekeeringen en van mirakelen.. Van dan af wordt hij de groote Mirakeldoener.. In een dorp van Pa dua, een dochterken Eurelia is in 't water ge vallen en dood Hare moeder aanroept Anto nius, het Dochterken herleeft 1. Te Comaglia, een kind is vfrdronken in den stroom.. Nu is 't de Vader die Antonius aanroept. De dood geeft hare prooi terug.. Te Padua, een kindje van 2u maand Tnomassino is verdronken. De Moeder belooft een aalmoes aan de noodlij dende, en nog eens de Dood geeft hare prooi terug- In Trevisa, een arme houtkapper lag gebo gen over 't lijk van zijnen eenigen zoon en kon er niet toé besluiten dit kind te laten be graven.Neen. neen, zegde hij, Sint Anto nius, (want 't Volk noemde hem reeds heilig), Sint Antonius zal niet ongevoelig zijn aan mijno droefheid. Den derden dag na de dood, en dit Mirakel is echt bewezen gelijk al d'andere, den derden dag, de doode jongeling staat op, vol krachten leven, tot onbeschrijf bare vreugd van den Vader en van al de Vrienden en Geburen, die Glorie geven aan God en aan zijnen dienaar, Sint Antonius. (Uit het boek Sint Antonius van Padua en Bisschop Lambrecht, door Volksvertegenwooreiger Daens, privi legie-prijs 20 centiemen.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1917 | | pagina 1