l w- UIT HET LEVEN VAN Mr Petrus Daens j j Een schrijven van Pieler Daens Aan wie het aangaat- Aaii de Wasclikuip Bureel en Redaktie Lange Zoutstr. 24, AALST Men een ie ALLE Brief wisseling vóór ZONDAG middag 46c JAARGANG N° 2364 3 Mei 1918 Werk Stichter PI ETER DAENS. Prijs 5 ctm. In vorige artikels hebben onze Lezers een kijkje kunnen ne men in het intiem leven van den betreurden afgestorvene, en heeft men hem doen kennen als taalbeoefenaar. Het is billijk, dat hij ook voorgesteld worde als Vlaamsch Aalstenaar van den echten stempel het betaamt, dat een zedige hulde worde ge bracht aan zijn verdiensten van voorbieldig Christen Burger. Mij ook weze deze taak voorbehouden. Geboren in de Kerkstraat, uit Ouders, burgers van den ouden eed, volgde Petrus Daens van in zijn prilste jeugd, op de Kat, de leergangen gegeven door de Broeders der Christelijke Scho len, in dien tijd een stedelijke instelling. Reeds vroeg moest hij deze verlaten om handenarbeid aan te vatten en het Kind zijner Werken te w< rden en zijne liefde voor de letterkunde, zijn lees- en leerdrift, deden hem het beroeo van boekbinder verkiezen. Niet echter voorlang, want luttel tijds nadien nam hij het boek drukkersmateriaal over van Gommar Da Vos en Adolf Byl, en stichtte het blad De Werkman, waarvan het eerste nummer den 15 Augustus 1872 het licht zag. De bijval van deze volksgazet, d«e eerst om de veertien dagen verscheen, was ontzaglijk groot, en weldra was men verplicht het blad alle weken ter pers te leg gen. 't Was onze 'loop, onze droom, schreef de jeugdige jour- nalist, den 20 Maart 1874, van'in veel werkmansfamilien we- kelijks een hartlijk woordje te gaan spreken die hoop, wie zou't gepeisd hebben, is waarheid, die droom wezenlijkheid geworden, ja, boven alle verwachting. Het bekomen van dien uitslag is voorzeker aan ons niet toe te schrijven, maar wel aan den zegen des Hemèls, aan den goeden vriend (E. H. Hau- monti, medestichter van ons blad, die reeds daarboven het loon van zijn deftig strijden en lijden geniet. Laat ons het goede met vreugd en dank herdenken en met moed vooruit trekken... M. Daens bepaalde zich toen niet bij de uitgave van De Werkman, maar reeds in 1874 drukte hij den almanak De Ver- rezen Aalstenaar, die later Het Aalstenaarken vrerd. De armen hadden van dan af hun ruim aandeel in de opbrengst der veol- verspreidde druksels, die bij Daens ter pers lagen in den voor spoed van De Werkman deelden de trouwe medewerkers en de nederige verkoopers, wien hij zijn rechten arm noemde, en die hij telken jare, in September, te zijnen huize, op een feestje uitnoodigde. Menig verventer van De Werkman werd toentertijde een welstellend man. De bijval van dit rusteloos streven ging nochtans gepaard met hevige vervolging vanwege de Godsdiensthaters inden polifie- ken strijd was Daens het mikppnt van den vijand de zwaarste slagen waren hem steeds voorbe-temd en bonsden ongenadig op zijn nooid rleei op straat werd hij l.iffelrjk aangevallen er. mis handeld in schriftea bespot en gesmaad de vensters zijner wo ning moesten door ijzeren staven beschut tegen de heldendaden van liberale nachtelijke ruitenbrekers. Zoo duurde dit veel jaren. Toch wankelde hij nooit. Veel anderen waren in den strijd be zweken. Zou iemand, voor al de schatten der wereld, het veel bewogen leven van lijden en worstelen, van angst en kominrr, van zielelijden en verborgen harteleed, die Daens doorstond, wil len aanvaarden Wie zal voortreffelijk genoeg beschrijven zijn kloekmoedig op treden tijdens de kiestoent*;. der Bokkenrijders, onderden School strijd, in het barnen van de;i kamp voor ue sehoone ziel van 't kind Noem dan zijn talrijke geschreven tooneelstukken zijn ontelbare kluchtliederen zijn medewerking, in U82, in den Katholieken Schoolpenning en het inrichten van den eersten Vlaamschen Kermis de verschijning zijner werkjes De Jacöby- nen te Aalst (1872), In den Geuzentijd (IS73) en De Geuzen in ons Land (1878). Hij was de generaal rond denwelken zich dui zenden strijders, aangemoedigd door zijn vurigen blik en overtui gend woord, schaarden, wanneer hij de katholieken op het stad huis van Aalst en de katholieken in de Kamer bracht. Hij was de vaandeldrager op het hoogst erheven bolwerk der Aalster- sche katholieke vesting I Zulks werd ten allen tijde in zijn eigen stad vergeten. Reeds van in 't jaar 1865 voerde Daens een onverbiddelijken oorlog tegen de verfransching zijner geboortestad. Na het Da- vidsfonds en den Burgerskring te hebben gesticht, kwam hij kort daarna in gloedvollen geestdrift op tegen de fransche uit hangborden, die Aalst ontsierden, tegen de burgers die fransche naamkaartjes en omzendbrieven deden drukken en door zijn toedoen verscheen, in 1872, in 't Davidsfonds, een geruchtma kend manifest, waarin hij zijn stadsgenoten toeriep Aalste- naais 1 hebt gij u reeds gebeterd ten opzichte van uw Moeder- taal Zoo neen, ha:>,st u, of eeuwige schande zij uw aandeel 1 HetVlaainsche Volk gaat zijn recht krijgen En gij ook, op- gepast, bestuurders van vrije scholen gij ook moet meê, wilt gij in ce gunst van 't Volk blijven en de gouvernementeele scholen niet roekeloos den voorrang schenken Dank aan zijn manhaftig optreden verscheen, in October 1872, het eerste Vlaamsche stratenschrift de Albert Liénartstraat7 katholieke gemeenteraadsleden legden in 't Vlaamsch den grond wettelijken eed af een groot V laainsch Concert had plaats in Het Brouwershuis den 26 December 1873 geschiedde hetzelfde in den Burgerskring, waar het Land van Riem optrad dank aan den Opsteller van den Werkman e i Het Land van Aalst hield Burgemeester Van Wainbeke de openingsrede van den eersten katholieken Gemeenteraad in de Vlaamsche Taal. Rechtzinnige Volksliefde was reeds vroeg hij den jongen po litieker een hoofdtrek zijns karakters. In December 1871 was hij eenen der ontwerpers van de Fancy Fair, door zijne medeleden van Sint Vincentius a Paulo ingericht Zijn strijd tegen de Kinderen op d Fabrieken en ten gunste der Zondagrust jaartee- kent van 1874 werd jaren lang, ondanks het misnoegen van machtige vriende hardnekkig doorgedreven. Later, in alle tij den van werkcrisis of volksrampen, was het huis Daens een Armbureel, en deelde men aldaar zonder tellen uit wat de voor spoed en de vrucht van bovenmenschelijken arbeid had opge bracht. Van toen af ook brak M. Daens menige lans voor de af. schaffing van de loting en de invoering van een Vrijwilligersleger Dit alles zijn feiten. Petrus Daens was het toonbeeld van den echten Christen Katholieken Aalstenaar, zonder praal, maar zonder menschelijk opzicht. Alle geestelijke instellingen telden hem onder hare ieve- rigste en werkzaamste leden. Met de Eerw. Paters Weyn, Ser- vais en Lemoine, die vaders en weldoeners der Aalstersche werk lieden, hield hij, gedurende eene lange reeks van jaren, het Ge nootschap van Sint Franciscus Xaverius in hoogen bloei. 't Is een eer, hoorde men hem dikwijls zeggen, bij die Christelijke Gilde te zijn, en al wie erin komt is verblijdt en dankt God van erin getreden te zijn. En wanneer men hem des Zondags er gens uitnoodigde, antwoordde hij meermaals per brief Des Zoidaags kan ik de stad niet verlaten ik heb dringend werk in't Genootschap... Slechts ééns zou Daens des Zondaags uit de slad gaan, en dit was met zijne geliefde Franciscanen, den Tweeden Sinxendag 1875, om te Oostakker, door het gespuis, bespuwd, mishandeld en geslagen ie worden... Zoo lief afs 't Genootschap, lag hem aan het hart de Congrega tie der jongelingen, voor dewelke hij de eenvoudige zoete liede ren dichtte, die heden nog in de Kapel en in Processiën en Bede vaarten gezongen worden, en waarvan hij, samen met de gebroe ders Frans en Xaveer Pietes, Frans Callebaut.Eugeen De Zutter, de meestergast Frans De Cuyper en Philemon Schellaert, de inoerpilaar was. Ook de Zondagschool vond in hem een harer trouwste verdedigers, en daar steunde hij met woord, en daad de Eerw. Heeren Onderpastoors Veyt, De Turck, Haems en Simoens en de heeren Eugeen Van Itterbéek, Louis Van de Waeter, Jozef D'Hanse, Judocus Mertens.en zooveel andere vrome Aalstenaars, aan wier nagedachtenis wij hier iof en dank zeggen. Hoeven wij hier bij te voegen dat zijn voorbeeld aanstekelijk werkte op de jeugd, op de werkende bevolking? Hoevelen bracht hij niet op het rechte pad terug En men stond later verwon derd, dat de familie Daens zooveel vrienden telde 1 Maar het huis gezin zelf telde twee Priesters de Vader wroette zich moe en pij voor de opvoeding zijner kinderen; de Moeder was eene hei lige het huisgezin leefde slechts voor God I De Jubelfeesten van Z. H. Paus Pius IX, in Mei 1877 de Mis siën in de Hoofdkerk het werk der Maartd lijksche Communie in bdde Parochiekerken de instelling van het Sint Antonius- brood; de eerediensten voor O. L. Vrouw van 't Kapelleken van de Werf; de Bedevaarten naar Hal én Scherpenheuvel kortom, j alle kerkelijke plechtigheden en i::stel!in»en blijven onaf-scheid i baar verbonden met den na;m van iie:i betreurden S'ichter van ons b'ad. Innig bevriend met den grooten Volksbisschop. Mgr Lambrecht, ondernam hij met dezen, in 1888, de reis naar Rome, j en meermaals zag men hem in h t verre :Lourde3, voor de Rots van MassabiUe, den zeg> n des .Heeren voor zijne geliefde, Moe- i derstad afsineeken. In Bisdom'i n Dekenijen was de onversaagde verdediger van Kerk en Pausgiaag ontvangen ifr al de Pasto- rijen van Vlaanderen was hij d. welgekomen east. Nu lUóVhlj, die s.|)öi; gdSrtZix "gvkc;:J heeft, ir. de gewijde aarde van den Hoezekouter, waar wij hem zoo ingetogen ten I grave droegen. i Die rust weze hem zacht Amore et Spe. i Den 23 Maart, dus drie dagen slechts vóór zijn afsterven, schreef den onvergetelijken stichter van onze Werkmanaan een zijner vrienden, een Advokaat onzer stad, om hom de belangen aan te bevelen van eenen ongelukkigen werkman, slachtoffer van een werkongeval en diens tengevolge schier broodeloos geworden. «Die man Uidt waarlijk honger, schrijft M. Daens. Madame X... zegde Hij zal niets krijgen omdat j hii bij den koppigsten Advokaat in Aalst is gegaan, koppig zijn tegen onrecht is een goddelijke deugd I Deze laatsto woorden kenschetsen geheel en gansch den man die zijn gansche leven heeft geofferd om, mei eone be- i wonderenswaardige koppigheid, te bestrijden wat hijïmeende j onrecht te zijn i Om het recht te verdedigen tegen het onrecht heeft hij for lufn en rust ten offer gebracht, zich blootsgesteld aan de j ergste vervolgingen, aan de afgrijslijkste zielsfolteringen, dit ailes met eene koppigheid die 't kenmerk is van waren hel- denmoed en reine burgerdeugd, j Koppig zijn tegen onrecht is eene goddelijke deugd i Die spreuk wijst ook nog op den diepen godsdienstzin van hem die is heengegaan om, wij vertrouwi-n het, in den schoot der Godheid de rust te genieten welke hij hier op aarde ver smaad heeft om het onrech' met des te meer kracht te kun nen bevechten. God is hel Opperste Rechtalle onrecht is een smaad de Godheid toegebracht. Diepgeloovig als hij was, heeft P. Daens nooit kunnen lijden dat God beledigd of gesmaad werd en hij achtte het daarvoor eene goddelijke deugd koppig te zijn tégen het onrecht. Op elk gebied, politiek, sociaal en taal kundig, streefde Pieter Datnsnieis anders na dan het Recht omdat hij, in zijne ingeborene vrijheid, besefte dat op het R' cht., en op het Recht alleen blijvende veroveringen kun nen worden gesteund. Hij was een' baanbreker, geen revolu tionr.air en, in de laatste maanden van zijn aardsch bestaan liet hii niet na er Lij alle gelegenheden op te wijzen dat men, om tc'ts bestendigs goeds te stichten, niet afdwalen mag van den weg der gerechtigheid en der wettelijkheid. Dat zij, die er opuit zijn z£jne waardige'opvolgers le blijven, die laatste woorden van den gevierien Hoofdman steeds op het oog houden Koppig zijn tegen Onrecht is een goddé'yke deugd laars. In onze Reis naar Roomen staat beschreven dat Sint F ranciscus-Xaverius in d'Indien meer Heidenen doopte dan Luther er deed afvallen. SPREEKWIJZEN EN SPREEKWOORDEN 'n Zittende Kraai vangt niets Dat ondervond laatst nog een jongen die uit vrijen geweest was en 's avonds laat longs de Gestjes huiswaarts keerde en daar ne zak meel vond. Voor het vet en voor het smeer Likt de kat den kandeleer..,. en wordt de Socialistische leider de handlanger van den aristocratischen Kasteelheer... 't Geld dat stom is, maakt récht wat krom is 1 Omer ons van te overtuigen overlezen wij den bri6f van M. P. Michiels, advokaat, verschenen in een der voorlaatste nummers van De Werkman. 'n Vet verken gevoelt niet dat een mager honger heeft 1 Dat ondervindt men alle dagen en leest men op de dikke buiken van sommige beeren, buiken die niet smelten hoe dicht ook hunne eigenaars zich bij de Zon verheffen 1 Voor dezen gingen de menschen naar Sint Job om er eene provisie patiëntie op te doen. Waar bij komt het nu dat de menschen maar tot aan 't kas teel van Sint Jobs te wandelen hebben om er hun laatste beetje patiencie te verliezen 1 Wat hebben de wagens der Stedelijke Voeding zoo al te vervoeren naar de Venne, op Erembo'degem Het Nationaal Coraiteit vah Brussel heefteen loon oarema vastgesteld voor hare bedienden van geheel het land. n G.mt heelt men in de maand November laatst zelfs 6 maa: 1 ach terstelen betaald. Hoe komt het dat Aalst weeral fei achte ren blijft en de Bedienden hier nog altijd naar hunnen ops. ag en achterstellen wachten Na inlichtingen genomen aan de beste broii. mag er voor Aalst nogthans geene uitzo] dering gemaakt worden.Zijn de noodwendigheden hier in Aalst mis schien minder dan elders of is er soms tegenwerking ol kwaadwilligheid in't spel Wij zullen eens onze in rmeer- kazak aantrekken en doen licht schijnen in de duiste nis. 'T IS LBMME ZEGGEN. SISKA. Sara, kindj ge di- beneerten mediteert., gchiltj er iet 1 Zeg het reebtui SARA. - Och, Siska. 't kan overm(jnhert niet, 'ken kan dat uil mijn zinnen niet stellen. Siska. Ga wiltj zeggen - -v Sara. Och ja, Siska... y&r Ke >vetj gij dat wel.... onzen goeien braven, beminden vriend, Menheer Peters Siska. Och, Sara, en ons arm ongelukkig Weezenkinde- ken, onzen Werkman Sara. 't Hertebloed van Menheer Peteris, 't zijn toch wreede dingen geweest voor Oilst.. Siska. 't Klein Volk zal welen wien ze kwijt zijn, Sara. Ba wie zelle men na loopen als ze men in de miserie zitten. Sara. Waarom blijven er toch zooveel sohoebbejakken loopen en sterven de g tede menschen zoo vroeg 1 Siska. Ja, Sara, we kunnen niets doen tegen den wil van Ons Heer... Maar spijtig is 't, spijtig van menheer Peteris. Sara. En elk meinde dat hij toch den oorlogt zoo uitge daan hemmen.. Na was de zoemer daar, hij kost in zijnen hof ga8n zitten, hij kost nikier bij zijn kennissen gaan. 'hij kost nikier naar 't Vredepurk gaan wandelen, of langs den Denjer, of langs de Spinogiebolvaar, of naar 't Kerkhof... Siska. Ja, ja. Sara, daar zijn wandelingen genoeg.. Sara. Och Heere, me dunkt da 'k hem daar nog altijd zien loopen, met zijn stoksken in zijn hand en hem van '.(jd tot tij'! nikier omkeeren en rondzien.. Siska En altijd met zijn potlood gereed cm te schrijven, op honderd verschillige parpieikens. Saia. Ja, of met zijn hand in zyn gdetzaksken om cersen te zoeken voor den eenen of anderen ermen dompeleer die zijn hand uiistak... 'Siska. Ja, en ik zie hem d ar nog altijd de Kerk binnen- i Iwinlin binrfm nar iira(.L' l/.(4n«nv.nl.^n GENT. Van 22 April tot 4 Mei is er in Gent weeral eens Leder voor schoenreparatie te verkrijgen. Wanneer komt dat ook in Aalst Nog wat oude kopij van wijlen Pieter Daens Te Itoomen zijn de 31eerste. Pauzen als Martelaars gestor ven. Petrus was de eerste en regeerde 25 jaar van 42 tot 67. Lihu's de tweede van 67 tot 79, enz. de 31 eerste allen niarte z'hem toch zooveel ie kort gedaan hemmen in zijn leven. O, Siska, Siska,als ik op geheel dienen grooten gewelligen strijd peis.. Siska. Zwijgt doraf kind, zwijgt doraf Menheer Peteris es in den hemek Hij zal driidobbel beloondj zyn veur a' het geen dat z'hem aangedaan hemmen,.. Sara. 't Es waar... Wij zei en er van zwijgen, mor t en za toch nog zo ga nie vergeten z\jn. Siska. Nen bezondcren artikel es dat ons We: km, e- ker. blijft verschijnen, die zal ons toch nog aitijd a..n Men heer Peteris herinneren... (Zie 't vervolg 2c bi. 2c kol.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1918 | | pagina 3