Aan de Waichkyïp
Burtel ea RadaktieLaig* X*«Utraat, >4, AALST.
ftfei renrfs alia Mriefwisadmi véér Zondag anMag.
Sai
inspraak tusschen Dirk Marteas
De Werkman
Afdetling AAfDAPPBLDIBNiT
Bericht
VERGANKELIJKHEID
Dorschea, dorschen maar
I
Bo#rengedichtjes
Mededeeliag
Ten hate an ten voordeelt van lezers en te-
*creen, zal er wekelijks de laatste kolom in De
Werkman vaorbehouden worden voor het
plaatsen van korte annoncen aan den prijs van
25 cnntiemen pao regel, vermtnderbagr bij har-
4«< JAARGANS 6C SMS f« topt. MIS
De Werkman
STfaawa MBT1R IUN(.
Ms M».
BEBICSlT
Naaaleeza brieven eagetcekaede artikel» werden in 4*
scheurmand geworpen. Artikels ens ingezonden en wanrran
schrijver weascht onbekend te blijven, verzekeren wij geheim-
keidlag.
ween
De Redactie.
«Q
Dirk Martens. Werkman, hoe ia 't, 'tie reed» aeelaig dat
wij eikaar gesproken hebben. In den tijd van onzen geliefden
Volksvertegenwoordiger had ik van tijd tot tijd eens het genoe
gen met hem over 't een en ander te spreken en mijn hart te
verlachten, tniar nu sta ik hier altijd alleen, juist of ik van al
leman verlaten ben.
Werkman. 't Is waar, Dirk, en wij zijn reeds eenige malen
van zin geweest uw gedicht ever 't eea en 't ander te vragen
doeh onze bezigheden lieten het ons tot hiertoe niet tee, maar nu'
wij hier tech zijn, eullen wij traohten van u eenige inlichtingen
te bekomen.
Dirk Martens. Werkman, mijn beste vriend, nu zooals
vroeger, ben ik altijd ier uwer beschikking, want er is hier in
onze Stad geen ander blad waaraan Ik mijne gedachten durf toe-
veitrouwen, uit vrees dat ze zouden verminkt worden.
Werkman. Wol bedankt, Dirk, voor uwe woorden, dech la
ten wij dit alles ter zijde, want wij houden niet veel van lofbe-
taigingen, wij gaan recht door zee zooals ten tijde van M. Pe
trus, en als er gegronde klachten zijn, zullen wij ze met genoegen
kenbaar maken en trachten verbetering te helpen brengea ais
't mogelijk is.
Dirk Martens.—Van den oorlog moeten wij niet spreken
die barbiarschheid blijft duren tot schande van 't menschdom
Werkman. Inderdaad, vriend Dirk, 't is juist of er 't kwsad
mede gemoeid is en nu dat wij den winter voor handen hebben,
huiver ik, als ik er aan denk wat er weêral zal aigezien warden'
juist door deze die de minste schuld aan den oorlog hebben.
Dirk Martens. Maar vriend Werkman, hoe ver staan de za
ken nu van die bedienden van den Voedingsonderstaud, hebben
die heeren nu ten votle voldoening bekomen, ik heb er hier zon
dag morgend eenige op de markt zien staan en ïaar ik kon ver
nemen waren ze in't geheel niet goed gezind. Ik hoorde hen
spreken «ver volle barema en over 10 en 20 en SO fr. per maand
dio ze nog slot gekregen hadden.
Werkman. Ha, Dirk, die menschen hebben gelijk, wast vol
gens 't geen Lemme zeggen, oss ia ons bureel verteld heeft, zou
den ze In Gent reeds meer dan een jaar hun volle barema hek
ben, 't is te zeggen 175 fr. per maand, maat daarenboven nog
maandelijks voor elk jaar dienst 1» fr. bij gekregen hebben, 't is
ts zeggeH dat deze die 2 of 3 jaar dienst hebben, daar 20 of 30
fr. per maand bijtrekken.
Dirk Martens. —Ja maar, Werkman, als ze dat in Osst ont
vangen hebben, waarom heeft men dat dan hier in Aalst niet ge
daan Ik denk dat alles hier ten minste zoo duur Is als in Gent
waarom dus weeral dat verschil
Werkman. Dirk jongen, dat zijn van die gtheiman die sa
don oorlog allemaal zullen apgeklaa'd wordon, want't is waar
lijk eene schande van in deze droeve tijden sog altijd met kremmo
spsengea te willes e n; aan om deloones te verminken.
Dirk Martens. 't Is waar, vriend Werkman, en als ik som
mige sclUJnheiligaards hier zio voorbijgaan, dan heb ik de meeste
moeite om mij te bedwingen. Verleden week heeft hst niet veel
geschollen of ik wierp mijnen boek in eene» van die schijn
christenen zijn gezicht.
Werkman. Jn, Dirk, zulke kerels hekken er altijd 'geweest
van in 't begin van de wereld; maar nu iets aiders, hebt gij reeds
van de Revue hooren spreken
Dirk Marteno. Heel zeker, Vriend, en 't ochijnt dat het
waarlijk schoon Is, meer dan tchoen.
Werkman. Zeker, Dirk, mees dan schoon, dat is iiderdaad
waar en alles wordt er in weergegeven en sommige heeren als
so daar altten te lacken, zullen wel eens bekennen dat 't geen dat
ze daar vertellen over die oesters en die hespen en die kabel
jauws wel oprecht de waarheid is.
Dirk Martens. Werkman, is 't waar dat er zulksn ebarman-
ten skamoteur is on dat hij hespen, kaas, carbuur, caeae, «sfin
alles kan weg ekamoteeren, gelijk langs welken kent dat gij
't wilt.
Werkman. Spijtig, niet waar, dat die man idat maar alleen
doet veer Sociëteiten ea voor Comiteiten, wie weet el er somt
geen middel ware om ons volk wat meer van die waren te latea
genieten.
Blrk Martens. 't Ia waar, Werkman, dat ware een goed ge
dacht en als ik den belg eens zien pasteeren. zal tk htm er eeis
ever spreken, 't achijnt dat deze aan't hoofd staat van die revue-
manaea en die ion mij wellicht 't adree van diea 's kamsteur
kunnen bezorgen.
Werkman.— Heel goed, vriend Dirk, bezorg mij dan het
1 sticht di6 Terbrijzeli*£ Tan wst G*<« keilijen hebben g. j ii"aanzien «taan. ja, die inrleod hebbek, deie men-
reeksV3'!® a' Mi<de,Ia"fisch0 Zee zich nitstrekken die zen en kleederen" ^vragen veef'tume VelS'jUa't?1"
ltL Bisdommen en bloeiende Christel gemeentel, den dat moettn doei, dit Raat niet dat is te bedelachtig
Ibs u'rv' bodem met het zweet van uitverkoren arbeiders veel menschen zouden rood 'worden en vele rijke
als de H. Gypnanus, de H. Augustiaas besproeid. Verijdeld rlJKe
welijk zoo menig ■alea. elders al Jiot goede, doer Gods ge-
trouwste dienaren geplant, onverbiddelijk eckeea aitgerooid.
Geen eindig wezea mag roemen. Als Niobe staat daar de
meischeljke scheppingskracht; vruchteloos zjjn alle liefde
e* saseekingen em hare kinderen tegen den enzichtbaren
beog der verwoesting te beschermen.
Het oude Rome, eeas overwinneres zeoveler Volkeren,
slaapt de* slaap des deeds tusschen gebroken aaarmerzai-
len van godentempels en van Paleizen der Cesars. Waar
werdt in stille uren het fdtlheid der jjdelheden treffender
vernomen Op den Pallatij* zijn de tretsehe weningen tn
alle weelde vergaan. Geen raad van wereldbeheerschende
•enateren op het kapiteel; het Celosenm leeft alleen deor dn
kleine bloemen, die elke nienwe lente in zijn berooide muren
vlecht.
En tusschen de grootsehe puinen ligt het Forum Rorna- 7
num, waar de imperatoren met terugkeeren en de triomfbe-
gen verlaten staan bij de gevallen majesteit. Rozen en olijven
bloeien op de heuvelen rondem. het wiide luchtruim iuhp.lt
jenden ons wegzenden met een botU antwoord.
Maar als tr serieuze menschen die ronde doen, en
dat is veer hen niet, dan ia dat een der schoonste lief
dadigheidswerken van heel deze* oorlog.
Siska. G hebt gelijk, Sara, dat is een schoon plan.
,.'lrfr Geloof het wel, mijn versjakkolingon.
t Is mot genoeg altijd met te keresen en te klagen
er snoet gehandeld worden. By middel va* ons Werk-
madneken zullen wij dit plan verkondigen en komt
er geen uitvoering, t ie een bewijs dat er in Aalst
geen Christene naastenliefde meer bestaat. Laat ons
nu voortwrijven.
Rraviirialc Bevoerradiags-Cemmissie veer «est-Tlaaadaren.
•ader-«emiteitAALST.
Er wèra| bericht aai de perienea die aardappelen geplant
wynoogstfeest langs de puinen rijden, raiien zij voer hun
wingerdkraasen alle verdorde ianweren der heerschers niet.
St nunc reges intelligite.
En nu, o Koningen, veest verstandig; laat vermanen,
rechtere der aarde, de eeuwen zijn niet in der menschen
hand. Een zwaar lot van vergankelijkheid diukt geheel kei
menschelijk geslacht. -
Om ons hart met bitterheid te vervullen t
Hoort, van een der kerken van het Fortm Remanum
klinkt de vesperklok. Het koor zingt den ondeu psalm i
1 Dixit Dominus; de Heer sprak tot mgnen Heer zit aan
mfne rechterhand. Dit is, volgens Christus zeiven, het lied
veor den overwinnen den Messias. Toen de Koningin der ste-
den nog den wereldstaf zwaaide, hekben Petrus en Paulus
het herhaald; over de opgestapelde verwoesting aller tijden,
blyft het ais de groote vertroosting voortklinken, dat er geen
onsterfelijke Koning is dan de Christus.
Pater J. V. Be Gboot. j
NOTABit ls een» bladzijde uit zjn prachtig boekl.tunsvfdiag.
la zalke laktaur zit kruin ea sterkte, tater geven wij neg wel een» een
«IHleksel.
GROOT PARLEMENT
adres, wij zullen die heer dan kosteleo» in onze gaaet aanbevelen
Dirk Martens. 'kZal het doen, vriend Werkman, en tot in
't kort, gij moet wat meer bij mij kernen.
Werkman. Goed vriend Birk, ik beloof ket n.
Moedig stapt de jongeling den Ievensberg op, aan welks
voet hij als kisd rozen plukte, en zocht het toppunt, waar hij
intusschen, zo*der hoop op ommekeer of stilstaan, barg-a'f
moet, naar het donkere dal, waar snel na elkander de men-
schengeslachten verdwijnen tot stof.
Geen macht, geen menschenwerk ontgaat de vergankel|k-
heid. Staten en wereldrijken storten neer diepdoordachte
plannen gaan te niet voor zij worden uitgewerkt, meester
stukken van rjjp beraad en met de uiterste inspanning va*
hooge krachten voltooid, vallen in scherven; wat inserlijk
sterk geacht werd, blijkt broos en oek het echte staal moet
roesten. Een demonische macht zoa men wanen, schept lust
in het algemeen bezwijken. Seen genade, zelfs voer wat
reine ka* Jea biddead hebben opgebouwd. Wat is zoo tra-
SARA. Siska, ge ziet het,
hé 1 't Is nsat de Zomer opge
schept.
SISKA. God 1 Sara wel
ken toon. Gaat go uit uw vel
springen
Sara. Neen ik, zoo ver
ls 't nog niet, doch 't kan er
van kommen. Doch ik droog
nen moment mijn handen aan
mijnen voorschoot af en zet
me met d'handen in d'henpen.
Siska. En dan t
Sara. Dan T Ik zeg dat we in 't gat van de* Winter -
staan. t'
Siska, Ja, dat weet «Ik
Sara. Dat weet elk niet! Mijn sjakkelingen neen, eik?
weet dat niet. Zeg mij ne keer, Siska, wat gaat er met ons l
werkesde menschen van de winter gebeuren I Ik spreek van
feen eten, ons »«ag is toegeriemd. 'k En spreek van gee* 1
alen, we zullen Wel onzen plan trekken... Mor waarvan ik 5
spreek, dat is van kleedsol en deksel.
Siska. Kleedsel en deksel, Sara, twee woerden die *it 5
den diktioanair gekrapt zijn.
Sara. Ja, maar dat i« geen praat, kleedeel ea deksel
MOET er zijn. Versta-ie mij, Siska, dat MOET er zij»
Siska. - Ja, ja, MOÉTEN, M9ETENt
Sara. Zeker moete*, de potentaten blijven Oeilegt voe-
ren, daar komt geen einde aan, weer staalden droeven win--
ter voer de deur en wij-ars werkende meneeben, blijven
schoonekes zitten te grollen sn eens te grève*, doek verder t
gaat het niet.
Siska. Ja, maar wat wilde
Sara, Wjj moeten kost wat koet deksel e* kleeding heb
ben dezen winter.
Siska. Ja, en er is er geen
"r is in de stad Aalst kleedsel genoeg j
TBEKENB: .JANTUR ONDER-
Be aanvraag moet schriftelijk ata bovengemeld adres over -
gemaakt worden, tea minste aaht dagea voor den dag vaa kat
zal melden Dag van varvoar. Aanduiding van land. fre-
moente, gehecht of andere benaming), juist adres van aanvra
ge». Betel leden ven bet gealn, (volgens levensmiddelenkaart)
Aalst, dan ld September 1918.
Be Afgevaardigde der P. B. C.
(Oeteekend) R. De Wilde; 8. De Smedt.
Na Is 't epreeht lastig om eens aatr den beer te gaan la alle
huizea, malle eebnren ls bet dorjrtei, dersckan maar dat
keoren ea ziea vergaat, mat twee, drie en vier vlecele 'klis
klak, klak!... 't Staf viiegt li de geburen.. 2 k"k'
Ha, ziet ge, 't ls Ie leverea, en dees jaar is 't vroec te leve.
ren. Met Allerheiligen ef St Eloy zitten de boerke». echter de
stoof. Be sekares zallen ait zijn. 'I graantje geleverd en den
eversebot In eea zakskea aan den aolderbalk... Heg talten mVa
eoren lijk ze kletseer geven klik, klak, klak I AI 't aide*
werk blijft .taan Dertehen I ""er
Dat ls toik aardig I En groot on klein doet hat i 't la eea
J ware last
Ea vlagela, en kappea, en aaaMamen ea kaagieelen 't h
I allemaal om te daurder. doek de beerken» kgkea er ale't ack-
ter koet wat koet er aiaet gedersakaa warden Rogge T,r-
^eLM",5'rln' "lle""*1 Oer,eken, doraek», klik,
1181) nMt Itee
't Is of de doreekkoorts op 't lijf vaa da baeraa aft
Alejt M9IT, ké. boerkei», danloopea d'oawa wijvan aog,
e» bidden ze gesegd
ie schnree meeteu veer «stoker alt
beerkaas dag
Sara. Er is er wel. Er
voor alleman, nog ovarsohet.
Siska. Zeo t «at weel ik niet.
Sara. ik weet dat wel, doch 't ligt te veel op hoepe*. As I
ge bepeist, in vele rijke huizon staan kassen vol kleedsel, «p-
gepropt vol 16 a 15 koetume», iigt deksel met heele keepen.
Siska. Hoe wetj-te gij dadde
Sara. Van 't Volk dsit er werkt, van de meaacke* die
't gezien hebben, van zij die de kleederen moesten uitborste
len em de motten te verjagen, daarvsn weet ik dat. En al
dat kleedcel ligt daar en hangt daar en wordt niet gebezigd
ligt te verteeren en kapot te gian en de werkends menschen
lospe* flees met hun lijf bloet; gaat 'nekeeraaar dsn Ameri
kaan, ge ziet. de menseken daar staan te bibberea en te be
ven, wat zal 't dan van dezen winter zijn
Siska.-Ja, maar, wat zulde gij doen? Al die kleederen
zijn van de rijke manschen en g'en kunt gij ze toch niet gaan
stelen of roeven of plunderen.
Sara. Netn, ik, maar wat w§ en allemaal de werkende
menschen moeten doen is 't volgende
Ben beroep doen op de offervaardigheid van menschen die
z(n, cc waraa ait geweest ook. Ban haddai da
en mekt gedarsckea mat twen ploegen.
Bit ia vaar 't toekomende jaar I
M'N KOREN IS VEROORDEELD...
M'a koren la veraardeald,
Varoardaeld laf ca anood,
M'a karaaia varaardaold,
Varaardaald tot tar dood I..
'k lak kaai aa» wal gakocatard
Van naa daa zaaidag af
Ea aerg aa vlijt gegavaa,
Mjt alamad verga» gaf.
Ik sag val laat de apraltjas
priamdaa alt den graad
Ik gaf te kraektig vaadaal
Ea Hap ar daaglljka raad.
Ea ala m'a keraa klaelde
lak Ik mat vlijt gawlad,
Hat aakraid weggenome»
Walk kaarka doet kat aiat
la kwamen ataate vogel»
Te pikkaa ia ai'a graan,
lk jaag, lk jaeg za vare#
Ea klaaf ala vackter ataaa.
•I slapos kaas» dlevea
Naar 't galdaa graanveld kaaa,
Ik was weldra tar plaats aa
M'a dikke stak zal Naaa I
Za» ward m'n koren rijper
Bij 't zengend soaaavaar.
Nu is den oagat gekomen,
Nu waakt da leega aakaar.
la au, dat arme karei,
M'n Oad is kat gcea sckaad
■at karen maat nu sterven,
E» vallen daar m'n baad I..
M'a keraa ls veraardeald,
Veraardeald tat tar dood..
Maar volde ik zalkgeaa vanais
lk had dit jaar geea braad I
Oagat '18
CA8PZR VAN XlVBNCOTE.
nCtllftff