Vlaamsche Boeren
IN FRANKRIJK
Uit den Wanmolen
KULTUUR
Hendrik CONSCIENCE
l>oor heeft de eigenaar voor een j.-.ar
alle-; te vetten 600 Kg. nitraten en 50
i zakken thom'asSlakkcn pepeven!!
Degenen die van v<x>r, of korts na
den oorlog, zijn paan boeren in de goe
de streken van Frankrijk, tot zelfs
200 Km. over Parijs, en die centen
genoep hadden om een hof te Jcoopen,
ofwel te pachten met overname, zijn
niet te beklagen. Zij hebben over het
algemeen een goede stuiver van kant
gestoken, orn, zooals er reeds enkele
gedaan hebben, als zij oud worden,
op hun gemak te komen rentenieren
in Vlaanderen.
Over deze Vlaamsche boeren hebben
wij het niet. maar wij willen hier in
't bijzonder spreken, over zooveel Vla
mingen die zijn gaan «kasteleinboe-
ren» in de slechte streken van Frank
rijk.
Ziehier.hoe dat gaat: Bijzonderlijk
zijn het menschen uit he-t VVesten van
alle soorten van beroepen: timmer
mans, metsers die kunnen boeren enz.,
die door het heropbouwingswerk en
kele briefjes van duizend hebben knn-
ncn aan den kant steken. Maar het
werk is beginnen verflauwen, ze zagen
ze bun centjes minderen, ze zouden
niet graag naar het fabriek gegaan
zijn. omdat zulks voor hen een beetje
te gemeen scheen, en op een zekere
dag besloten ze, aangelokt door een
bedrieglijke aankondiging in een of
andere gazet den grooten sprong wa
gen: Gaan boeren naar Frankrijk!
Boeren naar Frankrijk, dat toover-
woord, dat zoovelen sinds lang boven
hun slapen en werken voelden zweven
Ze meenden dat 't uit was met de
vraag: Wat zulen wij met onze tal
rijke zonen en dochters aanvangen. Ze
zouden geld gaan winnen lijk hooi!
Geld hadden ze natuurlijk niet ge
noep om zoo maar een hofstede te
pachten, machinerij en beesten over
te nemen, maar dat was niets, ze zou
den helfteboeren. en zonder veel peld
te riskeeren, een dikke beurs 't hoope
krijgen. Wij gaan op een hof van 60
Hectaren dat maakt 30 Hectaren voor
ons zegjlen de menschen I Eilaas zoo
leeren de ketters maar zij dolen!
Even de aankondiging in de gazet
gelezen, en zonder er maar lange op
te slapen, is vader, of in sommige ge
vallen de stoutste en de slimste van
de 3-4 jonge huishoudens die gaan te-
pare bóeren, met het adres van uit de
gazet in den zak, naar het huis van
mijnheer de agent in hofsteden in
Frankrijk getrokken. Mijnheer de
agent is in de meeste gevallen, een
krrel die zou moeten gefusiljeerd wor
den, een pemeeru* dief en bedrieger,
de schamele menschen die erdoor be
drogen geworden zijn, hebben mij de
fijnste staaljes daarvan verteld.
F,n zoo, voor dat de brave, eerlijke,
niets kwaads vermoedende kandidaat-
kasteleinboer. halvelinge zijn historie
uiteen gedaan beeft, weet de agent
reeds d<™« allerlei behendig gestelde
vragen, hoeveel centjes de man wel
bezitverzekert hern zijn best te doen
om een goed hof te vinden; 't zal
moeilijk gaan, zegt hij, want er zetten
drie ja vier liefhebbers voor een doe-
ninge, maarge ziet er verstandig en
werkzaam uit, en ik zal mijn beste
doen voor u.
De makelaar zal ook maar 20 fr
kommissie per Hectare aanveerden in
geval van akkoord en met vele kom-
plimenten en leugens wordt dan de
dag vastgesteld waarop hei boertje
met den agent naar liet hof ginder in
Frankrijk zullen reizen.
Op den dag der reize, zijn.er soms
nog vier-vijf andere liefhebbers, die
medegaan, dat verwekt bij hen de ge
dachte. dat allen naar dezelfde post
paan zien, en men kan raden dat de
eenc zijn zaken niet aan den neus van
de andere gaat hangen, ja, zelfs, be
staat er onderling wantrouwen en
zulks is natuurlijk hij den agent
uiterst welkom, omdat alzoo zijn
valsch spel nooit uitkomt, eer het voor
die brave menschep te laat is.
Zoo stappen zij ginder ver, van den
trein af, met voortdurende angst en
zorge, voor hunne brieventesch waar
de bankbriefjes in zitten die ze in 't
zweet van jaren werken vergaard heb
ben.
Bij den franschen notaris waar ze
geleid worden, is men zoo vriendelijk
als 't maar kan, men wordt getrak
teerd op «nc goeien» en met veel
vriendelijke fransche komplimenteo
in ecu auto geduwd, om naar de hoe
ven te paan zien.
De makelaar vervlaamscht de spreu
ken van den notaris, en toont zich
buitengewoon geestig, hij doet zijn
slachtoffers eens goed lachen. Ze zul
len wel de tijd hebben, later, als zij
zullen in 't ongeluk zitten, om hen te
vervloeken en te verwenschen.
Natuurlijk worden enkel de schoon
ste stukken land getoond. Dat de hof
vuil lipt en de vruchten niets beteeke-
nen en dat de beesten zoo mager sfaan
als 't hout van een galge, dat is vol
gens den franschen notaris, omdat de
hoer die er vroeger woonde, een lui
aard en een dronkaard was. Onder
allerlei voorwendsels wordt het aan
de nieuw aankomenden belet te spre
ken met de oude bewoners, zelfs als
het Vlamingen zijn. De auto tuft nog
wat verder naar een andere doening,
en zoo voorts, tot het tijd wordt om
terug te kecren want de trein wacht
niet! De indruk dien de nieuwe boeren
opgedaan hebben hij het zien van al
die vuilheid is natuurlijk zeer slecht.
Maar, eeJis in 't huis van den notaris
gekomen, begint de groote slag. Deze
••"iet de hoertjes een naar goeie op, he
li.oft hun dat het hof, zoo zij akkoord
willen maken, geheel in orde zal ge
steld zijn, dat «ie propeitaris nen eer-
ste brave mensch is, die niet heter j
vraagt dan een sterke boer en sterke
vruchten en heesten op zijn hof te heb-
hen. I
Alles was van te voren bedisseld.
De notaris die door den makelaar op
de hoogte gesteld was van wat de
sukkelaars bezitten, samen met de toe-
ziener-; die op de domheid der eige-
naars en op het zweet der hoeren zich
vet mesten, maakt een prijs die juist
komt aan wat de man kan betalen en
steekt hem navolgens zijn beurs op
een hof van 35 - 00 80 of 100 Hec
taren.
En ziedaar, bedwelmd door drank
en komplimenten, en van een andere
kant wetende dat, zoo hij niet kan
hoeren in Frankrijk, de toekomst voor
hem een duister vraagpunt zijn zal,
laat «Ie arme Vlaming zich vangen,
teekent het akkoord, betaalt zijn deel
in heesten en voorraad, het kommis-
sieloon van den agent, «blokeert»
daarbij nog oen som als waarborg, en
trekt weer naar huis, inet*het vreese-
lijke vermoeden, dat eilaas maar al te
waar is, dat hij schandelijk bedrogen
't Huis gekomen zwijgt hij die pijn
lijke gedachte om zaging en vraging
te voorkomen.
Enkele dagen nadien kotnt de
Vlaamsche familie af. Bij het zien van
al die vuilheid, die zij niet eens kunnen
vermoeden hadden, kunnen zij moei
lijk hun tranen weerhouden!
Het is echter te laat. Hun centjes
zijn gaan vliegen, en Ze mogen werken
en beulen van 's morgens vroeg tot
's avonds laat, gaandeweg jien zij rich
verarmen, om ten slotte ellendig te
leven en droog brood te mogen eten
Lezer, schijnt U dit alles oiet onge-
looflijk
Die het niet gezien heeft kan het
niet pelooven, maar als ik u hierna
zal uiteendoen hoe dat hoeren daar
bestaat, zult pij geen moeite meer
hebben om het te begrijpen.
Men moet namelijk weten, dat het
land daar uitgeput en verwaarloosd
ligt, de franschen doen ginder maar
een oogst in vier jaar op hetzelfde
stuk land, vetten is er onbekend, de
vruchten staan 200 mager als Joh. de
haver ruet de krabbe tegen den grond,
de tarwe een voet hoog en alles zoo
schraal als het Noorden. Op een hof
van 60 11a. rijn er soms vijftien Ha. en
meer hapen en kanten en allerlei
bucht.
Hoornen staan er rond gezaaid. De
hagen rijn in geen 1000 jaar meer ge-
kuischt geweest en ze zijn tot 4 en 5
meter dik doorgroeid met bramen.
I)e heesten staan hontemager. Z«
moeten hun aas gaan zoeken in de
braakliggende velden, waar er niet:
dan spichtig gras op groeit, 's Avonds
als ze binnen komen krijgen ze een
armvol hooi en een paar winterpatat-
tcn en 't is afgeloopen
Daarmee moeten de ossen ploegen.
Ze liggen soms met twee drie koppeU
aan een ploeg en vallen dikwijls 't hal
ven de vore stil van flauwte.
Met aanhoudend te vragen en te
pramen, weet ik een Vlaamsche txier,
omdat hij met die o*sen zijn geduld
verloor en er een bijna doodsloeg om
dat hij weigerde te werken, die paar
den gekregen heeft om zijn land te
labeuren, welnu, van gansch het lastig
seizoen, hebben zijn [.aarden nog geen
enkele schep haver gezien! ik I.TM
staan er een geëten.
Ik hen op een hof geweest, waar er
een vijftien koeien op zijn, die men
schen hebben nop geen liter melk te
weke en eten margarine, als zij er nog
maar held>en I
De kalvers moeten immers zuigen
tot zij haaste ne man hoog zijn, en die
koeien willen zich nooit laten melken.
Het is het gebruik, dat op ieder hof
een melkkoe zij voor het gebruik van
den boer, maar nog eens worden het
meerendeel dier sukkelaars, daarin
schandelijk bedrogen en stopt men hen
een koe in de hand, die zij duur beta
len en die opvreet van de tering en
peen druppel- melk geeft, zoo komt
het dat toestanden bestaan zooals mij
persoonlijk, «Ie meid van een groot
eigenaar zegde, sprekende van Vlaam
sche boeren die op een hof van haren
meester zitten. «Die menschen hebben
gewerkt gelijk de leeuwen van 's mor
gens tiélijk tot 's avonds laat. Ze boe
ren hier de beste van heel de streke.
Nooit heb ik naarstige en propere
menschen als deze gekend Het moet
hier voor hen treurig rijn, want rij
hebben al veel van hun geld opgeëten».
Gaat dan helfteboeren in Frankrijk,
om eerst bedrogen en bestolen te zijn
door agenten en notarissen, en dan
hij hard werken en wroeten van 's
morgens tot 's avonds, Zondag, wekc-
dag gelijk, de rest van uw centen op
te eten
Ik hen op een hof geweest van 100
Hectaren, op lang vragen van den
De oorzaak van het mager poeren
is. dat <lo eigenaars zelf maar magere
hoeren zijn. en dat «lan nog tusschen
hoer *n heer een regisseur of toezie
ner zit die als een echte bloedzuiger
allebei uitzuigt.
Voeg daarbij dat de heeren over het
algen en van oude, edele afkomst, de
manier van werken van hunne voor
ouder- van over 1000 jaar willen toe
passen.
Var. een «lier heeren. een afstamme
ling van een oud vermaard geslacht
van wiens voorzaten, in den slag der
Gulden sporen gesneuveld zijn, moest
ik sinds 3 maanden reeds 1400 fr. heb
ben. Welnu de lezer heelde zich in dat
ik hem met alle mogelijke dreigemen
ten heb moeten lastig vallen om mijn
geld te krijgen, en ik hen zeker dat
hij het dan nog uit den oenen of ande
ren l)oer zijn rug heeft genepen!
Trek dan daaruit het volgende: .-Vis
de heer. grondeigenaar geen
1400 fr. ih zijn kot heeft gedurende 3
maanden, hoe vet het dan moet ge
steld zijn met zijn helfteboer
En moet ik een staaltje geven van
de opvat tingen dier edele heeren en
«lames? Een van die helfteboeren die
ik bezocht heb. een eerlijke en werk
zame kerel «iie samen met twee
scho» >nhr. ieders en hun familie op een
hof zitten waar ik hun een bezoek heb
gebracht, echte Vlaamsche nationalis
ten, vertelde mij het volgende
Hun eigenares is een burggravin,
maar zij is met geen tang aan te grij
pen Toen zij daar in den beginne wa
ren en er een gans of een zwijnejong
ziek was. wilde die propere burggra
vin, dat die brave mensehen dat
zwijntje >i die gans meêpakten in hun
hed
Toen onze Vlaamsche hoeren op dat
hooren, omtrent omver vielen van ver
schot. en weigerden zulks te doen,
zeg«ic «le burggravin hun heel serieus:
«Als r hij mij zoo een beestje ziek is,
neem ik dat OOK mee in mijn bed! 11»
Moet er geen zand zijn?
Daarom brave menscnen uit Vlaan
deren overweegt goed wat gij gaat
doen als gij u bereidt om naar die stre
ken van midden-Frankrijk te trekken.
De Vlaamsche menschen die ginder
zitten hebben mij gebeden alarm te
schreeuwen opdat niemand meer zich
alaoo zou laten bedriegen.
Weest 14) uwe hoedezwicht u van
die leugenachtige voorstellingen van
kerels die moeten vet worden, met de
schamele centen die zij u ontstelen;
nog eens let op! Let opl
Richard Ver ha verbek e.
UJK HET KAF EN UJK HET ORAAN
VLIBOT Hl» ALLE NIEUWS VANDAAN
«Goeden dag!p klinkt eer- en vrien
delijk
't Vlaamsche groetwoord, hier en
[daar.
Of 't een groot man, of 't een klein is
Of 't de koning zelve waar.
«Goeden'dag «lat geve u Godb»
Zei men eertijds vroomgezind,
En het kind zei 't zijnen vader
Er. Ie vader 't zijnen kind
«0- eden dag!» is 't woord des vre-
[den.
't Woord der vriendschap overal,
Maar wee herri die 't kreupelhcrtig
Tot den Vlaming zeggen zal
«Goeden dag!» dat wordt een wapen
En hij voegt hij raad en daad
't Altijd moedig Vlamings herte
Dat naar recht en vrijheid staat
«Goeden dag!» dat woord heeft
(Frapk: Ijk
Eens t«* Kortrijk wel geleerd
En de Franseh bijt nog zijn knevels
Als ge In 't Vlaamsch hem salueert
Beate lezers en alderliefste lezeres-
«en, dat is nog een gedichtje van den
grooten Vlaamschen dichter, Guido
Gezelle, wiens eeuwfeest door gansch
Nederland in 1930, zal worden gevierd
wij hebben u dat reeds gezegd en wij
zullen er nog op terug komen, opdat
al de Vlamingen er zouden aan denken.
Wij hebben een flinke week achter
den rug, «ie week der Guldensporen
viering, de weck der «Goeden dags»
en morgen wordt er nog betoogd. In
vele gemeenten was de plechtigheid
van 11 Juli over «lrie «lagen verdeeld
Zet d iar nu eens naast dien gedwon
gen, opgeschroefden. opgeblazen en
toch -.iet dik te krijgen kreupelen 21
Juli. of den feestdag van de vivclabel-
gikk< rs. Miz.erabel, he, broeders en
zusters in Vlaanderen, zegt u dat niet
dat Vlaanderen, ons éénig Land, zich
flink «jpwerkt als een struischen boe-
renz«x>n tegenover een hloedarmoedi-
geu fizapapa. En toch zijn er nog le
zers van den Wanmolen die op 11 Juli
geen daad of geen daadje hebben ge
steld. die, bii voorbeeld, niet aan het
Bormsfonds nebben gedacht, niet heb
ben betoogd, zijn thuis gebleven, daar
waar hun vrienden en kennissen op
rukten voor ons aller ideaal. Allee,
gij, die dat leest cn daarin uw portret
herkent, 2eg een goed akt van berouw
maak het voornemen van voortaan uw
plicht te doen en steek voor uw pene-
tentie ne frank, r.en armen frank, in
deen of dander bus «lie «laar staat
voor «!en Vlaamschen strijd.
Jeflce moest ook te biechten on moe
der zei hern naar zijn kamerken te
gaan en daar zijn geweten te onder
zoek n Na een half uurken kwam het
keri-lkcn beneden.
Moeder, zei hij. ik heb alles 'r
ori.lerst bo\ 11 gesmeten, maar ik heb j
op her V-amcrkon niks gevonden! 1
Maar als ge uw konterbusiebiljet
in uw bus vindt «lan moogt ge. sapper
deh ie re. niel zeggen dal go niets ge- j
v>uiilen hehl. «lan zingt ge ne keer het
lied je van den varenden zanger Van 1
Tricht van
Vive la peperbusso
Vive la spa
Trala'ala.
Schiet dan maar naar uwen zak en
denkt «lat er van ieder hriefken van
1U0. tachtig t'rankskens naar den mili
tairen tralala gaan.
Ja. zegt Stance, ik heb daar verno
men dat l'icr van 't h«aeksken den kon-
troleur van «lc konterhasie. met zijn
klikken en klakken, op de straat heeft
gesmeten omdat hij zijnen neus wou
steken in zaken die hem niet aangin
gen en dat Pier nu 'k weet niet hoeveel
meer zal moeten afdokken.
Beste vrienden, onder ons gezegd en
elders gezwegen, 't gaat toch over
zijn hout, niet waar? En weet ge wat
mijn gehuur zegt? Ze kunnen ons niet
genoeg doen betalen, ze moesten ons
zooveel doen betalen dat we geen
knop meer hebben om aan ons broek
te zetten, we zouden er «lan misschien
eens aan «lonken de koppen dichter bij
een te steken
En zeggen dat die Pons. over een
goed jaar, n«»g ne steunpilaar was van
de triestige demokraten, ge moest nu
eens hooren wat hij allemaal vertelt,
ik geloof waarachtig dat hij ons week
blad meeneemt naar zijn hed Want
het is ons prachtig weekblad dat Fons
heeft doen klaar zien. «Vroeger was ik
blind» zegt hij.
M. Pimpelman» wa» ook blind. Jan
was iu dienst van baron van Mollegat,
«iie er zich niet over te beklagen had
omdat Jan te vertrouwen was, maar
die daartegenover geen te beste op
voeding genoten hed. Zekeren dag had
Jan een brief moeten dragen aan een
vriend ran den baron van Mollegat.
m. Piropehnan*.
Ehwel, Jan, vroeg de baron, hebt
ge mijn brief aan m Pimpelmans af
gegeven.
Ta, meneer, antwoordde Jan,
inaar ik geloof dat de sukkelaar, och
arme, hem niet zal kunuen lezen!
Wat? Waarom?
Omdat hij blind is
Blin«J. sedert wanneer
Wel, terwijl ik voor hem iu het
salon stond, heeft hij mij wel vijfmaal
gevraagd waar miin hoed was. en ik
ha a 'm op mijnen kop!
Woorden wekken
Voorbeelden trekken.
Wilt gc uw kinderen wel opgevoede
menschen,, strijdende Vlamingen 2ien
worden, geeft dan in alles het goede
v« lorbeold.
En nu gaan we ne keer een stapken
verder orn te zien wat er in de Laatste
dagen zoo.a! Is voorgevallen in ons
tranendal.
Te Cairo, in Egypte, «Ut :s ver ge
noeg hé. daar heeft ten vrouw het
leven geschonken aan een zesling;
maar dat is nog het rekord niet, want
in Saksen (Duitschland) staat er een
graf cn daarop leest men dat de over
ledene het leven schonk aan een zeve-
liog. Zou dat waar zijn? vraagt Stan
ce. Wel, vrouwke. ge moet toch gek
zijr. orn 200 iets in een grafsteen te
doen beitelen, als het niet waar is
Te Leningrad (.Rusland), is onlangs
een zeldzaam feit voorgevallen. In het
hospitaal Ijorsky was een Tartaarsche
vrouw overleden. Haar lichaam word
gekist, eenigc uren later en naar 't
kerkhof gedragen. Maar Voor de ter
aardebestelling deden «Ie aanwezigen,
volgens Musulmaansch gebruik, het
deksel «Ier kist nog eens open Welke
was niet aller verbazing naast het lijk
«Ier vrouw een pasgeboren kindje te
vinden. VN as het dood? komt Stance
er weer tusschen. Ja. kijk. dat weet ik
niet, ik stond er natuurlijk niet bij.
F.n te Leuven «lan, over eenige dagen,
in de statie, de trein van Duitschland
naar Oostende, rep vrouw die met haar
twee kinderen. een van en een van
3 jaar. voor een maand naar de zee
ging. ze stapt uit om voor haar klein
tje wat te drinken te halen en. zonder
iet-. zeggen, rij.lt de trein weg; de
im-ed T er natuurlijk achter, ze springt
r.p «ie trede, schruift er af en... pardaf.
met haar voeten onder de wielen, daar
bleef ic verminkt liggpn, terwijl de
arme kleinen, huilend, wegreden. Dan
dat treinongeluk in Engeland, een
kring van moeders die hun eerevoor-
zitster. in een naastbijgelegen stad.
gaan huldigen, onderweg een trein-
hotsing en 15 moedprs dood, dus
gansch een dorpje in rouw. Daar hebt
ge ook nog die affaire van Lccwen-
stcm, de man die fier dag twee dui
zend jH.nden sterling of 350 duizend
frank te verteren. ha«l. die zijn vlieg-
maksien, hij bad er drie. eksnrfs van
uit Brussel naar Moscou in Rusland,
zon«l om er echte Rususche zuzupe-
hollen te koopen. ewfl die riike vogel
vloog met zijn maksienken va*Brus
sel naar Londen en hoven de zee ge
komen moest meneer de bankier ne
keer gaan purzecren; hij bleef hij zit
ten. het personeel werd ongerust, ging
eens door 't sleutelgat kijken, en...
geen I.ocwenstein meer tc zien. Nu
zeggen ze dat hij uit een deur is ge
vallen «li? geen twee lutteurs konden
1 penen, door den bril van 't gemak
I 1 >n hij niet. zijn portcleul was te dik.
i lil zou maar van ecu hoogte'Van
14«i> meters naar heneden getuimeld
En 7 11 geraakt mijn patnpiorken
er eens vol en heeft Stanée geen
plaats meer om" ook nekeer iets te
zeggen. Ge zult het misschien niet ge-
1 ven, vrienden maar se«lert zij mijn
permissie gekregen heeft (hum') om
u 't ren «-n 't ander nuttigs mede tc
declen. krijgt zij de schrijversziëkte.
1 haar lege papier» nzakken staan v«il
'ekrahheld met allerlei recepten. Allee
Is ze 11 kunnen van pas komen zal 't
in verloren zijn. Voor 't oogenblik
leeft ze een steenzweer op den arm:
ze heeft tusschen zuivere «loekjes
dingens ge«laans... zoo dingen...
n «lat van onder den staart van «Ie
koe komt. Niks zoo g.ied als dat. zegt
e en dat doet me denken aan 't vol
gende
Treae Bcze had ook nen steenzweer
haren rug er. zij hij «len dokter.
Daar gekomen, sprak ze «Meneer ik
heb nen steenzweer en hij doet toch
zoo'n pijn!» Daarop ontkleedt ze zich
n den zwoer te laten zien.
Ziet g'hcm, meneer?
Ta. kind. zei de «iude man.
En wat moet ik nu «loen oin er
«i snocdig mogelijk vanaf te zijn'
\Vc!. meisje, hier naast «Ir deur.
hij «len dokter gaan. want ik ben maar
non architekt.
Daarmee sluit ik voor vandage, niet
met mijn pen, maar met mijn harte.
Snuffelator.
Onlangs nam ik op een Zaterdag-
avon«i te Rijsel den trein voor Gent.
Met opzet besteeg ik een wagen met
het plaatje «weckabonnenten». Achter
mij sleurden vijf mannen hunne groote
knapzakken binnen twee menschen
van gezet ten ouderdom met tahaksap
in de mondhoeken en drie jongelingen.
De ouderen hadden het over duiven
dewijl ze maar gedurig groote klak
ken bruin speeksel op den vloer lieten
spatten. De jongeren spraken niet be
wondering over de schelmstreken van
«lc bende van Hazebrouck. Tc Moes-
kroert, waar een der jonge mannen
dwaze praat snauwde 1 aar een voor
bijgaand meisje, verdrong heel het ge
zelschap. de ouderen inbegrepen, zich
met «.pottend gezicht viVdr het raam.
Nu waren z'er bovanop. De drie jon
gens gingen dwaas door mekaar over
eind de bank liggen en met eenc
verregaande onbeschaamdheid kwa
men de t«.ngeti los over de «teven».
Van langs om meer werden de uit
braak seis smeriger en de lachbuien
geweldiger. Een der ouderen, die bo
vendien een der jonge mannen tot
zoon had. wilde zonder twijfel al «Ie
andere in dierlijkheid den loef afste
ken on begon al de schunnige prak
tijken van 2ijn vroegere vrijages op
te rakelen, op zoo'n manier waarbij
zelfs een heest zou staan blozen. En
weet gr wat die menschen antwoorden
wanneer men op het vorkeerde van
hunne liouding wijst: «Anders is er
'n ander race weg» ofwel, een der ou
deren wanneer ik mij op kristelijke
princiepen heriep. dreef het 200 ver
het gedrag der geestelijken in twijfel
te treken.
Te Harelheke stapten z'af. Ik keek
verlost ron<! en waande me eerder in
oen verlaten varkenshok «lan in een
treineoupee. De vloer leek een vuileti
speekbak.
Droef en zwaar was het in mij. Ik
bedacht dat niet één w agen maar allen
gevuld waren met zulke ruwe men
schen. Ik belacht dat niet één trein
maar tientallen noodig waren om die
stakkerds te vervoeren.
V lamingeit die het goed meenen
kent gij hun getal? Wist gij dat er in
ons land duizenden zijn van dit slach
en dat zulke toestanden ontstaan door
het verplichte uitwijken naar der.
vreemde om beestenwerk tc verrich
ten. Ik zeg verplichte uitwijken, want
«Ie lamingen worden verdrongen
door vreemdelingen, die. beter onder
legd hier de mooie plaatsen k«-«men
wegkapen
Aan zulke toestanden komt alléén
een einde wanneer de Vlaamsche men
schen. bewust van hun recht, het den
Herren tc Brussel zullen diets maken
«lat het gedaan is met een regiem dat
r alleen op uit is, een heel volk ver
•«token tp honden van verstandelijke
ontwikkeling en bijgevolg van zede
lijke en stoffelijke welvaart.
Vlamingen, gedenkt dat
Nieuwe geïllustreerde Uitgave
dek
V0LLEDI0E WERKEN
schoooe boekdeelea ia octavo-formaat
Het volledig stel 58 boekdeeleo,
In eens genomen, 400 fr.