HET ALGEMEEN NIEUWS ZONDAG 2 EN MAANDAG 3 JUNI 1941)7 Hel echtpaar CURIE De ontdekking van het radium Straling een automatische eigenschap van 9 het uranium-element is haar sterkte hangt af van de hoeveelheid uranium, die zich in het composé bevindt, en niet van den staat n te Parijs, waar zijn vader werkzaam Xan chemische verbinding noch van uitwen- in de laboratoria van het Museum. omstandigheden, zooals verlichting of j temDeratuur. Pierre Curie, de wereldberoemde ontdek ker van het radium, werd op 15 Mei 1959 ge boren WaS il. V.„ ilV, 1/ „XUOUU.U, Op achttien jarigen leeftijd werd hij be- te?1_Peratuur1 vorderd tot licenciaat in de natuurkundige wetenschappen, en bijna onmiddellijk na1 y" zijn examen werd hij tot preparateur bij de adeen de thorium-composes Faculteit van Wetenschappen aangesteld. Mevrouw Curie bevond, dat onder de ver- Zijn eerste wetenschappelijke arbeid, onder nomen in samenwerking met den bekenden natuurkundige Dessains, betrof het meten van de warmte opwekkende golflengten, met behulp van een thermo-electrische batterij en van een net metaaldraden. Deze toen maals geheel nieuwe methode heeft men sindsdien voor het bestudeeren van die kwes- tie dikwijls te baat genomen. Vervolgens ondernam hij, in samenwer king met zijn broer Jacques, die eenmaal tot licenciaat gepromoveerd, tot preparateur van professor Friedel bij het mineralogie- laboratorium van Sorbonne was aangesteld, uitgebreide studiën en belangrijke proefne mingen op kristalkundig gebied, en zij ont dekten een nieuw verschijnsel de piézoelec- triciteit deze bestaat in een electrische po larisatie, veroorzaakt door de samendruk king of de uitzetting van de kristallen, die geen symmetrie-middelpunt hebben. Hun proefondervindelijke nasporingen leid den tot een practisch resultaat, onder den vorm van het piézo-electrisch kwarts, dat wordt gebruikt om met absolute juistheid zeer kleine hoeveelheden electriciteit te me ten, alsook zwakke electrische stroomen. Dit apparaat heeft later groote diensten bewe zen bij de navorschingen aangaande radio activiteit. Daar zij den electrometer met quadrunten in zijn toenmaligen vorm, niet konden be zigen. maakten zij een nieuw model van dat werktuig, een model, dat beter aan de be hoeften van hun werk beantwoordde. Het nieuwe toestel werd spoedig overal gebruikt en electrometer Curie genoemd. In 1853 moesten de broeders scheiden. Jacques werd tot privaatdocent in de mine ralogie te Montpellier benoemd, en Pierre tot leider van de wetenschappelijke werk zaamheden aan de Scnool van Natuurkunde en industrieele Scheikunde te Parijs, waar hij 22 jaar zou werkzaam zijn, eerst als lei der van den laboratoria-arbeid, vervolgens als leeraar. In 1891 maakte Pierre Curie een begin met een lange reeks proefnemingen aan gaande de magnetische eigenschappen der lichamen op verschillende temperaturen van de ambiante (omgevende) temperatuur af. tot aan 1400°. Die arbeid werd jarenlang voortgezet, en eindelijk, in 1895, als docto- raathesis voorgedragen aan de Faculteit dei- Wetenschappen van Parijs. Kort daarop werd Curie hoogleeraar in Natuurkunde be noemd aan het Collége de France, en nog in hetzelfde jaar trad hij in het huwelijk met een Poolsche. Maria Sklodowska, een hoog begaafde vrouw, die voor hem een machtige hulp zou wezen bij zijn wetenschappelijke studiën en proefnemingen, en een niet ge ring deel der verdiensten van zijn ontdek kingen, op de eerste plaats die van het ra dium, komt haar toe. thorium grauw, glanzend week metaal, met als soor telijk gewicht 12, 16 en smeltpunt 1700°) stralen als die van het uranium uitzenden. De nieuwe eigenschap van de materie, in de uranium- en thoriumelementen ontdekt, werd op voorstel van Mevrouw Curie radioactivi- tijd kwam er hulp en werden hun eenige toelagen verleend. Ook vonden zij een soort loods, door een binnenplaats gescheiden van een atelier, waar zij hun electrometrische installatie on derbrachten. Die keet bevatte niets dan ver sleten withouten tafels, een oude kachel, die bijna geen warmte gaf, en het bord waar van Pierre Curie zich zoo gaarne bediende. Geen spoor van het materiaal voor de be handelingen, die uitstrooming van schadelij ke gassen veroorzaken; die operatiën moes ten dus op de binnenplaats worden gedaan, als 't weer het toeliet, en anders binnen, met open vensters. In dit primitief laboratorium werkten Cu- a Mr. en Mevr. PIERRE CURIE. Door do ontdekking van zijn X-stralen had Roentgen veel opschudding in de we reld der natuurkundigen veroorzaakt. Bec querel, die wilde te weten komen of derge lijke stralen niet uitgingen van fluorescente lichamen fluorescentie is de eigenschap van sommig-e lichamen dat het doorgelaten licht geheel of bijna geheel complementair is aan het teruggekaatste licht zoodat zij ons ver schillend gekleurd schijnen bij opvallend en doorgelaten licht). Uit dat oogpunt bestudeerde hij de ura- mum-zouten uranium -metaal, met soorte lijk gewicht 18.7 en smeltpunt 1400') en ont dekte een heel ander verschijnsel dan het phenomeen dat hij zocht de spontane uit vloeiing uit uraniumzoulcn, van stralen van een bijzonderen aard hij vond dit ver schijnsel een uranium-composé, aange bracht op een met zwart papier ontwikkel de fotografische plaat, maakt op die plaat een indruk als die welke he; licht zou kun nen teweegbrengen; die indruk is het werk van de uranische stralen, die door het papier gaan en, evenals de X-stralen, de ontla ding van een electroscoop kunnen veroorza ken door de lucht, die hem omringt, gelei dend te maken Becquerel stelde vast, dat die eigenschap pen niet afhangen van een voorafgaande blootstelling aan de zon, en dat ze blijven voortbestaan als het uraniumcomposé maan den lang in het duister worden bewaard. Men moest zich dus afvragen vanwaar de trouwens uiterst geringe-kracht kwam, voort durend ontwikkeld door de uranium-compo ses onder den vorm van warmte-uitsiralin- gen. De Curie's gevoelen zich sterk aangetrok ken door dit verschijnsel, en besloten het nader en grondig te onderzoeken. Om aan de resultaten door Becquerel ver kregen. meer uitgebreidheid te geven, moest men zijn toevlucht nemen tot een zeer juiste kwantitatieve methode. De conductibiliteit (geleidingsvermogen), door de stralen van het uranium medegedeeld aan de lucht, was juist het verschijnsel dat zich best tot me ting leende; dit fenomeen (de ionisatie) ont staat ook met de X-stralen, en de navor schingen desaangaande hadden juist de voornaamste kenteekens aan het licht ge bracht. Proefondervindelijk bewezen de Curie's dat de warm te-uitstraling der uranium-com- poseés onder bepaalde omstandigheden zeer j*tet kan worden gemeten, en dat die uit- teic» genoemd; de radio-actieve elementen heet men radio-elementen. Mevrouw Curie onderzocht bij haar na vorschingen niet slechts eenvoudige compo- sés, zouten en oxyden, maar ook verscheiden ertsen. Sommige dezer toonden zich radio actief; 't waren die. welke uranium en tho rium bevatten, maar hun radioactiviteit scheen abnormaal te zijn, want zij was veel sterker dan die, welke men, afgaande op het gehalte aan uranium of thorium, had kun nen voorzien. Voor die afwijking wilden de geleerden een verklaring vinden, en gingen uit van de veronderstelling, dat de uranium- en tho- riumertsen een kleine hoeveelheid van een stof bevatten, welker radioactiviteit veel sterker was dan die van het uranium en van het thorium zelf; deze stof kon niet tot de reeds bekende elementen behooren, want die waren alle reeds onderzocht; het moest dus een nieuw chemisch element zijn. Het erts, dat zij kozen, was het pechblen- de, een uranium-erts, dat, als het zuiver is, ongeveer viermaal meer activiteit dan ura- nium-oxyde ontwikkelt. Daar de samenstelling van dat erts reeds bekend was tengevolge van vrij nauwkeuri ge scheikundige ontledingen, kon men niet verwachten, meer dan één percent nieuwe stof te zullen ontdekken. Spoedig zou blij ken, dat 't pechblende inderdaad nieuwe radioelementen bevatte, maar dit zelfs nog niet in de verhouding van een millioenste De Curie's kwamen spoedig tot de bevin ding, dat de radioactiviteit zich voorname lijk concentreerde in twee verschillende che mische reacties, en dat het peehble/ide min stens twee nieuwe radioelementen bevatte het polonium en het radium. Het bestaan van het polonium werd in Juli 1898. dat van het radium in December van hetzelfde jaar ter kennis van de wereld der geleerden ge bracht. De ontdekking van het radium was dus een feit. De Curie's waren overtuigd, dat dc nieuwe elementen bestonden, maar om die overtuiging door anderen te laten deelen, moesten zij trachten die elementen af te scheiden. In hun producten, die de sterkste radio activiteit ontwikkelden, werden het polonium en het radium nog slechts onder den vorm van nauwelijks waarneembare sporen aan getroffen; het polonium was verbonden met het uit het pechblende getrokken bismuth, en het radium met het baryum, uit hetzelfde erts getrokken. Zij wisten reeds, door middel van welke methoden zij er waarschijnlijk in zouden slagen, het polonium af te scheiden van het bismuth, en het radium van het ba rium; maar voor die afscheiding waren veel groot ere hoeveelheden grondstoffen noodig, dan die, welke zij tot dusverre hadden be handeld. Het pechblende was een zeer duur erts, -*n zij konden er geen voldoende hoeveelheid van koopen. Het kwam voornamelijk uit St. Joachimsthal (Bohemen), waar het Oosten- rijksch gouvernement een mijn uitbaatte voor de uranium-winning. «Al het radium en een gedeelte van het polonium dachten onze navorschers. «moeten zich bevinden in de overblijfsels, in den afval van die fabri catie, en met dien afval wordt tot dusverre niets gedaan Dank zij de bemiddeling van de Weensche Academie van Wetenschappen konden zij zich tegen voordeeligen prijs duizenden kilo grammen van dien afval verschaffen, en zoo beschikten zij over de noodige grondstof. Om de, kosten van de behandeling te dekken moesten zij eerst hun eigen schrale midde len aanspreken, doch na verloop van eenigen rie en zijn vrouw bijna zonder hulp gedu rende twee jaar; zij verrichten samen schei kundigen arbeid en bestudeerden de warmte- uitstraling van de meer-en-meer actieve pro ducten, die zij verkregen. Vervolgens split sten zij hun arbeid. Pierre Curie bleef zijn navorschingen aan gaande de eigenschappen van het radium voortzetten, terwijl zijn vrouw zich gelastte met de verdei e scheikundige behandelingen voor de bereiding van zuivere radiumzouten. Na verloop van een jaar bleek uit de proef nemingen duidelijk, dat het radium zich ge makkelijker dan het polonium zou laten af- hij aan den arbeid en leverde o.a. een studie over de emanatie het gasvormig lichaam, dat door radium wordt voortgebracht, en de sterke warmte uitstraling, die gewoonlijk aan het radium wordt toegeschreven, grootcn- deels op zijn rekening heeft. Tegenwoordig wordt de emanatie van het radium opge vangen in fijne glazen buisjes en door de geneeskundigen geregeld als therapeutisch middel aangewend; om technische redenen verkiest men dikwijls het gebruik van ema natie boven de rechtstreeksche wending van het radium. Maar in dat geval moet de ge neesheer met zorg de tabel raadplegen die opgeeft hoeveel er iederen dag verdwijnt van die emanatie. Pierre Curie heeft inderdaad de onveranderlijke wet aangetoond, volgens dewelke emanatie zichzelf vernietigt waar zij zich ook moge bevinden, en met hoeveel zorg men ook trachte, haar tegen invloeden van buiten te beschermen. Diezelfde emanatie wordt in kleine hoeveelheid in zekere mine rale wateren aangetroffen en kan de genees kracht van die wateren verhoogen. Over de hoofdeigenschap van het radium I de warmte-uitstralmg, zij gezegd, dat. zonder oogenschijnlijk verandering te ondergaan, dit lichaam eiken dag een hoeveelheid warm te voortbrengt, meer dan voldoende om zijn eigen gewicht aan ijs te doen smelten. Als het radium zorgvuldig tegen uitwendig ver lies beschermd is, verhit het zich; zijn tem peratuur kan stijgen tot 10° en meer boven die van medium Pierre Curie heeft opzette lijk en met vrijen wil zijn arm uren lang aan de uitwerking van het radium blootge steld. Geleideliik ontwikkelde zich een brand wonde, die slechts na verloop van verschil lende maanden als genezen kon worden aan gezien. Deze waarneming was van allerhoogst be lang, zoodat Curie besloot, proeven te nemen op dieren, over de emanatie van het radium. Deze proefnemingen mogen als het uitgangs punt van de radium-therapie, d.w.z. van de aanwending van het radium op genees- en heelkundig gebied, worden beschouw* Curie leende met de grootste bereidwilligheid de noodige produkten voor de eerste proefne mingen met geneeskundige behandeling door middel van het radium; die eerste - proefne mingen werden gedaan op lupus en andere huidziekten. De ijver, waarmede men zich in de ver schillende landen op de studie van de radio activiteit toelegde, werd met snel op elkaar volgende ontdekkingen beloond. Zoo vonden de geleerden, die zich aan deze studiën wijd den, het mesothorium, dat nu door de ge neeskundigen wordt gebruikt, en door bij zondere fabrieken geregeld aangemaakt; het scheiden. De vereregen radiumzouten werden I andere vaste stoffen. Hoewel thans reeds i radio-elementen met uiterste nauwkeurigheid onderzocht met i pvppr dprM£r h6In "de'jaren üWSS? Melto d? cSiJV <«der «„.drietal gassen „r7mk: een memorie op over de ontdekking van de j IS .Sipd het radlum n°S steeds de hoofd- geïnduceerde radio-activiteit, voortgebracht speicn. door het radium; een tweede over de uitwerk selen van de stralen lichtuitwerkselen, che mische beïnvloeding, enz.; een derde over de electrische lading, overgebracht door zekere van die stralen en eindelijk een algemeen verslag over de nieuwe radio-actieve stoffen en hun warmte-uitstraling. Verder schreef Pierre Curie nog een verhandeling over de inwerking van het magnetisch veld, op de stralen van het radium. Op zijn voorstel gelastte zich een ong schei kundige, André Debierne, met het zoeken naar een nieuw radio-element, dat te vinden moest zijn in ijzer en in zekere zeldzaam voorkomende aardsoorten; hij ontdekte dat element het aclinium. De arbeid van den heer en Mevrouw Curie hadden een algemeene wetenschappelijke be weging uitgelokt, en ook in 't buitenland wer den proeven op 't gebied van de radioactivi teit genomen. De Curie's namen geen brevet ten, en maakten niet alleen de vruchten hun ner navorschingen, maar ook hun methoden voor de bereiding van het radium openlijk bekend. Zij leverden aan de geleerden en aan de medici al de producten, die zij noodig hadden. Trouwens, de radiumnij verheid wendt nog ten huidigen dage de methoden, door de ontdexkers gebruikt, schier zonder wijziging aan. De industrieee behandeling, door de ont dekkers van het radium toegepast, leverde dus goede resultaten op, maar zij konden ze niet voortzetten, niet uitbreiden, niet volhou den, wegens gebrek aan de noodige kapita len. Gelukkigerwijze kwam een Fransch nijve- raar, 111 1904 op de gedachte, een echte ra- diiunfabriek op te richten, met het doel, die stof onder hel bereik te brengen van de ge neeskundigen, wier aandacht was getrokken door de elkaar opvolgende studiën en ver handelingen over haar biologische uitwerk selen en haar toepassingen op geneeskundig gebied. Dat plan werd ten uitvoer gebracht en spoedig werd geregeld radium verkrijgbaar gesteld. In 1902 werd aan de ontdekkers van het radium een toelage van 20.000 frank ver leend, zoodat de Curie's hun proefnemingen konden voortzetten, en zelf. natuurlijk op beperkte schaal, radium bereiden. De activiteit van zuiver radium overtrof de stoutste verwachingen. Bij gelijk ge wicht is de warmte-uitstraling van die stof bijna een millioen maal sterker dan die van het uranium. Daar tegenover staat, dat de hoeveelheid radium, voorkomend in de ura- nium-ertsen, nauwelijks drie decigram per duizend kilogram uranium bedraagt. Tus- schen de twee stoffen bestaat echter nauw verband in de ertsen vormt zich het ra dium ten koste van het uranium. Het zwak gestel van Pierre Curie had onder zooveel arbeid erg te lijden hij was werkelijk overwerkt, maar onverpoosd bleef Door het meerenc'eel der geleerden was de ontdekking der Curie's met bewondering en geestdrift begroet. Onderscheidingen vielen hun te beurt in Frankrijk en Engeland, en te zamen met Henri Bequerel kregen zij den Nobelprijs voor natuurkunde. Pierre Curie werd hoogleeraar benoemd aan de Sorbonne, maar weigerde zich in het Eere-legioen te laten opnemen. Op 19 April 1906 woonde hij een vergadering bij van de vereeniging der hoogleeraars van de wetenschappelijke facul teiten. Bij 't naar huis keeren wilde hij de straat oversteken en werd aangereden door een vrachtwagen; de dood volgde bijna on middellijk. Om te verhoeden, dat zijn werk zou onder broken worden, benoemde de Faculteit zijn geleerde vrouw tot zijn opvolgster. Eenigen tijd nadien werd op gemeenschap pelijk initiatief van de Universiteit en van het Institut Pasteur een «Radium-Instituut» in het leven geroepen; het bestond uit twee laboratoria, een Curie- en een Pasteur-labo ratorium, bestemd voor physisch-scheikundige studiën en voor de biologische studie van de radiumstralen. In Engeland en Amerika wer den Radium-Instituten opgericht voor de toe passing van ae Curietherapie die een machtig wapen in den strijd tegen den kan ker is geworden. Alles voor den arbeid, alles voor de Weten schap; ziedaar een samenvatting van 't leven van de Curie's, een leven, zóó rijk aan schit terende ontdekkingen en geniale opvattin gen, dat de wereld bewonderend tot hen op ziet. Bewonderend... en ook dankbaar, om den grooten stap voorwaarts die door hun uit vinding gezet werd in de bestrijding tegen dien gruwelijken geesel der menschheid. den kanker, den lupus en andere martelende huid ziekten. Naschrift Toen de wereldoorlog uitbrakrichtte Mevrouw Curie 220 vosten voor radiolo gie in, waardoor ze een millioen gekwet sten heeft geholpen. Haar gram radium werd gebruikt om wonden te genezenze vormde zelf 150 verpleegsters specialisten voor radiologie, en haar bedrijvigheid breidde zich uit tot bij de Bondgenooten Italië en de Vereenigde Staten deden be roep op haar kunde. Zoodra de wereldoorlog ten einde was, had Mevr. Curie haar ivetenschappelijke taaie hernomen tot de dag aanbrak dat ze niet meer kon en ten einde krachten de prooi werd van den dood. Ze stierf op 4 Juli 1934. De lijkschouwing gaf den sleutel van de zonderlinge kwaal waar aan zij ten onder ging, en professor Re- gaud verklaarde Mevrouw Curie mag

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Algemeen Nieuws | 1940 | | pagina 4